Franse bommen op Mali: verwerpelijk ingrijpen in verwerpelijke oorlog
Frankrijk voert oorlog in Mali, bombardeert steden en breidt haar troepenmacht uit. Andere Europese staten, ook Nederland, hebben steun uitgesproken, de VN-Veiligheidsraad eveneens. De oorlog richt zich tegen de opmars van islamistische rebellen die de afgelopen maanden een flink deel van het land in hun greep hebben gekregen. Mali – zo luidt het officiële excuus – mag geen terroristisch bolwerk worden. Daarom gooit terroristisch bolwerk Frankrijk, gesteund door al die andere terreurnetwerken, van VN tot NAVO, er dus bommen op. De winnaars heten arrogantie en hypocrisie. Verliezers zijn in ieder geval de gebombardeerde Malinezen en opgeofferde militairen, aan elke kant van de scheidslijn.
Hoe kwam het tot deze oorlog? Het conflict speelt al vele maanden en heeft een lange voorgeschiedenis. Mali was een Franse kolonie en werd in 1960 onafhankelijk. Vanaf 1968 werd het langs nadrukkelijk autoritaire lijnen bestuurd, want in dat jaar pleegde luitenant Moussa Traore een staatsgreep. Het land werd een militaire dictatuur, totdat er in 1991 een volksopstand uitbrak die democratische verlangens en eisen naar voren bracht. Luitenant-kolonel Amanou Toumani Toure pleegde een staatsgreep om ruimte te maken voor de liberaal-democratische overgang. In 1992 kwamen er verkiezingen, waarin hij opvallend genoeg geen kandidaat stond. Een zekere Alpha Kunare werd president, en won ook in 1997 de verkiezingen. In 2002 was het dan toch de beurt aan Toure, die in dat jaar de presidentsverkiezingen won en dat in 2007 nogmaals deed, met een nog grotere meerderheid: 71 procent. Intussen was Mali een min of meer functionerende liberale democratie geworden, een betrekkelijk open maatschappij, zij het nog altijd vol problemen: armoede, corruptie en regionale conflicten.
Libië
Die laatste werden de relatief democratische verhoudingen noodlottig. De noordoostelijke helft van het land werd bevolkt door Toearegs, een bevolkingsgroep die ook in aangrenzende landen woonde. Vanuit deze bevolkingsgroep kwam een streven naar autonomie, tot en met afscheiding, op. Rond 1963 was er een opstand, neergeslagen door het leger. In 1990-1995 – de periode dus dat Mali overging van dictatuur naar burgerlijk democratisch bestuur – vond er een volgende Toeareg-revolte plaats. Die werd via concessies onder het presidentschap van Konare ingedamd. Aan Toearegs werd meer autonomie beloofd. In 2006 werd er een akkoord gesloten waarin autonomie werd afgesproken voor door Toearegs bewoond gebied. Maar in 2007-2009 bleven er gewelddadige botsingen plaatsvinden, opflakkeringen van opstandigheid en repressie, ondanks een wapenstilstand.
In 2011 brak in Libië de gewapende strijd tegen de dictatuur van Kadhafi uit. Veel Toearegs vochten in dienst van dat bewind. Nadat Kadhafi via die opstand en via NAVO-interventie was verdreven, trokken veel Toearegs naar huis, in dit geval naar Mali. Ze namen wapens mee en haalden in de chaos na de opstand nog flink wat wapendepots leeg. De Toeareg-strijders waren daarmee opeens een stevige militaire macht geworden. Toen in 2011 de Toeareg-opstand weer oplaaide, raakte het leger van Mali snel in ernstige problemen. Zo ernstig dat boze militairen muitten tegen het in hun ogen slappe beleid van Toure. Hem werd verweten het leger te weinig te steunen, en ook corruptie en dergelijke werd hem ten laste gelegd. Dat het antwoord op corruptie in een nog enigszins democratisch en liberaal bestel – waarin er nog ruimte is om van onderop voor progressieve verandering te vechten – niet kan bestaan uit het vervangen ervan door militair bestuur – waarin die ruimte ernstig is ingeperkt en oppositie al gauw levensgevaarlijk wordt – mag duidelijk zijn. Dat de “soldaat der democratie”, zoals Toure vanwege zijn rol in 1991-1992 genoemd werd, zijn glans als democratische held was kwijtgeraakt echter ook.
