Dwangarbeid voor Leidse werklozen niet langer ‘normaal’

1 Mei 2012, dag van de arbeid. Ballen gooien tegen een pop van het soort sponzen dat de dwangarbeiders dagelijks gratis moeten inpakken, met de tronie van de Leidse wethouder Jan-Jaap de Haan erop geplakt.

Op 1 mei vierde Doorbraak de dag van de arbeid voor de deur van het Leidse Participatiecentrum, samen met een flink aantal werklozen dat gedwongen wordt om daar te werken. In de dagen daarop publiceerden we een vijfdelig dossier over dat centrum: over het regime, de dwangarbeiders, de profiteurs, de bobo’s en ons maandenlange onderzoek daarnaar. Onze intensieve campagne begint inmiddels enige vruchten af te werpen.

Daags na de 1 mei-actie gingen enkele Doorbrakers weer in de pauze langs bij het centrum. Naar binnen mogen we niet meer, en daarom nemen we tegenwoordig plaats op enkele bankjes voor het gebouw. Onze aankomst leidde tot enige paniek. Via de intercom werd er om assistentie geroepen en direct posteerden zich vier beveiligers voor de ingang. Beveiligers waarvan het merendeel overigens ook met behoud van uitkering werkt. Geattendeerd door de omroeper kwamen ook enkele andere dwangarbeiders een kijkje nemen, en al snel raakten we in gesprek. Met de strijdbare 1 mei-viering hadden we “bij mensen even het licht aan gedaan van binnen”, zo vertelde een van de werklozen ons. Maar na afloop van de actie was iedereen die had meegedaan, streng aangesproken door de bewakers op de werkvloer. Het team van de bewakers had ook direct een interne spoedvergadering uitgeroepen. Ze waren woedend over de onrust, en het beviel hen helemaal niet dat de dwangarbeiders zelfbewuster en strijdbaarder terugkwamen na de actie.

We zijn inmiddels 37 keer op bezoek geweest bij het centrum. Alle werklozen die buiten met ons komen praten, worden bij het verlaten van het gebouw intimiderend aangesproken door de beveiliging, en ook als ze weer naar binnen gaan. “Je moet niet met die mensen praten”, “We houden je in de gaten”, en “Je krijgt problemen zo”. Van de mensen die met ons spreken, worden de namen opgeschreven, en van de groep mensen rond ons bankje werden een keer foto’s gemaakt. Een van de beveiligers probeerde ons af te luisteren door ‘onopvallend’ net achter een hegje te gaan staan. “Kom er dan maar gewoon bij staan, hoor”, zeiden we tegen hem, waarna hij zich enigszins gegeneerd uit de voeten maakte. Over en weer wordt er af en toe wat geroepen en gescholden. Niet iedereen is dus bang, maar de intimidatie heeft helaas wel tot gevolg dat niet alle werklozen daar nog met ons durven komen te praten. Met sommigen spreken we daarom elders af.

Twintigduizend van deze steentjes gratis in de zakjes doen.

De laatste weken moeten de Leidse dwangarbeiders voor Zeeman lange rijen palets met gekleurde doosjes Pringle-chips uitpakken, stickeren (€ 1,49) en weer inpakken. Een andere grote taak is het sorteren en elk individueel inpakken van zo’n 20 duizend edelsteentjes voor Sensabeads, het bedrijf van de 36-jarige Chris van Kampen. Zijn samenwerking met de DZB begon al in 2008, en in 2010 mochten de werknemers van de Leidse sociale werkplaats al eens in 12 weken 120 duizend edelsteentjes inpakken voor een grote supermarktactie. Dat legde Van Kampen geen windeieren, want in datzelfde jaar kocht hij voor 1,2 miljoen euro zijn huidige – ruim 2.900 vierkante meter grote – woning aan de Weipoortseweg in Zoeterwoude, waar ook Sensabeads gevestigd is. Met de extra winsten die hij nu via zijn “Mr. Stone”-actie over de ruggen van de dwangarbeiders gaat maken, kan hij zijn optrekje nog eens extra sjiek inrichten.

