Activisten in Afrika protesteren tegen Europese migratiebeheersing

Alassane Dicko.
Alassane Dicko.

De Europese beleidsmakers op het gebied van migratiebeheersing proberen niet alleen Turkije voor hun karretje te spannen. Ook met Afrikaanse landen wil de EU “deals” afsluiten om zoveel mogelijk te voorkomen dat “ongewenste” migranten en vluchtelingen Europa bereiken en om mensen zonder verblijfsrecht gemakkelijker te kunnen deporteren naar hun land van herkomst. Activisten uit diverse Afrikaanse landen leveren forse kritiek op dat soort akkoorden.

Een tamelijk recent voorbeeld van dergelijke “deals” is het migratie-akkoord dat in november 2015 in Valetta op Malta werd afgesloten tussen de EU en een aantal Afrikaanse landen. Onder zware druk zegden de Afrikaanse regeringen toen toe om hun grenzen te sluiten als doorgangsroute voor vluchtelingen uit andere Afrikaanse landen. Ook dwong de EU af dat de Afrikaanse landen vaker de eigen staatsburgers zouden gaan “terugnemen” die zich zonder verblijfsrecht in Europa bevinden. Daarvoor zou de EU die regeringen gaan belonen met een noodfonds van twee miljard euro voor ontwikkelingsprojecten. Tijdens de Valetta-top en ook daarna riepen Afrique-Europe Interact (AEI) en andere mensenrechtenorganisaties op om dit soort plannen af te wijzen, omdat ze uitsluitend en onvoorwaardelijk uitgaan van de belangen van de EU en zijn politiek van migratiebeheersing.

Schandpaal

AEI is een transnationaal georganiseerd netwerk dat in 2010 werd opgericht. Het heeft twee doelen: ten eerste het aan de schandpaal nagelen van het Europese migratiebeheersingsbeleid, en ten tweede het aandacht vragen voor de structurele redenen waarom mensen migreren en voor de noodzaak om een zelfbepaald leven te kunnen leiden. Voor AEI staat een duurzame ontwikkeling van de gehele bevolking voorop, evenals respect voor de rechten van migranten en vluchtelingen. Bij het netwerk zijn activisten van onderop aangesloten uit Mali, Togo, Duitsland, Oostenrijk en Nederland. Velen van hen zijn migranten en vluchtelingen. Vanuit Nederland zijn activisten van de organisatie All included bij het netwerk betrokken. Op 13 september organiseerde All Included een bijeenkomst met Alassane Dicko uit Mali. Dicko is actief binnen de Malinese sectie van AEI. Eerder was hij secretaris van de Association Malienne des Expulsés, een belangenorganisatie van en voor mensen die zijn gedeporteerd. AEI ondersteunt ook acties tegen de militarisering van de Europese buitengrenzen, onder meer tegen Frontex.

Met een belangrijke open brief richtte AEI zich in november 2015 tot de Afrikaanse regeringen. Zij zouden volgens AEI voortaan resoluut moeten weigeren om de rol te spelen van grenspolitie in dienst van het Europese migratiebeheersingsbeleid. “Zeg nee!”, aldus AEI, “tegen elk beleid dat is gericht op het sluiten van de grenzen aan de periferie van de EU, en dat vluchtelingen en migranten – zowel mannen als vrouwen – dwingt gevaarlijke land- en zeeroutes te nemen. En nee! tegen de steeds hardere militaristische maatregelen die genomen worden om mensen te verhinderen de EU binnen te komen (zoals bijvoorbeeld de operatie EUNFVOR aan de Libische kust). Duizenden dode Afrikanen vormen een verschrikkelijke catastrofe voor de betrokken families, vrienden en buurten. De voortdurende externalisering en dus afschaffing van de bescherming van vluchtelingen moet tegemoet getreden worden met vastbesloten weerstand. Enorme vluchtelingenkampen, zoals bijvoorbeeld gepland in Niger, kunnen het probleem niet oplossen – ook omdat Niger bekend staat als de armste economie van de wereld. In plaats van een oplossing zullen ze een catastrofe worden, vergelijkbaar met de zogenaamde ‘hotspots’ op Lampedusa, het Griekse eiland Lesbos of aan de Servische grens. In dit kader willen we ook een beroep doen op de Noord-Afrikaanse landen om af te zien van hun rol als grenspolitie voor de EU. De verschrikkelijke taferelen bij de hekken van Melilla en Ceuta en de deportaties naar woestijngebieden vertrappen het idee van transafrikaanse solidariteit. En hetzelfde gold voor de dramatische ervaringen met het kamp Choucha op de grens tussen Tunesië en Libië (2011-2014).”