Frankrijk
Er kwam een nieuwe sterke man, kapitein Amadou Sanogo, voorzien van een militaire opleiding in de VS. Maar echt sterk bleek de sterke man niet. Terwijl de hoofdstad een chaotische machtsstrijd onderging, kreeg de opstand van Toearegs de ruimte om zich snel uit te breiden. De belangrijkste Toeareg-beweging, MNLA, streed voor een onafhankelijke Toeareg-staat Azawad. Het was een seculiere beweging. Maar in hetzelfde gebied was ook een franchise van Al Qaeda actief, een groepering die zich al een tijdje bezig hield met het voor losgeld ontvoeren van mensen uit westerse landen. Daarnaast kwamen twee andere islamistische bewegingen op, Ansar Dine en Mujao. Die laatste was een afsplitsing van de genoemde Al Qaeda-club. Aanvankelijk vochten islamisten en seculiere Toeareg-strijders zij aan zij tegen de Malinese staat. Maar al snel raakten ze onderling slaags, waarbij islamistische groepen – vaak strevend naar een islamitische staat in heel Mali – de MNLA overvleugelden. In het westerse jargon dat we kennen sinds in 2001 de “oorlog tegen terrorisme” werd afgekondigd: een groot deel van Mali dreigde een islamistisch terroristisch bolwerk te worden. Toen islamistische strijders een bestandsgrens doorbraken en steeds dichter bij de hoofdstad dreigden te komen, greep Frankrijk in en sloeg men aan het bombarderen.
Dat Franse ingrijpen vond plaats met instemming van de regering van Mali. Die was intussen nogal geherstructureerd. Afrikaanse buurlanden accepteerden de machtswisseling via de staatsgreep niet, en oefenden druk uit. Er werd een regering van nationale eenheid ingesteld, onder leiding van Dioncounda Traore, partijgenoot van en eerder ook minister onder Toure. Daarmee was de staatsgreep goeddeels ongedaan gemaakt. Aanhangers van de couppleger vielen in mei dan ook de interim-president aan. Die zocht een veilig heenkomen, en uiteindelijk medische behandeling in Frankrijk. Hij was vervolgens degene die Frankrijk om militaire hulp vroeg tegen de oprukkende opstandelingen.
Islamisme
Twee vragen dienen zich aan. Hoe komt het dat een overwegend seculiere afscheidingsbeweging zo gekaapt kon worden door een jihadistische beweging wiens doel niet afscheiding maar een streng islamitisch regime is? En wat drijft de Franse interventie?
De diverse jihadisten hanteren een superstrenge versie van de islam, en leggen die versie hardhandig op. Grote verontwaardiging lokte de verwoesting door islamisten van eeuwenoude graftomben in Timboektoe uit, monumenten die als godslasterlijk werden behandeld. Berichten over wandaden en strenge straffen druppelden naar buiten: een vrouw die honderd zweepslagen met een elektriciteitskabel kreeg omdat ze een mannelijke bezoeker water had gegeven. Handafhakking wegens diefstal. Huwelijken met tienjarige meisjes, die onder dreiging met een geweer tot trouwen worden gedwongen, verkracht, waarna er tot scheiding wordt overgegaan.
Waakzaamheid is overigens geboden bij deze vreselijke berichten. Ze komen naar buiten nadat Frankrijk haar oorlog begon, en kunnen weer wel ernstig zijn aangedikt of zelfs verzonnen, om die oorlog een glans van humanitaire rechtvaardiging te geven. Tegelijk hoorden we ook ruim voor deze aanval al soortgelijke berichten: op 31 juli berichtte Trouw bijvoorbeeld over de steniging van een echtpaar wegens het hebben van relaties buiten het huwelijk. Voor illusies is weinig ruimte; de diverse islamisten vestigen in het gebied waar ze de baas zijn een naargeestig islamistisch bewind. Een broodnodige afwijzing van de Franse oorlogsvoering kan dan ook op geen enkele manier verbonden zijn met de verdediging, in welke zin of vorm dan ook, van deze verwerpelijke bewegingen, ook niet als sommige van de beweringen over hun wandaden naderhand overdreven blijken te zijn geweest. Beide kanten verdienen een nederlaag, bij voorkeur tegelijkertijd en tamelijk totaal.
