De problematische reacties van links op het antisemitisme van cabaretier Dieudonné
De Franse overheid heeft onlangs een aantal optredens van de omstreden cabaretier Dieudonné verboden wegens antisemitisme. Zijn omstreden “quenelle”-groet kreeg veel navolging en dat maakte een heleboel los. Een kritiek op de problematische reacties van een flink deel van Frans radicaal-links op Dieudonné’s antisemitisme.
Nederlandstalige lezers weten inmiddels waarschijnlijk al heel wat over Dieudonné, de Afrikaans-Franse stand-up comedian die in 1997 een parallelle politieke carrière begon door zich in Dreux verkiesbaar te stellen tegenover het extreem-rechtse Front National (FN). In 2002 lukte het hem niet om deel te nemen aan de presidentsverkiezingen, maar in 2004 en 2009 stond hij op “pro-Palestijnse” lijsten bij de Europese verkiezingen. Hij werd in 2006 een goede vriend van de toenmalige FN-leider Jean-Marie le Pen en zijn gezin, ontmoette de Venezolaanse president Hugo Chavez in datzelfde jaar, de Iraanse president Ahmadinejad in 2009, de Libische dictator Moammar Kadhafi in 2011, enzovoorts. Alle lezers weten waarschijnlijk wel dat hij een goede zakenman is die drieënveertig euro (bijna zes keer het minimumuurloon) vraagt om zijn belabberde “grappen” tegen joden, homo’s, vrouwen enzovoorts te mogen komen beluisteren.
Wat minder bekend is, is dat zijn “humor” altijd heel dubbelzinnig en zelfs dubieus is geweest, dat zijn vorm van anti-zionisme heel gebruikelijk is in pro-Palestijnse, anarchistische en radicaal-linkse kringen, dat zijn antisemitisme (hoewel op minder beledigende manieren) vrij gebruikelijk is bij anti-globalisten en radicaal-linkse militanten, dat zijn verdediging van de vrijheid van meningsuiting voor fascisten vaak is geformuleerd in precies dezelfde bewoordingen die ook worden gebruikt door de zogenaamde linkse intellectuelen (Chomsky, Bricmont, Collon, enzovoorts), en ook in samenwerking met beroemde (beruchte) Holocaust-ontkenners (Faurisson, Guillaume, enzovoorts). Het onderwerp is zeer complex, maar ik wil me in dit korte artikel beperken tot zes opmerkingen.
1. In Frankrijk is anti-racistische humor is al lang zeer dubieus. Tot eind jaren zeventig waren de stand- up comedians voor negenennegentig procent “autochtoon” en die gaven niet om racisme. Sindsdien zijn diverse generaties van Afrikaans-Franse en Maghrebijns-Franse cabaretiers verschenen op het podium en op tv, en die hadden als belangrijkste thema van hun shows racisme en conflicten tussen de zogenaamde “etnische” of nationale “gemeenschappen” in Frankrijk . Ze bekritiseerden het Front National, stelden de partij van Le Pen soms gelijk met het fascisme, probeerden een Maghrebijnse, Afrikaanse en Caribische kritische visie op de Franse samenleving te bieden, maar ze durfden nooit kritiek te leveren op de fundamenten van het racisme, de iconen van het Franse nationalisme, de vermeende superioriteit van het “Franse integratiemodel”, de Franse gastronomische reputatie, de vermeende Franse seksuele superioriteit – allemaal elementen van de Franse arrogantie die vaak worden geportretteerd door Angelsaksische cabaretiers. Racisten werden altijd afgeschilderd als domme individuen uit de arbeidersklasse, maar bijna nooit als rotte bourgeois-types, politici en intellectuelen.
