Activiste tegen Zwarte Piet zet Utrechtse scholen verder onder druk

Ruby Bridges, was in 1960 de eerste zwarte leerling van een voormalige whites only school in het zuiden van de VS.
Ruby Bridges was in 1960 de eerste zwarte leerling van een voormalige whites only-school in het zuiden van de VS.

Gisteravond heeft Rani Gupta, de vrouw die eerder bij het College voor de Rechten van de Mens een klacht indiende over de Zwarte Piet-figuur in het onderwijs, ingesproken bij een vergadering van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Daarmee verhoogde ze de druk op de Stichting Primair Onderwijs Utrecht (SPO), de koepelorganisatie die verantwoordelijk is voor 32 openbare basisscholen, waaronder die van Gupta’s jongste twee kinderen.

Meer dan dertig mensen luisterden ter plekke naar de krachtige toespraak van Gupta, die vooraf had gevraagd om tien minuten spreektijd maar slechts vijf minuten toegewezen had gekregen. Van alle SPO-scholen was er een vertegenwoordiger aanwezig. Daar zat geen enkele zwarte persoon bij. Sommigen waren leerkrachten, anderen ouders. De voorzitter van de medezeggenschapsraad merkte doodleuk op dat de laatste zes maanden “commotie” was ontstaan over Zwarte Piet, alsof het debat over de racistische karikatuur volkomen nieuw zou zijn. Maar zeker al vanaf de jaren zestig hebben vooral zwarte mensen volop kritiek geuit op de Zwarte Piet-figuur en er ook actie tegen gevoerd. Dat is door veel witten decennialang onder het vloerkleed geveegd. Maar sinds 2011 is de beweging tegen Zwarte Piet zozeer verdiept en verbreed dat de kritiek niet langer meer genegeerd en gebagatelliseerd kan worden.

Blackface-racisme

De voorzitter van de SPO wees op “de handreiking voor het Sinterklaasfeest” die de stichting in oktober heeft opgesteld en die is bedoeld om de SPO-scholen advies te geven over hoe men voortaan met het Sinterklaasfeest zou kunnen omgaan. “Bij de aanloop en vormgeving van het Sinterklaasfeest worden stereotyperingen van Zwarte Piet vermeden”, staat er als richtlijn in “de handreiking”. “Denk daarbij zowel aan het uiterlijk (geen karikatuur van iemand van Afrikaanse afkomst; wellicht meerdere kleurenpieten), de kleding (oorringen) als aan de rol (geen gebrekkig Nederlands sprekend noch domme of ondergeschikte rol) van Zwarte Piet.” Daaruit blijkt duidelijk dat de aanhoudende kritiek van Gupta door de SPO is opgepakt, in elk geval op papier. Dubieus blijft wel dat de SPO aan de ene kant vindt dat “stereotyperingen van Zwarte Piet” moeten worden vermeden, maar aan de kant ervan uit lijkt te gaan dat Zwarte Piet desondanks kan worden gehandhaafd, als die stereotyperingen maar zouden zijn verdwenen.

Maar de Zwarte Piet-figuur is een negatieve stereotypering en een racistische karikatuur op zich. Dat kan alleen worden “vermeden” door de figuur als zodanig af te schaffen. Essentieel daarbij is dat wordt gebroken met de blackface-traditie van het zwart schminken. Maar volgens Gupta is de SPO nog steeds van plan om vast te houden aan het gebruik van zwarte schmink en dus aan het handhaven van het blackface-racisme. Ze had de stichting eerder al nadrukkelijk gevraagd om te stoppen met het gebruik van zwarte en bruine schmink, waarop men onomwonden liet weten dat niet te willen.

Dat blijkt ook uit een brief van de adjunct-directeur van de school van haar kinderen. “Wij zijn van mening dat het goed is om als school negatieve stereotypering te vermijden en het Sinterklaasfeest te beschouwen als een viering voor én met elkaar”, zo begint het hoopvol. Maar dan vervolgt de adjunct-directeur met: “De aanpassingen die wij eerder als school gedaan hebben, zullen we handhaven en hanteren: 1. de Pieten hebben geen rode lippen of gouden oorbellen; 2. de Pieten worden niet weergegeven als dom of als knecht; 3. de werkbladen en/of knutselopdrachten worden bekeken en de afbeeldingen die daarop staan, zijn in lijn met bovenstaande kaders; 4. op school zingen we liedjes die een positieve typering van Sinterklaas en de Pieten geven.” Met andere woorden: het zwart schminken blijft gehandhaafd.