Versoepeling

Het gemeentebestuur en de meeste politieke partijen hebben er vanaf het begin op ingezet dat het Participatiecentrum ‘normaal’ zou worden, en dat het daar moeten “werken voor je uitkering” eveneens ‘normaal’ zou worden. Daarom wilde men er niet teveel aandacht aan schenken: het zou gewoon een van de vele hervormingen zijn die er voortdurend worden doorgevoerd. Maar Doorbraak is erin geslaagd die ‘normaliteit’ te doorbreken en te laten zien dat er een aantal van onze fundamentele rechten afgebroken wordt, zoals het recht op een minimumloon, een contract, vrije arbeidskeuze en goede arbeidsomstandigheden. We hebben onder meer ingesproken bij de behandeling van de plannen in de gemeenteraad, geprotesteerd bij de opening van het centrum en inmiddels dus ook een onderzoeksdossier gepubliceerd. Onze activiteiten hebben er zeker mede toe bijgedragen dat een aantal politieke partijen en bonden besloten heeft om er eveneens mee aan de slag te gaan.

Direct na de 1 mei-actie en de publicatie van ons dossier is het regime in het centrum enigszins versoepeld. De werklozen hebben ons verteld dat ze nu bijvoorbeeld tijdens de werkuren even een kopje koffie of thee mogen gaan halen. Dat was voordien absoluut niet toegestaan. Ook is er plots meer respect voor de dwangarbeiders. Dat heeft er zeker mee te maken dat men nu de ogen van Doorbraak en een aantal politieke partijen op zich gericht weet. Het Participatiecentrum is overigens niet erg populair onder de andere medewerkers van de Leidse sociale werkvoorziening DZB, waar het controversiële centrum deel van uitmaakt. Er wordt onderling veel gesproken over de acties van Doorbraak, zo vertellen sympathiserende medewerkers ons. Bestuur, medewerkers en bewakers houden gespannen de publicaties op onze website en elders in de gaten. De versoepeling van het regime is een klein succesje op weg naar het uiteindelijke doel: de afschaffing van het centrum en de dwangarbeid.

Bonden

De FNV-bonden Bouw, Bondgenoten en Abvakabo zijn van plan om zich de komende tijd in Leiden samen met Doorbraak te gaan bemoeien met het lokale beleid rond sociale zekerheid, waaronder dus ook het Participatiecentrum valt. Gedacht wordt in de eerste plaats aan bijeenkomsten. Hoe de FNV aankijkt tegen gedwongen arbeid voor werklozen is te lezen in haar “Lokale monitor werk, inkomen en zorg 2012”. Er zijn volgens de bond diverse vormen, “van leer-werkprojecten die mensen helpen om duurzaam aan de slag te komen, tot ‘work first’ werkfabrieken die als belangrijkste doel hebben om mensen af te schrikken en/of te disciplineren”. Afschrikken en disciplineren, dat is het Leidse beleid in een notendop. “Work first als middel om mensen ‘uit de bijstand te jagen’ wijst de FNV af”, zo maakt de bond duidelijk. Merkwaardig genoeg heeft men er dan weer geen moeite mee dat werklozen gedwongen worden om onbetaald te werken, zolang de duur maar beperkt blijft. “Werken met behoud van uitkering kan naar de mening van de FNV slechts tijdelijk van aard zijn (drie tot maximaal zes maanden). Het mag niet zo zijn dat mensen eindeloos lang aan het werk worden gezet zonder fatsoenlijke arbeidsrechten.” Iets wat in Leiden ook gebeurt, soms tot langer dan een jaar. Zelf zijn we bij Doorbraak van mening dat iedereen die werkt, altijd recht heeft op minstens het minimumloon en goede arbeidsrechten. Van bovenaf, door politici, bazen en bonden, worden voortdurend redenen aangevoerd waarom werken onder het minimum toch gerechtvaardigd zou zijn, maar vanuit de positie van werklozen zelf is voor niets werken voor een baas simpelweg onacceptabel. Het ondermijnt niet alleen hun bestaanszekerheid, maar ook het loonniveau van alle andere werkenden.

En de kritische politieke partijen? GroenLinks heeft vanaf het begin stelling genomen tegen het Participatiecentrum, en loopt al geruime tijd rond met het idee van een zwartboek. Het probleem is dat men geen contact heeft met werklozen in het centrum, en dus geen klachten ontvangt en alleen via Doorbraak hoort wat er daar op de werkvloer speelt. Dat is anders bij de PvdA en de SP, die samen eind mei een week lang een klachtenlijn hebben geopend. De raadsleden Robert-Jan van Ette (PvdA) en Louk Rademaker (SP) hebben eerder klachten ontvangen, zeggen ze, en willen nu beter in kaart gaan brengen wat er speelt. In een radio-interview gaven ze aan een aantal telefoontjes ontvangen te hebben. Dat is goed nieuws. Wij kwamen zelf pas aan het einde van die week achter het bestaan van de klachtenlijn, en geen van de dwangarbeiders in het centrum die wij spreken, wist ervan. De vraag is waarom de twee niet gewoon ter plekke met de werklozen zijn gaan praten. Anders dan Doorbraak wordt hen door de bewaking vast geen strobreed in de weg gelegd. Of veel werklozen hen daar helemaal zouden vertrouwen, is natuurlijk een heel andere vraag. Opvallend is verder dat beide partijen het onderzoek van Doorbraak niet noemen.