2. Sinds de vroege jaren tachtig werden er diverse pogingen ondernomen om joodse, islamitische, Caribische, Afrikaanse en Arabische “gemeenschappen” te organiseren en naar rechts te duwen. Aan joodse zijde ging het om enkele toonaangevende intellectuelen of leden van de Conseil Représentatif des Institutions juives de France (CRIF, verband van Joodse organisaties in Frankrijk), aan de zijde van andere “minderheden” om de stand-up comedian Dieudonné, de KA Tribe (racistische Zwarte Afrikaanse groep), de Antizionist Party (een coalitie van Franse fascisten, een anti-zionistische rabbijn en sjiitische moslims die door Iran werden gefinancierd), Les Indigènes de la République (een campagne tegen de “zionistische overheersing van de Franse media”), Europalestine (die de twijfelachtige “anti-zionistische” jazzmuzikant Gilad Atzmon welkom heetten). Allemaal hebben ze geprobeerd om eigen geschiedenissen te ontwikkelen voor hun “gemeenschappen”: de joden claimen het unieke karakter van de judeocide, de leden van andere minderheden stellen de westerse slavernij en kolonisatie en het permanente Israëlische kolonisatieproces van Palestina aan de kaak. In dat heterogene “anti-zionistische” universum met een sterke antisemitische subtekst, heeft Dieudonné geprobeerd om de rol te spelen van een soort Franse Farakhan (hij maakt veel lawaai over het verleden van de slavernij, maar zwijgt over de Franse militaire interventies in Afrika, en hij probeert Afrikaans-Franse en Maghrebijns-Franse jongeren te mobiliseren die het gevoel hebben dat de islam in Frankrijk wordt gediscrimineerd), terwijl de rechtse Joodse advocaten (Gilles William Goldnagel, Arno Klarsfeld ) en filosofen (Alain Finkielkraut, Shmuel Trigano) doen wat ze kunnen om de islam te criminaliseren en het krankzinnige idee te verspreiden dat “anti-wit” racisme groeit in Afrikaans-Franse en Maghrebijns-Franse “gemeenschappen”.
3. Slechts enkele Franse Holocaust-ontkenners kwamen uit “ultra-linkse” kringen, maar die hebben wel de weg vrijgemaakt voor de groei van een nieuwe vorm van antisemitisme/anti-zionisme: het gelijkstellen van Israël en het nazisme. Radicaal-links is niet in staat geweest om deze criminele gelijkstelling onderuit te halen. Bijvoorbeeld toen Dieudonné in 2004, verkleed als een orthodoxe jood, de Hitlergroet bracht en “Isra-Heil” riep op een Franse tv-show, leverde de trotskistische krant “Lutte ouvrière” heel voorzichtige kritiek: “Deze waardeloze en van slechte smaak getuigende schets, die de goede trouw kan beledigen van joden en niet-joden die het Israelische beleid veroordelen” (“Ce mauvais sketch d’un mauvais goût certain, qui a pu choquer de bonne foi des Juifs et des non-Juifs qui condamnent la politique de l’État israélien”), en concludeerde: “Hoe dan ook, niets rechtvaardigt het volksgericht dat hem treft. Dieudonné is vrijwel, zo niet officieel, verbannen van de televisie.” (“Dans tout cela, rien ne justifie l’ostracisme qui le frappe: Dieudonné est pratiquement, sinon officiellement, interdit d’antenne à la télévision publique.”) Het gelijkstellen van nazisme met Israël was in 2004 slechts een “slechte grap” voor Lutte ouvrière, dat naast het tentoonspreiden van deze verschrikkelijke politieke blindheid, ook nog eens de leugens van Dieudonné herhaalde over zijn vermeende “verbod”. (Na zijn nazi-groet werd hij in werkelijkheid heel veel uitgenodigd op de Franse tv en radio, en hij organiseerde shows in heel Frankrijk.) Het duurde acht jaar voordat Lutte ouvrière doorkreeg dat “de antisemitische standpunten van Dieudonné weerzinwekkend zijn, ongeacht hoe sommige mensen proberen ze te rechtvaardigen en te bagatelliseren. Sommige mensen doen alsof hij slechts grappen maakt, of vinden dat zijn woorden moeten worden beschermd door de vrijheid van meningsuiting.” (“Les prises de positions antisémites de Dieudonné sont révoltantes, quelle que soit la façon dont on essaye de les justifier et de les banaliser. Certains font mine de prétendre qu’il ne s’agirait que de traits d’humour, ou de simples propos qui, en fin de compte, relèveraient de la seule liberté d’opinion et d’expression.”)
Sommige anarchisten toonden een nog waardelozer oordeelsvermogen dan Lutte ouvrière, zoals blijkt uit de tekst “Ni matraque ni quenelle. De quoi Dieudonné est-il le nom?” van de Anti-Fascistische Actie Nantes. Daarin staat dat:
– de aanvallen tegen Dieudonné “op precies hetzelfde moment” in de media kwamen als de nieuwe Israëlische agressie in Palestina. (Het zal moeilijk worden om een beter voorbeeld te vinden van antisemitisch anti-zionisme!)
