Noisejob: Welke weg?
De Iraanse vrouw stond bij het raam en ademde diep in. Sinds een jaar woonde ze in een asielzoekerscentrum. Samen met haar man en kinderen was ze gevlucht voor het moslimfundamentalistische regime in haar land, voor de strenge baardmannen die het leven van miljoenen Iraniërs maken en breken. Ze bedankte God dat ze na jarenlange onderdrukking eindelijk een beetje vrijheid kon proeven. Toen ze naar buiten tuurde, zag ze de wonderlijke huizen met de oranje daken die haar bij haar aankomst in Nederland zo waren opgevallen. Ze beeldde zich in dat ze met haar gezin in een van die huizen woonde. Al zo lang hunkerde ze naar voorspoed en geluk.
Haar man kwam binnen. Hij ging naast haar staan en vroeg waar ze naar keek. Ze vertelde hem voor de zoveelste keer over haar dromen. Haar ogen glansden. De ogen van haar man begonnen ook te schitteren. Maar in het huis met het oranje dak waar hij aan dacht, bevonden zich niet zijn vrouw en kinderen. Dat huis stond in een straat vol felrode verlichting en schaars geklede dames die hun lichaam open en bloot tentoonstelden en aanboden tegen betaling van een bedrag dat afhankelijk was van de diensten die de mannelijke bezoekers wensten.
Terwijl de vrouw peinsde, bleef in haar hart een fakkel branden, de hoop op verblijfsrecht en een veilig bestaan in een vrij en vredelievend land. Ze smeekte erom dat de immigratie-ambtenaren van de IND haar gezin asiel zouden geven. Ook haar man hoopte vurig dat hij in Nederland zou mogen blijven. Zo zou hij de zekerheid kunnen krijgen dat hij in het nieuwe land voortdurend zijn eigen pleziertjes zou kunnen najagen. Maar de asielaanvraag werd uiteindelijk afgewezen. Ze werden uit het asielzoekerscentrum gezet en raakten dakloos. Tot overmaat van ramp had de vrouw ook nog te horen gekregen dat haar man af en toe seks met prostituees had. Dat had hij in geuren en kleuren uit de doeken gedaan tegenover de echtgenoot van haar vriendin, die het aan zijn vrouw had doorverteld. “Maar ik doe zoiets niet, hoor”, had de man er nog aan toegevoegd. Haar vriendin zag zich genoodzaakt om haar erover in te lichten. Een gevoel van reddeloosheid overspoelde haar, gevolgd door mateloos verdriet.
De smerige verlangens van haar man zetten haar leven nog meer op zijn kop. Over welke pijn moest ze het eerst praten? Over het treurige verblijf in het asielzoekerscentrum, de afwijzing van haar verblijfsaanvraag en het ondergrondse bestaan in de illegaliteit? Over de zoektocht van haar echtgenoot naar plat genot, waarmee hij haar minachtte en vernederde? Ze wist niet meer welke weg ze moest gaan. Of haar leven blijven delen met deze man, in wie ze zo teleurgesteld was geraakt. Of als alleenstaande vrouw een toekomst opbouwen in een vreemd land waar ze niemand kende, behalve de vader van haar kinderen. Of terugkeren naar het land van de afschuwelijke baardmannen, waar in elk geval geen winkels bestaan met vrouwelijke koopwaar in de etalages.
Lili Irani