De Peueraar 8, april 1991
Auteur: Eric Krebbers
Psychiatrie: isolatie en verzet
Na twee jaar werken in het wegloophuis psychiatrie in Den Haag heb ik er een punt achter gezet. Ooit opgericht als speerpunt in de strijd tegen de psychiatrie en haar schijnbaar ongelimiteerde macht zijn de wegloophuizen nu bijna verworden tot onderdeel van dat zelfde systeem. In de acht jaar na de oprichting is het politiek bewustzijn pijlsnel gedaald tot nul. Mijn veelvuldige aanzetten tot politieke discussies werden eenvoudigweg uit de weg gegaan. Het wegloophuis is nu dan ook in feite niet meer dan een opleidingsplek voor toekomstige medewerkers in de psychiatrie. Van kritiek op de psychiatrie of op de maatschappij die (een dergelijke) psychiatrie nodig heeft is nauwelijks meer sprake. Toch kan je niet zeggen dat het slecht gaat met de beweging tegen de psychiatrie. Nee, ze bestaat überhaupt niet meer.
Naast de zogenaamde "ontideologisering" van de gehele maatschappij en de algehele machteloosheid van links, is ook het schrijnend gebrek aan kennis een oorzaak van het gebrek aan tegenwerking in de psychiatrie. Op de een of andere manier denkt zowat iedereen dat de kennis die je op school opdoet vanzelfsprekend waar is en dat het daar vertelde verhaal het hele verhaal is.
Het hierna volgende artikel is een geschiedenis van de psychiatrie. Het is hopelijk een aanleiding tot een hernieuwde discussie. Voor mijzelf is het in ieder geval een hoopgevend verhaal: er is een lange traditie van strijd tegen dit totalitaire instituut. Eeuwenlang verzet tegen isolatie.
Collectiviteit breken
Een van de belangrijkste aspecten van het opkomende kapitalisme rond de 15e eeuw was het doorbreken van de heersende wereldorde waarin iedereen zijn of haar plaats had. De gronden werden gemeenschappelijk bewerkt, en de opbrengsten via vaste afspraken verdeeld. Je zou dit solidariteit kunnen noemen, of collectiviteit. Natuurlijk was dit geen paradijs of zo, maar wel had ieder mens recht op bestaan. Aan deze collectiviteit werd een einde gemaakt door de gedwongen verdeling van de gemeenschapsgronden.
Dit leverde afzonderlijk werkende boerenfamilies op, die natuurlijk een veel gemakkelijker prooi waren voor de rijke boeren en de opkomende handelsklasse. Veel boeren hielden alleen het hoofd niet boven water, of werden eenvoudigweg met geweld van hun land gezet. Dit gevoegd bij de toenmalige sterke bevolkingsgroei levert een enorme massa rondzwervend volk op. Deze bedelaars en landlopers (en heksen) gingen meer en meer een gevaar voor deze nieuwe orde vormen. Opstanden en rellen waren aan de orde van de dag. Toch waren deze mensen ook hard nodig: ze vormden een arbeidsreserve. Om die te kunnen benutten en om de controle te behouden werd de "grote opsluiting" (term van Michel Foucault) georganiseerd. In de 16e en de 17e eeuw zat soms 10 tot 20 procent van de bevolking van een streek opgesloten. Er werd geen onderscheid gemaakt: gekken, armen, mannen, vrouwen, enzovoorts, alle machtelozen werden in 't nieuwe systeem opgesloten.
Politieke problemen werden op deze wijze opgelost op individueel niveau. Sociale verbanden werden door de opsluiting verbroken, hetgeen voor de machthebbers van groot belang was. Samen hadden de onderdrukten immers veel sterker gestaan. Het echte maatschappelijke probleem, de groeiende macht van de kapitalistische elite, bleef zo buiten schot.
In feite is er in deze strategie in de kapitalistische wereld nooit meer iets fundamenteel veranderd. Okee, er werden nieuwe opsluittechnieken beproefd, en nieuwe smoezen ter rechtvaardiging van het hele gebeuren bedacht en steeds meer soorten opsluithuizen gebouwd. De achterliggende principes zijn echter nooit gewijzigd. Mensen moeten worden geïsoleerd van elkaar wil de elite de macht in handen kunnen houden. De opsluithuizen vormen op deze wijze een onderklasse van gevangenen die extreem geïsoleerd staat en daarmee extreem machteloos is.