– de “quenelle” samenhangt met het “fist fucking”-gebaar en met de Hitlergroet. (In dezelfde tekst realiseren de auteurs zich overigens plotseling dat ze zo simpelweg onzin verkondigen en geven dan weer toe dat het gebaar dubbelzinnig is en potentieel antisemitisch.)
– dat de eerder genoemde rechtse advocaat Arno Klarsfeld tevens reservist zou zijn van het Israëlische leger, de Tsahal. (Het is vreemd hoe anti-nationalistische anarchisten onbewust met hun vinger een jood kunnen aanwijzen als lid van een potentiële vijfde colonne.)
De mensen die al die jaren hebben gezwegen over het antisemitische anti-zionisme van Dieudonné en die nu plotseling gaan roepen dat ze op straat gaan mobiliseren tegen hem en zijn ideeën, en dat men niet moet vertrouwen op de (overigens zeer milde) staatsrepressie tegen hem, die kunnen we niet vertrouwen. We zullen zien of degenen die de minister van Binnenlandse Zaken Manuel Valls en Dieudonné in dezelfde vuilnisbak gooien, morgen actief worden om de rechten te verdedigen van illegale arbeidsmigranten. Ik heb zo mijn twijfels over hun radicale houding. Hoe dan ook, het slappe tikje dat de staat geeft op de vingers van Dieudonné hoeven we niet goed te keuren, noch te veroordelen. Om een uitdrukking van een van de vrienden van Dieudonné herhalen: het is echt “slechts een detail” van de Franse politiek.
4. Het anti-fascisme in Frankrijk verkeert in een slechte staat: in radicaal-linkse en anarchistische kringen heerst er zowel een overschatting van het fascisme (sommige radicalen of anarchisten denken dat we als gevolg van de economische crisis terug gaan naar de jaren dertig) als een grove onderschatting van het fascisme (zelfs als het Front National geen klassieke en zuivere fascistische partij is, dan kan zij wel een voedingsbodem creëren voor een nieuwe vorm van fascisme, of voor een nieuwe taakverdeling tussen de “nationaal-populistische” partijen die electoraal actief zijn aan de ene kant, en aan de andere kant de traditionele gewelddadige fascistische groepjes die het vuile werk zouden doen – het aanvallen of vermoorden van militanten, het terroriseren van de arbeidersbeweging, het breken van stakingen en demonstraties -, beschermd door hun institutionele nationaal-populistische bondgenoten).
5. De vrijheid van meningsuiting is een belangrijk thema geworden van extreem-rechts: het linkse milieu, waaronder de Franse Anarchistische Federatie, is niet in staat gebleken om die hypocriete en ongebruikelijke eis van de fascisten te ontmaskeren. Het thema van de vrije meningsuiting is heel gebruikelijk bij de anti-globaliseringsbeweging, de Indignados, de Occupy Wall Street-beweging, enzovoorts. Ook al is het nu trendy om iedereen te laten spreken en met iedereen in gesprek te gaan, omdat alle meningen gelijk zijn, toch kunnen we georganiseerde fascisten of fascistische “denkers” niet de vrijheid geven om zich te uiten bij demonstraties, op discussiebijeenkomsten, bij internationale tegentoppen, enzovoorts.
De reacties van de Nieuwe Anti-kapitalistische Partij (NPA) over de recente wettelijke maatregelen die zijn genomen tegen Dieudonné, volgen dezelfde trend als de gemiddelde anti-globaliseringsbeweging. Deze uiterst linkse partij (waarin veel trotskisten actief zijn wier organisatie in 1973 werd verboden omdat de militanten ervan op straat vochten tegen de Franse fascisten) is tegen de staatsrepressie tegen een antisemitische, holocaust-ontkennende en pro-fascistische stand-up comedian als Dieudonné. De NPA wordt momenteel voornamelijk in beslag genomen door de resultaten van de toekomstige gemeentelijke en Europese verkiezingen, en die zouden, volgens hun eigen krant, verschuiven in het voordeel van het Front Nationaal door het kleine en tijdelijke verbod op de shows van Dieudonné.
