Rellen in Engeland
De rellen in Engeland zijn vandaag aan hun vijfde dag bezig. De eerste nacht was de wijk Tottenham in Londen de plaats van actie, de nacht erop kwam daar Enfield, ook Londen, bij. De derde nacht begonnen ook Birmingham, Liverpool en Bristol. In Londense wijken gingen de rellen door. Op de vierde dag, toen de autoriteiten het aantal agenten in Londen tot 16 duizend hadden opgevoerd, bleef het in de hoofdstad tamelijk rustig. Die avond waren er wel rellen in Manchester, Nottingham, Wolverhampton, Salford, West Bromwich. Vandaag beginnen er berichten binnen te komen dat er in Oxford onrust is. Het is een heftige en ongekend omvangrijke uitbraak van woede – een woede geworteld in uitzichtloze armoede en vernedering door de politie, een woede die in die zin hoogst politiek van betekenis, een woede die geheel en al terecht is.
De aanleiding was het doodschieten van Mark Duggan, 29 jaar, en zoals veel eerdere slachtoffers van politiegeweld, een man van Afrikaanse herkomst. Eerst werd bericht dat hij was neergeknald tijdens een vuurgevecht. Maar de kogel die een politieradio beschadigde bij dat ‘vuurgevecht’, kwam waarschijnlijk uit een politiewapen, en het heeft er alle schijn van dat Mark Duggan helemaal niet geschoten heeft. Dat hij, zoals sommige berichten in de media uitleggen, in het criminele circuit actief was, kan best waar zijn. Maar dat is geen rechtvaardiging voor het doden van de man bij wat de politie als een van te voren beraamde arrestatiepoging aanduidde.
De politie doodde Duggan op donderdag 4 augustus. De zaterdag erop hield een honderdtal mensen een protest waarbij ze opheldering over de toedracht eisten. Een meid van 16 kreeg volgens een ooggetuige een aanvaring met de nadrukkelijk aanwezige politie. De precieze toedracht is onduidelijk, wellicht gooide ze iets. Meteen begon een hele groep agenten haar met schilden en knuppels te bewerken. Dát – frontaal geweld van een gewapende macht tegen een eenling – was het begin van de confrontaties die volgden. Mensen begonnen nu tegen de politie te vechten – terúg te vechten is beter gezegd. Al snel breidden de rellen zich uit, begonnen er plunderingen en werden er branden gesticht.
Woede tegen de politie was ook op andere plekken het hoofdmotief. In de Londense wijk Hackney bijvoorbeeld. Daar broeide het maandag, en in een artikel van The Commune staat: “Er werd wat heen en weer gehold, en de vlam sloeg in de pan toen de politie een zwarte man aanhield en fouilleerde op de Narrow Way. Een grote menigte verzamelde zich en omsingelde de politie, en mensen schreeuwden dat politie-agressie de oorzaak was van de rellen in Tottenham. Versterkingen kwamen snel met rel-uitrusting, en begonnen mensen op te jagen en probeerden hen in te sluiten.” De politie hield zich vervolgens vooral bezig met het beschermen van winkels, niet met arrestatiepogingen. Intussen begonnen, in dit geval tamelijk doordachte en doelgerichte, plunderingen. “De zaken op Mare Street die beschadigd werden waren tamelijk gericht uitgekozen: zaken die gezien werden als parasieten, zoals gokkantoortjes, Cashconverter pandjesbazen enzovoorts; een bank; en plaatsen met waardevolle dingen zoals een sportwinkel en een juwelier. Het tankstation werd geplunderd vanwege de drank en mensen gaven flessen water aan vreemden. Het enige café dat geplunderd werd was van een keten, had geen sfeer en ook nog eens beroerde thee, dus ik had er geen problemen mee.” Haha. “Een man met een goed gevoel voor gericht plunderen schreeuwde: “If it ain’t gold, don’t be bold”. De schrijver spreekt van een open, bijna feestelijke sfeer op die plek op dat moment. Later, verderop, zag hij ook minder selectieve plundering van een buurtwinkel waar mensen in de gemeenschap juist waardering voor hadden. Er was daar ook weer een botsing met de oproerpolitie, maar er werden ook mensen in de menigte zelf beroofd.