Farce

De stellingname op papier (“geen karikatuur van iemand van Afrikaanse afkomst”) staat dus in schrille tegenspraak met de bedoeling tussen de regels door, die erop neerkomt dat de karikatuur juist wordt gereproduceerd. Die vervelende dubbelzinnige houding komt waarschijnlijk voort uit de wens van de SPO om alle partijen in het debat tevreden te stellen door iedereen zogenaamd een beetje zijn zin te geven. Maar dat poldermodel werkt niet bij de bestrijding van racisme. Racisme bouw je niet af, maar schaf je af. Want een beetje, iets minder of een ander soort racisme is ook racisme.

Het viel Gupta op dat een aantal vertegenwoordigers van de Utrechtse scholen zich naar haar toe welwillend opstelde. Sommigen kozen zelfs openlijk haar kant, zoals een man die bekende dat hem onlangs de ogen waren geopend over het Zwarte Piet-racisme. Hij noemde “de handreiking” zelfs “een farce”, omdat het overduidelijk was opgezet als een poging om iedereen te vriend te houden en daardoor juist een nutteloze uitwerking had. Gupta was verheugd over zijn inbreng.

Hieronder de lange versie van de toespraak van Gupta, die ze moest inkorten omdat ze maar vijf minuten spreektijd kreeg.

Het College voor de Rechten van de Mens en de Working Group of experts on peoples of African descent van de Verenigde Naties beamen dat Zwarte Piet een racistisch onderdeel is van het Sinterklaasfeest. De Amsterdamse rechtbank kwam op 3 juli 2014 tot de conclusie dat de figuur van Zwarte Piet een negatieve stereotypering is van zwarte mensen. Die negatieve stereotypering leidt volgens de rechtbank tot een inbreuk op het privéleven van zwarte mensen. Het College voor de Rechten van de Mens, de VN-werkgroep en de Amsterdamse rechtbank zijn deskundig op het gebied van mensenrechten. Naast het standpunt van deze instellingen is het ook nog van belang om erop te wijzen dat in Nederland steeds meer mensen bedenkingen hebben gekregen tegen de Zwarte Piet-figuur. Steeds meer zwarte mensen geven aan dat ze zich gekwetst en vernederd voelen door die figuur. Steeds meer mensen, zowel witte als zwarte, staan op tegen het Zwarte Piet-racisme en eisen dat de figuur gaat verdwijnen, in die zin dat de racistische karikatuur wordt afgeschaft.

De vraag is: wat moeten scholen nu doen met Zwarte Piet om een discriminatievrije omgeving voor leerlingen te creëren? Naar mijn mening is het daarbij het belangrijkste dat de zwarte of bruine schmink niet langer meer wordt gebruikt, dus dat niet langer meer een zwart persoon wordt uitgebeeld, in karikaturale vorm. Ook het gedrag en de rest van het uiterlijk van de Piet-figuur moet zodanig veranderen dat die karikatuur volledig is verdwenen. Dus geen dom, kinderlijk en onnozel gedrag meer en ook geen kleding meer die stamt uit een tijd waarin huisslaven of een ander soort zwarte knechten dat soort kleding droegen.

Op de achtergrond een kindslaaf in de ons bekende Pieten-outfit.
Op de achtergrond een kindslaaf in de ons bekende Pieten-outfit.

Het uitbeelden van een negatieve stereotypering als Zwarte Piet is niet in het belang van kinderen. Het is niet in het belang van zwarte kinderen, omdat dat een gebrek aan respect laat zien en hen blootstelt aan discriminatie. En het is ook niet in het belang van witte kinderen, omdat zij (en de hele maatschappij om hen heen) er niet mee gebaat zijn om op te groeien met negatieve stereotyperingen en racistische karikaturen.