Maar ik ga niet huilen als Dieudonné geld verliest, ook niet als hij in de gevangenis wordt gegooid wegens zijn antisemitische en fascistische propaganda. Ik vind niet dat zijn ideeën slechts ideeën zijn: in Frankrijk worden racisme, holocaust-ontkenning en antisemitisme beschouwd als een misdaad, en niet als ideeën waarover open gediscussieerd kan worden. Dat is wat de fascisten en de holocaust-ontkenners stoort, evenals een aantal liberalen en anarchisten die doen alsof ze een “absolute vrijheid van meningsuiting” verdedigen.
Op geen enkele manier zal ik samen protesteren met de verdedigers van Dieudonné of gebruik maken van dezelfde argumenten. En ik weiger nadrukkelijk te discussiëren met welke militante fascist, racist of nazi dan ook. Bricmont, Chomsky en mensen als Plantu (een cartoonist die lid is van het “Cartooning for Peace”-initiatief dat wordt ondersteund door Kofi Annan) menen dat we rustig moeten discussiëren met fascisten, Holocaust-ontkenners en racisten. Een dergelijke houding kan alleen maar leiden tot het legitimeren van fascistische ideeën, en dat is precies waar de fascisten zich op richten.
Voor wat betreft de radicaal-linkse en anarchistische groepen: die zijn zelf nooit voor een absolute vrijheid van meningsuiting binnen de eigen organisaties geweest. Ze verdrijven hun tegenstanders, belasteren hen soms en bedreigen hen zelfs fysiek. In sociale bewegingen hebben ze vaak de neiging om op ondemocratische wijze de controle over te nemen over stakingscomité’s, studentenplatforms, vakbonden, enzovoorts, omdat ze denken dat ze de juiste lijn voorstaan. Ik betwijfel of ze de absolute vrijheid van meningsuiting van hun reactionaire tegenstanders zouden verdedigen als er een socialistische revolutie uit zou breken. De bolsjewieken lieten de aanhangers van de tsaar of zelfs de gematigde mensjewieken, en zeker de anarchisten, niet vrij spreken en schrijven. Evenmin heeft de Spaanse anarchistische CNT de Franco-aanhangers vrij hun reactionaire propaganda laten verspreiden. Dus waarom zouden we vandaag de dag aanspraak maken op een absolute vrijheid meningsuiting voor onze klassevijanden als onze “rolmodellen” uit het verleden die positie ook niet verdedigden, en als we morgen zelf klaar zullen staan om deze absolute vrijheid te beperken?
6. Volgens diverse peilingen en onderzoeken vertonen alle moslimgemeenschappen in Europa een hoger percentage antisemitisme, over het algemeen het dubbele van de “autochtonen”, zeker als men de “autochtone” jeugd vergelijkt met de tweede en derde generatie “islamitische jeugd”. Dat verklaart deels waarom het publiek van Dieudonné zo gemengd is, zo typisch voor de “zwarte, witte en Arabische” jeugd. De vraagstukken van het antisemitisme en de groei van nationalistische en fascistische ideeën onder “autochtone” en “allochtone” arbeiders gaan ons nog lang lastigvallen als we ze niet serieus gaan nemen.
Yves Coleman
Coleman is redacteur van het blad “Ni patrie ni frontières”. Hij schreef dit artikel op verzoek van de Britse Alliance for Workers’ Liberty (AWL) en het werd uit het Engels vertaald door Eric Krebbers. Meer over antisemitisme in Frankrijk lees je in Colemans eerdere artikel “Frankrijk: zal radicaal-links iets leren van de antisemitische moorden in Toulouse?”
De beschrijving van het standpunt van de NPA is nogal eenzijdig. Zij hebben in hun verklaringen dat zij tegenstander zijn van het verbod ook altijd benadrukt dat sociale bewegingen en links zich moet verzetten tegen racisme als dat van Dieudonne.
Dat de NPA hoopt dat hun resultaten verbeterd zullen worden door een verbod op Dieudonne heb ik nergens gelezen, ik snap niet waar dat vandaan komt.
