Baudet, Europa, democratie, deel 2+3
Baudets democratie-opvatting is echter geen gezond alternatief, wegens de manier waarop daar ‘Het Volk’ wordt opgevoerd als nationaal subject met lichtelijk totalitaire eenheids-implicaties. Wat Baudet – en andere voorstanders van die “rauwe, ontketende democratie” – willen, is niet zozeer als directe democratie, maar als plebiscitaire democratie te bestempelen. ‘Het Volk’ kan zich daarin keer op keer via een plebisciet, een volksuitspraak of referendum, uitspreken over van alles en nog wat. De formulering van eisen en programma’s ligt echter niet in handen van de bevolking zelf, maar van – ik noem maar iets – een partij met maar één lid en een fractie die doet wat dat lid zegt. Een echt directe democratie is het helemaal niet. Hoezeer de rol van gekozen politici, van een parlement als vertegenwoordigend orgaan ook wordt gerelativeerd ten gunste van ‘het Volk’, toch is het niet de menigte mensen die tot dat ‘Volk’ worden gerekend die de teugels in handen heeft. Nee, de Leider weet wat het volk wil! Het volk hoeft hem (of haar: soms heet ze Rita, niet Pim of Geert) alleen maar aan te wijzen. Die leider vertegenwoordigt in zijn of haar persoon dus dat volk. Representatie, demagogisch de voordeur uitgewerkt door de minachting op die trage politiek die niet luistert, is via de achterdeur in gemystificeerde vorm weer teruggekeerd.
Peter Storm in Baudet, Europa, democratie, deel 2 en Baudet, Europa, democratie, deel 3 (Ravotr)