Cosmetische wijzigingen
Cosmetische wijzigingen zijn in de daarop volgende eeuwen veelvuldig aangebracht. Die waren natuurlijk nodig omdat de onderklasse zich verzette, en de elite keer op keer nieuwe technieken moest ontwikkelen en nieuwe rechtvaardigingen moest bedenken voor het hele systeem.
Zo werden er in de 18 eeuw onder leiding van de humanisten vergaande verbeteringen ingevoerd. Zij bedachten de "ideale mens" en dat iedereen de plicht had zo ideaal (bijvoorbeeld ijverig) te zijn. Nu is niemand ideaal, en daarmee kwam in feite iedereen in aanmerking voor een individuele aanpak, en opsluiting indien nodig. Voor iedereen die zich niet kon of wilde schikken in de bestaande orde kon direct een afwijking uit de kast worden getrokken, en daarmee een reden tot opsluiting. Totale willekeur, dus. Voor elke afwijking van het ideaal werd een apart opsluithuis bedacht. De vroegere huizen werden opgesplitst in gevangenissen, inrichtingen, tuchthuizen, enzovoorts.
Aan het einde van de 19e eeuw werd de geloofwaardigheid van de toen opkomende wetenschap gebruikt om de opsluiting een nieuwe rechtvaardiging te geven. Net zoals van zwarte mensen beweerd werd dat zij onderontwikkelde of afwijkende hersenen hadden werd dat van de opgesloten onderklasse gezegd. De hersenen van vrouwen, bijvoorbeeld, zouden hun gedrag bepalen. De veelvuldig voorkomende hysterie bij vrouwen uit de hogere klassen werd volgens de artsen veroorzaakt door hun inferieure hersenen of door het niet functioneren ervan. De totale machteloosheid van deze vrouwen bleef zo buiten schot.
Ondanks het feit dat slechts heel weinig mensen echt geestelijk gehandicapt zijn spraken de artsen (vrijwel uitsluitend mannen) over erfelijke geestelijke afwijkingen als stelen, liegen en dialect spreken. Dit medische beeld van gekken en misdadigers leidde er wel toe dat de cipiers plotseling broeder of hulpverlener heetten. Het rechtvaardigde (en dat doet het nog steeds!) het echt waanzinnige machtsmisbruik van artsen die op de gevangenen elektroshocks, hersenoperaties, sterilisaties en later massa's pillen loslieten. Allemaal om de meest extreme slachtoffers van de met macht doordrenkte maatschappij koest te houden, en in menig geval te vermoorden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we de uitvinders van bijvoorbeeld elektroshocks en hersenoperaties moeten zoeken in fascistische kringen.
In de 20e eeuw werd de "psyche" ontdekt. Het probleem van de maatschappelijke verliezers ligt vanaf nu ook in hun eigen gedachten. De cipiers gaan met de gevangenen praten om hen dat wijs te maken, en dat werd therapie genoemd. Het jarenlang door je vader mishandeld worden, om vervolgens als dat aan het licht dreigt te komen opgesloten te worden is nu het "psychische probleem" van het slachtoffer. Mannenmacht staat niet ter discussie. Verzet van de slachtoffers wordt voorkomen door hen op te sluiten.
Na enige tijd begint deze mythe van de hulpverlenende cipiers ook door te sijpelen in de maatschappij. Ze vindt een vruchtbare bodem in de eeuwenlange trend naar individualisering en isolering van de burgers ten opzichte van elkaar. Elkaar helpen doe je niet meer, daarvoor moet je in de psychiatrie zijn. Enerzijds is dit slechts een rechtvaardiging: de zogenaamde deskundigheid van de cipiers is een mooie smoes om niet functionele medemensen op te ruimen. Anderzijds verleren mensen ook het omgaan met problemen.
De psychiatrie wordt nu geaccepteerd, maar vooral natuurlijk door de buitenwacht, de "patiënten" weten meestal wel beter.
Het verzet
Het verzet tegen de opsluiting was vroeger een natuurlijk onderdeel van de klassenstrijd. Na de Franse revolutie gingen de deuren van de inrichtingen open en bleken de opgesloten mannen en vrouwen prima te kunnen functioneren. Hun enige afwijking was hun maatschappelijke onmacht (en vaak armoede) geweest. Met het onthoofden van de toenmalige koninklijke elite was hun probleem voor even opgelost. Maar, door de steeds gecompliceerdere smoezen die de elite (artsen) voor het opsluiten bedacht werd de bestrijding ervan steeds moeilijker. Hoe mooier de onderdrukking verpakt is, des te moeilijker de bestrijding ervan. Toch is er altijd tegen geknokt, zoals door de vrouwen van de eerste feministische golf, die het opsluiten van hysterische vrouwen aanvochten.
