Verplicht en onbetaald werken zullen ze, die werklozen…
Vraag: wat hebben Druten, Ede, Lochem, Vlagtwedde, Leiden, Den Haag, Amsterdam, Utrecht, Nijmegen, Roermond en te veel andere gemeenten met elkaar gemeen? Antwoord: dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden. Probleem: het wordt steeds normaler dat werklozen verplicht en onbetaald moeten werken, zonder arbeidscontract en zonder wat voor arbeidsrechten dan ook.
De 170 bijstandsgerechtigden van Druten worden vanaf 1 januari 2012 in principe allemaal aan de dwangarbeid gezet. Sinds 2006 houdt een zwerfvuilteam in die gemeente de straten en plantsoenen schoon. “Tot nu toe werkten we met vrijwilligers”, aldus Dorpslijst Druten-wethouder Jac van Dongen. “Die vrijblijvendheid verdwijnt. Mensen die wat kunnen, moeten wat gaan doen. Het gaat om klussen die betaald werk niet verdringen. Mensen die weigeren, kunnen rekenen op sancties.” De kille en opgefokte stoerdoenerij van Van Dongen is exemplarisch voor de houding van al die beleidsmakers en hun hielenlikkers die vandaag de dag vol vooroordelen van de daken schreeuwen dat werklozen niet langer meer langs de kant mogen blijven staan. Die lieden maken het leven van bijstandsgerechtigden zo zuur mogelijk, in een tijd van ernstige crisis waarin veel ontslagen vallen en steeds meer mensen door het afbraakbeleid er juist toe worden veroordeeld om achter de geraniums te zitten en op een houtje te bijten.
Ook de gemeente Ede blaast hoog van de toren dat de plaatselijke bijstandsgerechtigden verplicht worden gesteld om “een tegenprestatie” te leveren voor hun uitkering. In verband met bezuinigingen verdwijnen daar de laatste restjes gesubsidieerde arbeid, de zogeheten “vangnetbanen”. Dat sluit naadloos aan bij het ideologische spierballenoffensief van het kabinet Bruin I, waarin een bijstandsuitkering voortaan geen “vangnet” heet, maar een “springplank” naar werk. Naar banen die er niet zijn, wel te verstaan, of naar rechteloze dwangarbeid. Als doekje voor het bloeden geeft de gemeente Ede kinderen van bijstandsgezinnen warempel een computer. Maar dan wel zoveel mogelijk een tweedehands exemplaar. Ze leiden immers toch maar een derderangs bestaan.
Ook Utrecht zet bijstandsgerechtigden binnenkort verplicht en onbetaald aan het werk. Het college van B&W stelt wel de nadruk te willen leggen op het “participatiebevorderende” karakter daarvan. In het huidige repressieve klimaat tegen werklozen heet het al “participatiebevordering” als bijstandsgerechtigden worden gedwongen om sneeuw te ruimen, papiertjes te prikken, zakjes te plakken en sponsjes in te pakken. Met andere woorden: er is dwangarbeid genoeg. De Nijmeegse PvdA-wethouder Turgay Tankir twijfelt nog een beetje. “Langzaam schuif ik wel op in deze kwestie. Maar ik weet nog niet wat het meest verstandig is. Als we een tegenprestatie eisen, dan moet dat wel iets zinvols zijn en niet iets om mensen alleen maar bezig te houden.” Oftewel: binnenkort moeten bijstandsgerechtigden ook in Nijmegen zinloos, geestdodend en vernederend werk verrichten dat hen geen enkel uitzicht geeft op een betaalde baan. Wie niet werkt, die zal niet eten. Anders gezegd: kleerhangers sorteren of creperen. Die boodschap van het meest rechtse kabinet ooit wordt braaf nagepraat door de wethouders en ambtenaren van al die gemeenten waar de bestaanszekerheid van bijstandsgerechtigden zonder blikken of blozen op het spel wordt gezet. Werklozen aller gemeenten, klaag daarom die wethouders en ambtenaren aan wegens dwangarbeid!
Harry Westerink
Deze gemeenteambtenaren kunnen, omdat ze in dit dubieuze tijdsgewricht gedekt worden van hogerhand (het ministerie), nu eindelijk eens lekker ongestraft hun – onder normale omstandigheden keurig onderdrukte en diep verborgen – sadistische gevoelens botvieren op de mensen die van hen afhankelijk zijn.
Het Nederlandse dwangarbeid-beleid van de laatste jaren, dat per 1 januari nog verder wordt aangescherpt, is eigenlijk één langgerekt Milgram-experiment.
Eens zal hieraan echter een einde komen. Vroeger of later zal Nederland door het Europese Hof worden veroordeeld voor dit beleid. Ik kan me nu al voorstellen hoe al die meelopers bij de gemeenten, al deze ‘willing executioners’, zich dan bangelijk gaan verschuilen achter hun grote baas en hoe de stoerheid die ze nu nog tentoonspreiden uit hen wegdruipt als het vet uit een bijna opgebrande kaars.