Klachtenlijn

In de aankondiging van hun klachtenlijn gaan de raadsleden overigens wel erg ver mee in de manier van denken van Sociale Zaken. Zo schrijven de twee eufemistisch dat werklozen door de gemeente worden “uitgenodigd in het participatiecentrum werkzaamheden te verrichten”. Maar feitelijk gaat het natuurlijk om pure dwang: wie niet ingaat op de “uitnodiging” krijgt geen uitkering en kan onder een brug gaan liggen verhongeren. Ook hebben de raadsleden het over het leveren van “een tegenprestatie naar vermogen” door uitkeringsontvangers, terwijl het bij de meeste dwangarbeiders maar de vraag is of ze na zes weken werken überhaupt wel een uitkering zullen krijgen. Wij kennen voorbeelden van werklozen die uiteindelijk letterlijk wekenlang helemaal voor niets gewerkt hebben voor de gemeente. Bijvoorbeeld nadat ze hun huis uitgezet werden omdat ze tijdens hun dwangarbeid wekenlang geen huur konden betalen, en vervolgens zonder huisadres niet aanmerking komen voor een uitkering.

In hun radio-interview reppen beide raadsleden overigens met geen woord over het principiële probleem van het werken zonder loon of contract. Ze vinden het prima dat werklozen moeten “leren” op tijd te komen, maar vragen zich vooral af of er “voldoende rekening gehouden met wat iemand al kan”. Het lijkt hen er dus vooral om te gaan dat er meer gedifferentieerd gedisciplineerd gaat worden. Daar doelt Van Ette waarschijnlijk op wanneer hij het heeft over “geluiden dat daar soms wat te verbeteren valt”. Daarnaast wil hij gelukkig ook nachecken of de verhalen kloppen dat er een “vrij streng regime” heerst “voor wat betreft het komen, het wel of niet met elkaar mogen praten”, en dat mensen een korting krijgen als ze naar hun baas stappen. Ook Rademaker zou het een kwalijke zaak vinden als mensen niet durven klagen uit angst hun uitkering kwijt te raken, “als het echt zo is”. Het Participatiecentrum is bedoeld om mensen aan een baan te helpen, zegt hij, en niet om hen gewoon zes weken productie te laten draaien. Laat dat nu precies zijn wat er gebeurt, en in veel gevallen langer dan zes weken. Uit antwoorden van de gemeente op Rademakers eigen vragen was overigens al gebleken dat in ieder geval tot februari geen enkele werkloze een betaalde baan had gevonden via het centrum.

Bestuurlijke reflex

De andere Leidse partijen staan helaas vierkant achter het Participatiecentrum en zijn als zodanig onze regelrechte tegenstanders. Dat we juist de SP regelmatig bekritiseren, komt omdat die partij relatief dicht bij Doorbraak staat. We verwachten er gewoon meer van. In contacten met sommige Leidse SP-leden worden we helaas soms teleurgesteld. Dat begon al in oktober vorig jaar toen Rademaker in een bestuurlijke reflex de bijna 130 euro korting verdedigde die Leidse bijstandsgerechtigde kamerbewoners per 1 januari opgelegd kregen. Inmiddels zijn de gevolgen daarvan goed duidelijk geworden. Sommige van de dwangarbeiders die op kamers wonen, houden na aftrek van hun huur (geen huurtoeslag) en verzekering maar 150 euro per maand over om van te leven. Iets meer dan de helft van wat ze vorig jaar nog gehad zouden hebben. Terwijl ze wel 32 uur per week werken! Wanneer we het raadslid vragen om commentaar op onze kritiek op het Participatiecentrum, dan komt hij steevast met de tegenvraag wat we dan van andere projecten in de stad vinden, en met name die waar de SP zich voor ingezet heeft. Alsof het hem meer gaat om het imago van zijn partij dan om de uitbuiting van de werklozen.

