De Peueraar 18, februari 1992

Auteur: Eric Krebbers


Haast...!

Haast. Geen tijd. Ik heb het zo druk. Ik ben geen avond thuis. Mijn agenda zit al vol tot volgende maand. Even snel ergens wat warms te bikken halen. Over tien minuten heb ik een andere afspraak. Ik heb bijna geen tijd meer om alleen te zijn. Volgend jaar ga ik een jaartje weg, op wereldreis. Ik moet er tussen uit. Dit zijn geen uitspraken van topmanagers die dag in, dag uit, bezig zijn carrière te maken. Nee, dit zijn opmerkingen die mensen maakten die zich juist verzetten tegen dat carrière-gedoe, tegen het kapitalistische systeem. De Peueraar tekende deze uitspraken de laatste maand netjes op van de mensen die tegen de wereld van meer, sneller en tijd is geld strijden. Maar hoe zit dat nu eigenlijk? Zowel de carrière-yups als de mensen in het verzet leiden hetzelfde leven. De een zet zich af tegen het eenzijdige geld verdienen. De ander probeert zich juist te verzekeren van een plekje waar dat het best lukt, dat geld verdienen. Maar ze geven dus beiden andere redenen voor hun haast-gedrag. De een werkt als een gek voor een hogere baan. De ander doet hetzelfde om de wereld (en gelukkig vaak zichzelf) te verbeteren. Hoe komt het dat iedereen steeds meer rond rent van afspraak maar afspraak? En zich steeds bewust is van de tijd, en van "wat er straks nog moet gebeuren"? Dit artikel tracht middels een historische schets en wat kanttekeningen bij de huidige "life-styles" een en ander wat duidelijker te maken. Ook zijn er wat mini-interviews met Leidse radicaal-linkse actievoerders. Daarin vertellen zij wat over hun dagelijks leven. Natuurlijk zullen andere mensen zich er ook in kunnen herkennen. En dat strookt met het idee van de Peueraar dat we uiteindelijk allemaal heel gewone radertjes zijn in de wereldomvattende arbeidsmachine die kapitalisme heet.

Over de pre-historische tijdsbeleving

In de pre-historie beleefde iedere groep mensen, iedere cultuur op zijn eigen wijze de tijd. Die tijdsbeleving was absoluut niet gelijkmatig. Sommige delen van de dag of van het jaar werden misschien als extreem lang ervaren, andere als voorbij in een vloek en een zucht. Deze beleving van de tijd hing samen met allerlei culturele en godsdienstige rituelen. En natuurlijk met de steeds terugkerende seizoenen en de wisselingen tussen dag en nacht. De mens leefde veel meer in het "nu"; de toekomst zoals wij die kennen bestond nog niet. Het verleden en het heden liepen in elkaar over. Vaak waren de overledenen nog steeds aanwezig, en daarmee het verleden ook. Er veranderde weinig, dus waarom zou je de tijd bijhouden van jaar tot jaar? Als men maar wist welk seizoen het was, en welke dingen je dan hoorde te doen, welke rituelen daarbij hoorden. Om je een voorstelling te maken van hoe de mens de tijd toen beleefde zou je moeten denken aan de momenten dat je het ontzettend naar je zin hebt en je je er niet van bewust bent, hoe laat het is; vlak voordat je plotseling ontdekt dat het al zo laat is. Een echte beleving van de tijd op die manier is voor ons, na duizenden jaren culturen met kalenders en klokken, nauwelijks meer mogelijk.

Tijd is macht

Rond de tijd dat de mensen zich boven de natuur gingen wanen en mannen de vrouwen begonnen te onderdrukken, rond die tijd, zo'n 6.000 jaar geleden, werd ook de kalender uitgevonden. De mens begon te doen alsof hij los stond van de steeds terug kerende seizoenen. Alsof de natuur geen invloed neer op hem had. Hij ontwikkelde een tijds-rekening die niet in eerste instantie bepaald werd door de natuurlijke seizoenen, maar die veeleer uitging van vooruitgang, van een toekomst die zich uitstrekte over de seizoenen heen. De kalender werd ontwikkeld door de mannelijke godsdienstige elite en mede gebruikt als machtsmiddel. De volken met de "beste"' kalenders, met name in Midden-Amerika en Mesopotamië, hadden de meest hiërarchische samenlevingen. De kalender, en op den duur, na vele eeuwen technische ontwikkelingen, de klok, zijn noodzakelijke instrumenten om op grote schaal macht uit te kunnen oefenen, om grote groepen mensen effectief te kunnen sturen. "Je moet op die en die tijd daar en daar zijn en dat doen!"

