De Peueraar 21, mei 1992
Auteur: Harry Westerink
Witte universiteiten
Lang voordat ook maar een van de fundamenten van het apartheidssysteem in Zuid-Afrika is ondermijnd, zoekt sportief, bedrijvig en wetenschappelijk Nederland alweer volop contact met Zuid-Afrikaanse sportorganisaties, bedrijven en universiteiten. Het mag weer, vertellen ons de politici en opiniemakers. Maar nog steeds hebben Nelson en Winnie Mandela en alle andere zwarte mensen geen stemrecht. Nog steeds komt de welvaart, kennis en macht ten goede aan een onwaarschijnlijk kleine minderheid van de bevolking, aan de 15-20 procent witte Zuid-Afrikanen dus. Nog steeds mag en moet de overgrote meerderheid van de bevolking, de 80-85 procent zwarte mensen, tandenknarsend toekijken welke toekomst de witte minderheid voor hen heeft bedacht. Nog steeds is Zuid-Afrika gebaseerd op een maatschappijsysteem met racistische uitgangspunten.
Inmiddels heeft ook de Leidse universiteit de banden met Zuid-Afrikaanse universiteiten alweer stevig aangehaald. De conservatiefste universiteit van Nederland heeft met drie Zuid-Afrikaanse universiteiten een samenwerkingsovereemkomst afgesloten. Het gaat hier om een principe-akkoord over de uitwisseling van docenten, en het betreft de universiteiten van Potchefstroom, Pretoria en Stellenbosch. Begin april was prof De Beer, decaan van de rechtenfaculteit aan de universiteit van Potchefstroom, in Leiden om te onderhandelen over de uitvoering van de overeenkomst.
Het Nederlandse bureau van het ANC heeft in een reactie laten weten dat het ANC moeite heeft met de samenwerkingsovereenkomst. Want, zo zei C. Niehaus, vertegenwoordiger van het ANC in Nederland, juist de drie genoemde universiteiten nemen weinig initiatieven tot een non-raciaal onderwijssysteem. Drs. W. Teller, hoofd van het Bureau Buitenland van de Leidse universiteit, wil van de bezwaren van het ANC niets weten. "Wij hoeven noch aan het ANC noch aan de Zuid-Afrikaanse regering toestemming voor samenwerking te vragen. Dit is een kwestie van wetenschap, niet van politiek." Einde discussie.
Hoezeer er in Potchefstroom alleen maar aan wetenschap wordt gedaan, blijkt uit het verhaal dat De Beer toevertrouwt aan de lezers van het Leidse universitaire weekblad Mare. Bij de rechtenfaculteit in Potchefstroom werken op dit moment helemaal geen zwarte docenten. De Beer: "Dat had de universiteit graag anders gezien, maar er hebben zich gewoon nog nooit geschikte kandidaten aangediend." Een kwestie van wetenschap of van politiek? Het College van Bestuur van de Leidse universiteit, het hoogste en gezaghebbendste orgaan, wil erop toezien dat bij een uitwisseling van docenten "in de delegatie blank en zwart op evenwichtige wijze zijn vertegenwoordigd." Aan die wens wordt bij de genoemde rechtenfaculteit wel zeer uitdrukkelijk voldaan. Er is geen enkele zwarte docent, dus er kunnen alleen bleke smoeltjes naar Leiden worden gestuurd. Wat een evenwicht in een land met 80 procent zwarten!
Een ander fraai staaltje van De Beer: "Leiden zou natuurlijk kunnen besluiten om ook met de "swarte universiteiten" in zee te gaan, maar dat is onverstandig: het niveau van die universiteiten is laag en bovendien zijn ze een product van het apartheidsbewind." Snapt u het? Terwijl De Beer zwarte universiteiten met veel zwarte studenten en docenten bestempelt tot een product van het apartheidssysteem, beschouwt hij witte universiteiten met veel of alleen maar witte studenten en docenten als een normale gang van zaken. Het een hangt echter onlosmakelijk samen met het andere. Zwarte en arme mensen aan de ene kant, en witte en rijke mensen aan de andere kant, worden in Zuid-Afrika (en in de rest van de wereld!) voortdurend gescheiden. Die scheiding levert in Zuid-Afrika een vorm van geïnstitutionaliseerd racisme op: apartheid. Als de beroerde en kansarme situatie van zwarte mensen een gevolg is van het apartheidssysteem, dan geldt dat evenzeer voor de weldadige en bevoorrechte situatie van witte mensen. De Beer verklaart zwarte universiteiten tot een product van iets verdoemds en verderfelijks. Die universiteiten zijn de afwijking. En hij bevestigt de witte universiteiten in hun superieure en zelfvoldane identiteit. Witte universiteiten zijn de norm. Een typisch racistische gedachtegang!
Bron: Mare 29, 2 april 1992.