Film: Van de Pierson-acties in 1981 tot Waar zit het?

Onze logo's
Het is precies dertig jaar geleden dat in Nijmegen de zogenaamde Pierson-acties plaatsvonden. Doorbraak heeft voor de gelegenheid een filmpje gemaakt waarin de strijd van toen gekoppeld wordt aan de noodzaak van strijd nu.

Dertig jaar geleden moesten er tanks aan te pas komen om de huisjes aan de Piersonstraat in Nijmegen te slopen. De bevolking pikte het niet dat deze sociale huurwoningen in het centrum van de stad gesloopt moesten worden voor een parkeergarage.

Jarenlang hadden de bewoners geprobeerd de gemeente te overtuigen om hun volksbuurtje te sparen. Ze procedeerden tot aan de Hoge Raad maar vingen uiteindelijk bot. Toen zij hun huizen moesten verlaten gaven ze verbitterd de sleutels aan enthousiaste jonge krakers.

Deze bleven strijden voor de woningen en wierpen uiteindelijk barricades op. Na aanvankelijk wantrouwen begonnen steeds grotere groepen Nijmegenaren zich tegen de sloop te keren. En belangrijker: steeds meer mensen begonnen te geloven dat ze konden winnen van de machtige overheid.

Met ruim 2.100 politieagenten, sluipschutters, anti-terreur teams en vijf tanks werd vervolgens een einde gemaakt aan de bezetting. De huizen werden direct gesloopt, maar het verzet nam daarna zó grote vormen aan dat de gemeente alsnog capituleerde. Twee weken later werd het besluit genomen om de gesloopte huizen alsnog terug te bouwen. De parkeergarage kwam er niet.

Sloop leidt nog steeds tot stevige conflicten

Het Waterkwartier in Nijmegen is een voorbeeld van een typische volksbuurt. Mensen deelden er door de jaren heen lief en leed; vooral wanneer de omstandigheden zwaar waren. Veel geboren Waterkwartierders doen er dan ook alles aan om terug te keren in de wijk.

Vergelijkbare wijken zijn overal in Nederland te vinden: en overal liggen ze onder vuur. Want de in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw gebouwde arbeiderswijken liggen dicht bij het stadscentrum. En die grond is tegenwoordig heel veel geld waard.

Woningbouwcorporaties zijn door de jaren heen gedwongen steeds commerciëler te gaan werken. Ooit waren het verenigingen waarin, althans officieel, alle bewoners zeggenschap hadden. Sinds de jaren negentig zijn de corporaties verzelfstandigd en meer en meer gaan optreden als projectontwikkelaars. Subsidies voor het bouwen van sociale woningen werden afgeschaft, en dus zijn ze genoodzaakt ook veel dure huizen te bouwen.

En daarmee zijn ze vervreemd geraakt van hun oorspronkelijke achterban: arbeiders en minima die zijn aangewezen op goedkope woningen. Zij worden niet meer alleen beschouwd als groep die goed moet worden gehuisvest, maar steeds meer als ballast die mooie projecten op dure locaties in de weg staan.

Door de sterke emotionele band die bewoners met hun wijken hebben weigeren ze zomaar te vertrekken. Ze werpen een fundamentele vraag op: van wie is de wijk? Van voorbijgaande, jobhoppende bestuurders of van de mensen die er wonen?

De vraag ‘van wie de wijk is’ leidt op zogenaamde ‘inspraak’- of voorlichtingsbijeenkomsten over de toekomst van een wijk vaak tot veel onbegrip tussen de woningbouwcorporatie en bewoners. Deze laatste worden vaak woedend als de corporatie doet alsof er van alles te overleggen valt, maar tegelijkertijd heel goed weet uit te stralen dat de bewoners eigenlijk voor een voldongen feit staan.

Sloop en schijnargumenten

Er worden allerlei argumenten gebruikt om de mensen uit hun huizen te praten, maar eerlijk zeggen dat ze geld willen verdienen door dure huizen terug te bouwen doen ze niet. In plaats daarvan gebruiken ze schijnargumenten, die de tegengestelde belangen tussen huurder en verhuurder moeten verhullen.

Zo wordt er vaak gezegd dat de huizen in zo’n slechte staat verkeren dat sloop de enige reële optie is. Dit blijkt meestal gewoon uit de dikke duim te zijn gezogen. Woningen zijn vaak inderdaad in slechte staat, maar dat doordat de verhuurder jarenlang zijn kerntaak niet heeft nageleefd: er is sprake van achterstallig onderhoud. De fundamenten zijn nog in orde.

Een ander veelgehoord argument is dat ‘de woningen niet meer van deze tijd zijn’ en niemand ze meer wil hebben. Ger Hesseling, die ook in het filmpje naar voren komt, hoorde dit argument jarenlang aan en besloot het aantal inschrijvingen voor huizen in zijn Nijmeegse volkswijk eens bij te houden. Opvallend is dat in diezelfde woningen die ‘ongewild’ zouden zijn honderden mensen willen wonen.

