Dwangarbeiders vertellen hun verhalen
Doorbraak strijdt al geruime tijd tegen dwangarbeid: het regime waarbij mensen met een bijstandsuitkering worden gedwongen om onbetaald en zonder rechten te werken. Weigeren ze, dan hangt hen een strafkorting boven het hoofd die op kan lopen tot wel honderd procent. Flink wat dwangarbeiders deelden hun ervaringen met ons. Een overzicht.
Condor uit Eindhoven kreeg begin 2012 een sollicitatietraining via het UWV. Die training duurde vijf maanden, waarbij het ging om twee keer een halve dag per week. “Deze training was zeer amateuristisch en werd door inkomensmanagers van het UWV gegeven”, zegt hij. “Ik heb bijvoorbeeld niet eens gesprekstraining gehad, noch telefonisch, noch face to face, en ook geen rollenspel. Ze doen daar maar gewoon wat. Het geven van goede sollicitatietrainingen is een vak apart.” Het lukte Condor niet om een baan te vinden, waardoor hij in het dwangarbeidtraject terechtkwam, bij het Werkleerbedrijf Eindhoven, dat onder de vleugels van Ergon valt. “Er werd mij verteld dat het voor drie maanden was, en dat ik dan gewoon thuis verder mocht gaan solliciteren, maar dat bleek de eerste grote leugen. Je kan voor onbeperkte tijd in het dwangtraject vastgehouden worden!”
Doosjes vullen
Ook Vivian Jansen uit Deventer lukte het niet om een nieuwe baan te vinden nadat ze werkloos raakte door een reorganisatie in het bedrijf waarvoor ze werkte. Vivian kwam in een dwangarbeidtraject terecht. “Ik ben destijds onder een uitzendconstructie via uitzendbureau Dynamo, dat eigenlijk gewoon Sallcon Werktalent was, gedwongen 32 uur per week doosjes te vullen – als er al werk was – en dat begeleid werd met de nodige dwang en intimidatie op de werkzaal.” Na het vullen van die doosjes kwam Vivian in een fabriek terecht waar ze onder de vlag van Dynamo “met behoud van uitkering” 32 uur per week moest meedraaien in de productie. “Ik heb in al die maanden dat ik daar geweest ben eenmalig een keer vijftig euro erbij gekregen voor de getoonde inzet. Totdat twee zware operaties een eind maakten aan mijn carrière.” Daarna kwam Vivian bij Chainworks terecht. Dat wilde haar vrijwilligerswerk laten doen, maar dan wel bij een door hen uitgezochte organisatie. Een poging van Vivian om bij de Voedselbank aan de slag te gaan werd dan ook tegengewerkt. Uiteindelijk lukte het haar toch om vrijwilligerswerk te gaan doen dat ze zelf had uitgezocht. Het kon een opstap zijn naar een betaalde baan, en ze had het er erg naar haar zin. Soms werkte ze daar zelfs meer dan dertig uur per week. Maar ook daaraan kwam een einde, dit keer doordat ze in een nieuw traject werd geplaatst, een sollicitatietraject. Dat zou zodanig intensief zijn dat Vivian zich genoodzaakt zag om te stoppen met het vrijwilligerswerk. “Tijdens een gemeentelijke bijeenkomst werd weer benadrukt dat op het niet nakomen van je verplichtingen de eerste keer een sanctie staat van twintig procent inhouding van je uitkering en zo verder. Na een vraag hoe lang dit traject ging duren was het antwoord: zo lang tot je betaald werk hebt gevonden. Ik ben bang dat het project er weer uit gaat bestaan om je gratis werk te laten doen waar enkel de werkgever beter van wordt. Of weer geestdodend inpakwerk ter ere van Sallcon Werktalent.”
Bejegening
Ook Belle van Zon uit Vlissingen werd verplicht tot het doen van dwangarbeid nadat ze in 2008 een nieuwe klantmanager kreeg bij de Sociale Dienst. Op dat moment had zij haar leven ingericht met het doen van mantelzorg en vrijwilligerswerk en had ze al een aantal jaar geen sollicitatieplicht meer. Toen ze dat aan haar nieuwe klantmanager duidelijk maakte, leek hij haar niet te geloven. Hij leek slechts voor de vorm te luisteren naar wat ze te vertellen had. Daarom nam ze bij de volgende afspraak de beschikking mee waarin stond dat ze niet hoefde te solliciteren. De manager wierp daar slechts een vluchtige blik op, waarna hij het snel terzijde legde.