Corruptie
Vraag is waarom dit jihadisme zo sterk is. De versie van de islam die ze hanteren, is namelijk niet de in Mali gangbare versie. Daar is volgens Juan Cole een vrij open-minded, op mystiek soefisme gebaseerde islam gangbaar. Dat is geen wereldbeeld waarin enthousiast gestenigd en met zwepen wordt geslagen. De Taliban-achtige versie van de islam wordt Malinezen gewelddadig opgedrongen. Dat lukt, om twee redenen. Corruptie en chaotisch staatsbestuur wekt bij veel mensen ongetwijfeld de behoefte aan een harde hand die orde op zaken stelt. De Taliban kregen in 1996 ook vleugels toen militieleiders een zodanig corrupte, wrede en ook nog eens voortdurend onderling vechtende kliek vormden dat mensen de keiharde sharia-oplegging met opluchting begroetten. Mij zou het niet verbazen als in Mali iets soortgelijks meespeelde. In die zin is de islamistische tirannie een product van de onmacht van de Malinese staat om een niet-corrupt en als rechtvaardig ervaren bestuur te voeren. Zolang er zich geen krachten van onderop ontplooien die rechtvaardigheid en strijd tegen corruptie weten te combineren met vrijheidseisen en rechtstreekse zeggenschap over de gemeenschap, zal de aantrekkingskracht van religieus autoritarisme blijven bestaan.
Een tweede reden is echter materieel van aard. Islamisten kunnen nog zo hard roepen om jihad en een islamitische staat, zonder machtsmiddelen zijn ze nergens. De Taliban was in 1996 nergens gekomen zonder massale militaire en financiële steun uit Pakistan en Saoedi-Arabië. Allebei nauwe Amerikaanse bondgenoten trouwens. Hoe dit precies voor de diverse jihadisten in Mali zit, weet ik niet. De BBC schreef echter wel dit: “Mali-analist Andy Morgan zegt dat de islamisten veel rijker zijn dan de MNLA aangezien zij de laatste jaren geld verdienden door westerlingen te ontvoeren voor losgeld, en door cocaïne, hasj en sigaretten te smokkelen.” Dat klinkt niet onzinnig, maar toch is ook hier voorzichtigheid weer geboden. Het verwijt dat de tegenstanders in de drugshandel en de georganiseerde criminaliteit zitten is een klassiek propagandathema van westerse staten op oorlogspad. De Taliban kregen het naar hun hoofd, maar de sandinistische regering van Nicaragua in de jaren tachtig ook, toen die onder vuur lag van een door de CIA getrainde rechtse terreurbeweging. In het geval van Mali zijn er echter inderdaad wel aanwijzingen die met name Al Qaeda in verband brengen met drugssmokkel. Jihadisme als ondernemerschap, waarom ben ik niet helemaal verbaasd? Maar of dat soort praktijken echt voldoende opleveren voor het huidige jihadistische overwicht?
Interventie
Wat drijft intussen de Franse interventie? We zagen dat de Malinese regering er zelf om vroeg, maar dat kan niet de doorslaggevende reden zijn geweest. Kortgeleden vroeg de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR) steun aan hetzelfde Frankrijk tegen oprukkende gewapende rebellen. Frankrijk wimpelde het verzoek af, en bespaarde het land daarmee bombardementen en nieuw oorlogsgeweld. In Mali maakte Frankrijk een andere keus. Wat is het verschil?
De Volkskrant haalt correspondent Ariejan Kortweg aan, en die noemt drie redenen voor het Franse ingrijpen. De rebellen braken door een “wankele bestandslijn” heen. “Langer wachten zou de hoofdstad Bamako, waar zo’n zesduizend Fransen leefden, in gevaar brengen.” Eigen volksgenoten eerst, dus bommen erop. Dat was de logica. “Ook willen de Fransen koste wat kost voorkomen dat Mali verandert in een islamitische staat die terroristen als hun uitvalsbasis kunnen gebruiken” – hetzelfde argument dat de VS nu al tien jaar rond Afghanistan hanteert. Hier zien we een verschil met de CAR: de opstandelingen daar waren niet, of niet nadrukkelijk, van islamistische signatuur. “Tot slot heeft Frankrijk sterke economische (handel) en culturele banden met Mali.” Samengevat: Frankrijk verdedigt westerse belangen in het kader van “de oorlog tegen terrorisme”. Frankrijk verdedigt haar eigen mensen. En Frankrijk verdedigt haar rol als neo-koloniale macht.