Er staan veel goede punten in het artikel, maar zeggen dat Chomsky niet links is omdat hij vind dat de staat geen mening zou moeten verbieden vind ik wel een vreemde opmerking. Als anarchisten strijden we tegen de staat, maar als de staat repressie uitoefent tegen antisemieten dan is diezelfde staat ineens onze vriend? Precies dezelfde repressie en verboden worden door de staat ook tegen links gebruikt. Ik juich allerlei acties tegen racisme en antisemitisme toe, maar ik zal nooit juichen voor een staat die zaken verbied, zelfs niet als het om shows van Dieudonné gaat.
Dat betekent niet dat je alle ruimte aan Dieudonné moet bieden, of over zijn ideeën een serieuze discussie hoeft te beginnen. Daar ben ik geen voorstande rvan. Maar de auteur stelt dat je óf moet juichen voor staatsrepressie, óf dat je de ideeën van Dieudonné verheerlijkt. Die tegenstelling is echter niet absoluut.
(De andere opmerking van de auteur over anarchisten zijn te belachelijk om er uberhaupt op in te gaan.)
Waar staat dat met zoveel woorden? Er staat ‘zogenaamd links’ in een opsomming. Misschien komt het voor een Nederlandse lezer vreemd over dat een Franse scribent Chomsky niet (meer) als links ziet, dit legt hij echter uit: De notie ‘vrijheid van meningsuiting über alles’ is een rechts speerpunt geworden, dus aanhangers daarvan bevinden zich in op zijn minst xenofobisch gezelschap (ook in Nederland). In Nederland is Chomsky’s vreemde handelswijze tijdens de ‘Affaire Faurisson’ in 1979 nagenoeg onbekend, in Frankrijk is het hem nog steeds niet vergeven. Auteur dezes heeft sindsdien ook moeite met in Chomsky een linkse intellectueel te zien, hoewel in haar ogen het predicaat ‘intellectueel’ meer verbleekt is dan het ‘links’.
Trouwens denk ik ook dat het verbieden van shows van Dieudonné hem alleen maar zuurstof geeft zichzelf als slachtoffer van staatsrepressie te presenteren en daarmee met De Macht Van Joden te schermen (over jullie, katholieken en moslims mag alles gezegd worden, maar ‘bekritiseren we eens een jood, dan mag dat niet!’ yadayadayada)
Via Facebook verzocht Eric van Doorbraak om nog wat te zeggen over de opmerkingen over anarchisten in het artikel van Yves Coleman. Tja, zoals ik eerder reageerde zijn de karikaturen van Coleman over anarchisten zo overdreven dat het lastig is om ze serieus te nemen. Laat staan er ook een serieus antwoord op te formuleren. Maar omdat ik Doorbraak hoog heb zitten als organisatie zal ik wat korte opmerkingen maken.
Nadat Coleman eerst aangeeft dat het (eventueel) verbieden van publieke optredens van Dieudonné slechts een detail van de politiek is, maakt hij verderop in zijn artikel toch een aantal uitgebreide punten over vrijheid van meningsuiting. Punten die vrij centraal zijn voor zijn artikel (een betoog is het nauwelijks).
Na zijn eerste opmerking over staatsbemoeienis met het uiten van meningen als een detail, verwart Coleman direct een sympathie voor vrijheid van meningsuitting met een oproep om iedereen (en dus ook fascisten) maar op linkse bijeenkomsten en demonstraties te laten spreken.
Vervolgens noemt hij anarchisten in één adem met fascisten en holocaustontkenners. Noam Chomsky bijvoorbeeld is een ‘zogenaamd linkse’ intellectueel die samen zou werken met holocaustontkenners en graag met fascisten zou discussiëren.
Tenslotte vind hij dat alle andere anarchisten en radicaal-linksen maar doen alsof ze voor vrijheid van meningsuiting zouden zijn, maar zijn ze dat niet en zijn ze dat ook nooit geweest. Volgens Coleman is hun enige doel mensen met een afwijkende linkse mening de mond te snoeren, en om op “ondemocratische wijze” andere linkse of progressive organisaties over te nemen. Ook rechtsen zou de mond gesnoerd worden, maar daar lijkt Coleman juist een voorstander van te zijn.
Om eerlijk te zijn ben ik vanwege mijn beperkte beheersing van de Franse taal niet volledig op de hoogte van alle ins en outs van de huidige Franse anarchistische politiek of de inhoud van de artikelen die Coleman aanhaalt. Er zullen tusen de artikelen die hij aanhaalt ongetwijfeld anti-semitische zaken te vinden zijn, ook in andere landen maken zelfverklaarde anarchisten en andere radicaal-linksen zich nog meer dan eens daaraan schuldig.
