De Peueraar 47/48, juli/augustus 1994

Auteur: Petra Schultz en Eric Krebbers


Hassans tentakels

"Ik ben gelukkig mij te midden van mijn volk te bevinden, 'als een vis in het water', om met Mao Zedong te spreken". Dat zei koning Hassan II van Marokko eens. Het grootste deel van het Marokkaanse volk kan zijn bloed wel drinken en komt regelmatig in opstand tegen zijn bloedige regiem. Maar de koning houdt de touwtjes stevig in handen. Ook in de Marokkaanse gemeenschappen in West-Europa. Zijn beleid is gericht op het voorkomen van integratie van Marokkanen in Nederland. Bij de plaatselijke verkiezingen in Nederland is de opkomst van Marokkanen bijzonder laag. Strekt de macht van Hassan zich uit tot in de Leidse straten? We spraken hierover met A., afkomstig uit Marokko. Hij blijft liever anoniem. Niet voor niets, zo blijkt.

De wreedheid van Hassan II is spreekwoordelijk. Hij vormt geen uitzondering in de Marokkaanse geschiedenis. Die is er een van onderdrukking en heldhaftig verzet. In 1912 verovert Frankrijk Marokko na zich al lange tijd opgeworpen te hebben als 'beschermheer' van dat land. Althans, zo staat het in de westerse geschiedenisboekjes. In werkelijkheid duurt de verovering heel wat langer dan een jaar. Het kost ruim vijfentwintig jaar voordat de Marokkaanse bevolking zich gewonnen geeft. Met name de Berbers in het Noorden van Marokko bieden lang verzet. Dat is in die tijd iets ongehoords: het Franse koloniale rijk beleeft immers haar hoogtijdagen. De Vietnamese leider Ho Tsji Min ziet later, tijdens de Vietnam-oorlog, de Marokkaanse vrijheidsstrijd als hét grote voorbeeld voor de moderne revolutionaire (guerilla-) oorlog van gekoloniseerde volken. De Fransen vagen in hun koloniale ijver complete steden weg en wenden alle (toen) beschikbare middelen aan om het verzet te breken: luchtaanvallen, tanks en met explosieven gevulde suikerbroodjes om de bevolking te decimeren. Pas rond 1935 is de bezetting voltooid.

Een goudmijn

Marokko is voor de bezetters een goudmijn. De grondstoffen verdwijnen massaal in de richting van Frankrijk. Het Franse kapitaal is er oppermachtig. Met name de Banque de Paris et des Pays-Bas bepaalt vrijwel volledig wat er met Marokko moet gebeuren. De beste landbouwgrond komt in handen van de Fransen en tienduizendenden boeren moeten zonder betaling werken op wat vroeger hun eigen land was. Velen vluchten naar grote steden als Casablanca. Daar wordt een woord uitgevonden dat wereldwijd furore zou maken: 'Bidonville', sloppenwijk.

In de jaren vijftig neemt het verzet weer toe en de ondergrondse cellen van de opstandelingen plegen in twee jaar tijd maar liefst zesduizend aanslagen op de Franse bezetters en hun bezittingen. Die reageren met een bloedige terreur, en slachten duizenden en duizenden mensen af. Maar ook buurland Algerije staat in brand vanwege een onafhankelijkheidsoorlog. Aangezien repressie een hoop geld kost wordt al snel besloten Marokko formeel 'onafhankelijk' te maken. De grote kapitaalsgroepen zien in dat 'onafhankelijkheid' niet hun vertrek uit het land hoeft te betekenen en geven hun fiat. Ze zetten in 1956 koning Mohammed V op de troon en laten de onderdrukking van het Marokkaanse verzet aan hem over. De koning eigent zich het beste deel van de landbouwgrond toe en tachtig procent van alle rijkdom in het land blijft in handen van enkele honderden rijke families. Mohammed V neemt de teugels strak in handen en zijn zoon Hassan II, die hem in 1961 opvolgt, overtreft hem nog in wreedheid. A. vertelt ons dat met name de mensen in het Noorden van Marokko, de Berbers, getroffen werden door de repressie: "Na de onafhankelijkheid worden ze gebombardeerd. In Noordelijk Marokko doet de overheid niets voor het onderwijs. Terwijl de overheid de rest van Marokko opbouwt laten ze het Noordelijk deel verpauperen. Je ziet hier nu nog de gevolgen van. In de rest van het land zijn goede wegen, in het Noordelijk deel niet. Maar dat de overheid niets voor het Noordelijke deel wil doen betekent niet dat de mensen daar met rust gelaten worden. Ook hier geldt, dat over politiek praten, hetzelfde is als spelen met vuur. Je brengt jezelf en je familie er mee in gevaar. Het zijn dan ook juist deze mensen, van het platteland in het Noorden, die graag weg willen. Zij zijn de enigen die naar West-Europa mogen in de jaren zestig en zeventig. Anderen krijgen geen toestemming. Zo probeert de overheid om het verzet daar te verminderen. Dit sluit mooi aan bij de West-Europese behoefte aan gastarbeiders. Is het toeval dat dit dom houden en wegjagen zo goed aansluit bij die behoefte? Zou men hier blij geweest zijn met mondige Marokkanen?"

