De veiligheid van Bruin I is de onze niet
Nederland is volgens opinie- en beleidsmakers “te soft” met haar gedoogbeleid, lage straffen, ongebreidelde immigratie en oneindige tolerantie van moslims en straattuig. “Repressie en handhaven, dat is de kern”, vindt minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie. “Hooligans worden aangepakt, reljeugd krijgt een wijkverbod en straffen gaan omhoog. Gewoon een kwestie van doen.” Maar gaat veiligheid alleen over criminaliteit? Wanneer voelen we ons onveilig en komt dat overeen met wat de overheid ons wil doen geloven?
Al voordat ‘veiligheid’ zijn eigen ministerie had gekregen, was het duidelijk welke inkleuring de meeste politieke partijen aan het begrip gaven. De nu vastgestelde “prioriteiten” van Bruin I verbazen dan ook allerminst. “Jeugdcriminaliteit, straatroven, geweld, overvallen en georganiseerde criminaliteit op het gebied van drugs en mensenhandel. Maar het gaat ook over de rust en de veiligheid in de buurten,” aldus VVD-er Opstelten. Veel aandacht gaat dus naar de direct zichtbare “criminaliteit van de straat” van de onderklasse. Er wordt niet of nauwelijks gesproken over indirecte overlastgevende en ‘onzichtbare’ criminaliteit als belastingontduiking, milieudelicten en bouwfraude, vaak gepleegd door de midden- en hogere klasse.
Schijnveiligheid
De focus ligt dus bijna geheel bij de onderklasse. En de leden daarvan met een niet-Nederlandse achtergrond kunnen rekenen op nog een extra scheut aan negatieve aandacht van de overheid. Klasse- en kleurjustitie dus. En dat terwijl allerlei onderzoeken vraagtekens zetten bij de vermeende “oververtegenwoordiging van allochtone jongeren” in de criminaliteitscijfers. En “crimineel gedrag” laat zich volgens die onderzoeken ook niet verklaren aan de hand van “mislukte integratie”.
Terrorisme is nog zo’n hot topic in de discussie over veiligheid. Onder het mom van terrorisme- en criminaliteitsbestrijding worden allerlei privacyschendende regels ingevoerd. De overheid creëert een schijnveiligheid door ons op allerlei manieren te controleren, te tappen, te volgen en te filmen. Ons dataverkeer wordt opgeslagen. Er zijn plannen om bij een misdrijf zelfs van de buurtbewoners dna af te gaan nemen. Met de ov-chipkaart worden al je reizen met het openbaar vervoer tot op de minuut nauwkeurig vastgelegd. En wat gebeurt er eigenlijk met al die persoonlijke gegevens die de overheid over ons verzamelt? Het gebrek aan transparantie en de aanwezigheid van een steeds bontere verzameling van “gezagsdragers” die ons alle kanten op wil commanderen, zorgt op zich al voor een onveilig gevoel. Je bent niet meer “onschuldig tot je schuld is bewezen”, maar al verdacht als je je privacy wilt bewaren.
Blinde vlek
Deze rechtse invulling van veiligheid is de onze niet, en de gevolgen ervan staan ons ook niet aan: al die repressieve maatregelen. Linkse veiligheid gaat over solidariteit, bestaanszekerheid, zelfbepaling en zeggenschap. Wat houdt onveiligheid voor ons in?
Opstelten laat heel wat in zijn opsomming achterwege, onder meer geweld in huiselijke kring. Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in Nederland. Geweld door een persoon die het slachtoffer kent, komt veel vaker voor dan “zinloos” geweld of “gewone criminaliteit”. Het gaat daarbij om kindermishandeling, verkrachting, verwaarlozing, relatiegeweld, incest, kleineren, of isoleren. Voor veel mensen komt onveiligheid dus juist niet van buitenaf, maar vindt het plaats achter de voordeur. Overigens komt deze geweldsvorm in alle klassen en etniciteiten voor. Daarom is het waarschijnlijk ook niet interessant voor zo’n uiterst rechtse regering.
Seksueel geweld vindt overigens niet alleen thuis plaats. Heel veel vrouwen – en sommige mannen – hebben ervaringen met bijvoorbeeld ongewenste seksueel getinte opmerkingen, opdringerig gedrag, ongewilde betastingen, achtervolging, tot aan gedwongen worden tot seksuele handelingen of zelfs verkrachting. Dat gebeurt bij het uitgaan of door studiegenoten of collega’s: soms door bekende, soms door onbekende mannen. Seksueel getinte opmerkingen, opdringerig gedrag en ongewenst aanraken komt zelfs zo vaak voor dat het bijna ‘normaal’ is. Ziek genoeg is dit voor sommige vrouwen een gegeven, het wordt al niet eens meer ervaren als onveiligheid. Daar gaat het maar weinig over in de politiek en de media. En ook buitenparlementair links heeft hier een flinke blinde vlek.