Het probleem is natuurlijk dat de woningbouwvereniging dondersgoed weet dat de woningen gewild zijn, en de euro’s van eventuele verkoop al ruikt. In datzelfde licht moet het argument van ‘sociale menging’ worden gezien. Op zichzelf is het natuurlijk goed dat wijken geen opeenhoping van sociale ellende worden, maar dat de mensen er zich thuis voelen doet niet terzake.

Verzet en een gewonnen slag

Natuurlijk komen bewoners in verzet. Maar het voelt vaak als vechten tegen de bierkaai. Verontruste bewoners die vaak alleen de lagere school hebben afgemaakt komen te staan tegenover een goed geoliede machine van pr-medewerkers en communicatieadviseurs. Het is een strijd die energie vreet. Want als de communicatiemedewerkers weer naar huis gaan, blijven de bewoners achter in hun bedreigde huis. In onzekerheid.

Woningbouwcorporaties als Portaal spelen hier handig op in met allerlei vertragingstechnieken. Veel bewoners haken dan ook snel weer af in de strijd, vaak totaal afgebrand. Bewoners die actief blijven vechten tegen hun emoties.

Soms wordt er toch nog een succesje behaald: zoals in het Waterkwartier waar een deel van de wijk door de gemeente tot beschermd stadgezicht werd benoemd. Portaal wilde eigenlijk alsnog alleen de buitenmuren laten staan, maar nam uiteindelijk genoegen met een renovatie. Opvallend genoeg kon dat ineens wel, terwijl de bewoners jarenlang was voorgehouden dat de huizen onbewoonbaar waren.

Een gewonnen slag voor een aantal bewoners in het Waterkwartier, maar in het algemeen zou je kunnen zeggen dat de oorlog door huurders wordt verloren.

Eerlijk delen?

Nu al betalen huurders gemiddeld 23 procent van hun inkomen aan hun huis, tegenover de 16 procent die kopers kwijt zijn. De gemiddelde huurtoeslag van huurders is vijftig euro per maand, eigenwoning bezitters tikken gemiddeld tweehonderd euro af.

Er zijn de afgelopen 25 jaar naar schatting meer dan 300 duizend sociale huurwoningen gesloopt. En terwijl de sloophamer op oude arbeiderswijken blijft in beuken, worden er voor elke 100 gesloopte woningen er gemiddeld maar 69 teruggebouwd.

De druk op de sociale woningmarkt wordt dus hoger en hoger. En telkens als er sociale huurwoningen wordt teruggebouwd schiet de prijs enkele honderden euro’s omhoog. Een stijging die huurders alleen kunnen opbrengen door een beroep te doen op de huurtoeslag.

Van kwaad tot erger

Het kabinet weet precies bij wie ze de rekening willen neerleggen: bij de mensen die al jarenlang voor hun bestaan hebben moeten vechten. Huurders met de laagste inkomens worden 177 euro gekort op hun huurtoeslag.

Woningbouwcorporaties werken al als projectontwikkelaars maar moeten van het kabinet ook nog eens 300 euro toeslag gaan betalen per huurwoning. Net als particuliere verhuurders. Dag onderhoud, renovatie en energiebesparing. Ooit werd bouwen voor arbeiders en minima gestimuleerd – nu wordt het bestraft.

Te midden van alle materiële welvaart moeten we niet vergeten dat het gat naar armoede voor veel mensen niet groot is. Hele bevolkingsgroepen zijn aangewezen op overheidssubsidie om hun huizen te kunnen betalen. Maar hoe lang bestaat die nog? Zoals Bob Dylan zong: ‘You Don’t Need a Weatherman to Know Which Way the Wind Blows’.

Het is stil (aan de overkant)

Ondertussen hebben de rijkste inkomens niks te vrezen. Terwijl er ingehakt wordt op de huurtoeslag blijft de hypotheekrenteaftrek gewoon bestaan. Zelfs voor de villa’s.

Bewoners van sociale huurwoningen maken zich vaak kwaad over hoe ze behandeld worden, maar hun verzet blijkt over de hele linie niet effectief. Als ze al een gebalde vuist kunnen maken dan staat er een legertje aan charmante communicatiemedewerkers klaar om deze weg te masseren.

Verzet op alleen buurtniveau kan ook niet effectief zijn. Want zelfs al kunnen er woningen behouden blijven dan komen huurders steeds meer onder druk te staan door de voorgenomen bezuinigingen. De mensen die in de buurt actief zijn moeten allianties aangaan met anderen. Niet door af en toe bij elkaar te gaan snuffelen maar door samen de onvrede te mobiliseren.

Want uiteindelijk zijn de problemen van de mensen aan de onderkant van de maatschappij geen natuurwet, maar het gevolg van bewuste politieke keuzes. Het is dan ook de taak van de onderkant van de maatschappij om voor zichzelf op te komen. Dat dat ook echt kan, hebben we tijdens de Pierson-affaire gezien.

Doorbraak