Tot nadenken stemde ook ons contact met de Leidse SP-er Sjaak van der Velden, die onlangs vertrok bij het landelijke ideologische SP-blad Spanning. Volgens hem is er in Leiden geen sprake van dat werklozen gedwongen worden. “Niemand is verplicht te gaan werken en niemand is verplicht een uitkering aan te nemen”, reageerde hij op onze Facebook-pagina. Inderdaad, men mag zoals gezegd ook verhongeren. Hij toonde geen spoor van verontwaardiging over de dwangarbeid, en ging haast automatisch over tot het goedpraten van het repressieve beleid. De SP-er bracht daartoe zelfs het aloude anarchistische motto “geef naar vermogen en neem naar behoefte” in stelling. Het is een gotspe om dat onder de neus te drukken van mensen van wie de arbeid gratis afgetroggeld wordt en die voortdurend in hun bestaanszekerheid bedreigd worden. Dit soort reacties van vooraanstaande SP-ers duidt erop dat ze kost wat kost mee willen regeren.

De grootste en meest invloedrijke partij in de Leidse coalitie is D66, en het is niet te hopen dat die hyper-liberale partij na 12 september ook landelijk terecht komt in een coalitie. De Wet Werken Naar Vermogen mag dan niet meer doorgaan, maar met D66 mede aan het roer koersen we straks misschien landelijk niet alleen af op afschaffing van de ontslagbescherming, maar ook op dwangarbeid voor alle werklozen naar Leids voorbeeld. En stel dat ook de SP dan mee gaat regeren, wat velen binnen die partij maar al te graag willen. Het is te hopen dat ze dan wel hun rug recht houden, want in Leiden moest Rademaker begin dit jaar op een lokale SP-bijeenkomst nog tussen neus en lippen door toegeven: “We voelden ons gedwongen om in te stemmen met het Participatiecentrum”.

Oude wijn

Directeur Bas van Drooge weigerde ons eind april de verdere toegang tot zijn Participatiecentrum. We zouden het proces van “motivering” van de werklozen teveel dwarsbomen. Van Drooge is in zijn vrije tijd voorzitter van de PvdA-afdeling Amsterdam Centraal. Hij schreef ook een boekje, “Jai en Eno”, over “de toekomstige inrichting van de wereld”. Daarin filosofeert hij over nieuwe vormen van kapitalisme met minder overheid, waarin bedrijven plots goede bedoelingen zouden krijgen. Wat we volgens hem vooral nodig hebben, is meer “emotionele ontwikkeling”, en “individuele prikkels” voor de efficiëntie. Zijn dwangarbeiders kunnen alvast genieten van een voorproefje van zijn progressieve ideeëngoed, dat uiteindelijk niets anders is dan oude wijn in nieuwe kruiken. In de oude paternalistische sociaal-democratische traditie wil hij mensen disciplineren en opvoeden, om de strijd van onderop voor fundamentele veranderingen buiten de deur te houden.

Na publicatie van ons dossier belde hij Doorbraak op om te zeggen dat we de naam van zijn hoofdbewaker Emiel Gommans van onze website moesten verwijderen, met een air van iemand die gewend is dat hij altijd zijn zin krijgt. “Dit kan gewoon niet. Je kunt niet de naam van een uitvoerende ambtenaar publiceren.” Gommans is een goede werknemer, voegde hij er nog aan toe. Van bovenaf gezien zal dat vast kloppen, maar vanuit onze positie is Gommans de hoofdbewaker die dagelijks de levens van tientallen werklozen vergalt. Die worden ook in hun privéleven gepakt: ze moeten al hun persoonlijke gegevens aan ambtenaren doorgeven. Het publiceren van Gommans naam is juist een mooi begin van onze tegen-openheid, van onderop. Jullie spelen op de persoon, wij ook. De repressie en uitbuiting waar werklozen mee te maken hebben, is sowieso geen abstract ambtelijk gegeven, maar een concrete dagelijkse realiteit.

Afstandelijkheid

De keren dat Van Drooge contact met ons opnam, in de kantine of via de telefoon, probeerde hij ons steeds aan te spreken op een politiek niveau. Hij wilde dan een gesprek voeren over zijn goede bedoelingen en dat hij ook maar opdrachten krijgt, over de problemen van het centrum en dat ze best goede resultaten hebben. Maar wij weigeren steevast mee te praten vanuit zo’n bestuurlijke afstandelijkheid, en reageren altijd en principieel als degenen die door hem en zijn centrum in de tang genomen worden, als de werklozen die we voor een deel ook zijn. Zulke ‘gesprekken’ zouden namelijk een mate van gelijkheid suggereren die er helemaal niet is. De enige manier om werkelijk te communiceren en onze mening duidelijk te maken is via strijd. Wij hebben maar één inzet en dat is afschaffing van de dwangarbeid, en Van Drooges problemen vormen juist onze kansen.