Meningsuiting
Evenmin heeft de overheid het over de gure rechtse wind die door Nederland waait waardoor steeds meer mensen zich mentaal onveilig voelen. De vrijheid van meningsuiting heeft de laatste jaren namelijk een akelige vlucht genomen naar rechts. Zeggen wat je denkt, “dat is alleen maar eerlijk en duidelijk”, is een vrijbrief geworden om allerlei racistische praat uit te slaan. Als iemand daar tegenin durft te gaan, dan blijkt vaak dat de vrijheid van meningsuiting helemaal niet geldt voor mensen met een andere mening: die worden vaak beledigd, monddood gemaakt of zelfs bedreigd. Denk daarbij niet alleen aan de laffe, anonieme reaguurders op GeenStijl. Het opkomen voor mensen aan de onderkant van de samenleving, tegen racisme, tegen de afbraak van de verzorgingsstaat, en tegen privacyschendingen wordt tegenwoordig vaak weggehoond met niet-inhoudelijke kreten als “naïef”, “slap”, “verraad” en “gevaarlijk”. Je linkse mening geven over de ‘profeet van de vrijheid van meningsuiting himself’, Geert Wilders, levert vaak een mailbox vol scheldpartijen en bedreigingen op. Dat overkwam bijvoorbeeld Herman van Veen en de zelf rechtse Peter R. de Vries.
Doorbraak ondervond deze ‘vrijheid van meningsuiting’ aan den lijve toen we een kunstzinnige protestmars tegen Zwarte Piet wilden organiseren. Het museum waarmee we samenwerkten, besloot vanwege de bedreigingen en beledigingen het protest zelfs af te blazen. En de anti-kapitalistische 1 mei demonstratie voor een radicaal andere samenleving in Utrecht werd dit jaar omsingeld en flink in elkaar geslagen door de politie en begeleid door zoveel ME-ers dat de spandoeken nauwelijks nog leesbaar waren voor het publiek.
Bestaansonveiligheid
Klimaatverandering bestaat niet volgens de gedoogpartner van het kabinet, de PVV. Ook al zijn er in de Derde Wereld nu al veel mensen die de gevolgen ervan elke dag ondervinden. De verwachting is dat dit alleen nog maar erger zal worden. Maar met het milieu wordt bar weinig rekening gehouden in de plannen van de overheid. Na de ramp in Japan zal menigeen zich niet “veilig” voelen bij het idee dat Borssele een tweede kerncentrale dreigt te krijgen. De Duitse en Zwitserse regering hebben aangekondigd kernenergie uit te faseren. Maar Bruin I piekert daar niet over.
De regering praat ook niet over precariteit, over bestaansonzekerheid dus. De onzekerheid of je morgen nog wel een dak boven je hoofd hebt, een inkomen hebt, eten kunt kopen, of naar school kunt gaan. En juist daar grijpt Bruin I diep in op onze levens, en met name bij de mensen die toch al in een kwetsbare positie zitten. Met de bezuinigingsplannen laat Bruin I zijn ware gezicht zien. Bezuinigen op de kinderopvang, het onderwijs, en het omlaag brengen van de huurtoeslag, maar omhooggooien van de huren en de btw op onder andere etenswaren. En het ministerie van Bestaansonveiligheid, oftewel Sociale Zaken, probeert uitkeringsgerechtigden steeds verder in het nauw te drijven. Werklozen moeten straks verplicht werken onder het minimumloon. Ook mensen met een arbeidsbeperking worden steeds meer de arbeidsmarkt opgeschopt, richting steeds onzekerder en flexibeler banen. De boodschap is duidelijk: iedereen moet zijn eigen boontjes doppen en wie niet mee kan komen, heeft pech gehad.
Herdefiniëring
Taal is een sterk politiek wapen. De term ‘veiligheid’ is gegijzeld voor rechtse politieke doeleinden. Parlementair links neemt ook steeds meer de taal en framing van rechts over. De overheid schept al jaren angstgevoelens over al die zogenaamde criminele Antillianen en Marokkanen, moslims, terroristen en Oost-Europeanen die onze banen zouden afpakken. Die beeldvorming wordt gevoed door wat er in de media verschijnt. Want waarom heet het in de media “een familiedrama” veroorzaakt door persoonlijke problemen, als een “autochtone” man zijn vrouw en kinderen doodt, terwijl het opeens “eerwraak” genoemd wordt als een “allochtone” man hetzelfde doet. Dan zou het veroorzaakt zijn door “zijn cultuur” die anders zou zijn dan “de onze”.
Bij het verder opbouwen van een linkse beweging kunnen we door rechts gekaapte begrippen als veiligheid maar beter niet in de mond nemen. Hooguit om aan te geven dat Bruin I onze onveiligheid juist vergroot. We kunnen beter onze eigen linkse kaders vaststellen om over dit thema te praten, onze eigen frames. Verzet tegen Bruin I is broodnodig om de afbraak van de bestaanszekerheid te kunnen stoppen, de controlemaatschappij te kunnen terugdraaien, en met solidariteit en collectieve oplossingen echte veiligheid te kunnen creëeren: het gevoel dat je ertoe doet, dat je je eigen leven mag bepalen en dat je bestaansbasis is verzekerd.
Ellen de Waard
Mariët van Bommel