Zonder papieren: Zwart werken, zwart rijden, zwart leven
In Nederland mag je niet zwart werken. Dat is verboden omdat het andere mensen benadeelt, stelt de overheid. De burgers zeggen allemaal heel hard te werken en veel belasting te betalen. Zo hopen ze het later beter te krijgen en een zorgeloos leven te kunnen leiden. Afgewezen vluchtelingen mogen helemaal niet werken, niet wit en ook niet zwart. Voor vluchtelingen die op straat zijn gezet en geen bron van inkomsten meer hebben, betekent een boterham met kaas al een luxe. Als ze berooid en uitgehongerd zijn, dan is de gevangenis vaak de enige plek waar ze nog wat te eten krijgen, vlak voordat ze worden uitgezet naar een land vol geweld en armoede.
De verblijfsaanvraag van de vluchteling die ik ontmoet tijdens het spreekuur van de Leidse steungroep De Fabel van de illegaal, werd afgewezen nadat hij een paar jaar in een troosteloos opvangcentrum had doorgebracht. Hij moest daarna op straat zien te overleven. Overal zocht hij werk, want hij had toch geld nodig om eten te kunnen kopen. Maar wie gaat een rechteloze en uitgesloten vluchteling aan een baan helpen? Zelfs migranten met verblijfsrecht en een hoge opleiding maken daar niet veel kans op. En de economische crisis heeft dat alleen maar verergerd. Eindelijk vond hij ergens zwart werk en leek er een beetje licht in zijn leven te verschijnen. Maar tijdens een razzia werd hij opgepakt door de politie. Het enige licht dat dag en nacht bleef schijnen hing aan het plafond van zijn cel in het uitzetcentrum. Daar bleef hij een paar maanden opgesloten. Hij bleek niet te kunnen worden uitgezet, waarna hij op straat werd gedumpt. Hij vroeg opnieuw asiel aan, maar mocht nu niet meer in een opvangcentrum verblijven. Weer moest hij zwerven en zwart werken. Toen hij zwart reed met het openbaar vervoer, werd hij gecontroleerd. Hij kreeg een boete die hij niet kon betalen. Weer werd hij gevangen gezet. Opnieuw kwam hij maanden later vrij. Wat moest hij beginnen? Hoe lang kon hij zo nog doorgaan? Zwart werken, zwart rijden, zwart leven. Zijn ondergrondse bestaan was duister en uitzichtloos.
De map met zijn dossier was inmiddels steeds dikker geworden. In en uit de illegalengevangenis, in en uit de asielprocedure, dat kostte hem maar liefst negen jaar. Na al die jaren was hij bitter teleurgesteld. Hij wilde niet meer worden opgesloten. Hij verlangde vurig naar een ander leven, want hij zat gevangen in de gekmakende cirkel van zwart werken, opgepakt worden, straf krijgen, opgesloten worden, op straat gegooid worden, zwart rijden, gecontroleerd worden, een boete krijgen, nog meer boete krijgen, nog meer gevangen zitten in het zwarte gat van het leven zonder verblijfsrecht. Hij besloot om hulp te zoeken bij de kerk. Daar gaven mensen hem gelukkig wat eten en ook onderdak, voor een tijdje. Zo kon hij stoppen met zwart werken en hoefde hij zichzelf niet meer aan het risico bloot te stellen dat de vreemdelingenpolitie hem weer zou betrappen op de werkvloer, alsof hard werken een misdaad is. In alle stilte en zo onopvallend mogelijk probeerden de mensen van de kerk hem te steunen, maar veel kerkgangers stemmen op partijen die het beleid tegen vluchtelingen als hij jaar in jaar uit verscherpen. Op de langere termijn is dat soort steun dan ook dweilen met de kraan open.
Hij maakte kennis met een nieuwe advocaat, die hem liet weten dat hij nog wel een kans zag voor hem. Die advocaat gaat proberen om voor elkaar te krijgen dat de straf die de vluchteling heeft gekregen wegens zwart werken en zwart rijden, geen rol meer speelt bij de beoordeling van een nieuwe verblijfsaanvraag. Als dat lukt, dan kan die aanvraag misschien een succes worden. Heel misschien. Ondertussen hoopt hij dat de kerk hem eten en onderdak blijft geven. Want hij wil geen zwart leven meer leiden.
Lili Irani