De mechanische tijd wordt ons opgedrongen

Dit machtsmiddel werd steeds verder ontwikkeld en gemoderniseerd. De eerste klok werd in 1.000 na Christus gemaakt door de Paus. En dat is niet toevallig. Pausen waren toen de grootste machthebbers in het Westen. De klok verspreidde zich als een olievlek over Europa: ze werd in alle 40.000 Benedictijnse kloosters ingezet om de mensen daar perfect gelijk te laten lopen en daarmee te beheersen. En dat was nog maar een voorproefje want rond 1.300 verschijnen de eerste mechanische klokken in het straatbeeld. Ze worden aan de mensen opgedrongen. Ze delen de tijd heel precies in, in uren, minuten en seconden. In de eeuwen daarna staan alle grote opstanden en revoluties voor een belangrijk deel in het teken van de strijd tegen de klok, tegen de letterlijk van boven opgedrongen tijd. Letterlijk want de klokken waren natuurlijk vooral te vinden op de torens van de kerken. De kerk was in die tijd de ultieme macht. Nog wel. Maar na verloop van tijd ging de macht steeds meer over in wereldlijke handen. Deze wereldlijke machten gebruikten zo hun eigen machtsmiddelen en dus ook hun eigen tijdrekening. Zo werd er bijvoorbeeld na de Franse revolutie door het nieuwe regime een nieuwe tijd ingevoerd. De mensen zelf waren nog steeds sterk gekant tegen elke vorm van van boven opgelegde tijd, of die nu van de kerk of van de overheid kwam. Tijdens de Parijse revolte van 1830 werden alle klokken in de stad kapot geschoten en lieten de mensen zich niet neer sturen door kerk of staat.

De eerste fabrieken werden opgericht omdat van mensen die thuis werken niet voldoende kon worden nagegaan of ze wel alle mogelijke tijd aan het werk waren. In het prille begin van het fabriekssysteem ergerden de eigenaren zich eraan dat de arbeiders slechts kwamen opdagen als ze geld nodig hadden, niet al te veel tegenzin hadden en als hun vele volksfeesten het toelieten. De arbeiders bepaalden zelf hun tijd, met elkaar. De eigenaren wisten op den duur deze eigen macht over de tijd te breken. Na eeuwenlang verzet leven we nu in een samenleving gedomineerd door hun "objectieve" tijdrekening. En iedereen, zowat, houdt zich er aan. Overal zie je klokken, op school, op straat en om je eigen pols. Als om je er constant aan te herinneren dat je aan de slag moet. Met de overwinning van hun tijd is ook het arbeidsethos definitief doorgebroken.

Over onze huidige tijdsbeleving

Dit alles bleef natuurlijk niet zonder gevolgen voor de individuele tijdsbeleving. In de loop der eeuwen zijn de mensen meer en meer tijd gaan beleven aan de hand van de door de elite opgedrongen "objectieve" mechanische en gestandaardiseerde tijdrekening. Mensen ervaren hun leven niet als samenhangend met de seizoenen, maar als zeventig of tachtig jaren op een rijtje en dan is het weer afgelopen. Er lijken geen verbanden meer te zijn met de al sinds het begin der tijden voortgaande wisseling de seizoenen, met de voorgaande generaties die het leven aan ons hebben doorgegeven. Nee, het leven van de mensen, zeker hier in het Westen, wordt beheerst door de mechanische, onmenselijke tijd. Op tijd op school en werk zijn, op tijd de tv aan, de trein in, maar bed, weer op, en ga zo maar door. Perfect gestuurd als de perfecte robot in de perfect draaiende arbeidsmachine. En dat is erg efficiënt en heeft grote winst-mogelijkheden!

Mensen hebben steeds minder mogelijkheden hun eigen tijd in te delen. De klok haalt de mensen uit net "nu", en doet hen aan toekomst denken, naar het "straks" kijken. Dat is een trend, een ontwikkeling van vervreemding. We krijgen steeds meer afstand, we vervreemden van onze directe ervaringen. Westerse mensen zijn er nog maar zelden helemaal bij; vrijwel altijd is er wel achter in je hoofd iets dat je bewust houdt dat je straks nog iets moet. Maar er verandert daarmee nog veel meer. Daarnet stipten we al even het arbeidsethos aan, het gevoel dat je altijd iets nuttigs moet doen met je tijd. En als je dat niet doet voelen veel mensen een (vaag) schuldgevoel. Vrije tijd, tijd die niet direct beheerst wordt door de samenleving, door het productieproces, door nuttige dingen, tijd die je eigenlijk hebt om te herstellen van je prestaties, van de prestatiedruk, die tijd die verdrijf je.