Zijn bizarre insenuaties rondom mensen die in woord en daad vrijheid van meningsuiting als een groot goed verdedigen zijn echter bijzonder onsmakelijk. Om sommige uitgesproken anarchisten die dit onderwerp een warm hart toedragen af te schilderen als ‘zogenaamd links’ of zelfs als heulers met fascisten en anti-semieten (zonder hier enig serieus argument voor te geven) is walgelijk. En ja, ik ben op de hoogte van de affaire Faurisson, en met een deel van de discussie die daar de afgelopen 35 (!) jaar over is gevoerd. Iedereen met een respectable boekenkast, of een internetzoekmachine, kan de bijzonder heldere uitspraken van Chomsky over dit onderwerp zelf nalezen.
Maar goed, hoe zit het nu met die vrijheid van meningsuiting? Als anarchisten en andere linksen andersdenkenden het zwijgen oplggen, is dat dan een goede zaak? Het probleem is dat in de visie van Coleman iedereen die zich uitspreekt voor vrijheid van meningsuiting niet links kan zijn, en anarchisten die het niet zo ophebben met deze vrijheid zijn ook niet te vertrouwen, want die nemen je organisatie op ondemocratische wijze over of bedreigen je fysiek. Kortom: in de paradox van Coleman deugen anarchisten op dit gebied toch nooit.
Coleman lijkt niet helemaal te begrijpen dat je kunt vechten voor het recht van een ander om zijn mening te verkondigen, zonder die mening ook te ondersteunen. Dat ik vind dat een staat (of andere organisatie) een ander niet kan verbieden te spreken, betekent niet dat ik diegene uit wil nodigen op mijn demonstratie, of in mijn clubhuis. Het betekent niet dat ik zijn krantje wil verkopen of een beleefde discussie aan wil gaan. Sterker nog, het betekent niet dat ik niet tegen deze mening in het geweer kan komen.
Anti-semitisme is veel overvloediger in onze maatschappij aanwezig dan veel mensen willen toegeven of zien. En ja, zeker ook binnen links. Die zaken moeten we eruit lichten, en tegengaan waar we ze tegenkomen. Deze strijd heeft geen enkele baat bij warrige artikelen waarin vooral met paradoxen en modder wordt gesmeten naar mensen en groeperingen die zich al tientallen jaren inzetten voor juist ook deze zaak.
Alex, je schreef:
Je hebt gelijk: die bewering klopt ook niet. Ik heb het Coleman gevraagd. Het gaat om vertaalfout van mij, van een wat onduidelijk geformuleerde zin van hem. Hij doelde op een artikel waarin werd geschreven dat een verbod op de shows van Dieudonné het Front National extra zetels zal opleveren. Coleman haalde dat uit het volgende, nu ook weer door mij vertaalde citaat, uit de krant van de NPA: “Het resultaat is van tevoren al bekend: het overheidsbeleid zal, in het huidige racistische klimaat, zonder twijfel in de gemeenten opnieuw een verbetering betekenen voor het Front National. De NPA is van mening dat het verbieden van het spektakel van Dieudonné, of van het Front National of andere extreem-rechtse groepen, slechts tot gevolg zal hebben dat ze zich kunnen voordoen als slachtoffers van het systeem en dat zal hen versterken.” Kortom, hij had dus over het verkrijgen van zetels door het FN en niet de NPA. Bedankt voor je kritiek, we gaan het verbeteren in het stuk.
Verder schreef je:
Ik heb Coleman ook hierover gevraagd. Zijn antwoord:
“Voor zover ik weet heeft de NPA nooit geprobeerd te interveniëren in Dieudonné’s shows vóór het verbod. Dus het is vrij gemakkelijk om nu, na jaren van antisemitische propaganda in zijn shows en op het internet, plots te gaan roepen dat er actie moet komen.