Met het helpen van Malinezen heeft het niets te maken, al snap ik best dat in de hoofdstad mensen blij zijn met de Franse steun tegen opstandelingen wiens zege hen immers niets goeds belooft. Maar democratie en mensenrechten spelen in de motivatie van de Franse oorlog klaarblijkelijk geen rol. Het is gewoon een koloniale, imperialistische oorlog. Degenen die van de nog verse president, de socialist (?) Hollande, iets beters verwachtten, zijn wellicht verbaasd. Degenen die de rol van eerdere ‘socialisten’ aan de Franse staatsleiding – Mitterand bijvoorbeeld – kennen, zijn de verbazing allang voorbij.
Afwijzen
De Franse oorlog verdient dus totale afwijzing, oppositie, verzet. Niet omdat we de andere kant kiezen – die is net zo verwerpelijk -, maar omdat ze imperialistische belangen dient, en de Malinese bevolking daarvoor aan extra oorlog onderwerpt. Frankrijk heeft intussen diverse steden gebombardeerd. Op zaterdag kwam zo’n Franse bom op de plaats Konna terecht: 11 doden, waaronder kinderen die vluchtten en daarbij verdronken, aldus de burgemeester van de plaats die zelf ook is gevlucht. De opmars van de opstandelingen gaat intussen door.
De uitkomst van dit alles is ongewis, en op korte termijn hoogstwaarschijnlijk tamelijk akelig. Een in tweeën gehakt Mali waar de ene helft de andere helft bevecht met Franse luchtsteun? Een door jihadisten onder de voet gelopen Mali omgevormd tot harde religieuze dictatuur? Een via Frans ingrijpen weer verenigd en intussen door de oorlog verregaand gemilitariseerd Mali, verenigd tegen een hoge prijs aan doden, en onder een Malinees gezag dat afhankelijk is van haar nauwelijks nog voormalig te noemen koloniale ‘moederland’? Dat laatste lijkt me trouwens onwaarschijnlijk, tenzij Frankrijk in staat en bereid is niet de aangekondigde 2.500 soldaten, maar een veelvoud daarvan, aan militairen te sturen, of massieve steun van andere staten krijgt. Maar in alle drie de scenario’s zijn gewone mensen in Mali het slachtoffer, terwijl staten, bureaucraten, legale en illegale ondernemers in allerlei ideologische omhulsels goede kwalijke zaken doen. Het Franse ingrijpen brengt aldus voornamelijk nieuwe ellende bovenop de oude narigheid, en dient dus krachtig te worden tegengewerkt. De Nederlandse diplomatieke steun eraan is een schandaal.
Peter Storm
Maker van het weblog Ravotr
“Het Franse ingrijpen brengt aldus voornamelijk nieuwe ellende bovenop de oude narigheid, en dient dus krachtig te worden tegengewerkt.”
Een onzinnige en ook nutteloze conclusie aan het slot. Wie gaat het dan tegenwerken? Frankrijk heeft steun van de Malinese bevolking, ook de MNLA heeft steun aangeboden. De omliggende landen steunen de inzet en Algerije, altijd uiterst kritisch ten opzichte van Frankrijk, heeft het luchtruim opengesteld voor bombardementsvluchten. De ECOWAS, de Afrikaanse Unie en de VN staan er achter.
Er is een bericht over Mauritaanse oelama’s die zich tegen het ingrijpen uitspreken, en her en der schieten zwaar verouderde linkse lieden in anti-koloniale reflxen maar verder is er weinig te zien.
Er is dan ook een groot verschil tussen deze operatie en de aanval van Sarkozy & co op Libie.
En omdat omliggende STATEN, regeringen – en niet ‘ omliggende landen’, zoals van kaas stelt – er ook achter staan – en verder een hele reeks van coalities van staten – de Franse oorlog in Mali steunen, is een oproep om deze aanval tegen te werken onzinnig en nutteloos?