Na dat gesprek kreeg Belle een uitnodiging van de sociale werkplaats. “Er zal mij een arbeidscontract worden aangeboden met een bedrijf genaamd Orionis BV. Ik moet me melden op woensdag 9 april om 9:00 uur bij de receptie en vragen naar mevrouw Jacqueline. Tijdens dat gesprek wordt zij geassisteerd door een vrouw die later een klantmanager voor Orionis blijkt te zijn. Ze komen beiden nogal intimiderend op mij over.” Belle ziet echter wel een lichtpuntje, zo vertelt ze: “Om te wennen aan de situatie mag ik veertien dagen lang twintig uur per week komen werken.” Na deze veertien dagen werd het aantal uren echter opgeschroefd naar 32 uur. “En daar valt niet over te praten. Waar ik me nog veel bozer over maak, is dat men het doet voorkomen of ik het opschroeven van de uren zelf heb aangevraagd…. Is er een goed woord voor zo’n bejegening?”
Ook Deva Daniël kan meepraten over het gebrek aan communicatie van jobcoaches. Het lukte hem echter om aan het doen van dwangarbeid te ontkomen. Hij verhuisde anderhalf jaar geleden naar Hoogeveen, en was op dat moment langdurig werkloos. Hij had al zeven jaar de status arbeidsongeschikt. Na deze verhuizing wilde hij toch graag onderzoeken wat zijn mogelijkheden waren om weer betaald aan de slag te gaan. Daarom kreeg Deva een jobcoach toegewezen, met wie hij het ook goed kon vinden. Zij zorgde ervoor dat hij in de Jobcarrousel terechtkwam, een traject dat eigenlijk was bedoeld voor Wajongers. Dat bleek echter niets voor hem te zijn. Hij had naast zijn gymnasiumdiploma geen andere diploma’s en hij had weinig werkervaring, waardoor ze bij de Jobcarrousel ook niets met hem konden beginnen.
Medische keuring
Daarna kreeg Deva een andere jobcoach toegewezen. Het contract van zijn oude coach werd niet verlengd. Met de nieuwe kon Deva het een stuk minder goed vinden. Zij wilde hem aanvankelijk dwingen tot het doen van vrijwilligerswerk, maar dat ging uiteindelijk toch niet door. Daarmee was Deva nog niet van haar verlost: ze belde plotseling op met de mededeling dat ze Deva had opgegeven voor een ander traject. “Ik werd woedend”, zo vertelt hij. “Omdat ze mij zonder mij te raadplegen had opgegeven voor een traject. En dat terwijl ik in het eerste gesprek met haar geprobeerd had mijn grenzen aan te geven. Ik had haar erop gewezen dat ik jarenlang de status arbeidsongeschikt had gehad en heb zelfs gezegd: ‘ik ben geen slaaf.’” Omdat hij vond dat de jobcoach hem slecht had behandeld, diende hij een klacht tegen haar in bij de directrice van Alescon. Ze nodigde hem uit voor een gesprek waarna hij een nieuwe coach kreeg toegewezen. Ook kreeg hij het advies om een medische keuring te ondergaan, een conclusie die hij zelf ook al had getrokken. Deva wilde zich koste wat kost laten afkeuren om zo aan dwangarbeid te ontkomen. Daarom nam hij een aantal vreemde attributen mee naar de keuring, zoals een knuffelbeer en een pornoblaadje. Deva: “Ik nam me voor om, als het echt nodig was, over de keuringsarts heen te pissen. Maar de attributen had ik niet nodig en het pissen ook niet. Ik trof een arts die uitstekend begreep dat ik met mijn persoonlijkheidsstructuur niet binnen de maatschappij pas en vaak autoriteitsconflicten heb.” Hij werd voor onbepaalde tijd afgekeurd, ook voor het doen van vrijwilligerswerk. Zo ontsnapte hij aan dwangarbeid. “Ik zou mensen op willen roepen om hun gevoel van eigenwaarde te bewaren en naar hun gevoel te luisteren. Er is altijd een uitweg: een medisch traject, als je ziek bent, mogen ambtenaren je echt nergens toe dwingen”, aldus Deva.