De volgende generatie wordt netjes in het besef van buiten henzelf staande tijd opgevoed. Dagdromen, fantaseren, je laten leiden door je eigen ideeën en gevoelens, gewoon spelen, het zijn allemaal dingen die best leuk zijn maar niet tijdens schooltijd. Komen wanneer je zin hebt is uit den boze. De aanwezigheid van alle kinderen ligt vast en wordt duidelijk gemaakt door middel van zoemers of bellen. Tot slot nog twee voorbeelden van hoe een tijdbeleving als de onze samenhangt met onze gewoontes en maatschappijstructuren. De medische wetenschap lijkt tegenwoordig meer te streven naar een zo lang mogelijk leven (in de toekomst) dan naar een zo leuk en kwalitatief goed mogelijk leven nu. Tijd is macht, en dat blijkt bijvoorbeeld uit ons gevoel van machteloosheid dat we ervaren als iemand ons erg lang op hem of haar laat wachten. De zich belangrijk achtende arts die je in zijn of haar wachtkamer rustig een uur laat wachten eigent zich de macht toe je tijd af te nemen.

Over onze Yuppie-lifestyle

De ontwikkeling maar een steeds meer buiten ons om geregelde tijd hangt nauw samen met een zelfde ontwikkeling voor wat betreft de ruimte. Die is net zo precies opgedeeld als de tijd: elke plek heeft haar eigen functie. Vonden vroeger heel veel dingen in het leven plaats op een heel beperkt aantal plaatsen, tegenwoordig heb je verschillende plekken om te relaxen, te slapen, te sporten, te werken, te praten, te poepen, te eten en te koken. De rest van de wereld bestaat uit wegen om van de ene plek maar de andere te komen. Iedereen lijkt voor een groot deel van de tijd bezig van de ene maar de andere afspraak te komen, gestuurd door de klok. Van een eet-afspraak naar de vergader-afspraak naar de kroeg om te kletsen, naar je slaapadres...

Het leven raakt opgedeeld in afspraken, stukken, in plaatsen en tijden. Dat brengt onrust met zich mee, stress, minder grip op het bestaan. In alle delen van het leven vind je de gevolgen van deze ontwikkelingen terug. Er wordt even snel gegeten. Snelle happen samengesteld uit goed houdbare, weinig voedzame onderdelen zoals suikers en dierlijke vetten. Hamburgers, broodjes, repen, zoete koeken, patat, als het maar zoet en vet is. Voedsel moet het gevoel geven dat je vol zit, even, en lang houdbaar zijn. Dat zijn de huidige criteria. Het in alle tijden gebruikelijke dieet van voornamelijk complexe koolhydraten zoals aardappelen, knollen of granen, omlijst met groente en fruit is qua bereidingstijd niet haalbaar als maaltijd 'in onze haast-cultuur. Mensen zijn immers veel onderweg, werken aan allerlei projecten, staan op als ze moeten, niet als ze zin hebben, zijn zelden nog alleen, en nemen nog maar weinig de tijd om gewoon uren achtereen te kletsen, te staren of te dagdromen.

Hieronder volgen de beloofde mini-interviews. Het zijn er minder dan verwacht. Veel gevraagde actievoerders konden geen tijd vrij maken en de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ook de Peueraar niet echt dik in de tijd zat. Welnu, hier even snel de interviews.

Mini-interview 1: T, vrouw, radicaal-links actievoerster, verpleegster en nog zo wat dingen. "Ik ben, zeg maar, met zo'n acht verschillende dingen bezig. School, werk, de vrouwengroep, maar ook met de woongroep en nog zo wat dingen. In minstens drie verschillende steden. Ja, soms zie ik m'n relaties ook als een soort werk. Hoe m'n dag er uit ziet? Vaak sta ik om kwart voor acht op zodat ik om acht uur bij mijn eerste patiënt ben. Daar drink ik dan koffie. Ontbijten doe ik nooit. Geen tijd voor. Alleen als er iemand logeert, maar dan valt het me ook echt op. Tussen de middag eet ik even snel een boterham soms, maar soms ook niet. 's Avonds is het heel anders, dan wordt er zowat altijd door iemand van de woongroep gekookt en eten we samen. Ik ben niet veel tijd alleen en lees weinig. Maar als ik iets lees moet het nut hebben. Wat nuttig is? Als iets mijn persoonlijke groei stimuleert, sociale contacten verbetert of de wereld verder helpt. Ik doe zelden dingen die niet functioneel zijn. Wandelen doe ik alleen als ik ergens heen moet. Als ik niets doe, of althans niets nuttigs, dan voel ik me schuldig. Zelfs als ik ziek ben. Ik kan dan afspraken niet nakomen. En daar houd ik niet van. Als dit levenstempo me af en toe te veel wordt ga ik mezelf spontaan verslapen, of word ik ziek. Na mijn opleiding maak ik een wereldreis, maar of ik dat aan kan, vier dagen moeten wachten op een verlaten station, en dan niets doen? Ik weet het niet."