In de jaren zestig kwam het verzet pas weer goed op gang, helaas vaak geïsoleerd van andere sociale strijd. De Anti-psychiatrie ging de gek beschouwen als een persoon die zich in extreme mate verzet tegen de heersende orde en haar normen en waarden. De Democratische psychiatrie erkende daarentegen de extreme onmacht van de "patienten" en ondernam pogingen hun verzet te koppelen aan de bredere strijd voor een betere, minder hiërarchische wereld in het algemeen. Met name het proces van individualisering, van de isolering van de mensen van elkaar, dat al 500 jaar of langer plaatsvindt, werd als probleem aangewezen. Niet alleen veroorzaakt de machtsverdeling in onze samenleving direct problemen, zoals incest, armoede en werkeloosheid, maar ook indirect. De individualisering zorgt er steeds meer voor dat mensen niet meer kunnen omgaan met geboorte en dood, of met ziekte en relaties. Elkaar opvangen is verleden tijd.
Acties en organisaties
Hoe uitte zich het verzet? Er werden eigen media opgericht, waaronder de Gekkenkrant, waarin de vertekende beelden van de door de elite beheerste media omzeild werden. Er werden allerlei acties gevoerd, vooral tegen de electroshock, waarbij het soms tot knokken met de ME kwam. In Duitsland werden zelfs "patiënten" gewapenderhand bevrijd. Er werden internationale netwerken opgezet, men demonstreerde, manifesteerde en richtte alternatieven op.
Daarnaast was er de Cliëntenbond, een soort vakbond die net als haar economische collega's niet erg radicaal was (en is). De NASA werd opgericht: de Nationale Anti-Shock Aktie. Zij voerden actie bij de inrichting Bloemendaal in Den Haag toen daar een nieuwe afdeling werd geopend met ontelbare videocamera's en veel apparatuur en slechts enkele "patiënten", ook wel proefkonijnen genoend. De ME "moest" ingrijpen, hetgeen wel aangeeft welke grote staatsbelangen hier spelen.
Dat bleek ook uit de gebeurtenissen rond Dennendal, een inrichting waar de cipiers de beheersingsprincipes over boord zetten. Met veel geweld wordt er door de politie ontruimd en de ex-cipiers worden gearresteerd. Een groot internationaal congres, Psychipol, toonde dan ook eenvoudig aan dat de psychiatrie een onderdrukkingssysteem is. Op dit congres, of vlak er voor, werd de Helse Hex opgericht. Dit was een opvanghuis voor vrouwen die vluchtten uit de psychiatrie of er dreigden opgesloten te worden.
Inmiddels braken de jaren 80 aan. De beweging ebde weg. Als een laatste stuiptrekking worden de wegloophuizen opgericht. Veelal door studenten, want het "patiënten"-verzet is ingekapseld in medezeggenschapsraden en dergelijken. De ideeën van de tegenbeweging lijken gerealiseerd, althans in de ogen van de buitenwacht. De massale inrichtingen gaan steeds meer plaats maken voor kleinschalige projecten, die wel gewoon onder leiding van de artsen blijven staan. Dat kleinschaligheid door de tegenbeweging bedoeld was als middel om de macht van de artsen juist te doorbreken wordt gemakshalve vergeten.
Ook worden steeds meer mensen buiten de psychiatrie "behandeld", en dus niet meer opgesloten achter inrichtingsmuren. In 1980 waren dat er al zo'n 240.000. Dat de enorme hoeveelheid pillen óók maatschappelijke isolatie tot gevolg heeft, dat telt blijkbaar niet. Opsluiting in je eigen hoofd, dat is de tot nu toe meest subtiele vorm van beheersing. De pillen, en de ingespoten "medicijnen" doden je gevoel, en maken je het denken onmogelijk. Isolatie, eenzaamheid, machteloosheid.
