Europees comité veroordeelt dakloos maken van gezinnen zonder verblijfsrecht
Kinderen hebben recht op bescherming en die vind je niet op straat. Dat is de conclusie van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) over een klacht die de kinder-rechtenorganisaties Defence for Children International (DCI), UNICEF Nederland en het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt (LOS) tegen de Nederlandse staat hadden ingediend. Het comité oordeelde onlangs dat de overheid illegaal gemaakte gezinnen met kinderen niet op straat mag zetten. DCI ziet in de uitspraak de definitieve erkenning van het recht op onderdak voor kinderen zonder verblijfsrecht.
Al jarenlang worden afgewezen vluchtelingen- en migrantengezinnen op straat gezet, vanuit gevangenissen, asielzoekerscentra, gemeentelijke noodopvangen, en andere onderdakvoorzieningen. Ze worden aan hun lot overgelaten en moeten dan maar zien hoe ze zich redden. Het ECSR heeft Nederland daarvoor op de vingers getikt, en beslist dat de overheid de verantwoordelijkheid moet nemen voor opvang van gezinnen zonder verblijfsrecht. Het comité laat daarbij nadrukkelijk weten dat die “opvang” niet mag inhouden dat dakloze gezinnen voortaan worden opgesloten in illegalengevangenissen.
Volgens het ECSR is het in strijd met de menselijke waardigheid om kinderen op straat te zetten. Het vereiste van waardigheid bij onderdak wil zeggen dat huisvesting veilig, gezond en hygiënisch moet zijn met respect voor het privé- en familieleven van de bewoners, aldus het comité. Tegen de uitspraak kan geen beroep worden ingesteld. Dakloze gezinnen met kinderen zonder verblijfsrecht en steungroepen voor illegalen kunnen vanaf nu met de uitspraak in de hand bij de overheid huisvesting gaan eisen. Voor DCI vormt de terechtwijzing van het ECSR het startsein om te gaan werken aan humane opvang voor uitgeprocedeerde gezinnen. De uitspraak is in elk geval een extra drukmiddel in de strijd tegen maatschappelijke uitsluiting van illegalen.
Harry Westerink