Soortgelijke verhalen zijn vermoedelijk te vertellen over heel veel van de wijken waar rellen plaatsvonden of nog plaatsvinden. Vechten met de politie; doelgerichte aanvallen op en plundering van gehate zaken, of zaken waar wat te halen viel; en ook ongericht geweld, brandstichting en beroving van mensen die op geen enkele manier als een soort legitiem doelwit gezien kunnen worden. Een mengsel van gebeurtenissen en motieven, maar zeer zeker geen uitbarsting van louter “blind geweld” en “criminaliteit”. Het is wel degelijk een opstand met sociale en politieke wortels. Die wortels zijn lokaal, maar ook landelijk en op een bepaalde manier zelfs internationaal. Er is de directe aanleiding: politiegeweld. Weer schoot de politie een gekleurde man dood, weer kwam ze aanvankelijk met een verhaal dat niet bleek te kloppen. Bij al het gejammer van politici en media over mensen die tijdens de rellen gewelddadig beroofd zijn en dergelijke dienen we dat centrale punt in het oog te houden. The Guardian liet zien dat er 333 mensen overleden zijn sinds 1998 terwijl ze in handen van de politie waren. In geen enkel geval werd een agent gestraft, al werd in 13 gevallen wel strafvervolging aanbevolen. Volgens The Morning Star bedraagt het aantal mensen dat overleed na aanhouding of andere vormen van aanraking met de politie, de afgelopen 10 jaar minstens 650. Heel veel jonge, veelal zwarte mensen hebben bovendien de ervaring dat ze op weg naar school of werk standaard worden aangehouden en gefouilleerd, oftewel geïntimideerd, vernederd en als crimineel behandeld. Het voorheen openlijke racisme van politiekant is sinds rellen in de jaren tachtig wat subtieler geworden, maar niet afwezig. Verbonden met woede over racistische bejegening is het vooral de woede van arme jonge mensen die door de politie als uitschot worden behandeld, dag in dag uit, en soms met dodelijk gevolg. Dat maakt mensen kwaad, erg kwaad, en juist die woede explodeert vandaag op de straten van de Britse binnensteden. In Nottingham zijn maar liefst vijf politiebureaus aangevallen tijdens de huidige rellen, soms door middel van brandbommen. Dat is doelgericht geweld tegen een gehate instantie door mensen die het die instantie nu eens betaald willen zetten, en terecht.
De wijken waar mensen aan het rellen zijn gegaan zijn veelal straatarme wijken, waar bezuinigingen ook nog eens de resterende voorzieningen slopen. In Tottenham is de werkloosheid bijvoorbeeld extreem hoog. Trouw citeert een jongerenwerker in Tottenham: “Mensen zijn boos en gefrustreerd. Dit krijg je in een gemeenschap waarin de werkloosheid enorm hoog is en bezuinigd wordt op sociale voorzieningen. Ik noem dit geen rellen, ik noem dit een opstand.” In Haringey moeten wegens bezuinigingen acht van de dertien jongerencentra dicht, en The Guardian liet in een reportage zien dat dit de kans op rellen wel eens zou kunnen verhogen. Verwaarloosde arme mensen in verwaarloosde arme buurten waar dan ook nog eens bezuinigingen overheen komen… De woede van vooral jonge bewoners in logisch. Maar het is totaal ontoereikend om te denken dat zoiets voorkomen zou kunnen worden door een paar buurthuizen te sparen. Jonge arme mensen verlangen niet in de eerste plaats een plek met tafelvoetbal, een biljarttafel, een begripvolle jongerenwerker en betaalbare drank, hoe welkom zulke plekken ook zijn en hoe hardnekkig we ze ook dienen te verdedigen als ze worden wegbezuinigd..
