Geen eerbetoon voor van zijn voetstuk gevallen Coen!
Het van zijn sokkel gestoten standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in Hoorn is het middelpunt geworden van een verwoed publiek debat tussen anti-koloniale critici en nationalisten van allerlei pluimage. De initiatiefnemers van een petitie tegen terugplaatsing van het beeld op zijn sokkel worden met de dood bedreigd. Wie kritiek heeft op het vereren van het Nederlandse kolonialisme, kan rekenen op een vloedgolf van rechts-populistische agressie, zoals ook blijkt bij actie tegen de racistische karikatuur Zwarte Piet.
“Stelletje politiek-correcte linkse azijnzeikers en geschiedvervalsers”, stelt iemand. “Al die lui die niet in Hoorn wonen, bemoei je er niet mee!”, laat een stadschauvinist weten. “Hoorn moet zich niet schamen voor zijn geschiedenis. Wie heeft Hoorn groot gemaakt en op de kaart gezet? Terug dus dat beeld”, meent een persoon die blijkbaar trots is op een massamoordenaar. “Stelletje idioten, ga werk zoeken!”, is een andere en vaak voorkomende reactie. Dit rechtse gebral en geschreeuw tegen Coen-critici valt op de site van de petitie en ook elders aan te treffen. Inmiddels is een Coen-fan ook nog begonnen met een tegenpetitie. De persoon die schuilgaat achter “JPCoenstrijder” pleit er zelfs voor om activisten tegen Coen terecht te stellen op het plein waar het standbeeld heeft gestaan. Die doodsbedreiging wordt ook geuit door andere rechts-populisten, wat ertoe heeft geleid dat de initiatiefnemers van de petitie liever anoniem willen blijven. De enige extreem-rechtsen die afstand nemen van Coen blijken de antisemieten te zijn die wijzen op de achternaam van de VOC-gouverneur-generaal, die joods zou klinken. In werkelijkheid was Coen een christenfundamentalist.
Specerijenhandel
Gelukkig valt een flink aantal mensen de initiatiefnemers van de petitie bij in hun kritiek op Coen. “Deze man heeft een eiland van 15 duizend mensen uitgemoord en er duizend over gelaten. Om te zorgen dat hij de macht had over de specerijenhandel daar. Ik ben niet links, maar hier kan je niet trots op zijn”, stelt iemand die duidelijk maakt dat ook rechtsen voor rede vatbaar kunnen zijn. “Voor geen enkele slavendrijver en uitbuiter een standbeeld in mijn land”, eist een ander. “Zijn daden zijn te vergelijken met de gruweldaden van Saddam Hoessein, Idi Amin, Adolf Hitler, enz. Macht en rijkdom ten koste van anderen. Ken je geschiedenis, mensen”, laat weer een ander weten.
“We moeten de geschiedenis niet willen herschrijven”, dat is de standaardreactie van veel Nederlanders op anti-koloniale kritiek, waaronder ook minister-president Mark Rutte, die daarmee onlangs het verzoek afwees om de slavenafbeelding op de Gouden Koets te verwijderen. Het gaat echter niet om de herschrijving van de geschiedenis. Het gaat om de herschrijving van de visie op de geschiedenis, om de beëindiging van de verering van koloniale criminelen, om de verwijdering van de nationalistische propaganda die vooral in de negentiende eeuw vorm heeft gekregen door standbeelden en monumenten.
Bloed
Daar komt bij dat in de discussie over het standbeeld van Coen vaak wordt vergeten dat het beeld al omstreden was voordat het de binnenstad van Hoorn ging ontsieren. In 1887 schreef bijvoorbeeld de historicus J.A. Van der Chijs over de mogelijkheid van zo’n standbeeld: “Ik betwijfel of zulks nog zou verrijzen. Aan zijn naam kleeft bloed.” Zes jaar later kwam het beeld er alsnog. Het koningshuis dat was uitgenodigd om bij de onthulling aanwezig te zijn, bedankte voor de eer en bleef weg, uit vrees voor het uitbreken van rellen. Tijdens het 118-jarige bestaan van de bronzen Coen is het beeld vaak het onderwerp van protest geweest. Het beeld is beklad, er zijn demonstraties geweest, en er is kritisch over geschreven. Veel inwoners van Hoorn en anderen vinden het ongepast dat de wandaden van Coen steeds met de mantel der liefde zijn bedekt.