"Ieder staatshoofd heeft een geheime tuin..."

Maar niet alleen de mensen in het Noorden worden geterroriseerd door Hassan. In de hoofdstad Rabat, niet ver van het koninklijk paleis, in een dure buurt te midden van uitgestrekte tuinen met sinaasappelbomen, ligt het zeer fraaie Dar-el Mokri paleis. Hier bevindt zich het martelcentrum van Marokko. Onder de kroonluchters vinden de meest walgelijke martelingen plaats aan de hand van een ingenieus 'zeven stappen' martelplan dat eindigt met afsnijden van oren, lippen en neus en het laten leegbloeden via de keel. Amerikaanse adviseurs zijn er kind aan huis en er zijn volop bewijzen dat ook de koning en zijn adviseurs nu en dan meedoen aan de martelingen. Over zijn mooi gelegen martelcentrum zei Hassan eens tegen een journalist: "ach, ieder staatshoofd heeft zijn geheime tuin..."

In de loop der jaren worden er door mensen uit de Marokkaanse elite heel wat couppogingen gepleegd. Hassans complete hofhouding van honderden mensen wordt in 1971 uitgeroeid door een legereenheid die zich kwaad maakt over zijn corruptie en westerse decadentie. Een jaar later wordt zijn vliegtuig beschoten. Hassan is meedogenloos. Van de coupplegers wordt meestal niets meer vernomen dan dat ze na maanden, soms jaren, aan martelingen bezweken zijn.

Niet alleen de naasten van Hassan komen keer op keer in opstand. Ook het volk roert zich steeds opnieuw. Met name sinds in de jaren 80 het Internationale Monetaire Fonds (IMF) en de Wereldbank een herstructureringsprogramma doordrukken in Marokko. De prijzen van voedsel stijgen enorm. De armoede neemt nog verder toe. Er zijn opstanden in onder andere 1965, 1981, 1984, 1990 en tijdens de Golfoorlog. Daarbij komen duizenden mensen om. Een minister van Binnenlandse Zaken neemt eens zelf een geweer ter hand om vanuit een helikopter de demonstrerende massa's te beschieten. Er vinden sinds de 'onafhankelijkheid' gemiddeld vier politieke processen per jaar plaats, waarbij telkens massa's activisten en politici ter dood of tot eeuwen gevangenisstraf veroordeeld worden. Ook verdwijnen mensen en worden steeds opnieuw mensen zonder proces vastgehouden, gemarteld en geëxecuteerd. De opstanden worden door Hassan II ook gebruikt als grote opruiming: veel mensen worden opgepakt die er niets mee te maken hebben, maar waarvan bekend is dat ze linkse sympathieën hadden.

