Overheid sluit veel migranten uit van Nederlanderschap
Het is voor veel migranten een zware opgave om ooit nog Nederlander te worden. De eisen die bij naturalisatie worden gesteld, zijn zo hoog opgeschroefd dat ze er niet meer aan kunnen voldoen. Daardoor lopen ze essentiële burgerrechten mis, zoals het kiesrecht. Aldus het Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT), dat bezwaar maakt tegen een nieuwe fikse verhoging van de aanvraagkosten voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit.
“Niet-westerse” migranten die minimaal 5 jaar legaal in Nederland verblijven, hebben in principe het recht om Nederlander te worden. Een groeiend aantal migranten heeft van dat recht geen gebruik gemaakt. Rond 2000 waren dat er nog 650 duizend, tien jaar later al 735 duizend. In 1996 werden nog 29.295 Turken Nederlander. In 2007 was dat gedaald tot 1.786. Een kwart van de mensen in Nederland met een Turkse achtergrond is geen Nederlander.
Volgens het inspraakorgaan is het aantal naturalisaties tussen 2000 en 2010 “dramatisch” afgenomen. Het IOT-onderzoek “Van Nederlanderschap verstoken” maakt duidelijk hoe dat komt: de overheid werpt steeds hogere drempels op die voor meer en meer migranten niet meer te nemen zijn. Zoals de verhoging van de aanvraagkosten van het Nederlanderschap, de zogenaamde leges. Per 1 januari 2011 zijn de kosten met maar liefst zo’n 40 procent verhoogd tot 789 euro voor volwassenen, 1.008 euro voor echtparen en 116 euro voor minderjarigen. In een brief aan de Tweede Kamer heeft het inspraakorgaan daar onlangs nog tegen geprotesteerd. “Een dergelijke verhoging is exorbitant en staat in geen verhouding tot de prijs die Nederlandse burgers betalen voor bijvoorbeeld een paspoort.”
Een andere hindernis betreft de naturalisatietoets. Migranten die Nederlander willen worden, moeten het inburgeringsdiploma op mbo-niveau halen. De inburgeringsplicht heeft voornamelijk tot doel om de migratie te kunnen beheersen en migranten te kunnen disciplineren. Door de toets is het aantal naturalisaties flink gedaald. Voor laagopgeleide migranten is het vaak moeilijk om het diploma te halen. Bovendien hebben veel migranten het te druk met werk en zorgtaken om voldoende tijd en energie over te houden voor de inburgeringslessen.
Armoedegrens
Op grond van het Europees Verdrag inzake nationaliteit is de overheid verplicht om het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit te vergemakkelijken. Maar men maakt het migranten juist moeilijker. Volgens het verdrag dienen de tarieven voor het verkrijgen van de nationaliteit “redelijk” te zijn. Uit het onlangs verschenen ”Armoedesignalement 2010” blijkt dat in 2009 bijna een kwart van de huishoudens “met een niet-westerse hoofdkostwinner” onder de armoedegrens leeft, en dat er bovendien sprake is van aanhoudende armoede. Die huishoudens kunnen de hoge legeskosten niet opbrengen. Het IOT vindt die kosten dan ook “onredelijk” en in strijd met internationale regels.
Het verzwaren van de eisen voor het Nederlander-worden schrikt migranten af, zo laat het IOT-onderzoek ook zien. Ze voelen zich daardoor minder thuis in de Nederlandse samenleving en gaan ze zich eerder vastklampen aan hun Turkse identiteit, stelt IOT-onderzoeker Seçil Çoker. Die wijst erop dat de integratiedwang waarmee de overheid migranten onder druk zet, tot effect heeft dat migranten juist minder zin hebben en minder moeite willen doen om Nederlander te worden. De overheid dwingt migranten aan de ene kant om te integreren, maar werkt hen daarbij aan de andere kant flink tegen.
Tweederangsburger
Volgens het inspraakorgaan worden migranten die geen Nederlander kunnen worden, door de overheid gedegradeerd tot tweederangsburgers. Met de invoering van de naturalisatietoets is in feite “het capaciteitskiesrecht” uit de negentiende eeuw weer van kracht. “Alleen wie kan bewijzen een bepaald onderwijsniveau aan te kunnen, mag bij verkiezingen voor Provinciale Staten, de Tweede Kamer en het Europees parlement zijn stem uitbrengen. De strijd tegen het capaciteitskiesrecht was in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een van de brandpunten van de burgerrechtenbeweging in de VS”, aldus het IOT. Naturalisatie is alleen nog maar betaalbaar voor gezinnen met een modaal inkomen. Daarmee is bovendien “het censuskiesrecht” terug, “waarmee tot de invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 democratische rechten bleven voorbehouden aan welgestelden”.
Het IOT geeft aan dat de overheid “een merkwaardige draai” heeft gemaakt. In de eerste helft van de jaren 90 achtte men de dubbele nationaliteit goed voor de integratie van minderheidsgroepen. Vanaf 2004 ging men het omgekeerde beweren: juist afstand doen van de eigen nationaliteit zou de integratie bevorderen. Decennialang gold een sterke rechtspositie van migranten als een voorwaarde om te kunnen integreren. Maar vandaag de dag moeten ze eerst voldoende zijn geïntegreerd, voordat ze aanspraak kunnen maken op een sterke rechtspositie. Uit die omkering blijkt hoeveel zwaarder migranten het de afgelopen jaren in Nederland hebben gekregen.
Harry Westerink