Ik begrijp dat het verbod van de Communistische Liga (een voorganger van de NPA) van 1973 een trauma heeft veroorzaakt. Daarop zijn ze radicaal veranderd: ze hebben een draai gemaakt, van te radicale anti-fascistische acties op straat in de richting van de werkvloer. Sindsdien is de NPA zeer actief bij alle verkiezingen, zonder dat het veel opleverde, en ook al kostte het de organisatie veel geld. Geconfronteerd met een reactionaire cabaretier/politicus als Dieudonné, die een massale aanhang heeft, is het moeilijk om bijvoorbeeld een boycot van zijn shows te organiseren, zeker ook gezien dat hij gesteund wordt door gewelddadige extreem-rechtse activisten. Dat zou kunnen leiden tot gewelddadige confrontaties op straat met de politie en fascisten die Dieudonné verdedigen.
Ik begrijp dat de NPA haar ervaring van 1973 niet wil herhalen en niet opnieuw verboden wil worden als organisator van tegendemonstratie tegen een fascistische bijeenkomst. Maar ze moeten kiezen. Ofwel ze steunen het verbod op de shows van Dieudonné, in stilte of openlijk, en ze erkennen dat ze niet in staat zijn geweest een sterke beweging tegen antisemitisme op te bouwen. En ze vragen zichzelf publiekelijk af waarom ze antisemitisme niet aanvielen.
Of ze veroordelen het verbod, en komen met een serieus voorstel om te vechten tegen Dieudonné, tegen antisemitisme, tegen fascistische groepen en om op te komen voor rechten van niet-Europese arbeiders in Frankrijk.
Tot nu toe ben ik geen serieuze voorstellen tegengekomen op deze thema’s, afkomstig van de NPA. En aangezien ik weet dat radicaal-links de afgelopen 40 jaar altijd zwak is geweest in de strijd tegen antisemitisme, net als in de strijd tegen het dagelijkse racisme tegen arbeidsmigranten, ben ik er hoogst sceptisch over, en misschien ook een beetje sektarisch.”
Bedankt voor de toelichting. Wat betreft de inschatting van hoe serieus de voorstellen om te strijden tegen allerlei vormen van racisme zijn ben ik denk ik een andere mening toegedaan. IIG keerde de NPA zich jaren geleden al tegen Dieudonné (en specifiek tegen zijn antisemitisme) dus het is een beetje overtrokken om te zeggen dat ze ‘het antisemitisme niet aanvielen’.
Dat de NPA, en andere linkse groepen ook niet, niet in staat zijn geweest een beweging op te bouwen die fenomenen als Dieudonné kan stoppen is zeker een falen en het is jammer dat Coleman zelf ook geen concrete suggesties heeft voor hoe het beter had gekund. Overigens is het falen in de de strijd tegen racisme nauurlijk niet alleen iets van de NPA of van Frans links. Ik kan begrijpen dat Coleman andere opvattingen heeft over wat de prioriteiten moeten zijn waar kleine linkse organisaties hun beperkte middelen voor moeten inzetten, dat is iets waar je een discussie onder kameraden over kunt hebben. Volgens mij zou zo’n discussie ook niet als vertrekpunt de fouten van specifieke linkse orgnanisaties maar van links in het algemeen moeten hebben. Zo’n discussie zou gebaat zijn bij het bejegenen van bondgenoten die niet de indruk wekt dat de schrijver idd ‘een beetje sektarisch’ is.
Dieudonné moet, als antisemiet die hij is, worden tegengewerkt, frontaal en openlijk. Staatsverboden helpen daarbij echter niet. Dat probeer ik uit te leggen op m’n blog (zie link hieronder). Ik denk dat Coleman’s boosheid terecht is, al gaat hij hier en daar erg kort door de bocht zoals Maarten terecht aangeeft; maar Coleman stapt wel iets te makkelijk heen over het punt dat verbieden 1 de staat een zeggenschap geeft die we haar maar beter niet kunnen toevertrouwen omdat die zich tegen ons keert; 2 dat de politici die een verbod aanjagen zelf racisten zijn en geen bondgenoot in de strijd tegen welk soort racisme dan ook; en 3 dat verbieden van optredens het probleem – wijd verbreid antisemitisme, als onderdeel van een establishment-houding – extra aanjaagt, aanhangers ervan in de underdog-rol aanmoedigt en extra geloofwaardigheid als rebel verschaft, en het probleem dus vergroot in plaats van verkleint. Ik ben het overigens eens met het punt dat kritiek op staatsverboden pas geloofwaardig is als er daarnaast een alternatieve actieve oppositie tegen Dieudonné s antisemitische gestook wordt aangedragen. Ik heb dat zelf althans wel proberen te doen.