A.: "Hoger opgeleiden in Marokko hebben andere ideeën dan Koning Hassan, en maken zich zo tot zijn prooi. Zo is in 1981 in de studentenwereld het marxisme in. Dat mag, zolang je binnen de muren van de universiteit blijft. De militairen buiten de muren proberen de studenten te isoleren. In 1984, bij de broodoproer begeven de studenten zich buiten de muren. Dat heeft hevige repressie tot gevolg. Maar de machthebbers richten zich niet langer het meest op de communistische studenten. Ze achten de fundamentalisten een groter gevaar. Die sluiten beter aan bij de bevolking dan de communisten. Tegen de fundamentalisten wordt nu hetzelfde aangekeken als hier vroeger tegen de communisten. Omdat 'het fundamentalistische gevaar' nu dichterbij komt, beschermt de politie de communisten tegen de fundamentalistische moslims."

Amnesty International rapporteert...

Amnesty International heeft steeds brede bekendheid gegeven aan de politieke repressie in Marokko. We geven drie voorbeelden. Amnesty schreef over de gevangenis Tazmamart. Daar waren 61 mannen 18 jaar lang levend ingemetseld. Ze hadden vaak geen kleding meer, maar slechts twee dekens. Hun cel was 4 vierkante meter groot en er drong geen licht in door. Er was nauwelijks ventilatie en 's zomers was het een oven en 's winters een ijskast. Van de meeste gevangenen waren de straffen allang afgelopen. Ze werden geslagen en kregen soms vier tot vijftien dagen geen eten. In een naar buiten gesmokkelde brief uit 1980 schrijft een van hen: "Een verschrikkelijke dood wordt ons opgedrongen, langzaam, beetje bij beetje, sinds we in dit zwarte gat arriveerden hebben we de zon nog geen dag gezien ... honger, duisternis en vuil, eenzaamheid en ziekten ... Voor wat betreft de kameraden die blijven leven, er zijn er die niets anders kunnen dan de hele dag op hun rug liggen, of die zich slechts op handen en voeten kunnen voortbewegen - verweekte botten, verdorde huid." Inmiddels zijn de weinige overlevenden vrijgelaten. Hun gevangenis is vernietigd en Hassan ontkent dat deze hel ooit heeft bestaan. De overlevenden kregen zwijggeld, maar spreken toch.

Studenten die opgepakt werden tijdens de opstand van 1984 zijn meer dan vijf jaar in hongerstaking geweest. Hetgeen een triest wereldrecord mag heten. Ze wilden boeken kunnen lezen. Ze lagen in de raamloze kelder van een ziekenhuis in Casablanca. Ze bleven al die tijd aan hun bed geboeid omdat ze anders de slangen uit hun neus zouden trekken. Daarmee werden ze gedwongen voedsel tot zich te nemen. Ze werden eens in de vier tot zes maanden verschoond en lagen in hun eigen uitwerpselen. Ze kregen kalmerende middelen ingespoten door agenten. Dokters mochten er niet bij. Een arts zei er iets van en werd zelf drie maanden gemarteld. Enkelen van de studenten zijn overleden. Anderen werden overgebracht naar andere martelcentra. In november vorig jaar gingen weer andere politieke gevangenen in hongerstaking.

In de door Hassan bezette Sahara voert de bevrijdingsorganisatie Polisario nog steeds haar eenzame strijd. Sympathisanten van Polisario verdwijnen. In 1980 verdwenen in een keer 42 vrouwen tegelijk. Een vrouw die dat overleefde vertelde haar verhaal aan Amnesty. "We werden overgebracht naar Agadir en in een zeer kleine cel gestopt. We moesten een maand lang rechtop blijven staan. Soms probeerden we wat dichter tegen elkaar te staan zodat een van ons met haar baby kon gaan zitten. Eenmaal per etmaal kregen we te eten: alleen een stukje brood en wat vuil water. Elke dag waren er ondervragingen. We werden geslagen en kregen elektrische schokken toegediend en ze goten een sterk soort bleekwater door onze neuzen naar binnen. Sommige kinderen stierven in de cel..."

"Een bevriend staatshoofd..."

