Lokaal Kabaal 10, november 1995
Auteur: Ellen de Waard
Zelfverdediging verkleint kans op verkrachting
Zelfverdediging is een goed middel tegen verkrachting, zo blijkt uit onderzoek. Een sterke uitstraling is daarbij net zo belangrijk als vechttechnieken. Dat zegt Lieke Bodde, die vrouwen traint in weerbaarheid. Binnenkort geeft ze les aan Leidse meiden in jongerencentrum 't Stathuys.
Uit een rapport van het seksuologisch onderzoeksbureau NISSO blijkt dat aktief verzet plegen bij een poging tot verkrachting succes heeft. Vluchten, gillen, schoppen of andere fysieke weerstand blijkt in 30 tot 50% van de gevallen een verkrachting te voorkomen. Volgens onderzoeksleider Frenken werpen zelfverdedigingscursussen vruchten af.
"Door zelfverdediging voel je je eigen mogelijkheden en kracht. Je kunt vechttechnieken leren, maar als je jezelf niet de moeite waard vindt om te verdedigen, of een ander geen pijn wilt doen heb je er niets aan. Ik streef daarom naar een gelijke verdeling van fysieke, mentale en verbale oefeningen", aldus Bodde.
Vrouwenbeweging
Vrouwen zijn nu assertiever en krachtiger dan een twintigtal jaren geleden. Geconfronteerd met (seksueel) geweld zien veel vrouwen zichzelf echter niet als weerbaar, laat staan als "vechtend wezen", aldus Bodde. "We zijn zo gewend om te zorgen voor anderen dat eigen grenzen worden vergeten, dat je liever jezelf tekort doet of kwaad aan laat doen. We leren onze woede in te slikken en denken dat het aan onszelf ligt. Ondanks de emancipatie en het feminisme zit dit nog steeds vastgekoekt aan de harten van veel vrouwen."
Veel vrouwen voelen zich weerloos ten opzichte van een aanvaller. Zij denken dat mannen altijd sterker zijn. Maar niet alleen de angst voor geweld is wat vrouwen ervan weerhoudt om zich weerbaar op te stellen. "Het ongeloof in eigen kunnen, onzekerheid en onwennigheid op vechtgebied spelen ook mee." Volgens Bodde kan veel ellende voorkomen worden door de houding van de vrouw. De dader test de vrouw door te kijken hoe zij reageert op zijn oogcontact, houding, een grove opmerking of aanraking. "Door meteen duidelijk je grenzen aan te geven zeg je als het ware: "Ik ben geen gemakkelijk slachtoffer, aan mij heb je de verkeerde". In situaties waarin dit niet genoeg is, zal een vrouw zich ook fysiek moeten verweren."
Initiatief
Tijdens de zelfverdedigingslessen wil Bodde vrouwen laten zien wat ze zelf kunnen. Niet denken: Wat gaat hij allemaal met me doen?, maar: Wat ga ik met hem doen? "Angst hoeft niet negatief te zijn. Het maakt je zintuigen scherper. Je krijgt meer adrenaline en voelt minder pijn. Het moet je echter niet verlammen." In de lessen wordt hier op ingespeeld door bijvoorbeeld schrik op te roepen. Schreeuwen helpt vaak al enorm om de angst te doorbreken. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat veel aanvallers dan liever de benen nemen.
Volgens het NISSO-onderzoek heeft inpraten op de dader niet veel effect. Volgens Bodde hangt dat af van de positie van de vrouw. Onderhandelen vanuit een slachtofferpositie bevestigt volgens haar de macht van de dader. Echter, zelf het initiatief nemen en je als een aktief handelend en zelfverzekerd persoon opstellen doorbreekt die situatie.
Effecten
De voornaamste verandering die Bodde bij zichzelf en andere vrouwen ziet betreft de houding: "Door mijn groeiende zelfvertrouwen is mijn uitstraling een stuk sterker geworden en dat ruiken 'ze'. De laatste keer dat ik lastig gevallen werd, was toen ik me heel slecht voelde en mijn uitstraling dus ook zwak was. Ik zie dat meiden en vrouwen meer plek innemen, hun hoofd meer rechtop houden en duidelijker praten. Het komt voornamelijk neer op meer zelfvertrouwen, het gevoel van "hier ben ik". Dat geeft mij een enorme kick. Na de les lijken ze haast een stukje groter!".
Meiden aan de slag
Op initiatief van het sociaal-cultureel werk van de Leidse Welzijnsorganisatie wordt er vanaf 1 november een aantal bijeenkomsten voor meiden tussen de 12 en 18 jaar over sociale veiligheid georganiseerd. De meiden gaan onder leiding van een sociaal-cultureel werkster de enge en veilige plekken in de eigen buurt fotograferen en op een kaart intekenen. Ze zullen zelf bedenken wat er tegen te doen is. Hun bevindingen worden aan gemeente en politie aangeboden.