Er is een veel diepere uitzichtloze armoede aan het werk. De Globe and Mail komt met schokkende cijfers: 17 procent van de jongeren in Groot-Brittannië zitten niet meer op school, doen geen stage en hebben ook geen baan. “Er zijn 600 duizend mensen van onder de 25 in Groot-Brittannië die nooit een dag hebben gewerkt”. Werkloze jongeren, mensen met nauwelijks opleiding, schooluitvallers en dergelijke. Voeg daarbij de mensen van dezelfde generatie die van het ene beroerde baantje naar het andere gaan, vaak ook onderbroken met perioden zonder betaald werk. Bedenk daarbij dat er voor deze mensen geen enkel reëel vooruitzicht is dat het beter wordt.
Dat is dus het leven van vele honderdduizenden mensen: straatarm, voor de rest van hun leven, met weinig om handen, door de politie als crimineel behandeld, door politici als asociaal afgeschilderd, feitelijk door de maatschappij als uitschot behandeld. Daar komen dan de bezuinigingen op onderwijs, die de toegang verder beperken, nog bij, en de bezuinigingen op het beetje sociale zekerheid dat er is. De vraag zou niet moeten zijn waarom sommige van deze mensen beginnen te rellen na een enkele aanleiding. De vraag is eerder waarom niet veel meer van deze mensen al niet veel eerder aan het rellen zijn gegaan.
Over het plunderen, dat zo’n belangrijke rol in de rellen speelt en waar zoveel schande over gesproken wordt, valt echter wel meer te zeggen. Dat is namelijk net zo min “zinloos” en “blind” als de gerichte acties tegen de politie en de politiebureaus. Het is ergens een volkomen logisch antwoord op een neo-liberale consumptiemaatschappij. Dag in dag uit zien en horen we: je hoort er pas bij als je dat flitsende mobieltje hebt, die modieuze sportschoenen, die iPod. Al die mooie spullen liggen te pronken in de etalage. Je moet ze hebben, want dan ben je pas iemand, zo prent de reclame je nog eens in. De spullen zijn te koop voor iedereen met geld. Maar je hebt geen geld. Dat wat je nodig hebt om iemand te zijn, wordt je onthouden vanwege je armoede. Vervolgens gebeurt er iets waardoor de politie even de greep verliest en de orde even weg valt. Dat is het moment waarop sommigen zeggen: ik neem wat ik nodig heb om iemand te zijn, om erbij te horen, ik doe precies wat ze mij vertellen dat ik moet doen om erbij te horen. Ik pak die mooie dingen gewoon. Plunderen is nemen waar je volgens de wet van de consumptiemaatschappij niet zonder kunt, maar waar je door de brute werking van de markteconomie geen geld voor hebt.
Er is dus niets raars, blinds of zinloos aan. Iedereen die dit gedrag “zinloos” noemt, heeft nog nooit verlekkerd voor een etalage staan kijken, in een platenzaak of boekhandel rondgewandeld met een lege portemonnee, of de spijskaart van een eettent bekeken met gedachten aan een bankrekening die nog leger was dan de rammelende maag. Je kunt plundering goed- of afkeuren, of er onbewogen onder blijven, maar voor je dat doet is het handig om minstens te proberen te snappen hoe deze maatschappij dit soort gedrag oproept en uitlokt. En er mag ook wel bij gezegd worden dat deze plunderingen plaatsvinden in een maatschappij die drijft op structurele plundering. Alleen wordt de ondernemer die zich verrijkt door zijn personeel aanzienlijk minder te betalen dan ze hem aan waarde van vervaardigde spullen opleveren, zelden als plunderaar aangeduid, evenmin als de ondernemer die deze spullen tegen woekerprijzen in arme wijken probeert te slijten. Terugplunderen, dat is wat veel arme mensen in de Britse binnensteden momenteel doen.