Veel Westerse mensen weten niets van deze repressie. Je kan er rustig op vakantie. Hassan waarborgt de orde en rust. Er is zelfs de schijn van een democratie. A. legt uit hoe dat zit: "Er is in Marokko geen werkelijke gelegenheid tot politiek. De socialistische partijen worden sterk gecontroleerd. Er mogen er maar een paar zijn. Er wordt voor gezorgd dat deze partijen niet kunnen groeien. Hun sprekers worden aangehouden, opgepakt en geslagen. Zo laat de overheid zien dat ze er is. De mensen krijgen vaak de leus te horen: 'God straft, de koning doet goed'. Ze weten wel beter, maar hun protest is niet georganiseerd. Dat wordt voorkomen door de cultuur en de machthebbers."

Politiek gezien mag alles zolang je maar niet over Hassans grenzen gaat. Dan verdwijn je. Er zijn politieke partijen die het spelletje meespelen en daarvoor rijkelijk worden beloond. Ze belonen ook zichzelf door middel van corruptie. Er zijn veel politieke partijen. Alleen de communistische en fundamentalistische partijen zijn verboden. De koning kan het kabinet ontbinden en de kamer naar huis sturen. Hij is het hoofd van de strijdkrachten en benoemt de rechters. Zijn woord is wet. Hij is ook nog eens hoofd van de staatskerk en beweert afstammeling te zijn van de profeet Mohammed. A.: "Hassan noemt zich geestelijk leider, en leider van een democratie naar Westers model. Dit zijn twee gezichten, die hij gebruikt naar gelang de situatie."

Deze façade geeft de westerse bevolking het idee dat er democratie heerst. Dat is belangrijk want Hassan is een belangrijk en 'bevriend staatshoofd'. Hij is nodig in de strijd tegen het communisme en anti-westerse fundamentalisme. Want die stromingen staan vijandig tegenover de buitenlandse (waaronder 1200 Franse) bedrijven in Marokko. Deze multinationals willen graag dat het arbeidsloon in Marokko negen keer zo laag blijft als in Frankrijk. Dat er goedkope kinderarbeid blijft. Dat vrouwen voor een schijntje ook nog eens buitenshuis moeten werken om hun kinderen te kunnen onderhouden, en dat er geen sterke vakbonden zijn.

Het is niet alleen de Franse elite die het traditioneel goed met het Marokkaanse koningshuis kan vinden. Er zijn ook intensieve handelscontacten met de Verenigde Staten en de Europese Unie. Het Nederlandse bedrijf Unilever heeft enorme belangen in de fosfaatwinning in Marokko. In 1991 begint de koning onder internationale druk, van onder meer Amnesty, iets doen aan zijn macabere 'wereldrecords' martelen. Zijn kapitaalkrachtige Westerse vrienden vinden het niet prakties om op deze 'barbaarse' manier de orde te handhaven. Er bestaan veel onopvallender en 'rationelere' methoden voor. Woordvoerder Abdu Menebhi van het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN) zei onlangs over de schijnbare veranderingen: "De laatste jaren heeft deze regering met veel mooie woorden en enkele symbolische acties de Westerse landen ervan geprobeerd te overtuigen dat de democratie haar intrede deed in Marokko. De westerse landen, ook Nederland, lieten zich overtuigen."

'Nederland' wil maar al te graag geloven in de verbeteringen, opdat men zonder problemen met de koning samen kan werken. Zo wordt er nu gewerkt aan het 'verbeteren' van regelingen voor het terugsturen van illegalen uit Nederland naar Marokko. En in het kader van het Schengen-akkoord werkt Europa samen met Hassan aan het sluiten van de Europese grenzen voor Marokkaanse vluchtelingen.

A.: "Eigenlijk is Hassan gewoon een Westers pionnetje. Hij wil nu graag bij de EG horen. Zonder Europese steun zou hij er niet eens zijn. Vooral Frankrijk steunt en beschermt Hassan. Dat doet West-Europa natuurlijk niet voor niets. Marokko is een belangrijke afzetmarkt voor Europa. Via Hassan kan Marokko uitgezogen worden. Dat is makkelijker dan iedere vier jaar een nieuwe leider omkopen. Het is voor West-Europa belangrijk dat Marokko 'stabiel' blijft. Vooral voor Spanje is het bedreigend dat een land dat zo dichtbij ligt instabiel zou kunnen worden."