Deportatiemachine

AEI dringt er bij de Afrikaanse regeringen ook op aan om niet mee te werken aan de Europese deportatiemachine. “Zeg nee! tegen elke vorm van gedwongen repatriëring vanuit Noord-Afrika of Europa – teken geen overname-overeenkomst of overeenkomsten over de erkenning van EU-transitpaspoorten (“laisser passers”). De echte donoren zijn de vrouwelijke en mannelijke migranten, die ondanks hun vaak zeer precaire bestaan, meer geld naar Afrika overmaken dan alle ontwikkelingshulp van de industriële landen tezamen. De nu in het vooruitzicht gestelde verdubbeling van het aantal legitieme visa – onder andere aan Afrikaanse studenten – is een grap, en biedt geen echte oplossing voor de werkelijke behoeften van Afrikaanse migranten als het gaat om adequate opleiding en arbeidsomstandigheden.”

Tot slot laat AEI in de open brief een “krachtig ja!” horen, “een ja dat aan de ene kant solidariteit wil bereiken en een eerlijke regeling van de belangen van Afrika en Europa (systematisch rekening houdend met de Europese historische verantwoordelijkheid voor de lange termijn-gevolgen van de slavernij, het kolonialisme en de klimaatverandering), en aan de andere kant het bewerkstelligen van vrije beweging van personen en duurzame mensenrechten. Het kan niet genoeg benadrukt worden dat het niet mogelijk is om mobiliteit te beheersen of te stoppen! In plaats daarvan zou moeten worden benadrukt dat de enige effectieve alternatief voor het afdichten van de grenzen en deportatie bestaat uit ongehinderde en/of circulaire migratie, zoals die al decennia en eeuwen cultureel diep geworteld is in alle Afrikaanse regio’s.”

Koehandel

Tijdens een regeringsbijeenkomst van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) begin 2016 namen tien ngo’s uit West-Afrika het initiatief om de “Observatoire Ouest Africain des Migrations” op te zetten, een monitoring van het Valetta-actieplan. De ngo’s brachten naar voren dat de eis van “migratiemanagement” de ECOWAS enorme schade zou toebrengen. Het overgrote deel van de West-Afrikaanse migranten migreert namelijk naar een ander ECOWAS-land. En door het Valetta-akkoord dreigt die interne West-Afrikaanse migratie zoveel mogelijk aan banden te worden gelegd, omdat de regeringen die het akkoord hebben ondertekend, zich ertoe verplichten om geen doorgangsroute te vormen voor mensen uit andere West-Afrikaanse landen. Als West-Afrikaanse staten het onder druk van de EU voor de eigen staatsburgers moeilijker maken om te migreren naar buurlanden, dan kunnen die mensen nog moeilijker vluchten voor armoede, oorlog en ander geweld. Uiteindelijk kunnen ze dan ook moeilijker de buitengrenzen van Europa bereiken. En daar gaat het de EU-beleidsmakers om.

In de eerste helft van 2016 was Nederland voorzitter van de EU. In april 2016 deelde PvdA-minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders in diverse Afrikaanse landen Valetta-ontwikkelingsgeld uit, in ruil voor toezeggingen om migratie vanuit Afrika naar Europa verder in te perken. Door activistische druk vanuit de bevolking had de Malinese regering tot dan toe nooit een “terugname-overeenkomst” ondertekend. Want de inkomsten uit migratie zijn voor de Malinezen essentieel. Maar Koenders kreeg het toch voor elkaar om de Malinese premier om te kopen. Het schijnt dat de Malinese regering heeft toegezegd om “immigratiemissies” te sturen naar Europese detentiecentra. Die missies moeten uit te zetten mensen zonder verblijfsrecht gaan identificeren, zodat ze gemakkelijker kunnen worden gedeporteerd. Ook zou Mali met de EU zijn overeengekomen om de grenscontroles te versterken en mensensmokkel tegen te gaan. Tegen dit soort vormen van koehandel rijst in West-Afrika flink wat protest. Het is duidelijk wat er hier, in Europa, en daar, in Afrika, moet gebeuren: de strijd van onderop versterken tegen de smerige EU-politiek van migratiebeheersing.

Harry Westerink