Bij die toeëigening van spullen door mensen die etalages leeghalen gebeurt nog iets dat onbewust erg radicale implicaties heeft. Mobieltjes in winkels zijn koopwaar: het doel is dat een ondernemer er geld voor vangt door ze te laten maken, en ze vervolgens te verkopen, waarna een andere ondernemer ze doorverkoopt aan jou of aan mij. Winstgevende verkoop is het doel. Gebruik van die mobieltjes, het plezier dat ze kunnen geven, is bijzaak. Wat doet de plunderaar? Die keert de boel weer om! Die onderbreekt de hele reeks van transacties, weigert het ding te kopen, en neemt het ding gewoon. Het hele aspect van koopwaar vergruizelt net zo snel als de etalageruit verbrijzeld is bij de plundering. Het ding is gewoon een ding om te hanteren, nut van te hebben, fun mee te beleven. Dingen zijn opeens weer voor mensen om te gebruiken, niet meer om winst uit te behalen door productie tegen laag loon en verkoop tegen te hoge prijs. Het fundament van hoe een kapitalistische maatschappij geacht wordt te werken – productie voor verkoop voor winst – wordt even helemaal doorbroken door de dingen hun aspect van gebruiksartikel – menselijk gesproken toch het enige relevante aspect – terug te geven. In deze zin is plundering ongearticuleerde, als het ware onbewuste, kritiek op het kapitalisme.
Er zijn meer aspecten. Plunderen en vernielingen zijn, zoals we uit het verslag uit Hackney zagen, soms ook een soort van impliciete kritiek op bepaalde bedrijven. Zaken die als profiteurs worden gezien – en dat zijn het ook – worden eerder als doelwit gekozen. Het zijn niet zozeer de echt rijken die worden aangevallen, maar wel bedrijven die symbool staan voor een wereld waarin de rijken de rest op alle mogelijke manieren een poot uitdraaien, zoals pandjesbazen, geldkantoortjes en dergelijke. Het is ook hier weer wel degelijk een soort doelbewustheid die door het gejammer over “blind geweld” en criminaliteit aan het zicht wordt onttrokken. Daarnaast zijn er nog veel simpeler motieven. Mensen halen wellicht dure spullen, juwelen bijvoorbeeld, uit winkels, om die via via te verhandelen om zo schulden af te betalen en deurwaarders op afstand te houden. Voor sommigen mensen, die toch al via diefstal en handel in gestolen goederen aan de kost komen, bieden de rellen een kans om wat nieuwe voorraden te verwerven, en ja, dat mag je “opportunistische criminaliteit” noemen als je dat wilt. Maar die bepaalt niet de kern van de plunderingen en dergelijke. Heel vaak zal domweg ook de kick van het plunderen en van het in de fik steken van zaken een rol spelen. Jonge mensen springen gewoon enorm uit de band. Gek he, als verveling en gecommandeerd worden het enige loon is dat ze dag in dag uitbetaald krijgen?
Een BBC-reportage laat een voorbeeld zien. “Twee meiden die maandagavond meededen aan rellen in Croydon schepten op dat ze de politie en ‘de rijken’ lieten zien dat ‘ze konden doen wat ze wilden’”. De meiden waren wijn aan het drinken, eerder geplunderd, en waren daar al enige tijd mee bezig. Ik kan alleen maar hopen dat de dames een leuke dag hebben gehad, en geen al te erge kater na afloop… Mensen kunnen in hun waan van volwassenheid hoofdschuddend zeggen: “Nou, is dat nu vrijheid? Ik noem het egoïstische onverantwoordelijkheid”. Maar ze zien dan over het hoofd dat voor deze meiden “doen wat we willen” kennelijk een nogal onbekende ervaring voor ze was. Iets van vrijheid is voor heel veel jonge mensen – eindeloos in de gaten gehouden, als uitschot belasterd, door ouders en/of docenten kort gehouden, door de politie getreiterd, door bedrijven uitgesloten of tot stompzinnig slavenwerk veroordeeld – niet echt een alledaagse ervaring. Dan valt opeens de greep van de orde even weg, en ja, dan is het eventjes feest. En ze trekken ook nog eens nadrukkelijk een lange neus naar de politie en “de rijken”. In al hun “onvolwassenheid” snappen deze twee meiden meer dan al hun wereldwijze verstandige volwassen hoofdschuddende critici bij elkaar.