Als we daarentegen als individuele werklozen aangesproken worden, bijvoorbeeld door onze “klantmanagers” of andere medewerkers van Sociale Zaken, dan proberen we het gesprek waar mogelijk juist naar een politiek en collectief niveau te tillen. De werkloosheid ligt immers niet aan ons, maar aan de crisis, aan het kapitalisme. We proberen ons dan samen met andere werklozen te weren, zoals sommigen van ons een aantal jaar terug al deden in het Werkatelier, de voorloper van Van Drooges Participatiecentrum.

Van Drooge en Gommans beschuldigen Doorbraak er overigens van de werklozen op te hitsen en onhandelbaar te maken. Maar zo werkt dat niet. Verzet kan alleen maar ontstaan waar mensen ontevreden zijn, en dat zijn de dwangarbeiders zonder uitzondering. Steeds vaker komen ze naar de Doorbraak-activisten buiten toe met vragen, op zoek naar mogelijkheden om zich te kunnen ontworstelen aan de greep van het centrum. Meestal gaat het om individuele mogelijkheden, een enkele keer om meer collectief protest. En natuurlijk zijn wij hen daarbij graag ter wille, voor zover we dat kunnen natuurlijk. Wij komen niet met eigen actievoorstellen, omdat we ons principieel willen aansluiten bij de wensen van de werklozen binnen. Het is hun strijd en zij lopen de risico’s.

Maximale termijn

Waar veel dwangarbeiders bijvoorbeeld de pest over in hebben, is dat ze langer dan de voorgeschreven zes weken moeten doorgaan met het productiewerk. Sommigen moeten weken langer blijven, anderen werken er al meer dan een jaar zonder contract voor 750 euro per maand. Tegen die zes weken kunnen ze nog weinig beginnen, maar tegen de verlengingen mogelijk wel. Wie zijn poot stijf houdt, maakt kans om alleen nog maar twee middagen per week te hoeven komen solliciteren. Maar velen zijn bang om bij kritiek hun uitkering kwijt te raken, of een of andere in het vooruitzicht gestelde cursus mis te lopen. Daarom hebben we kopieën van de gemeentenota en -website rondgedeeld waarin die maximale termijn van zes weken zwart op wit staat vermeld. Hopelijk kan dat sommigen het zelfvertrouwen geven om hun recht te gaan halen. Zo vinden er kleine veranderingen plaats in de machtsverhoudingen in het centrum: de dwangarbeiders worden wat weerbaarder, en het centrum wordt voor Van Drooge en Gommans wat minder makkelijk beheersbaar.

Anders dan bij veel andere radicaal-linkse campagnes mikken we niet in eerste instantie op de media of “bewustwording”. We steken relatief weinig tijd in demonstreren en folderen. We hebben ons onderzoeksdossier natuurlijk gepubliceerd op onze website en opgestuurd naar politici en de gevestigde media, en daar zijn ook wel reacties op gekomen. Maar we mikken meer op het meedoen aan het dagelijkse concrete straatgevecht tussen de werklozen en degenen die hen dwangarbeid opleggen. Dat gevecht om de macht speelt zich momenteel nog af buiten het blikveld van de media, maar zal naarmate het succes heeft vanzelf wel doorsijpelen naar de politiek en de rest van de samenleving. Daar hoeven we ons geen zorgen om te maken, dat zien we nu al gebeuren met de bemoeienis van de partijen en bonden.

Verzet

We hoeven ook geen dwangarbeiders op te roepen om in verzet te komen, dat zijn ze al, meestal op heel subtiele manieren (expres langzaam werken, later terugkomen van de pauze, werk met opzet verkeerd doen, ziek melden, en wie weet wat nog meer) en soms openlijker (mond open trekken tegen de bewakers). We kunnen hooguit een bijdrage leveren aan het ‘bij elkaar brengen’ van al deze methoden, aan het wat meer collectief en zo sterker maken ervan. En dat leidt nu al tot succesjes, zoals onlangs de versoepeling van het regime.

Eric Krebbers