De Fabel van de illegaal 30, juli/september 1998

Auteur: Harry Westerink


(Boekrecensie)

Koloniale beeldentaal

Vandaag de dag geeft men her en der schoorvoetend toe dat Nederlanders zich vroeger in Azië, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika gruwelijk hebben misdragen. Toch wordt er over de koloniale schoftenstreken van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie nog steeds een heleboel gelogen en verzwegen.

Tot ver in de twintigste eeuw heeft de koloniale propagandamachine op volle toeren gedraaid. Uit het boek "De maagd en de soldaat", geschreven door Ewald Vanvugt, blijkt dat de leugens nog steeds letterlijk op straat liggen. In heel Nederland treft men monumenten aan die een gunstig beeld geven van het overzeese optreden. Een belangrijk deel van die openbare beeldhouwwerken kwam pas tussen 1890 en 1940 tot stand. Met Vanvugts boek in de hand kan men een onthullende rondleiding maken langs deze gedenktekens. "Misschien luider en duidelijker dan ooit bewijzen zij nu dat tussen de koloniale overtuiging of propaganda in Europa en de gebeurtenissen overzee een wijde kloof bestond."

Vanvugt analyseert treffend het racisme en sexisme achter de beeldentaal. De monumenten tonen strenge maar rechtvaardige helden als De Ruyter, Bontekoe, Coen, Heyn en Van Heutsz, die in feite niets en niemand ontziende moordenaars, slavenhandelaren en zeerovers waren. In de koloniale beeldhouwwerken zijn 2 historische cliché's vorm gegeven: de nobele militair en de deugdzame, beschermende en beschaving brengende maagd Europa. Beide typen monumenten idealiseren een wereld die in werkelijkheid was doordrenkt met bloed, zweet en tranen.

De maagd en de soldaat, Ewald Vanvugt. Uitgeverij: Mets, ƒ 34,50. ISBN: 905330231x.

Terug