Tegenstanders van onrecht en oorlog hebben wel eens vaker de complete ‘internationale gemeenschap’ – een statengemeenschap, een gemeenschap van heersers – tegenover zich. De aanvalsoorlog die Bush senior in 1990-1991 tegen Irak ontketende, had de steun van alles en iedereen, tot en met Rusland. Er vochten Syrische soldaten zij aan zij met Amerikaanse, allemaal tegen het Ultieme Kwaad, Saddam Hoessein. Het draagvlak voor die oorlog was nog wel wat groter dan die voor de huidige Franse koloniale oorlog in Mali. Was de oproep om zich tegen die oorlog te verzetten daarmee “zinloos en nutteloos”? Was de vredesbeweging die ook toen al probeerde de oorlog te dwarsbomen, een onzin-beweging? De ettelijke duizenden mensen die ook in Amsterdam demonstreerden in 1991, dachten daar gelukkig anders over.
Moeten we van te voren weten dat we draagvlak en steun hebben, voor we een oorlog totaal kunnen afwijzen en met het dwarsbomen ervan kunnen beginnen? Enig idee hoe piepklein en door iedereen weggehoond, de protesten tegen de Vietnamoorlog in 1963 waren? Wacht maar tot de Franse interventie vastloopt. Dan zal het verzet groeien, ook in Europa, ook in Frankrijk. En dan is het maar goed dat er al beginnetjes zijn gelegd, ook al is er nu nog ‘geen draagvlak’ voor verzet…. Misschien dat bovenstaande “onzinnige en nutteloze” oproep dan in een wat ander daglicht verschijnt…
Een goede weerlegging van veel voorkomende te gemakkelijke aannames staat hier:
http://bridgesfrombamako.com/2013/01/16/behind-mali-conflict/
Vervolg op bovenstaande, waar ik ook op de door Van Kaas genoemde link in ga: Nederland, Frankrijk en de oorlog in Mali: http://www.ravotr.nl/2013/01/17/nederland-frankrijk-en-de-oorlog-mali/
Het is ondertussen 2013 en de Vietnam oorlog is al lang gewonnen, net als de Algerijnse bevrijdingsstrijd en de Apartheid is afgeschaft. Er is nog maar een kolonie in Afrika: West-Sahara. De strijd van het Saharaans bevrijdingsfront POLISARIO is in Nederland vrijwel vergeten. Toch is die nu uitermate ter zake. Waar gaat het ook alweer om? Zeer kort samengevat: de kleine en straatarme bevolking van de Spaanse Sahara eist onafhankelijkheid en na een geweldloos protest dat bloedig wordt neergeslagen wordt het Front Polisario opgericht voor de gewapende strijd. Na de dood van Franco verdeelt Spanje het land tussen Mauretanie en Marokko. Het Polisario roept de onafahankelijkheid uit en neemt tegen beide de wapens op. Een deel van de bevolking vlucht naar Algerije. Mauretanie sluit vrede met het Polisario maar dan claimt Marokko ook het Mauretaanse deel. In 1991 wordt er bestand bereikt door VN vredesonderhandelaars waarbij een referendum wordt afgesproken. Dat referendum moet nog steeds worden gehouden. Inmiddels doet Marokko alsof West-Sahara een deel is van Marokko en de EU doet daaraan mee, hoewel een deel van het gebied al bevrijd is.
Bij de de-kolonisatie van Afrika Na de tweede wereldoorlog is besloten om de onnatuurlijke en vreemde koloniale grenzen intact te laten. Het belangrijkst voor het continent is immers vrede en ontwikkeling en een oplaaiende strijd over nieuwe grenzen kent alleen verliezers. Maar in Marokko bestaat geen respect voor grenzen en daar wordt nog altijd gedroomd van een Groot Marokko dat zich ooit heeft uitgestrekt van de Senegalrivier tot Granada in Spanje. In dat Marokko is er ook weinig respect voor de grote en belangrijke anti-koloniale strijd in de Rif. Dat Marokko wordt gedomineerd door Franse conservatieven en hun Europese vrienden die alles doen om de Saharaanse overwinning te beletten.
In Marokko zal het instorten van Afrikaanse grenzen worden gezien als mogelijkheid om met Europese steun het eigen gebied uit te breiden. Marokko zal niet treuren over het instorten van de Malinese staat die diplomatieke betrekkingen heeft met de Saharanen en hun Democratische Arabisch Republiek Sahara.