http://www.ravotr.nl/2014/01/11/dieudonne-nee-tegen-die-antisemiet-maar-staatsverboden-deugen-niet/
– De argumenten 1 en 3 van Peter Storm komen tegenstrijdig op mij over. Als een staatsverbod op antisemitische propaganda de propagandisten een rebelse martelaarsstatus verleent die hen helpt om meer zieltjes te winnen, dan zou dat toch ook gelden voor een verbod op anarchistische propaganda? Dan zouden de anarchisten dus ook niet bang hoeven te zijn dat zij als volgende aan de beurt komen…
Volgens mij werkt het niet automatisch op die manier. Het verbod op holocaust-ontkenning in vele landen heeft bij mijn weten ook niet geleid tot een grotere verbreiding of hogere underground-status van dit soort abjecte theorieen. Ook het verbod op de verspreiding van verklaringen en teksten van linkse guerrilla-organisaties in het recente verleden in West-Duitsland, heeft deze teksten slechts een beperkte cult-status verleend en zeker geen massale aanhang bezorgd.
– Ik snap werkelijk niet waarom mensen die Chomsky zo hoog hebben zitten. Als ik het wel heb verscheen zijn handtekening in de jaren negentig op een petitie ten gunste van de gevangen leider van de Peruaanse terreurorganisatie Lichtend Pad, terwijl die meneer werkelijk nogal veel bloed aan zijn handen had. In het licht van alle gruweldaden die Lichtend Pad had begaan, kon het mij destijds (en nog steeds) heel weinig schelen wat de Peruaanse staat met hem zou doen. Ook nam Chomsky het eind jaren zeventig al op voor de Rode Khmer in Cambodja en relativeerde hij de genocide die onder dit regime werd gepleegd.
– Coleman schrijft: “Voor wat betreft de radicaal-linkse en anarchistische groepen: die zijn zelf nooit voor een absolute vrijheid van meningsuiting binnen de eigen organisaties geweest. Ze verdrijven hun tegenstanders, belasteren hen soms en bedreigen hen zelfs fysiek. In sociale bewegingen hebben ze vaak de neiging om op ondemocratische wijze de controle over te nemen over stakingscomité’s, studentenplatforms, vakbonden, enzovoorts, omdat ze denken dat ze de juiste lijn voorstaan.”
Het komt mij voor dat hij hier uit eigen ervaring schrijft over een anarchistische beweging die in Frankrijk natuurlijk veel groter is dan hier in Nederland. Er bestaat onder anarchisten grote verdeeldheid over tal van onderwerpen en het anarchisme valt uiteen in zeer uiteenlopende stromingen. Maar over het algemeen is het ook mijn ervaring dat anarchisten geen enkel vastomlijnd idee hebben over democratische besluitvorming, dat wil zeggen: meerderheidsbesluiten met respect voor de rechten van minderheden. Bij ieder meerderheidsbesluit kan een ontevreden anarchist zich beroepen op de “terreur van de meerderheid” om het besluit te verwerpen, te blokkeren of te saboteren. Besluitvorming kan zo op cruciale momenten worden lamgelegd, waardoor er in principe helemaal niets gebeurt (een consensus-model werkt in principe ten gunste van conservatieven die niet willen dat iets verandert) of waardoor verschillende groepen op onsamenhangende wijze tegen elkaar ingaan. Het consensus-model kan er ook toe leiden dat de sfeer op vergaderingen dusdanig wordt vergiftigd dat alleen de die-hards met de dikste huid overblijven en uiteindelijk de beslissing bij hun uitgedunde consensus nemen. Of de tegenstanders worden inderdaad verdreven, belasterd of fysiek bedreigd: het zijn allemaal scenario’s die veel voorkomen in het anarchistische milieu en die over het algemeen verzwegen worden of met de mantel der liefde bedekt. Het betreft hier een wezenlijke tekortkoming van de anarchistische theorie in praktijk die iedere oudgediende die eerlijk naar de feiten kijkt zal moeten onderkennen. Zelfs onder de oudere anarchisten van het gemoedelijke kampeerterrein in Appelscha kwam het in het verleden voor dat onenigheden tot fysieke botsingen leidden…