En weer is heel Nederland goed na de oorlog
Het resultaat is dat het hele hoofdstuk “strijd” deskundig buiten de beschouwingen is gehouden. En daarmee dus ook de organisaties, bewegingen, partijen, actiegroepen en die onnoemelijk velen die zich in het klein of groot tegen apartheid verzetten en daarvoor vaak wel de rekening gepresenteerd kregen. Ook in de Nederlandse beschouwingen is de anti-apartheidsstrijd die hier in Nederland is gevoerd, tot voetnoot gereduceerd. Iedereen was immers tegen apartheid? Geen woord over de Nederlandse bedrijven die fors verdienden aan apartheid en pas hun biezen pakten toen de rekening voor hun steun aan de apartheid in de brievenbus werd gekieperd, geen woord over de jacht van politie en inlichtingendiensten op radicale anti-racistische actievoerders, geen woord over die tallozen die dag in dag uit doorploeterden, verdacht gemaakt door politiek en media, op de huid gezeten door de particuliere inlichtingenbureaus die onder meer Shell inzette, geridiculiseerd en bespot door media als De Telegraaf. Niks, nada. En niets over het opportunisme en de hypocrisie van de politieke en economische macht die pas overstag ging toen analyses uitwezen dat hun lange termijndoelen niet langer gediend waren bij het steunen van een racistisch dictatoriaal regiem, maar bij het aanschurken tegen het ANC. Met hetzelfde gemak waarmee anti-apartheidsstrijders jarenlang tot vijanden van de staat waren gebombardeerd, hulde men zich nu in de taal van gelijkwaardigheid, solidariteit en rechtvaardigheid, ondertussen met een scherp oog in de gaten houdend dat essentiële eigendoms- en produktieverhoudingen in het ‘nieuwe’ Zuid-Afrika in tact bleven.
Ronald van Haasteren in Zum Kotzen (Konfrontatie)