In Algerije ziet men graag dat de grenzen worden gerespecteeerd. Dat is een goede reden om nu de Fransen te steunen die eerder door hun aanval op Libie Noord-Afrika stevig hebben ontwricht. (Kadaffi was, hoe dan ook, een stabiliserende factor die rust bracht voor de Toereg bevolking die te lijden had van etnische strijd in de Azawad regio die delen van Niger, Mali, Algerije en Libie omvat.) Het de-stabiliseren van Mali is niet in het belang van Afrika of de bevolking. Daarom wil ook de Afrikaanse Unie dat er wordt ingegrepen. Mali is een rare koloniale constructie maar de omvorming daarvan naar een meer natuurlijk politieke eenheid moet door vreedzaam overleg gebeuren en niet in chaos en met geweld. De Algerijnen hebben aan de MNLA en ook aan Ansar Din onderhandelingen voorgesteld. Maar niet aan de AQIM en Mujao die -terecht- worden beschouwd als criminelen. De MNLA is bereid om via politieke onderhandelingen te werken. Ansar Din is weggelopen van de onderhandelingen. Vervolgens vallen zij samen met AQIM en Mujao aan.
Het Malinese leger is zo verzwakt door de coup van Sanogo (door Amerikanen opgeleid) dat het geen weerstand heeft. Frankrijk heeft als enige de militaire macht paraat om op te treden en doet dat ook. De opmars is gestuit.
Hoe gaat het verder? Het volgende doelwit is wellicht Mauretanie, aan de-stabilisatie van die staat wordt gewerkt. Op de president is een paar maanden geleden een moordaanslag gepleegd. Men vermoed dat Marokko daar achter zit. Net zoals men in Algerije vermoed dat Marokko de hand heeft in terreuraanslagen daar. En zoals in Spanje het onbehaaglijke idee leeft dat de zuiderburen de hand hebben gehad in de aanslagen in Madrid. En zoals de Saharanen zeker weten wat Marokkaanse terreur is. En de Riffijnen, en niet te vergeten, de Marokkaanse democraten.
Marokko zit ondertussen in de Veiligheidsraad en heeft een uiterst gerespecteerd Koningshuis. Ze zullen zich nu meer dan ooit afzetten tegen Algerije en zich profileren als een “stabiel land”. Met het Islamitische absolute koninkrijk wordt door de EU onderhandeld over licenties om de zeer visrijke Saharaanse wateren leeg te halen. Nederlandse bedrijven profiteren daarvan terwijl Sahraanse vluchtelingen al meer dan dertig jaar op humanitaire hulp moet zien te overleven.
Waar is het draagvlak voor het Polisario in Nederland? Waar blijft de brede oproep om Marokko en zijn vrienden tegen te werken? Ik zie dat niet.
Hoi van Kaas,
Ik deel je afkeer van de Marokkaanse staat en haar almachtige koningshuis, en hun misdaden, net zoals ik tegen alle andere staten en staatsvormen ben.
Waar ik minder enthousiast over ben is je (ogenschijnlijk) kritiekloze houding jegens de nationale bevrijdingsbeweging Polisario. Ik waan me bij lezing van je stuk weer in de jaren 70 en 80, toen (anti-imperialistisch) links nog achter allerhande nationale bevrijdingsbewegingen aanliep die zich vrijwel zonder uitzondering later ontpopten tot dictaturen. Het zou toch onderhand wel duidelijk moeten zijn dat nationale gemeenschappen ‘imagined communities’ zijn, die in het belang van de heersenden de onderliggende tegenstellingen binnen bevolkingen moeten verhullen. Binnen elk vermeende ‘volk’ zijn er immers tegenstellingen, tussen rijk en arm, man en vrouw, etc. En aangezien ‘volken’ verzonnen constructies zijn, zijn ook de grenzen ertussen fictief. En daarom heeft het geen zin voorstander te zijn van “natuurlijke grenzen”, want die bestaan namelijk niet.
Met Doorbraak hebben we steeds de 14 februari-beweging gesteund tegen de Marokkaanse dictatuur, en we zijn vanzelfsprekend tegen elke onderdrukking, of het nu gaat om mensen die wonen in de Spaanse Sahara of Marokko, maar bij nationale bevrijdingsbewegingen koesteren we altijd argwaan, waar ook ter wereld.