Plunderingen en aanvallen op bepaalde bedrijven; vernielingen van politiebureaus en confrontaties met oproerpolitie die na vier dagen de straten van steden nog steeds niet heeft heroverd: het is een daadwerkelijke vorm van protest en verzet tegen een onmenselijke orde. Is daarmee alles dat mensen tijdens de huidige rellen doen, zomaar prima? Nee. Het ontkennen van de sociale wortels en politieke redenen van de opstand is onzin. Maar het ophemelen van de rellen als bijvoorbeeld een soort groepsgewijs Robin Hood-gedrag – pakken van de rijken, geven aan de armen – is veel te idyllisch. Heel veel van vooral de vernielingen worden bedreven door wanhopig arme mensen tegen andere niet of nauwelijks minder arme mensen. Daar zit een tragisch aspect van de gebeurtenissen.
En er gebeuren wel degelijk dingen die volstrekt onverdedigbaar zijn. Berovingen van willekeurige voorbijgangers, soms zeer gewelddadig. Brand in winkels waar mensen boven wonen die daarmee in levensgevaar gebracht worden. Dat soort zaken. Natuurlijk maken media en politici er veel werk van om juist deze kanten enorm uit te vergroten. Dat wil helaas niet zeggen dat ze niet plaatsvinden. Reden om daarmee de hele golf van rellen als niet-politiek en puur crimineel te kenschetsen, zijn ze echter niet.
Het in gevaar brengen van andere arme mensen door brandstichting is natuurlijk dom, maar eerder een kwestie van totaal ondoordacht gedrag in de agressieve euforie van het moment. Verkeerd, maar in het grote geheel van de gebeurtenissen toch marginaal. Dan de berovingen waar het te vaak over gaat. Maar al te vaak gaat het hier om akelig gedrag dat sowieso dagelijks plaatsvindt, op allerlei plekken. Mensen worden beroofd tijdens het boodschappen doen, tijdens het uitgaan, tijdens muziekfestivals, tijdens demonstraties en ja, ook tijdens rellen. Het tijdelijk wegvallen van de greep van de politie, en van sociale controle, maakt zoiets tijdens een rel – net als tijdens een rockfestival of een drukke uitgaansnacht – wat makkelijker. Maar de rel is hier decor van de beroving, net als het rockfestival het decor van zoiets kan zijn. Wie het decor van een toneelstuk echter verwart met de rolverdeling, het script en de uitvoering zelf, heeft een verkeerd idee van een toneelvoorstelling. Wie de berovingen op één lijn stelt met de rel, snapt de rel dus niet.
De kern van de rellen is: een felle, chaotische reeks botsingen van veelal jonge, straatarme mensen, met de politie die hen vernedert en onderdrukt, tegen een wereld van commercie die met manipulatie behoeften aanwakkert en vervolgens de bevrediging daarvan stelselmatig blokkeert door mensen te dumpen in armoede en uitzichtloosheid. Het is een soort opstand. Zelfs gevestigde media laten dat hier en daar zien. Trouw ondervroeg mensen in Hackney en tekende uit de mond van een van hen op: “Het is een kwestie van wij tegen zij, de politie, het systeem. Ze noemen het plundering en criminaliteit, maar dat is het niet. Het is echte haat tegen het systeem.”
