De Fabel van de illegaal 32, december 1998/januari 1999
Auteur: Harry Westerink
Ongeveer 100.000 mensen, waaronder Aboriginals, Maori's, Inuit en Indianen, hebben hun laatste rustplaats gevonden in Nederlandse musea. Deze multiculturele dodensteden staan vol trofeeën van veroveringstochten. Inheemse volken willen dat de musea de tentoongestelde schedels en skeletten van hun voorouders teruggeven. De Leidse universiteit en het Rijksmuseum voor Volkenkunde nemen tot nu toe enkel in woord afstand van het Europese koppensnellen.
De expositie "Botje bij botje" in de Rotterdamse Kunsthal toont tot 10 januari 1999 een klein deel van deze krijgsgevangenen van de koloniale oorlogen. "De dekolonisatie maakte dat in Nederland de talloze menselijke resten uit andere werelddelen met een gevoel van schaamte naar de museumdepots verdwenen", aldus de Kunsthal, die de resten uitstalt om ze "uit de vergetelheid" te halen.
Mummie
Niet iedereen is blij met het initiatief van de Kunsthal. De Nederlandse steungroep Arctic Peoples Alert (APA), die opkomt voor de belangen van inheemse volken in het Noordpoolgebied, vindt het "niet meer van deze tijd" om resten van mensen van inheemse volken te exposeren. APA voert actie om de mummie van een 200 jaar oude Inuit-man terug naar Groenland te brengen. Ook het Deense ministerie van buitenlandse zaken vindt dat deze mummie uit de Kunsthal weg moet. De Inuit willen de verdronken zeevaarder in zijn geboorteland begraven. De Kunsthal-directie wil daar niet aan tegemoet komen, evenmin als het West-Fries Museum in Hoorn, dat de mummie aan de Kunsthal heeft uitgeleend. "Als we hierop ingaan, kunnen we alle volkenkundige musea wel leeg halen", aldus een museumwoordvoerster.
Dat is precies wat inheemse volken willen. Aboriginals en Indianen voeren al lange tijd campagnes om bezittingen en resten van voorouders uit westerse musea te bevrijden. In een Unesco-resolutie uit 1973 werd de onmiddellijke en onvoorwaardelijke teruggave geëist van alle cultuurschatten die vroeger uit Azië, Afrika en Latijns-Amerika naar Europa waren meegenomen. Men sprak hierbij van "culturele genocide". In Nieuw-Zeeland werd voorgesteld om wereldwijd alle regeringen te verzoeken Maori-hoofden niet langer te kijk te zetten. Dergelijke campagnes hebben succes: inmiddels zijn resten van duizenden mensen teruggegeven.
Schanddaden
Op de zolder van het Anatomisch Museum in Leiden wordt een verzameling van 2792 mensenhoofden uit de hele wereld bewaard. De schedels liggen elk in een doorschijnende plastic hoes, genummerd in volgorde van binnenkomst. De wetenschap gebruikte dit "fysisch-antropologische materiaal" vroeger om te bewijzen dat de inhoud van de schedel de intelligentie van het "ras" bepaalt. De schedelvorm werd beschouwd als het kenmerk van een "ras". Geleerden probeerden om in hun musea ten minste één bewoner uit elke streek van de wereld op te nemen. Daarom hebben antropologen een overstelpende hoeveelheid menselijke resten naar Europa gehaald. Vooral naar exemplaren van "verdwijnende volken" was veel vraag, wat hun verdwijnen nogal bevorderde.
Het Rijksmuseum voor Volkenkunde heeft geweigerd om mee te werken aan de "onethische" Kunsthal-expositie. "Onethisch" is zeker ook dat hetzelfde museum ooit skeletten kocht van Aboriginals die door handelaren op bestelling waren gedood. Drie van deze skeletten werden later in bewaring gegeven aan de medische faculteit van de Leidse universiteit. De activist Eric Zwitser wond zich op over het gemak waarmee hoogleraar Beukers, verbonden aan de vakgroep medische ethiek van die faculteit, ervan uitging dat de handelaren te goeder trouw waren geweest.
Zwitser vroeg Wagenaar, de hoogste baas van de universiteit, of dit gesol met skeletten en gebrek aan eerbied voor Aboriginals wel door de beugel kon. De vroegere handelwijze van westerse onderzoekers op dit terrein "kan in onze ogen thans geen genade vinden", antwoordde Wagenaar. De raad van bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum sloot zich daarbij aan. Dat maakt de weg vrij om te voldoen aan de suggestie van Zwitser om de stoffelijke resten terug te geven aan de Aboriginals. "Wellicht is het dan zelfs mogelijk een laatste rustplaats te verenigen met een monument ter levend houden van de herinnering aan schanddaden van deze aard en als waarschuwing, naar ik vrees noodzakelijk, voor heden en toekomst", aldus Zwitser.
Ambassadeurs
Ewald Vanvugt, gastconservator van de Kunsthal-expositie, vraagt zich af of menselijke resten, zoals getatoeëerde Maori-hoofden, niet beter in Nederland kunnen blijven. Inheemse volken zouden volgens hem deze ballingen tot hun ambassadeurs kunnen maken. "Onder alle menselijke resten in de musea kan immers misschien niemand beter de geschiedenis van de Europeanen bij de inheemse volken in herinnering brengen dan een Maori-hoofd, als hij zijn eigen verhaal mag vertellen." Helaas kom je in volkenkundige musea maar zelden het verhaal van het dood en verderf zaaiende kolonialisme tegen. Het zijn immers nog steeds de overwinnaars die geschiedenis schrijven. De te kijk gezette knoken daarentegen zwijgen als het graf.