Strafhof
De initiatiefnemers van de petitie hebben inmiddels een open brief naar het kabinet Bruin I geschreven. Dat had eerder al laten weten niet bevoegd te zijn om zich te mengen in de kwestie, omdat het standbeeld onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Hoorn zou vallen. Een Coen-criticus wijst Bruin I erop dat het beeld een rijksmonument is en daarom mede onder de verantwoordelijkheid valt van Halbe Zijlstra, de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. “Hij kan de gemeente Hoorn adviseren het standbeeld te verplaatsen naar een museum”, aldus de activist. “Als u zich onthoudt van advies, dan stemt u er stilzwijgend mee in dat in Hoorn een standbeeld wordt opgericht ter ere van een volkerenmoordenaar. Ik vraag mij af hoe u dit wilt uitleggen aan de internationale gemeenschap en het in Den Haag gevestigde Internationaal Strafhof.”
De Coen-critici proberen ook om de Tweede Kamer en de gemeenteraad van Hoorn ervan te overtuigen dat de publieke verering van een massamoordenaar op z’n zachtst gezegd nogal ongebruikelijk is. In reactie heeft de GroenLinks-Kamerfractie laten weten het prima te vinden als het beeld wordt teruggeplaatst, als het maar wordt voorzien van een kritische noot. Dan kunnen we van de geschiedenis leren, stellen de GroenLinksers. De Coen-critici vinden dat een merkwaardig standpunt. “Dan mogen dus ook de standbeelden van Stalin, Mussolini, Hitler, Mao, Hoessein, etcetera, worden teruggezet, mits voorzien van een kritische tekst? Dan kun je zo’n standbeeld toch beter verplaatsen naar een museum? Standbeelden op sokkels zijn bedoeld als een eerbetoon. Standbeelden in musea zijn bedoeld ter educatie.” Ze vinden dat de linkse partijen in de Kamer het in deze zaak behoorlijk laten afweten.
Middenweg
De Hoornse raadsfractie van de SP heeft het anders aangepakt. Eerst nam men een vergelijkbaar standpunt in als de GroenLinks-Kamerfractie. “Omdat het beeld er al zo lang stond, kozen we voor de gulden middenweg”, legt SP-raadslid Tom Fekkes uit. “Maar toen het beeld viel, dachten we direct: het had zo moeten wezen.” Overtuigend is de argumentatie voor deze verandering van mening uiteraard niet. Eerst legt de fractie zich neer bij de status quo van het rechtopstaande beeld, daarna neemt men net zo gemakkelijk genoegen met de status quo van de gevallen Coen. Het zou de SP hebben gesierd als men een duidelijk anti-koloniaal geluid had laten horen en op grond daarvan had gepleit voor verwijdering van de koloniale crimineel, zeker in een tijd waarin nationalisme en kolonialisme weer terug zijn van nooit weggeweest.
Harry Westerink
Alle standbeelden van imperialisten en monarchisten moeten verwijderd worden. In Hongarije in 1918, werden veel burgerlijke standbeelden vernietigd tijdens de korte socialistische sovjet republiek. Jan Pieterszoon Coen was een imperialistische veroveraar. Voor VOC liefhebbers ( Balkenende ) een held, voor zijn slachtoffers een wrede tiran.
Dit standbeeld mag inderdaad niet terug gezet worden. Ik ben echter bang dat de bourgeoisie partijen, er alles aan zullen doen om hun ”held” van de VOC tijd terug te zetten.
Ik krijg een ietwat dubbel gevoel hierbij. Nadat de Muur en de rest van het ‘IJzeren Gordijn’ waren verdwenen werden in de voormalige DDR en elders in wat ooit het Oostblok werd genoemd heel wat standbeelden van Marx, Engels, Lenin enz. verwijderd of gesloopt. Toen stond rechts uiteraard te juichen, waaronder misschien wel dezelfde lieden die nu de tegenstanders van het standbeeld van J.P. Coen voor een “stelletje politiek-correcte linkse azijnzeikers en geschiedvervalsers” uitmaken. Nu waren veel van die standbeelden in Oost-Europa foeilelijk en ik begrijp natuurlijk ook wel dat ze als symbolen van de onderdrukking werden beschouwd door de bevolking aldaar. Maar toch, ze waren tevens een onderdeel van een stuk Europese geschiedenis.