Met haat tegen het systeem krijg je weliswaar op zichzelf nog geen betere wereld, en met rellen wordt het systeem op zichzelf niet verslagen. Het is aannemelijk dat de komende dagen de politie de rellen terug zal dringen en de opstand zo zal bedwingen. Met haar enorme aantallen agenten, en met ook rubberkogels en waterkanonnen als machtsmiddel, zal de politie de straat uiteindelijk wel weten te heroveren als er geen onverwachte nieuwe wendingen komen. Rellen op zichzelf brengen zelden een gehaat systeem ten val. Dat is allemaal waar, en het dient gezegd te worden ook. Maar het is wel die zo terechte haat tegen het systeem die bij analyses en stellingname van radicaal-links in het middelpunt van ons verhaal thuis hoort. Verbondenheid, solidariteit met de ‘relschoppers’ die zo terecht hun woede tot ontlading brengen, is, met alle soms nuttige kritiek op domme daden en ontoereikende actievormen, hoofdzaak.
Voor dit artikel is flink gebruik gemaakt van Libcom.org die een nuttige forumthread over de rellen heeft met interessante discussie en talloze links. Ook het weblog Lenin’s Tomb biedt nuttige inzichten en informatie.
Peter Storm
Maker van het weblog Rooieravotr.
Noot van de redactie. Peter heeft dit artikel gisteravond al geschreven, dus voor de afgelopen nacht waarin het aantal rellen flink afgenomen bleek, en de extreem-rechtse English Defense League (EDL) leek te proberen de tegenaanval in te zetten.
Is het wat inconsequent om het doodschieten enerzijds (met terrechte verwijzing naar eerdere sterfgevallen bij arrestaties en al) als (begrijoelijke?) aanleiding te benoemen en anderzijds letterlijk zinloos geweld tegen mede onderdrukte en het in gevaar brengen van hun levens, ja zelfs de door jou in je stuk niet genoemde doden als gevolg vam de rellen/ opstand (want beide lopen vlgs mij idd deels onbewust door elkaar heen hier en lopen ook in elkaar over), af te doen als marginaal? Ja lange zin, kweetut, maar ben wel duidelijk denk ik. Svp ff moeite doen om goed te lezen. Bvd daarvoor. Ben benieuwd naar je reactie Peter.
Mvg, Arnoud
Ik doe niks af als “marginaal”, ik geef het blinde geweld analytisch een plek, ik probeer duidelijk te krijgen waarom dingen – juist ook de totaal verwerpelijke dingen – gebeuren. Overigens is veel van het bruutste geweld – beroving van een man die al gewond op de grond lag – helemaal niet ‘zinloos’. Het is erger dan dat: het is bruut geweld om er béter van te worden, of om zich af te reageren uit blinde frustratie, heel er ‘zinvol’, op dezelfde manier als elke beroving maar ook elke domme vechtpartij zinvol is. Ik geloof dat links het hele woord ‘zinloos geweld’ moet dumpen als zijnde versluierend. Tenzij we van nu af aan ook het grote geweld van neoiberalisme en oorlog als ‘zinloos geweld’ gaan neerzetten. Beiden zijn barbaars, het één in het groot en het ander in het klein. Maar beiden hebben, in hun eigen barbaarse logica, ‘zin’. Die zin boven tafel krijgen, om dingen tenminste te snáppen, was deel van de ozet van m’n stuk.