Strafkorting
Dat proberen ze echter wel. Vivian heeft een chronische ziekte, lichte hartproblemen, en haar arts heeft haar nadrukkelijk verboden om nog in ploegendiensten te werken. Dat was bij Sallcon Werktalent bekend, maar ondanks dat probeerden ze haar toch over te halen om dan maar in twee ploegen te werken. Dat weigerde ze. Ook Condor ziet dat er geen rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld ziekten of allergieën. “Waar je verplicht moet werken wordt vastgesteld aan de hand van je postcode,” weet hij. “Met bijvoorbeeld lichamelijke beperkingen wordt geen rekening gehouden. Iemand met zware hooikoorts kan dus in de groenvoorziening te werk worden gesteld.”
Wanneer een dwangarbeider ziek is, hangt er meteen een strafkorting boven zijn of haar hoofd. Parvaneh, een dwangarbeidster in Den Haag, vertelt: “Als ik me ziek meld, dan vragen ze altijd: wat heb je dan? Soms komen ze thuis controleren. Bij een collega kwam er zelfs een dokter bij haar thuis controleren of haar kind wel echt ziek was.” Ook op de dwangarbeidvloer is er sprake van veel controle en intimidatie. Zo kregen Condor en zijn collega’s de hele dag dreigementen te horen over het verliezen van hun uitkering. “Die dreigementen staan ook op de grote informatieschermen: je zal het maar per ongeluk vergeten!”
Parvaneh migreerde van Iran naar Nederland. Ze heeft een bijstandsuitkering en volgt Nederlandse les. Ze hoeft minder te dwangarbeiden zodat ze naar haar les kan. Of Parvaneh ook daadwerkelijk naar school gaat, wordt ook nog gecontroleerd. “Een keer had de school per ongeluk de verkeerde naam doorgegeven. Gelukkig kon ik dat nog herstellen, anders had ik gelijk een korting op mijn uitkering gehad.” Behalve tijdens deze lessen komt het er niet zo van om Nederlands te oefenen. Ze legt uit: “Ik kan mijn Nederlands niet echt oefenen op de werkplek van de Haeghe Groep. De Nederlanders zitten altijd alleen met elkaar te praten. De mensen uit andere landen kan ik niet zo goed verstaan, omdat ze met een heel ander accent Nederlands praten. In mijn eigen taal mag ik niet praten. Als ik dat wel doe, dan wordt er soms over geklikt door de Nederlanders. Dan komt de baas vragen of ik in het Nederlands wil praten. Maar dat is voor mij nog heel moeilijk en dus praat ik soms de hele dag niet.”
Seksuele intimidatie
Naast het controleren van zieke dwangarbeiders of hun zieke kinderen, en naast het verplicht te werk stellen van mensen met bijvoorbeeld een chronische ziekte, een lichamelijke beperking of een allergie, krijgen dwangarbeiders ook met andere problemen te maken. Zo ook Vivian die van Chainworks verplicht vrijwilligerswerk moest doen. Hoewel ze uiteindelijk bij een bedrijf kwam te werken waar ze het erg naar haar zin had, werd ze allesbehalve goed behandeld bij Chainworks. Een nogal paternalistische consulent dwarsboomde niet alleen haar poging om vrijwilligerswerk te doen bij de Voedselbank, maar viel haar ook lastig met seksueel getinte opmerkingen. “De consulent zei bijvoorbeeld dat hij niet snapte dat ik geen werk had. Ik kon volgens hem toch met een laag decolleté gaan solliciteren. En zo nog meer seksueel getinte opmerkingen. Hij stuurde ook om negen uur ‘s avonds een sms-je dat ik de afspraak niet moest vergeten.” Ook een andere vrouw uit de groep had te maken met seksuele intimidatie, zo vertelt Vivian. “Bij navraag bij een meisje in dezelfde groep bleek dat hij haar ook een sms had gestuurd vooraf aan een niet te vergeten afspraak. Dat was in het weekeinde om elf uur ‘s avonds. Ze kon er niet precies de vinger op leggen, maar ze zei dat ze hem absoluut niet meer in haar huis wilde. Het is namelijk de gewoonte van dat bureau dat die consulent een huisbezoek komt afleggen bij de intake.”