Hassans tentakels

De macht van de koning strekt zich uit tot in Europa. Tegenstanders van zijn regime die naar het buitenland gevlucht zijn verdwijnen daar. Dat lot wacht soms ook vooraanstaande politici. Een daarvan was de internationaal vermaarde socialist Mehdi Ben Barka. Hij was de leider van het Marokkaanse socialistische verzet tegen de neo-koloniale verhoudingen. In 1965 was deze internationalist in Parijs bezig een conferentie te organiseren toen hij in het openbaar werd ontvoerd. Het ging om een conferentie van Derde Wereld-landen met als doel een beweging op te zetten tegen het imperialisme. Het werd duidelijk dat Hassan bij de verdwijning hulp heeft gekregen van de Franse geheime dienst OAS en de Amerikaanse CIA. Ben Barka stond ook op hun dodenlijsten.

Gestapo-methoden

Hassan zet alle zeilen bij om ook de Marokkanen in Nederland onder de duim te houden. Hassan wil niet dat ze in Nederland integreren, want dat betekent controleverlies. Marokkaanse kinderen kunnen naar speciale zomerkampen in Marokko om hun kennis van de Marokkaanse cultuur te verbeteren. Verder heeft Hassan gezegd dat Marokkanen zich moeten onthouden van politiek in de gastlanden. Hij sprak zich uit tegen deelname aan de plaatselijke verkiezingen in Nederland. Slechts negentien procent van de Marokkanen heeft bij de vorige verkiezingen zijn of haar stem uitgebracht.

De Marokkaanse regering heeft in Nederland mantelorganisaties opgericht, zoals in 1974 de Amicales. Leden worden geworven met snoepreisjes naar Marokko en met stukjes land 'thuis'. Officieel vormen de Amicales 'een vereniging ter bevordering van het culturele en sociale welzijn van Marokkanen in Nederland'. In werkelijkheid is het een organisatie die Marokkanen in Nederland in het gareel wil houden en daartoe intimidaties niet schuwt. M. Rabbae, bij de laatste verkiezingen nog lijsttrekker van GroenLinks, en vorig jaar nog directeur van het Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB) sprak over "gestapo-achtige praktijken". Marokkanen die in Nederland "op enigerlei wijze ingaan tegen het belang van de Marokkaanse overheid" lopen het risico in Marokko gearresteerd te worden. Daar zijn tot nu toe 15 gevallen van bekend. Ook familieleden in Marokko lopen gevaar.

De Amicales zijn dan ook niet erg geliefd bij de Marokkaanse gemeenschap in ons land. De Marokkaanse overheid richtte daarom in 1982 een nieuwe organisatie op: de Unie van Marokkaanse Moslim Organisaties in Nederland (UMMON). UMMON heeft vrijwel dezelfde doelstelling als de Amicales en werkt zo nauw samen met de ambassade dat ze tot tweemaal toe het stemmen in Nederland voor een Marokkaans referendum organiseerde. Anders dan de naam doet vermoeden is de UMMON dus niet alleen kerks. Moskeeën zijn trouwens niet alleen plekken voor het geloof. Oorspronkelijk waren moskeeën ook plaatsen waar politiek besproken werd. Het is ook daarom van belang voor Hassan om het groeiende aantal moskeeën in Nederland onder controle te houden. UMMON wil dat alle contacten tussen Marokkaanse en Nederlandse organisaties zoals buurthuizen verbroken worden en dat Marokkaanse vrouwen zich verre houden van Nederlandse vrouwen. Verder wil UMMON dat, het tot voor kort redelijk onafhankelijke, linkse Komitee van Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN) overgenomen of opgeheven wordt en dat de Marokkanen in Nederland zoveel mogelijk geld overmaken naar Marokko. Marokkanen worden aangezet huizen te laten bouwen in Marokko. Het teruggestuurde geld is de grootste inkomstenbron voor Marokko, groter dan die van het fosfaat of het toerisme. A. ziet het zo: "Een Marokkaan in West-Europa onderhoudt vier Marokkanen in Marokko, mede door de sociale verplichtingen. Er gaat ook veel geld naar Marokko omdat veel mensen sparen voor een huis daar. Een huis in Marokko is het ideaal voor veel Marokkanen hier. Maar als Marokkanen zich meer gaan richten op Nederland zullen ze in hun directe omgeving gaan investeren."