Mini-interview 2: H, radicaal-linkse actievoerder en ideële winkelier. "Nou, ik sta meestal rond 9 uur op, maar ook wel eens later, en ontbijt dan altijd. Af en toe ben ik 's ochtends alleen, maar meestal ga ik direct aan de slag. Ik werk bij diverse actiegroepen, twee ideële winkels en enige andere initiatieven. Verder zit ik op schaken en werk ik nu aan een soort poëzie-voordrachten. Ik neem wel eens brood mee voor tussen de middag, maar meestal wordt het even snel tussendoor een pak soja-vla naar binnen werken. Rond zessen vind je me regelmatig in de patat-cultuur. Af en toe eet ik in de mensa, of kook ik zelf, soms bak ik alleen van die tofu-brokken. Maar veel tijd heb ik meestal niet voordat de avond-vergaderingen beginnen. Meestal eet ik alleen. 's Avonds laat ben ik ook wel eens alleen. En af en toe zaterdagavond, maar over het algemeen erg weinig. Nu en dan heb ik wel het gevoel geleefd te worden. Dat komt natuurlijk door al die structuren waarin ik meedraai. Maar goed, daar kies ik tenslotte zelf voor. Als het me allemaal even te veel, wordt neem ik gas terug. Vaak kan dat helaas pas na een paar dagen... al die afspraken, he? Als ik plotseling een middag vrij heb is dat een rare ervaring. Ik krijg dan echt iets van: wat zal ik nu weer eens gaan doen. Maar al snel vind ik meestal wel iets nuttigs. Maar echt veel komen die vrije uurtjes trouwens niet voor. Alle 'afspraken lopen door elkaar. Dan weer even dit, dan weer even dat. Allemaal kortere afspraken. Ik ben bijna nooit de hele dag in dezelfde winkel of bij dezelfde groep. Een hele dag niets doen? Nee, dat komt niet voor. Op vakantie hoef ik niet. Ik weet dat het goed voor me zou zijn, maar ik heb er steeds minder belangstelling voor. Ik put mijn inspiratie en kracht niet uit een hobbyistisch idealisme, maar zie wat ik doe gewoon als mijn werk. Mijn energie raakt voorlopig niet op, mijn idealisme reikt ver."

Is dit nou dat leven dat we willen leven?

Hoe nemen we de tijd weer in eigen handen? Door nog harder te gaan werken? Nog meer te demonstreren, te strijden, te vergaderen en te discussiëren? Zodat we op den duur het systeem kunnen veranderen, en er voor kunnen zorgen dat we onze tijd zelf gaan bepalen? Of is het juist zinvol totaal individueel "naar je gevoel te luisteren" en je niet meer to laten leiden door de klok, of door afspraken. En gewoon te doen waar je zin in hebt.

Om met het laatste te beginnen. Niet meer meedoen is in ons systeem niet mogelijk. Je moet toch voor zessen je boodschappen gedaan hebben. Niet meedoen betekent niet dat de maatschappij ook jou uit het oog verliest. En bovendien zal een poging in die richting je zo isoleren dat je er volledig machteloos door raakt. Om macht over je leven en de tijd terug te krijgen zal je je moeten organiseren en dat betekent afspraken nakomen, op tijd komen. Het eerste alternatief, nog meer activiteiten ontplooien om uiteindelijk het systeem op de knieën te krijgen, lijkt me erg ongezond. En op den duur geestelijk en lichamelijk niet meer vol te houden.

Wat dan? We zullen in groepen met elkaar nieuwe manieren van met elkaar en met de tijd omgaan moeten ontwikkelen. Met ruimte voor ieders eigen ritme. Maar met de zekerheid van het nakomen van afspraken. Met een voortdurende strijd tegen het systeem, maar ook met voldoende tijd voor onszelf. Voor cultuur, muziek, gezelligheid, gezamenlijk eten en rust. Laten we proberen een plezierig gezamenlijk leven met elkaar te combimeren met een nimmer aflatend verzet tot een aanlokkelijk fleurig en strijdbaar geheel.

Bronnen:

Terug