Lijmpistolen
Belle, van wie de werkweek van 20 uur naar 32 uur werd opgeschroefd, kwam eerst bij een Test & Trainings-centrum terecht. Daar krijgen dwangarbeiders uitleg over wat wel “done” en “not done” is in de sociale werkplaats. Na die uitleg moeten ze aan het werk: doosjes met lijmpistolen en lijmstaven dichtplakken, stekkers in elkaar zetten en displays van groen geverfd karton in elkaar zetten en vullen met zakjes drop. Na een maand in dit trainingscentrum te hebben gewerkt, kwam Belle terecht op de verpakkingsafdeling. “We zitten er aan de lopende band Cup-a-soup-zakjes te sorteren en in doosjes te doen. De lijmpistolen komen er ook weer bij kijken. We doen zakjes snoep op volgorde in dozen. We pakken kleine doosjes hondensnacks in grotere dozen.” Na een aantal maanden op de verpakkingsafdeling wilde Vivian iets anders doen. Ze werd meewerkend voorvrouw op een inpakafdeling waar minidoosjes hagelslag werden verpakt. Omdat dit toch niets voor Belle bleek te zijn, ging ze weer naar een andere plek, dit keer de techniekafdeling. Daar moest ze onder andere pistolen aan slangen van brandstofpompen monteren, die vervolgens oprollen en in dozen doen. Ook moest ze spijkers afwegen en in doosjes doen, en werkhandschoenen aan elkaar tacken met een tack-apparaat.
Ook Parvaneh doet saai werk: “Ik moet de hele dag snoep inpakken. Ik plak een sticker op de verpakking en dan moet het in de doos. Het zijn heel veel verschillende soorten snoep. Op de sticker kan ik zien voor welk bedrijf het bedoeld is. Bijvoorbeeld voor De Tuinen, Aldi, Albert Heijn, Lidl en Etos. Soms loop ik door een van deze winkels en dan zie ik een product dat ik zelf de hele dag heb staan inpakken. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt het te kopen. Het komt echt mijn neus uit.”
Condor is eveneens bekend met dit soort werk. Zo moest hij onder meer promotiekartonnen voor parfum vouwen en lijmen. “Dat lijmen gaat met zogenaamde lijmpistolen. Harde massieve lijmstaven worden in het lijmpistool geschoven en daar extreem verhit, waarna er gloeiend hete lijm uit die pistolen komt lopen.” Dat er in het dwangarbeidcentrum niet voldoende voorzorgsmaatregelen worden genomen om ongevallen tegen te gaan, blijkt wel wanneer een man lijm op zijn hand krijgt. “Het brandde er diep in. Hij schreeuwde van de pijn! Ik liet mijn werk vallen en bracht hem snel naar een koude kraan. Daar zag ik pas echt wat die troep kan aanrichten. De lijm was letterlijk met zijn huid versmolten.” Gaas met speciale brandzalf, materialen die toch aanwezig moeten zijn wanneer dit soort werkzaamheden worden verricht, ontbraken. De man werd daarom naar huis gestuurd zonder dat hij aan zijn verwondingen was behandeld.
Rechtszaak
Met alle dwang, intimidatie en strafkortingen die de dwangarbeiders te wachten staat wanneer ze geen dwangarbeid willen doen, is het moeilijk om ertegen te strijden. Dat erkent ook Vivian. “Als ik niet afhankelijk was geweest van deze uitkering – gezien mijn leeftijd heb ik weinig toekomstperspectief – was ik zonder me een keer te bedenken de barricaden opgegaan. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor al die andere mensen die gedwongen worden tot dwangarbeid.” Vivian laat echter wel merken dat ze het niet eens is met de gang van zaken, bijvoorbeeld door in sollicitatiebrieven de ware reden van haar sollicitatie te schrijven. “Ze kunnen me niet verbieden om mijn stem te laten horen, en als ze denken dat ze mij met bedreigingen wel klein krijgen, dan hebben ze het toch wel mis.”
