Wie niet werkt…

SP-Kamerlid Sadet Karabulut wil ook werkloze Kamerleden verplichten "ïets te gaan doen" voor hun wachtgeld.
“Thuiszitten is geen optie meer”, “werkplicht”, “geen werk, geen inkomen”. Onder aanvoering van de VVD probeert het kabinet Bruin I in versneld tempo de genadeslag toe te brengen aan iedereen die economisch gezien niet productief genoeg zou zijn. Dat leidt op grote schaal tot dwangarbeid, verpaupering en een intensivering van de kapitalistische vechtmaatschappij van allen tegen allen.

In 2009 gaf de VVD-Kamerfractie onder leiding van fractievoorzitter Mark Rutte de aanzet tot de afbraakplannen op het gebied van de sociale zekerheid die Bruin I met diezelfde Rutte aan het roer binnenkort dreigt in te voeren. De VVD-ers somden toen in een nota een aantal voorstellen op die later ongewijzigd in het regeerakkoord terecht kwamen. Zo wil Bruin I “een wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen” opleggen aan alle bijstandsgerechtigden. In het regeerakkoord staat ook dat Bruin I streeft naar één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Die botte bijl-operatie maakt werklozen, jonge gehandicapten en mensen in de sociale werkvoorziening niet alleen nog armer, maar dwingt hen ook om banen te zoeken die er sowieso niet zijn of waarvan ze wegens discriminatie op grond van leeftijd, herkomst, geslacht of arbeidsbeperking worden uitgesloten.

Gordijnhaakjes

VVD-staatssecretaris Paul de Krom van Sociale Zaken wil gemeenten meer ruimte geven om zelf te bepalen wat voor soort “tegenprestatie” ze gaan eisen van de bijstandsgerechtigden. De staatssecretaris bleek eerder al enthousiast te zijn over het plan van de “miniatuur-Berlusconi” Hennie van der Most om werklozen van hun vrijheid te beroven en overdag op te sluiten in een kazerne. De parlementaire oppositie noemt de kabinetsplannen tegen de werklozen “symboolwetgeving”. Gemeenten zetten bijstandsgerechtigden namelijk allang onder zware druk om ver onder het wettelijk minimumloon verplichte arbeid te verrichten. Tegen die dwangarbeid hebben bijstandsgerechtigden en hun belangenorganisaties inmiddels her en der geprotesteerd. Ook hebben individuele bijstandsgerechtigden daar juridische procedures tegen gevoerd.

De oppositiepartijen lijken met hun typering van “symboolwetgeving” wel te miskennen dat het beleidsvoornemen van Bruin I opnieuw een stap verder gaat in het al langer voortgaande proces van stigmatiseren en rechteloos maken van werklozen. Want met de op stapel staande wetsaanpassing kan van alle bijstandsgerechtigden worden geëist om verplicht “een klus” te gaan doen, ook al heeft dat niets te maken met reïntegratie, sociale activering of hoe je het de arbeidsmarkt opjagen ook noemen wilt. Iedere bijstandsgerechtigde kan dus binnenkort te horen krijgen dat hij kleerhangers moet sorteren, papiertjes moet prikken of gordijnhaakjes moet aanzetten. Volgens het beleidsvoorstel hebben bijstandsgerechtigden altijd een plicht tot werken, in welke vorm dan ook en ongeacht het inkomen dat daar tegenover staat. En als stok achter de deur geldt: wie niet werkt, die zal niet eten.

Sneeuwschuiven

“Als het kabinet daadwerkelijk uitkeringsgerechtigden dwangarbeid wil opleggen, dan geldt dat ook voor henzelf”, aldus SP-Kamerlid Sadet Karabulut. Ze diende daarom in december 2010 een voorstel in om voormalige Kamerleden, ministers en wethouders die een wachtgelduitkering van de overheid ontvangen, te verplichten ook om klussen te verrichten. Volgens haar wil Bruin I bijstandsgerechtigden 24 uur per dag en 7 dagen per week kunnen oproepen om “vrijwilligerswerk” te doen. “Dat noem ik geen vrijwilligerswerk, maar een vorm van georganiseerde dwangarbeid.” Dwangarbeid onder het minimumloon “verdrukt bestaande banen, maar helpt mensen niet aan een echte baan met fatsoenlijk salaris”.

Hoewel de Tweede Kamer het voorstel van Karabulut heeft aangenomen, weigert minister Piet Hein Donner van Binnenlandse Zaken tot nu toe om oud-politici te verplichten om “iets te gaan doen” voor hun wachtgeld. Dit soort werklozen uit zijn eigen bestuurlijke en politieke kring, die kunnen genieten van een vette uitkering, houdt hij vanzelfsprekend de hand boven het hoofd. Misschien vreest de minister wel dat het kabinet door de aanhoudende protesten voortijdig valt en hij zelf de komende winter sneeuw moet gaan schuiven. SP-Kamerlid Ronald van Raak toont zich “verbolgen” over de weigering van Donner. Hij eist dat de minister de riante regelingen die politici voor zichzelf hebben bedacht alsnog gaat inperken.

Maar ook al zou Donner toch nog gaan bepalen dat oud-politici eveneens verplichte arbeid moeten verrichten, dan blijft de positie van dit soort rijken met een wachtgelduitkering uiteraard hemelsbreed verschillen van die van bijstandsgerechtigden aan de onderkant van de samenleving. Bovendien leidt de eis van de SP dat ook rijke uitkeringsgerechtigden verplicht aan het werk moeten worden gezet niet tot principiële kritiek op het idee van dwangarbeid. Sterker nog, dat idee wordt er juist gangbaarder door. Verplichte arbeid voor mensen die geacht worden niet productief te zijn, dient het belang van disciplinering van de onderklasse. Het is een afschrikmiddel tegenover betaald werkenden en een poging om werklozen als een arbeidsreserveleger in voorraad te houden en waar mogelijk en wenselijk in te zetten onder zo goedkoop en zo flexibel mogelijke arbeidsvoorwaarden.

Harry Westerink