Vluchtelingen Op Straat gaat door met actievoeren
“Stel je eens voor dat je nu nog niet weet hoe je vanavond aan je eten kunt komen, waar je gaat slapen en hoe het moet met je dunne kleren en de regen en de kou?” Aldus Abdisalam Yasin, van de zelforganisatie Vluchtelingen Op Straat, vorige week vrijdag op de bijeenkomst in het Nijmeegse solidariteitscafé Mulawan. “Vluchtelingen zijn mensen. Maar als we uitgeprocedeerd zijn, hebben we geen voedsel, geen dak, we hebben niets. We kunnen zo niet overleven.”
Vluchtelingen Op Straat is opgericht nadat de Utrechtse daklozenopvang deze zomer weigerde nog langer vluchtelingen op te vangen. De zelforganisatie wil dat vluchtelingen in Nederland “toegang krijgen tot basisbehoeften als werk, onderdak, eten en gezondheidszorg. Het beleid van deze regering dwingt mensen tot een uitzichtloos leven op straat zonder onderdak, hulp of eten.” Dat treft vluchtelingen hard. “Als je een kind bent, heb je veel plannen. Ik had veel plannen. Ik kwam hier niet omdat Nederland een rijk land is, maar omdat ik dacht dat Nederland een vrij land is”, vertelde een 27-jarige in Arnhem wonende vluchteling tijdens de bijeenkomst. “Mannen kunnen hier met mannen trouwen. Niemand mag om deze mensen lachen. Dat is vrijheid. Maar in een vrij land moet je ook rechten hebben. Ik heb die hier niet. Ik leef een kloteleven.”
Maar vluchtelingen zijn geen willoze slachtoffers. De zelforganisatie heeft al meerdere demonstraties georganiseerd. De sprekers op de bijeenkomst waren kwaad op de regering. “Ze willen me ophangen in Iran omdat ik daar over democratie praatte”, aldus een Iraanse vluchteling. “Maar hier zegt de overheid eigenlijk ook: je mag niet leven. Als je geen onderdak hebt, geen werk, geen eten, dan kun je niet leven. Volgens de overheid zijn vluchtelingen een probleem omdat wij zoveel geld zouden kosten. Dat is een grote leugen. Meer mensen moeten begrijpen dat het kapitalistische systeem het probleem is, niet de vluchtelingen.”
Dezelfde problemen
Die moeilijke positie waarin veel vluchtelingen zitten, doet de zelforganisatie de moed niet in de schoenen zinken. Integendeel, de vluchtelingen stellen zich juist assertief en strijdbaar op. “Wij verdienen mensenrechten. We komen van een ander continent, niet van een andere planeet”, zei Yasin. Hij was het organiseren nog niet moe. “Dag na dag krijgen wij meer ervaring. We krijgen steeds meer steun van individuen en organisaties. Op Facebook hebben wij al meer dan duizend vrienden. We moeten doorgaan totdat er een beleid komt dat erkent dat wij mensen zijn.”
Van steungroep PRIME was Ahmed Pouri aanwezig bij de Nijmeegse bijeenkomst. “Volgens de VVD is Nederland veel te aardig voor vluchtelingen. Wel 56 procent zou een verblijfsvergunning krijgen. Maar dat is niet waar. In Nederland krijgt bijvoorbeeld nog geen twee procent van de Somalische vluchtelingen verblijfsrecht, terwijl buurland Duitsland meer dan veertig procent toelaat, vanwege de bloedige burgeroorlog.” Ook Yasin weet dat de politiek niet te vertrouwen is. “De politici kennen onze situatie, want zij zijn degenen die ons op straat gooien. Onze acties doen we niet voor de mensen in de Tweede Kamer. De rest van de mensen weet niet veel over onze problemen. We moeten daarom op meer plekken samenkomen.”
Yasin en Pouri benadrukken dat meer gezamenlijke acties nodig zijn. “Eén actie heeft in Nederland nooit succes”, weet Pouri uit ervaring. “Langdurig protest is nodig. We moeten onze krachten bundelen. En we moeten lokaal organiseren. We moeten ons niet richten op één soort actie, alle acties verdienen solidariteit.” Yasin: “Alle vluchtelingen moeten zich verenigen. We moeten onze stem hard laten klinken. We hebben samen dezelfde problemen. Ik denk niet: ik ben Somaliër en jij niet. Dit zijn niet mijn persoonlijke problemen, het zijn onze collectieve problemen.” Solidariteit met Vluchtelingen Op Straat is broodnodig. Onder andere in de vorm van dit soort bijeenkomsten, artikelen en demonstraties.
Mariët van Bommel