De strijd tegen dwangarbeid vindt vooral op individueel niveau plaats, en dat kan veel losmaken. Daarvan getuigt het verhaal van Joris van de Hulle. Joris komt uit Vlissingen. Hij moest tijdelijk stoppen met zijn werk omdat het tijdens de vorst niet gedaan kan worden. In die periode ontving hij een bijstandsuitkering. Orionis wilde hem dwangarbeid laten doen, en hield hem een contract onder de neus voor een “werkstage” van 32 uur per week. Hij weigerde dat contract echter te tekenen omdat hij geen dwangarbeid wilde verrichten, maar ook omdat het contract van hem een geheimhoudingsplicht oplegt over alles wat hij te zien zou krijgen bij Orionis. Na zijn weigering werd hij met vijftig procent gekort op zijn bijstandsuitkering. Daarna werd hem weer het contract voorgelegd en wederom weigerde hij te tekenen. Daarop kreeg hij twee maanden lang een strafkorting van honderd procent. Joris pikte dat niet, en stapte naar de rechter. Hij beriep zich op de Memorie van Toelichting bij de WWB en op de veranderingen in de wet sinds 2012. Daardoor kan de tegenprestatie weliswaar sterker verplicht worden, maar niet zo sterk dat je een jaar lang 32 uur per week werkzaamheden moet doen als tegenprestatie voor je uitkering. Op de site van het ministerie van Sociale Zaken staat dat de tegenprestatie “een paar uur per dag of per week” en gedurende “een paar maanden” mag plaatsvinden. Dat is dus niet 32 uur per week gedurende een heel jaar, vond ook de rechtbank. De gemeente motiveerde de “maatregelen” tegen Van de Hulle met artikel 9, lid 1 c: “het niet voldoen aan de tegenprestatie”. De rechter maakte daar gehakt van. “De rechtbank is van oordeel dat door het aanbieden van een 32 uur-contract met de looptijd van een jaar de grens van de tegenprestatie wordt overschreden”, aldus het vonnis. Orionis had dus ten onrechte de uitkering van Joris gekort.
Briefcampagne
Ook Jonathan van der Leur, eveneens afkomstig uit Vlissingen, moet gedwongen gratis werken bij Orionis. Hij werkt op de afdeling Cradle to cradle waar afgedankte gebruiksgoederen worden gedemonteerd. Hij ziet dwangarbeid als slavernij, en probeert daarom het toeleveringsbedrijf van de goederen over te halen om hun samenwerkingsverband met Orionis stop te zetten. Hij doet dat via een briefcampagne. Er zijn her en der in het land nog meer initiatieven om dwangarbeid te stoppen. Zo is er een petitie gestart en is er het weblog Dwangarbeidersverzet van Condor en andere Eindhovense dwangarbeiders. Het logo voor die site is ontworpen samen met Arvy, een cartoonist die eerder ook al een satirische brochure maakte over dwangarbeid in Helmond en die op zijn website satirische dwangarbeidcartoons publiceert.
Het vertellen van dwangarbeidervaringen op de Doorbraak-site draagt ook bij aan het protest. Op die manier laten dwangarbeiders hun stem horen. Hun strijd wordt gesteund en gestimuleerd door alle reacties op hun verhalen, reacties van andere dwangarbeiders en mensen die solidair met hen zijn. De reacties laten zien dat er onderling een grote betrokkenheid is. Elke dwangarbeider kan rekenen op steun van anderen. Ze denken met elkaar mee en helpen elkaar daar waar ze kunnen. Zo inspireren ze elkaar en ons om niet te buigen voor de intimidaties, de strenge controles en de dreigementen, maar om hun stem te laten horen.
Shirley de Vet
Zo gaan ze tegenwoordig met mensen om. Hier is Ergon ook schuldig aan .
Trieste van de zaak is dat dit al decennia aan de gang is.
Begonnen in de geestelijke gezondheidszorg (BH-bandjes, wasknijpers), opgestapt via de sociale werkplaatsen waar bij arbeidsgehandicapten en andere moeilijk plaatsbaren “geconcentreerd” werden. ‘-Lands gesticht was nog beter in de historie………
De laatste categorie zijn de z.g. werkelozen (al dan niet vrijwillig). Men had al ca 10 jaar geprobeerd mensen uit de bijstand te re-activeren. Helaas is het uitgemond in misbruik van voor tot achter. Menig spotprent hiervoven is tekenend. Prelude tot de revival van de eerste “lösung” in 1937 na de Anschluss?