Nagels uittrekken met metalen tangen

De UMMON heeft veel invloed. A. vertelt dat "de imam na het gebed 'God bescherme de koning' moet roepen. De meeste gelovigen begrijpen niet eens wat er gezegd wordt. Het gaat in moeilijk Arabisch, zoiets als Latijn hier. En ook al kan je het wel verstaan, dan ga je toch naar de moskee, want dat wordt hoog gewaardeerd. Mensen ervaren dat het erbij hoort. Het is moeilijk om je daaraan te onttrekken. Ik begrijp wel dat de meeste mensen dat niet doen. Met een aantal mensen zou je je aan deze norm kunnen onttrekken. Maar de meeste mensen komen hier individueel, bijvoorbeeld in het kader van gezinshereniging. Ze kunnen zich niet aan hun familie onttrekken, ook de hoger opgeleiden niet. De imam zelf kan zich ook niet deze normen onttrekken. Het staat niet in de koran dat een imam voor de koning moet bidden." Maar imams die het niet doen worden door UMMON-leden in elkaar geslagen of in hun privé-leven gechanteerd. Vaak kiezen de gelovigen de kant van de opstandige imam, maar trekken dan aan het kortste eind. De hand van Hassan kan immers hard meppen.

A.: "Het bestuur kiest de imam, zij hebben vaak een verleden in de Amicales, en zijn een verlengstuk van het consulaat. Indirect worden ze door de staat betaald, het is gewoon een maffia-netwerk." Onder druk van de UMMON worden er imams geïmporteerd uit Marokko, die de 'juiste versie' van het moslimgeloof prediken, namelijk de Marokkaanse staatsgodsdienst. Weerbarstige moskeebesturen worden hard aangepakt. Ze worden 'uitgenodigd' voor 'een gesprek' bij de ambassade. De vice-voorzitter van UMMON heeft zo'n bestuur eens gedreigd dat hij er persoonlijk voor zou zorgen dat 'in Marokko hun nagels door metalen tangen zouden worden uitgetrokken.'

Veranderingen

De Nederlandse overheid verzet zich niet tegen dit soort praktijken. Terwijl bijvoorbeeld Koerdische organisaties hier gecriminaliseerd worden bij hun activiteiten, worden sommige zusterorganisaties van UMMON gewoon gesubsidieerd door de Nederlandse overheid. Waarom? Een woordvoerster van de Rotterdamse gemeente die subsidie verstrekt aan de Federatie van Marokkanen in Rijnmond (FMOR) zegt: "Marokko is immers een bevriende natie, zoals dat heet." Nog gekker wordt het als de Nederlandse wetenschapper Entzinger van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) schrijft dat de Marokkaanse overheid de Marokkanen zelfs kan helpen bij hun integratie in Nederland. Volgens hem is er sprake van een omslag in het denken van de Marokkaanse overheid: "De autoriteiten geven toe dat er in het verleden verkeerde dingen zijn gebeurd", beweert hij doodleuk, "maar de kentering is onmiskenbaar. Men ziet de nadelen in van de oude benadering." Hij schetst de unieke situatie van een despoot die tot inkeer komt en dekt zich tegelijk in voor toekomstige gevallen van repressie, die zich zeker zullen voordoen. Hij sluit niet uit dat er "ook vandaag de dag nog wel eens wat mis gaat. De neuzen kunnen nu eenmaal niet in een keer dezelfde kant opstaan."

Vooraf aan de onlangs gehouden gemeenteraadsverkiezingen zei een afgevaardigde van de Marokkaanse ambassadeur op een avond in Leiden dat er geen "geen enkel beletsel is om te stemmen." De schijn wordt gewekt dat er iets veranderd is, maar niet lang daarna meende de Marokkaanse ambassadeur net zo makkelijk te kunnen spreken namens de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Ook A. gelooft niet dat er een wijziging in het beleid is: "De koning zei laatst nog dat als Marokkanen in Frankrijk proberen te integreren, je de slechtste Fransen krijgt die je ooit hebt gehad. Maar als gastarbeider is hij een goede Marokkaan. Door de druk vanuit Europa wordt wel gedaan alsof er van alles veranderd is. Maar Hassan zit, en blijft zitten, dankzij het Westen."