Hai Eric,
Er is op de bevrijdingsbeweging Polisario zeker wel kritiek mogelijk. Niets is makkelijker dan kritiek leveren op een stelletje radikalen in de woestijn die toch geen succes hebben, zoals het algemene kortzichtige beeld is, als er al een beeld is, want in Nederland lijkt op het nieuws over West Sahara een taboe te rusten zoals in Marokko. Wanneer heb je er voor het laatst iets over gelezen? Heb je het Volkskrant artikel van Steven Adolf over Marokko vorige week gezien? Geen woord. Censuur in actie.
We doen in Nederland liever zaken met Marokko, op welk gebied dan ook. en voorwaarde daarbij is dat we doen alsof West-Sahara een Marokkaans gebied is. Nog een voorbeeld: het IKV Pax Christi Marokko project.
Kritiek op het Polisario wordt in Nederland al snel Marokkaanse propaganda.
Natuurlijk is er kritiek, ook van Saharanen. Het Polisario is geen foutloze organisatie. Het is een organisatie van een verdrukt volk dat leeft in hele moeilijke omstandigheden. Wat dacht je? Dat ik het aanbeveel als een ideale hippie gemeenschap? Het Saharaanse volk heeft honger en ze worden bestolen door Europeaanse berijven die profiteren van Marokkaanse onderdrukkers. Wat voor kritiek hebben ze van ons nodig denk je?
Met “Saharaans volk” bedoel ik overigens niet iets speciaals, geen antropologische, etnische of ideologische eenheid. Het zijn de mensen uit de voormalige Spaanse Sahara. Zij zijn overigens etnisch en cultureel verwant met mensen in het zuiden van Marokko en in Mauretanie, zoals Limburgers met Belgen misschien.
Ik weet niet wat ik moet met je opmerking over de jaren 70 en 80 “toen links achter allerhande nationale bevrijdingsbewegingen aanliep” zoals je zegt. Was dat verkeerd dan? Spijt van?
Je opmerking over natuurlijke grenzen die niet bestaan, slaat de plank flink mis. Het gaat in de Westelijke Sahara zeker niet over natuurlijke grenzen maar over koloniale grenzen, en dat zijn politieke grenzen.
Argwaan tegen nationalisme is terecht maar ik hoop dat je wel onderscheid kan maken tussen nationalisme dat al is verwezenlijkt en dat onderdrukkend werkt, zoals het Marokkaans nationalisme dat een absolute vorst in het zadel houdt enerzijds en anderzijds een nationalisme voor een land dat nog bevrijd moet worden.
Het is het verschil tussen het nationalisme van Marokkaanse kolonisten die belastingvoordelen genieten in WestSahara terwijl Saharanen worden gediscrimineerd, en het nationalisme van Saharanen die mishandeld worden zodra zij hun mond open doen.
Overigens is de beweging in Marokko niet de 17 maar de 20 Februari beweging en die heeft weinig te maken met de Saharaanse vrijheidsstrijd. Wel met de strijd van de Amazigh (wat een etnisch en culturele zaak is), met de Islamitische Al Adl wal Ihsane en met de Rif waar men terugverlangt naar Abdelkrim. Maar dat is een ander verhaal.
Hoi Van Kaas,
Deze discussie is eigenlijk nogal off topic – het artikel gaat immers over Mali en niet over de misdaden van het Marokkaanse regime in de Sahara, maar ik zal toch nog voor een laatste keer reageren omdat mijn eerdere bijdrage kennelijk niet duidelijk was.
Voor zover ik deelgenomen heb aan de anti-imperialistische beweging in de jaren 80, en de ideeën gehuldigd heb, heb ik daar geen spijt van. Wel heb ik ervan geleerd, en vele andere linksen met mij gelukkig. Zeker in Duitsland zijn er uitgebreide discussies gevoerd waarbij het anti-imperialistische gedachtengoed en de bijbehorende praktijken scherp tegen het licht gehouden zijn. De analyse van de anti-imperialisten bleek ondeugdelijk, want voornamelijk gebaseerd op tegenstellingen tussen vermeende “volkeren”, op een in essentie nationalistisch gedachtenkader dus, in plaats van op die tussen klassen en sexen. En de keuze van veel activisten om zich vooral voor een of ander ver weg “volk” te gaan inzetten, had helaas in sommige gevallen te maken met de teleurstelling over mislukte pogingen strijd op te bouwen in de eigen omgeving. Dan maar een “ersatz-volk” gekozen waar van buiten af gezien eenheid lijkt te heersen en de mensen nog bereid zouden zijn samen te strijden voor een edel doel.