Dit monument staat er nog (in Berlijn), maar het werd verplaatst en Karl en Friedrich hebben de blikken nu op het westen gericht:
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/8/8c/Marx_Engels_Denkmal_Berlin.jpg
Jolet, de openbare ruimte is geen museum waar de bezoeker vooral meer leert over de geschiedenis. De openbare ruimte, de stad, onze omgeving, daar wordt geleefd, en dat is voortdurend aan verandering onderhevig, afhankelijk van de keuzen die vooral de rijken en de machtshebbers maken, in plaats van de rest van de bevolking. In die openbare ruimte staan standbeelden die zijn bedoeld om mensen, groepen mensen of gebeurtenissen te eren. Wie er wordt vereerd, is niet neutraal, maar hangt af van wie de macht heeft, hangt af van de heersende opvattingen over mensen en gebeurtenissen. Als je niet bereid bent om in de openbare ruimte het ene soort eerbetoon te vervangen door het andere, dan heb je een heel statische kijk op de geschiedenis. Dan betekent dat dat we allemaal vastzitten aan de ooit, in een ver verleden, bedachte en betoonde verering van een bepaald persoon via een standbeeld. We vereren gelukkig niet Adolf Hitler met standbeelden. Hitler werd echter tussen 1933 en 1945 wel volop vereerd. Zo kunnen we nu ook beslissen dat we niet langer meer de koloniale crimineel Coen vereren via een standbeeld, als we vinden dat dat niet juist is. En als we dat vinden, dan kunnen we een ander standbeeld neerzetten, bijvoorbeeld over de Indonesiërs die 300 jaar lang hebben geleden onder het juk van de koloniale overheersing, en daar met bloed, zweet en tranen tegen hebben gestreden. Met zo’n ander standbeeld kun je ook iets over de geschiedenis laten zien, maar dan wel vanuit het perspectief van de onderdrukte, niet met de ogen van de koloniale overheerser.
Ik vind het belachelijk dat het beeld van de straat moet verdwijnen. Pleit voor een plakkaat met daarop de geschiedenis van Coen en de imperialistische daden. Waarom moet iets dat ons niet bevalt uit het straatbeeld verdwijnen? Het zou beter zijn om aandacht voor de geschiedenis te bewaren. Het feit dat ‘wij’ een standbeeld hebben voor iemand die zoveel slachtoffers heeft gemaakt voor ‘onze’ economische vooruitgang zou moeten worden benadrukt. Door op deze simpele manier te pleiten voor het verwijderen van het standbeeld haal je gewoon de aandacht weg. Ofwel: eens met de bezorgdheid over een koloniaal verleden en het signaal dat daarmee aan minderheden wordt afgegeven, oneens met de voorgestane oplossing.
Een plakkaat dat op het beeld wordt gegraveerd natuurlijk. De geschiedenis bestaat echt, zij leidt geen fictief bestaan onder ideologisch gekleurde machthebbers – althans niet in de mate waarin sommige dat vermoeden.
Amsterdam, 22 september 2011.
In am*dam is het grootste monument van de hoofdstad niet langer een eerbetoon voor een andere massamoordenaar.
Na jaren van axie’s is zijn naam niet langer verbonden aan dat pas duur gerestaureerde
bouwwerk.
Velen waren tegen dat foute eerbetoon, de beeldhouwer, omwonenden, provo’s, antimili’s, enz. (al tijdens de onthulling door Wilhelmientje).
Kladpartijen, vernielingen, diefstal van zijn medaillon en van zijn grote chocladeletters, een
poging tot opblazen(aanslagje), protestbijeenkomsten óp het monument, manifestaties,
vele ingezonden brieven e.d., inspreken bij de politiek enz.enz.
Nou, kijk eens, nu al een paar regels getypt en nog niet de naam van die engerd niet genoemd! Want dat blijft hier moeilijk om zijn naam te omzeilen, dat zal nog wel een generatietje duren of zo. Velen hebben het nog over dat voormalige van H….. – monument.
Maar heus het is gelukt, her ding heet nu:
INDIE-NEDERLAND monument.
(sorry die 2 puntjes op de E lukt me niet met deze computer).
GEEN FOUTE HEREN EREN en GEEN RESPECT VOOR KILLERS, stond menigmaal op een spandoek of muur.
Er valt veel meer over te vertellen dan dmvm dit korte sukje.
Misschien mag eens een am*dammer een klasje geven in Hoorn?
Uh, dat’s wat arrogant toch! Maar, ja een symbool (maar een) is wel foetsie.
Kom op Hoorn(st)ers, dooooooooorgaan.
ps: Goed dat Doorbraak het debat van morgenmiddag in Utrecht aankondigt.
PONCKE WAS EEN HELD! Over standbeelden gesproken……
Harry, zo “is” het niet, zo zie jij het. We hebben het hier namelijk niet over wiskunde of zoiets. Ik nuanceerde slechts en gaf uiting aan enige aarzeling. Niet alles is een kwestie van 0 of 1; twijfel, scepsis en nuance zijn niet altijd verkeerd. Ik neig meer naar Peters kijk op de kwestie.