Marokkanen in Nederland

A. vindt dat de politieke betrokkenheid van Marokkanen in Nederland laag is. Maar, zo zegt hij, "dat betekent niet dat het bewustzijn laag is. Het bewustzijn van de Marokkaanse studenten is zelfs hoger dan dat van Nederlandse studenten. Marokkanen in Nederland worden niet gestimuleerd om zich met politiek bezig te houden. Het is niet alleen de taalbarrière die hun parten speelt. Veel Marokkanen mogen niet eens landelijk stemmen. De meeste Marokkanen hier zijn arbeiders. De Marokkaanse populatie in Frankrijk is gepolitiseerder. Daar wordt ook door arbeiders meer over politiek gepraat. Zij staan ook sterker in contact met Marokko.

Waar de Nederlandse overheid zich mee bezig houdt is voor Marokkanen hier een luxe probleem. Over iets als de autoluwe binnenstad zullen ze zich niet al te druk maken. Maar dat geldt voor veel mensen. De meeste Nederlanders zijn ook niet zo geïnteresseerd in de politiek. Wat dat betreft zou je kunnen zeggen dat Marokkanen zich goed aangepast hebben. Het is niet zo gek dat zoveel mensen zich van de politiek afkeren zolang de politiek zich voornamelijk bezig houdt met stemmenlokkerij. Voor de politici zijn Marokkanen niet interessant. Je kunt de schuld voor hoe het gaat met de Marokkanen hier dan ook niet alleen bij Marokko leggen. West-Europa heeft daar zelf een aardig handje in gehad. Marokkanen maken een veel te klein deel van de bevolking uit, dat voor een deel niet mag stemmen en voor een ander deel niet gaat stemmen.

Ik denk dat het belangrijk is voor Marokkanen om zich bezig te houden met de Nederlandse politiek. Door hier te leven zijn ze Nederlander geworden. Om ook invloed te krijgen moet je betrokken zijn. Ze moeten de politiek in gaan. Maar ja, het CDA is van de christenen, de VVD te bekakt, de CD mogen we niet in, bovendien wie gaat er nou bij zijn vijand? Links is het enige dat een schijnopenheid vertoont. Als je kritisch wilt zijn, kom je sowieso uit bij links. Daar kun je bij, als decoratief steentje, maar je moet wel je mond dichthouden. Als Marokkanen zich in de Nederlandse politiek gaan storten is dat een verrijking voor de hele samenleving, en in het bijzonder voor de Marokkaanse."

De zelforganisaties

A. zegt dat "de zelforganisaties de politiek ter sprake zouden kunnen brengen. Zij zouden iets kunnen veranderen. Ze gaan in de goede richting en doen nu ook meer aan onderlinge samenwerking. Nederlandse organisaties zouden ook de samenwerking met hen op kunnen zoeken. Rekening houdend met de fase waarin de zelforganisaties nu zitten. Ze werken vrijwillig aan honderden problemen. Ze hebben weinig organisatie-ervaring en -geschiedenis en werken dus weinig professioneel. De zelforganisaties hebben er belang bij politiek actief te zijn, de gemeente beslist immers over hun subsidie en de ondersteuning die ze krijgen. En al heeft de moskee meer invloed op de Marokkanen, alle beetjes helpen. Vrouwen zijn nog minder gepolitiseerd, tenminste als je onder gepolitiseerd verstaat het je gestructureerd bezig houden met politiek. Vrouwen horen in huis te blijven, de mannen erbuiten. Ook in Nederland werkt dat door. Zo zie je dat een man zijn zus liever buiten het bestuur houdt van de groep waar hij actief in is. Ik waardeer de Arabische vrouwenorganisaties erg hoog. Het moet heel moeilijk zijn voor hun, met de druk van hun man, kinderen en de Marokkaanse gemeenschap. Het zal voor hen tien keer zo moeilijk zijn om politiek actief te zijn, als voor een man."

Bronnen:

Terug