Tegenaanval medisch-farmaceutisch syndicaat
Het samenwerkingsverband tussen artsen en (met name chemische) industriëlen onderneemt de laatste jaren een nieuwe aanval op de "patiënten". Crisispolitiek en toenemende repressie in de hele samenleving hebben natuurlijk ook gevolgen voor de beheersingssystemen die in de schaduw van die samenleving hun werk doen. De media berichtten de afgelopen tijd al over een anti-agressie pil, en over meer hersenoperaties. Het aantal elektroshocks wordt steeds weer opgevoerd. (Overigens zijn het vrijwel alleen vrouwen die hiervan het slachtoffer zijn, vrouwen van gemiddeld 63 jaar, een blijkbaar hardnekkige probleemgroep) Voorts wordt er weer meer geïsoleerd, nu isoleercellen weer bij wet zijn toegestaan nu ze separeercellen of separettes genoemd worden. Iedere "patiënt" wordt gemiddeld 172 uur per jaar in een isoleercel geplaatst.
Een geheel nieuw machtsmiddel is de vereniging Ypsilon, opgericht door ouders en artsen, die er voor kan zorgen dat "patiënten" makkelijker tot bepaalde behandelingen gedwongen kunnen worden.
Ondertussen verdienen de artsen en chemische multinationals vrolijk verder. In 1980 al 3 miljard gulden aan de opgesloten "patienten". Dit samenwerkingsverband rechtvaardigt toch wel enige paranoia: de wetten op dit gebied maken ze zelf. De hoge ambtenaren zijn zelf immers ook artsen.
Perspectief tegenbeweging
De Helse Hex, NASA en andere organisaties zijn allang weer opgeheven. De laatste restanten van van de tegenbeweging, te weten de 5 overgebleven wegloophuizen en de Cliëntenbond, verenigen zich in stedelijke platforms. Meer dan een paar mensen brengen zij niet bijeen. En in Leiden? In Leiden gebeurt niets! De drie inrichtingen hier in de buurt en het AZL, zijn oppermachtig.
En in feite kan het ook niet anders. Wij sturen onze vriend(inn)en, (groot)ouders, buren, enzovoorts toch ook naar hen? Wij hebben al genoeg aan ons hoofd. Het is toch allemaal veel te moeilijk ook? Maar wie heeft er eigenlijk geen problemen met deze wereld waarin alles om status en geld draait. Hoeveel mensen zijn er eigenlijk niet totaal vereenzaamd, en leven alleen nog met alcohol of andere drugs? Haast, snelheid, jong zijn.
Een ideetje: waarom breken we het instituut psychiatrie niet echt af door het oprichten van van kleinschalige basisorganisaties, per buurt bijvoorbeeld. Basisorganisaties die hun leden zelf opvangen als ze problemen krijgen. En daarmee voorkomen dat deze mensen uit de gemeenschappen wegvallen en in de machtsbeluste klauwen van het medisch-farmaceutisch syndicaat terecht komen. We zullen juist onze zwakkere vriend(inn)en en de pechvogels in ons midden moeten opvangen om daarmee de opslagplaatsen waar we ze normaliter naar toe sturen leeg te maken. We kunnen dan ook weer leren om met elkaar te leven om leren dat menselijke problemen niet te moeilijk zijn. Meer tijd voor elkaar nemen, naar elkaar luisteren, van elkaar leren.
Daarnaast kunnen deze basisgroepen sterke uitvalsbases vormen in de strijd de maatschappij radicaal te hervormen. Je zou collectief de multinationals kunnen aanpakken die de elektroshockapparatuur maken. Maar dat zal slechts een onderdeel zijn van een verdergaande strijd tegen alle onderdrukkende structuren die de psychiatrie nodig hebben en maken. En vóór een wereld waarin levende wezens belangrijker zijn dan dode materie zoals geld. Ik sluit dit artikel af met de vraag om reacties en de traditionele leus:
Niemand is vrij zolang er nog iemand opgesloten zit!
Bij deze dan: Jack the Brainslasher vernielde voor 1950 meer dan 5.000 hersenen. Op een ochtend deed hij er soms 10 tot 15.
De genoemde Scoville heeft naar mijn weten voor het laatst ergens in 1975 toegeslagen. Hij heeft toen ook op een congres voor zijn methode gepleit.
In de jaren 40 en 50 van deze eeuw zijn in totaal ongeveer 100 duizend mensen op deze wijze verminkt. Het eerste deel van deze periode viel samen met de Tweede Wereld oorlog toen in Duitsland 275.000 "patiënten" vergast werden. Het wegsnijden van delen van hersenen vond echter overal in de wereld plaats. Nog steeds vinden hersen-operaties plaats, zij het op veel kleinere schaal. Hersenen worden tegenwoordig "clean" chemisch kapot gemaakt.