Defence for Children wil pardonregeling voor kinderen zonder papieren
“Honderden vreemdelingenkinderen leven in grote angst. Angst dat ze teruggestuurd worden naar een land dat ze niet kennen omdat ze al jarenlang in Nederland zijn en hier zijn thuisgeraakt”, aldus Defence for Children (DFC). De kinderrechtenorganisatie streeft naar een pardonregeling voor illegaal gemaakte kinderen die hier minstens 5 jaar leven. In plaats van het maken van uitzonderingen voor sommigen, zoals Sahar Hibrahim Ghel, en het deporteren van alle anderen naar landen vol armoede en geweld.
DFC voert al meer dan 5 jaar een actieve lobby voor invoering van de regel dat alle kinderen zonder papieren na een verblijf van 5 jaar in Nederland verblijfsrecht krijgen. Onderdeel van die lobby vormde een proefproces dat in 2006 begon en werd gevoerd door ongeveer 2.100 kinderen, verenigd in “Wij Willen Blijven”. De pardonregeling van 2007 zorgde ervoor dat het merendeel van deze kinderen inderdaad mocht blijven. Maar inmiddels verkeren veel andere kinderen zonder papieren in dezelfde vreselijke situatie als de kinderen van 5 jaar geleden.
Na acties van DFC diende de PvdA-Kamerfractie een tijd geleden een “wortelingsmotie” in, en die werd ook aangenomen. Daarmee werd het kabinet opgeroepen om een verblijfsgrond voor kinderen op grond van “worteling” in de regelgeving op te nemen. Na een verblijf van 8 jaar zouden kinderen volgens de motie alsnog verblijfsrecht moeten krijgen. DFC heeft die termijn zelf op 5 jaar gesteld. Maar minister Gerd Leers van Immigratie en Asiel weigert de motie uit te voeren. Hij bedrijft liever koehandel over de weinige kinderen die misschien mogen blijven, als ze tenminste genoeg “verwesterd” en volkomen geassimileerd blijken te zijn. De kinderrechtenorganisatie wil de druk op het kabinet verhogen en roept kinderen die hier minstens 5 jaar leven daarom op om zich massaal aan te melden bij de kinderclub “Wij Blijven!”, zodat ze gezamenlijk kunnen strijden voor een nieuwe pardonregeling. Samen staan we immers sterk, ook kinderen.
Het DFC-initiatief voor een nieuwe pardonregeling kan de broodnodige energie geven in de zo moeizame en inmiddels danig afgetakelde strijd voor verblijfsrecht van en voor groepen migranten en vluchtelingen. De campagne stelt het belang van zelforganisatie van kinderen voorop en richt de aandacht op de noodzaak van collectieve strijd. Dat is geen overbodige luxe. Want na de pardonregeling van 2007 lijkt het besef dat alleen gezamenlijk vechten kansen biedt, steeds verder te zijn weggezakt bij de smaller wordende kringen van steungroepen voor afgewezen vluchtelingen.
Bij alle pardonregelingen voor een beperkte groep migranten of vluchtelingen met bepaalde kenmerken, zoals nationaliteit en duur van het verblijf, vallen hoe dan ook mensen buiten boord. Ook de DFC-campagne sluit kinderen buiten, namelijk degenen die korter dan 5 jaar in Nederland leven. Radicaal-linkse organisaties als Doorbraak pleiten onder het motto “Geen mens is illegaal” principieel voor vrije migratie en tegen elke vorm van migratiebeheersing en selectiepolitiek. Iedereen overal ter wereld heeft het recht om te gaan en te staan waar hij wil. Niettemin kan een succesvolle campagne voor een pardon voor deze groep kinderen stimulerend werken en politieke ruimte scheppen voor verdergaande collectieve gevechten voor verblijfsrecht.
Harry Westerink