Natuurlijk zijn er verschillen tussen het Marokkaanse en het Saharaanse nationalisme, en tussen het Turkse en Koerdische nationalisme, of het Spaanse en Baskische nationalisme, maar uiteindelijk gaat het allemaal om eenzelfde denkwijze in termen van “volken”. Het nationalisme van de bevrijdingsbewegingen doet de arbeidersklasse de pijlen richten op andere “volken” in plaats van op de directe eigen onderdrukkers. En als die bewegingen in sommige gevallen iets linksigs of progressiefs hebben, dan is dat niet dankzij het nationalisme, maar ondanks…
Wil je hierover meer weten? Lees dan:
– Solidair met Baskisch links-nationalisme?
– Solidair met onderdrukte Koerden, niet met PKK
– De nationale kwestie anno 2000
– Anti-imperialisme en vluchtelingensteun
Rest me nog om toe te geven dat ik inderdaad 20 i.p.v. 14 februari-beweging had moeten schijven, maar dat jij die hele beweging, die onderdeel uitmaakt van wat we de Arabische Lente zijn gaan noemen, uit de losse pols reduceert tot een Amazigh-beweging, lijkt meer te zeggen over jouw nationalistische mindset dan over die beweging. Net zoals jouw concept van “natuurlijke grenzen” dat lijkt te doen.
Moderne oorlogen worden meestal gevoerd ter afleiding van het volk voor de binnenlandse problemen. Het tijdstip van de Franse aanval is geen toeval.
De moderne vorm van brood en spelen.
De moderne oorlogen van het westen zeker na Wereldoorlog 2 spelen zich voornamelijk ver van ons af, in landen die niet de militaire macht hebben, om de westerse bevolking direct te kunnen bombarderen en militair aan te vallen. Zo kan de westerse bevolking veilig in hun luie stoel blijven zitten. De laatste Balkanoorlog kwam eigenlijk veel dichter bij dan lief was.
Ver binnen de Europese grenzen.
Kijk maar naar de geschiedenis van de afgelopen zeg maar 60 jaar, en vergelijk de jaartallen van die oorlogen met de jaartallen van de verschillende economische crisissen.
Dan zie je een heel duidelijk patroon ontstaan.
Condor
Eric,
Deze discussie gaat over een oproep van Peter Storm om het Franse ingrijpen in Mali tegen Al Qaida krachtig tegen te werken. Vanuit dat wat je hebt geleerd van een “anti-imperialistische beweging” in Duitsland maak je bezwaar tegen mijn kritiek op de Marokkaanse dictatuur omdat ik niet ook kritiek lever op het front Polisario. Beide zijn volgens jou verdacht wegens nationalistische motieven. En nationalisme is verkeerd. We zijn het daarover niet eens.
Ik ben van mening dat het nationalisme van, bijvoorbeeld, een nazi-Duitsland van een andere orde is dan het nationalisme in, bijvoorbeeld, een door nazi-Duitsland bezet Nederland. Ander voorbeeld is de tegenstelling tussen het nationalisme in Nederland jegens Atjeh en het nationalisme in Atjeh jegens Nederland. En zo zijn ook de nationalistische gedachtespinsels over een Groot-Marokko van een heel andere orde dan de bevrijdingstheorieen van onderdrukte Saharanen.
Groot-Marokko is overigens best wel groot en omvat ook delen van Mali, dus zo heel erg off topic is dit niet.
Inderdaad is de 20 Februari beweging meer dan alleen de Amazigh beweging die soms wordt gekaapt voor etnische nationalistische motieven waarmee racistische incidenten tussen Marokkaanse en Saharanen studenten worden opgeklopt, en die in het geval van Mali wordt gebruikt om het Toeareg nationalisme te steunen.
Op 12 mei 2002 werd president Konaré opgevolgd door de onafhankelijke kandidaat en voormalig luitenant-kolonel Amadou Toumani Touré, de architect van de vrede en hervormingen in 1992. In april 2007 werd Touré voor een tweede termijn verkozen. Onder zijn bewind werd Mali vaak gezien als het goede voorbeeld van democratie in West-Afrika.