Ja, de brute, anti-sociale aspecten, dodelijk geweld, berovingen, en de legitieme uitingen van woede en class hatred en dergelijke, lopen in de praktijk, ook in de hoofden van betrokken mensen zelf, door elkaar. Dat is echter nog geen reden om die twee dingen analytisch tot één geheel te laten worden. Er zijn 1. uitingen van opstandigheid. Er zijn ook 2. uitingen van doodgewone criminaliteit. De twee gebeurden nu gelijktijdig en op dezelfde plek deels door dezelfde mensen ( dat LAATSTE zou ik, als ik het stuk nu schreef, er met nadruk hebben vermeld). Maar het zijn twéé verschillende, analytisch te onderscheiden, elementen. Over het gewicht van de twee kun je twisten, misschien dat ik, op grond van wat ik woensdag wist EN uit behoefte om tegengas te geven tegen het puur neersabelen van alle ‘relschoppers’, het puur-criminele element iets kleiner heb neergezet dan achteraf noodzakelijk, dit overigens niet als bewuste keus. Voor díe kritiek sta ik open. Maar ik beschouw de puur-criminele elementen niet als marginaal. De woede over de het doodschieten van Mark Duggan hoort tot de kern van wat er gebeurde. De puur-criminele aspecten vloeien NIET uit de logical van die woede voot. Die is niet zozeer marginaal; het is geoon iets ánders. Niets inconsequents aan, derhalve.
Over de doden, en dat ik die niet noemde: zoek daar aub niet te veel achter, beste Arnoud; ) Tijdens het schrijven van mijn stuk was over de toen nog vier, inmiddels vijf, doden zóveel onduidelijk dat ik daar weinig zinnigs over kon zeggen -en ik had genoeg materiaal waar ik wél iets over had te zeggen… Bij het eerste bericht over de drie doden in Birmingham werd gezegd dat de samenhang met de rellen onduidelijk was. Over de eerste dode werd gemeld dat de zaak in onderzoek was. De vijfde persoon die om is gekomen, bezweek volgens mij aan verwondingen nadat mijn stuk af en ingestuurd was. Mijn indruk over mn de drie doden in Birmingham is dat het hier gaat om slachtoffers van precies dat puur-crimineel element dat door de gebeurtenissen heen speelt.
Het gaat om verschrikkelijke daden die echter dagelijks plaatsvinden in deze kapitalistische wanode, zowel voor de rellen, tijdens de rellen als erna. Nogmaals: niets marginaals aan, maar gewoon een ánder onderwerp. En ik zie niet in om, als we niet de moeite nemen om per brute overval of moord, er in linkse media op te wijzen en er nadrukkelijk afstand van te nemen, we dat nu opeens wel gaan doen omdat een brute overval of mord tijdens een rel plaatsvindt. Dat voegt niets toe, en versterkt de media-beeldvorming dat de rellen zélf voornamelijk iets louter-crimineels . Ik doe daar liever niet aan mee.
Dank voor je reactie Peter. Snap wat je bedoelt (denk ik iig). Weet (nog) niet (helemaal zeker) wat ik ervan vind. Met marginaal bedoelde ik overigens dat ik het idee kreeg van je stuk dat je de slachoffers van het geweld van de rellen als het ware niet gelijkwaardig behandelt met het eerste slachtoffer van de rellen. Van de grote en grove schendingen van de rechten van de mensen wereldwijd als gevolg van systeem ben ik me (uiteraard) bewust. Snap dan ook zoals gezegd dat je in dat kader er boor gekozen hebt daar minder gewicht aan te geven. Tegelijk vind ik ook dat juist omdat het idd om verschillende elementen gaat dit ook helder(der) naar voren moet komen in wat je waarom afwijst en wat niet. Want desondanks vormt dit geweld helaas ook deel van wat er gebeurt in de VK. Iig in de ogen van veel mensen. Nu goed, dit is dus ff een snelle reactie.
Ik ben een beetje slordig geweest in mijn eerste reactie, zie ik. Ik gebruikte idd het woord “marginaal”, al ging dat specifiek om het ondoordachte deel van het geweld, en niet om bijvoorbeeld de overvallen. Maar ik zou dat woord, met wat ik NU weet, ook voor dat ondoordachte geweld nu niet meer gebruiken. Voor de rest sta ik achter het artikel – dat volgens mij dus wel degelijk een poging bevat om aan te geven “wat je waarom afwijst”, maar dat had misschien hederder gekund ja -, en ook achter mijn eerste reactie. Maar deze precizering lijkt me op zn plek. Dank voor het hierop wijzen: )