Scholen die ervoor kiezen om de gouden oorbellen en de rode lippenstift weliswaar te verbannen, maar de zwarte schmink te behouden, maken een leeg gebaar van schijntolerantie. Het verbannen van gouden oorbellen en rode lippenstift krijgt namelijk pas betekenis in combinatie met de zwarte of bruine schmink. In zijn geheel verwijst de Zwarte Piet-figuur naar de tijd van de transatlantische slavenhandel en slavernij. Die verwijzing moet ophouden, en wel door Zwarte Piet af te schaffen. De transatlantische slavernij was een misdaad tegen de mensheid en de menselijkheid, net zoals de Shoah een misdaad tegen de mensheid en de menselijkheid was. De transatlantische slavernij heeft honderden jaren geduurd. Het gaat om een bijzonder wrede geschiedenis. Mensen werden ontvoerd, van hun vrijheid beroofd, gebrandmerkt en als eigendom van andere mensen behandeld. Ze moesten dwangarbeid verrichten onder een regime van terreur. Kinderen werden van hun moeders en vaders weggerukt en als kindslaven verkocht op de slavenmarkten. Die geschiedenis heeft zich generaties lang herhaald. Nog steeds zijn de gevolgen daarvan merkbaar. Nog steeds moet dat verleden worden verwerkt. Daarbij past niet dat we jaarlijks een Sinterklaasfeest vieren met het racistische tafereel van een paternalistische witte baas en zijn blije, dommige en kinderlijke zwarte slaven. Zo’n tafereel bagatelliseert de wrede geschiedenis van een eeuwenlange misdaad tegen de mensheid.

Scholen hebben een grote verantwoordelijkheid bij het scheppen en in stand houden van een discriminatievrije omgeving. Ze moeten daarom kritisch evalueren of de maatregelen die ze op het gebied van het Sinterklaasfeest nemen, voldoende bijdragen aan een anti-racistisch klimaat in het onderwijs. Er zijn scholen en andere instellingen die zwart of bruin geschminkte Pieten vergezellen van andere soorten Pieten, zoals Kaaspieten en Stroopwafelpieten, alsof daardoor genoeg wordt ondernomen tegen het Zwarte Piet-racisme. Niets is minder waar. De zwart of bruin geschminkte Pieten worden immers niet minder racistisch door de aanwezigheid van bijvoorbeeld Kaaspieten en Stroopwafelpieten. Racisme bouw je niet af, racisme schaf je af.

Te zien in het Sinterklaas-journaal.
Te zien in het Sinterklaasjournaal.

De landelijke Sinterklaasintocht in Gouda op 15 november gaf scholen het slechte voorbeeld. Tijdens die intocht zongen de organisatoren zelfs het Sinterklaaslied met de tekst “Ook al ben ik zwart als roet, toch meen ik het goed”. Het is niet consequent en ook moreel laakbaar als scholen aan de ene kant proberen om de racistische karikatuur Zwarte Piet te vermijden, maar aan de andere kant de leerlingen laten kijken naar het Sinterklaasjournaal, als onderdeel van een les. Elke aflevering van het Sinterklaasjournaal begint met de racistische karikatuur. Scholen moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun keuzen. Ze moeten uitleg geven over waarom een bepaalde keuze niet racistisch zou zijn. Dat geldt ook voor de keuze om het Sinterklaasjournaal, dus inclusief de racistische karikatuur, aan leerlingen te laten zien als onderdeel van de les. Het Sinterklaasjournaal zet zwarte mensen in de vorm van Zwarte Pieten neer als onnozel, kinderlijk en onderdanig ten opzichte van een wijze witte baas, Sinterklaas. Scholen nemen een standpunt in als ze ervoor kiezen om het Sinterklaasjournaal aan kinderen te tonen.

Ruby Bridges moest tussen woeste racisten door lopen op weg naar school.
Ruby Bridges moest tussen woeste racisten door lopen op weg naar school.

Dit is geen neutraal debat waarbij een middenweg gevonden moet worden tussen racisme en anti-racisme. Racisme is immers geen mening, maar een misdaad. Scholen moeten zich bewust worden van racisme in het onderwijs en de noodzaak zien om dat te bestrijden. Ze dienen onvoorwaardelijk positie te kiezen tegen Zwarte Piet. Niet vergeten mag worden dat leerkrachten het mis kunnen hebben. In 1960 weigerden vrijwel alle leerkrachten van een school in New Orleans om les te geven aan een zwarte leerling. Allemaal, behalve één. De segregatie was toen net afgeschaft, en de eerste zwarte leerling die in het zuiden van de Verenigde Staten les kreeg op de voormalige “whites only” William Frantz-school heette Ruby Bridges. Achteraf zagen de weigerende leerkrachten dat hun gedrag racistisch was. Nederlandse scholen moeten niet het risico willen lopen dat ze pas achteraf, dus pas in 2015 of nog later, moeten toegeven dat Zwarte Piet racistisch is, dus verkeerd. Ik sluit af met een citaat van Ruby Bridges: “Racism is a grown-up disease and we must stop using our children to spread it.”

Rani Gupta is een schuilnaam.

Harry Westerink