Tentenkampactie van dakloze vluchtelingen breidt zich uit

Het tentenkamp.
Aan de tentenkampactie in Ter Apel doen inmiddels zo’n 200 dakloze Iraakse, Iraanse en Somalische vluchtelingen mee. De Vluchtelingen Op Straat-activisten krijgen onder meer steun van organisaties voor mensen zonder verblijfsrecht, waaronder STIL, PRIME en SHUV. Tijdens een vier uur durend gesprek met ambtenaren van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) zijn de vluchtelingen met een kluitje in het riet gestuurd. Alleen als ze zichzelf “vrijwillig” laten deporteren, krijgen ze tijdelijk onderdak, lieten de kille ambtenaren namens minister Gerd Leers weten. Dat hebben de actievoerders resoluut van de hand gewezen.

Een delegatie van Iraakse vluchtelingen ging afgelopen vrijdag naar Den Haag om namens alle actievoerders hun eisen duidelijk te maken aan Leers en zijn bende. Leontien Kompier, de PvdA-burgemeester van Vlagtwedde, waar Ter Apel onder valt, had het vervoer van de vluchtelingen geregeld. Eerder had ze de actievoerders laten weten dat ze met z’n allen in Den Haag zouden moeten gaan protesteren, “want daar zitten de verantwoordelijke politici”. Ze had aangeboden om twee bussen ter beschikking te stellen waarmee de vluchtelingen vanuit Ter Apel naar de Tweede Kamer zouden kunnen reizen. De vluchtelingen sloegen haar aanbod af, omdat ze geen toestemming hadden om te demonstreren en bang waren om te worden opgepakt. Zoals al vaker is gebleken, beperkt de Haagse politie de demonstratievrijheid tot op het absurde.

Eisen

De delegatie legde aan de DTV-ambtenaren twee eisen voor. Ten eerste: “Als jullie ons niet willen hebben, geef ons dan een bewijs zwart op wit dat we naar een ander land mogen gaan om daar asiel te vragen en dat we dan niet teruggestuurd worden naar Nederland”. Ten tweede: “Als jullie zeggen dat dat niet kan omdat Nederland het Verdrag van Dublin heeft getekend en niet zomaar onder Europese afspraken uit kan, geef ons dan toestemming om in Nederland te blijven”. De ambtenaren piekerden er niet over om de eisen in te willigen, waardoor de vluchtelingen hun protestactie onverminderd voortzetten, zo hebben ze laten weten. “Ook al duurt het een maand, twee maanden, een jaar of nog langer.”

De ambtenaren weigerden om vertegenwoordigers van Somalische vluchtelingen bij het gesprek toe te laten. “Deze actie is alleen van jullie, niet van Somaliërs”, zouden ze tegen de Irakezen hebben gezegd. Met deze verdeel- en heerspolitiek lijkt men het protest te willen breken. Inmiddels hebben de Somaliërs hetzelfde bericht gekregen als de Irakezen: alleen opvang als ze meewerken aan “vrijwillige” deportatie. Maar zelfs in dat geval worden ze dakloos gemaakt. Een van de Somalische vluchtelingen, die onderhandelt met de ambtenaren, keerde namelijk in november 2011 noodgedwongen “vrijwillig” terug met “hulp” van de DTV. Hij werd echter door de Somalische autoriteiten geweigerd, omdat zijn inreis “illegaal” zou zijn geweest. Daarop werd hij teruggevlogen naar Kenia, twee weken opgesloten op het vliegveld van Nairobi, en vervolgens in december terug naar Nederland gestuurd. Hier werd hij een maand opgesloten op Schiphol en daarna op straat gezet. Ook een nieuw asielverzoek leverde voor hem geen onderdak op.

Verlengstuk

Schoorvoetend moet Leers erkennen dat Iraakse, Iraanse en Somalische vluchtelingen niet kunnen worden uitgezet, omdat de autoriteiten van die landen daarvoor geen toestemming geven. Daarom mogen ze ook niet in een illegalengevangenis worden opgesloten. Nu deportatie door de DTV onmogelijk is, blijkt het nut voor de overheid van de “vrijwillige terugkeer”-projecten van de migratiebeheersingsorganisatie IOM en allerlei andere terugkeerorganisaties, zoals de Stichting Duurzame Terugkeer. Zij vormen namelijk het verlengstuk van de uitzetmachine waarmee Iraakse, Iraanse en Somalische vluchtelingen wel zouden kunnen worden gedeporteerd. In de eerste drie maanden van dit jaar zagen al ongeveer 180 Irakezen zich gedwongen om “vrijwillig” terug te keren, nadat ze door de overheid waren uitgesloten, uitgehongerd en dakloos gemaakt. Door “vrijwillige” terugkeer als breekijzer in te zetten collaboreren de terugkeerorganisaties in feite met het gesol met mensenlevens door de overheid.

In het tentenkamp bevinden zich veel zieke vluchtelingen, en ook kinderen. Ondanks eerdere toezeggingen heeft het Rode Kruis toch besloten om geen tenten neer te zetten. De reden daarvoor is dat de vluchtelingen het flutaanbod van de minister hebben afgewezen. Zo loopt het Rode Kruis aan de leiband van de overheid. Men stelt het belang van de staat om te kunnen deporteren boven het lenigen van humanitaire nood. Bovendien is in het kamp een ernstig tekort aan water. Tot voor kort konden de vluchtelingen die nog wel in de opvangcentra in Ter Apel verblijven, hun dakloze lotgenoten af en toe water geven. Maar dat is nu verboden door het overheidspersoneel van die centra. De vluchtelingen kunnen zelfs straf krijgen als ze de dorst van de actievoerders proberen te lessen.

Schandalig genoeg werd een zieke Iraakse vluchteling met een leverinfectie ook nog eens geweigerd door het ziekenhuis in Emmen, omdat hij geen verblijfsrecht heeft. In het kamp verblijft verder een vijf maanden zwangere vrouw die nog geen medisch onderzoek heeft gehad. Ook zitten vluchtelingen te springen om medicijnen wegens astma, hartklachten en hoge bloeddruk. Iemand zou tbc hebben en een ander heeft nazorg nodig na een baarmoederoperatie. Gelukkig krijgen de vluchtelingen ook hulp, van individuen en organisaties. Zo hebben Emmaus Haarzuilens en Parkwijk dekens ter beschikking gesteld. Uit Emmen en Nijmegen zijn dekens, kookspullen en tenten geleverd. Meer materiële steun is broodnodig.

De actievoerende vluchtelingen in het tentenkamp hebben grote behoefte aan tenten, dekens, medicijnen, eten, water, koffie, thee en suiker. Wie hen financieel wil ondersteunen, kan geld overmaken op rekeningnummer 5756118 t.n.v. Stichting Lauw-Recht te Utrecht o.v.v. “actie Ter Apel”.

Harry Westerink