Even naar een achterkamertje voor wat gratis arbeiders

logo.
logo.

Let’s Gro, een inspiratiefestival over de toekomst van Groningen, trok ruim 8.500 bezoekers naar 120 verschillende activiteiten op 36 verschillende locaties. Er was een keur van talkshows, workshops, exposities, wandelingen, fietstochten, lezingen en debatten. Ik bezocht er twee, niet geheel toevallig twee waarbij “werk” in verschillende uitvoeringen centraal stond: “Maak er werk van” en “Toentje”. Pas achteraf besefte ik dat Let’s Gro ook een presentatie is van allerhande activiteiten waar een werkzoekende-met-uitkering uit zou kunnen kiezen om zich te laten enthousiasmeren, activeren en inspireren tot een plek ergens op het spectrum tussen al dan niet verplicht vrijwilligerswerk en onbetaalde arbeid. Ik had met “Maak er werk van” geen demotiverender onderdeel uit kunnen zoeken!

Dat bleek toen ik me de volgende dag onderdompelde in de activiteiten van “Toentje”, een stadstuinbouwproject dat draait op de vrijwillige inzet van uitkeringsgerechtigden en dat bestemd is voor mensen die het financieel nog beroerder hebben: klanten van de voedselbank.

Bij “Toentje” trof ik mensen die samen, geïnspireerd en met passie ter plekke iets moois neerzetten. Er was een gratis kennismaking met “high tea” van prachtige zelf geplukte en gedroogde kruidentheemengsels, er was ambachtelijk gerookte vis uit een kweekvijver, waarvan de vissenpoep de amsoy tot groei stoeit, en er was natuurlijk het toentje zelf waar elke moestuinder schele ogen krijgt van schoonheid en jaloezie.

Er was vooral voortdurende activiteit van mensen die bezig waren om hun omgeving aan te passen aan hun wensen. In een workshop Aquaponics (de kringloop van kleinschalige visteelt en tuinbouw) werden in tien centimeter dikke rubberen buizen ronde gaten uitgesneden waar later perspotten in werden gezet waarin planten zouden groeien, bemest en bewaterd uit een grote visvijverbak. Forellen werden te drogen gehangen aan een zelf vervaardigd rek voor een ventilator die duidelijk eerder een ander leven had geleid. Op een later tijdstip zouden de forellen worden gerookt en gepresenteerd aan de gelukkige bezoekers.

Bij “Maak er werk van” was de zaal gevuld met lokale politici, zelfstandigen en enkele lastpakken die zich bogen over de vraag “Where the twain would meet”. Aan de ene kant de lokale politiek die (onbetaald) potentieel uit te zetten heeft, aan de andere kant zelfstandige ondernemers die graag gebruik maken van gratis arbeidskrachten. Daarnaast ook gedreven ambachtsmensen die zich inzetten voor nut en schoonheid (museumrestauratiewerken) en evenzo gebruik maken van gratis arbeid.

De lastpakken die kritische vragen stelden en opmerkingen maakten als “Wat is werk en wie bepaalt dat?” en “Werken met behoud van uitkering is dwangarbeid!”, waren ver in de minderheid en ook niet uitgenodigd. Wel uitgenodigd waren twee schoolvoorbeelden van hoe het ook kon: twee modeluitkeringsgerechtigden die de loftrompet schalden omdat ze met behoud van uitkering mochten werken en zo een dagbesteding hadden! Wat was daar nou op tegen?

Hij leek een doodgewone werknemer, de arbeidsbeperkte NOVO-medewerker die samen met een handjevol anderen onbetaald bij de Makro werkte. Ook de Makro-medewerkers zagen hem als een echte collega, vertelde hij trots. Dat hij geen loon ontving maar een uitkering, leek hem niet te deren. Hij probeerde de eveneens aanwezige Makro-manager te betrekken bij zijn verhaal. Dat leek niet de bedoeling, want die verkoos liever om anoniem te blijven. De arbeidsgehandicap… sorry, -beperkte werknemer struikelde zich door de opsomming van zijn werkzaamheden heen, verzekerend dat die toch echt additio…ehh zouden zijn. Het was duidelijk dat hem dat was ingeprent: “Wel zeggen dat het additionele werkzaamheden zijn, hè!” Hij vertelde hoe zijn begeleider hem ’s morgens aanwees welke paden die dag onder zijn verantwoordelijkheid zouden vallen. Ik mag echt hopen dat hij een vergoeding heeft gekregen voor deze zware presentatie, zoals zijn bovenbazen ongetwijfeld wel!

De andere werkneemster-met-behoud-van-uitkering onderstreepte in een professioneel geschreven en voorgelezen column dat haar baan haar redde van de chaos in haar geest die haar beslist zou bespringen op het moment dat zij niet meer zou mogen werken. Opvallend was dat beide onbetaalde werknemers scherp voor ogen hadden hoezeer ze dat hen gegunde werk nodig hadden. Dat tegenover dat werk een normaal loon zou behoren te staan, leek nauwelijks bij hen opgekomen. Mensen met een beperking worden kennelijk niet geacht zelfstandig een huishouding te kunnen of willen runnen, inclusief de kosten daarvan. Zo krijgt iedereen op den duur wel een beperking. Zo worden mensen grootgebracht om klein gehouden te worden, maar dat weten we al sinds de zeventiger jaren.

Het was wel duidelijk zo, besloot de organisatie. De gemeente had wat te bieden (al dan niet verplichte vrijwillige arbeid), en uitkeringsgerechtigden stonden te trappelen om aan het werk te mogen, dus waar bleven de werkgevers om die stumperds zinvolle arbeid te gunnen? Er meldde zich een ondernemer die zich gevangen voelde omdat hij onbetaalde arbeidsbeperkte mensen na twee jaar een vast contract moest aanbieden. Wat de ondernemers betreft konden die mensen forever wel doorgaan met de zinvolle dagbesteding omdat ze toch nergens anders voor vol zouden worden aangezien en ingezet. GroenLinks-wethouder Mattias Gijsbertsen loodste de openbare discussie daarover na de bijeenkomst naar een achterkamertje. Er zou vast wel wat te regelen zijn. Het klonk naar ritselen.

In “Toentje” was de dag daarop een smaaktest. Proef het verschil tussen “echt” en “bewerkt”, of tussen duurzaam en opgepimpt. Er was de smaak van echt: kaas, spek, honing, noten. Waarom smaakte “Maak er werk van” vooral naar laffe cake met hier en daar en onverwacht een verrassend stukje puur?

Corrie Hogenboom