De Fabel van de illegaal 44/45, voorjaar 2001
Auteur: Koen van de Meulen
Niet-westerse homostrijd als revolutionaire kracht
In het westen hebben de verschillende vormen van seksualiteit zich ontwikkeld onder invloed van de seksuele revolutie van de jaren 60 en de daarop volgende tweede feministische golf. In veel niet-westerse landen verliepen de ontwikkelingen op het gebied van seksualiteit en bevrijding heel anders. Het Engelstalige boek "Different rainbows" gaat daar op in. Het relativeert de westerse seksuele patronen en biedt enige hoopvolle perspectieven voor een internationale toekomst van de homobevrijdingsstrijd.
De vrouwelijke en mannelijke auteurs beschrijven in het boek de seksuele identiteiten in een aantal niet-westerse landen. Aan bod komen vroegere vormen van niet-heteroseksualiteit1, de ontwikkeling van de huidige lesbo- en homostrijd en de verhouding daarvan tot bredere bewegingen. De ideeën die ontwikkeld zijn binnen de westerse homostrijd krijgen meer invloed in de bewegingen in het zuiden.
Door veel linkse activisten wordt westerse invloed in het zuiden bijna per definitie als negatief beschouwd. In het geval van homostrijd en de wereldwijde erkenning van mensenrechten ligt dat genuanceerder. Maar veel nationalistische en fundamentalistische groeperingen, evenals sommige orthodoxe linkse stromingen, stellen deze beïnvloeding door de westerse homobeweging gelijk aan bijvoorbeeld de koloniale uitbuiting door het westen. Zo liep de Nationale Federatie van Indiase Vrouwen, verbonden aan de Indiase Communistische Partij, te hoop tegen een congres over homoseksualiteit. Ze vonden dat de conferentie een "invasie van India door decadente westerse culturen en een direct gevolg van het ondertekenen van het GATT-akkoord" was. Het GATT-akkoord lag aan de basis van de huidige Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Deze retoriek, waarbij homoseksualiteit als een vorm van westerse decadentie wordt gezien en als onnatuurlijk voor Aziatische of Afrikaanse landen, wordt veelvuldig gebezigd door nationalistische en fundamentalistische leiders in het zuiden. Maar ook de stalinistische leer schrijft homoseksualiteit af als een kapitalistische ziekte. Dat kan de nog immer problematische houding van links tot de homostrijd misschien enigszins verklaren.
Maatschappij-ondermijnend
"Different rainbows" maakt duidelijk dat homoseksualiteit altijd en overal bestaan heeft. Dat geldt niet voor aparte homoseksuele identiteiten. Waar seksuele betrekkingen met hetzelfde geslacht vaak nog gedoogd worden, vormt het ontstaan van een eigen identiteit, los van de gestandaardiseerde rolpatronen, een mogelijke bedreiging voor de patriarchale, nationalistische en kapitalistische orde. Een nieuwe seksuele identiteit maakt namelijk een inbreuk op de vaste rolpatronen binnen het patriarchaat, waarin de man en de mannelijkheid een leidende rol opeisen. Wanneer 2 vrouwen zich ontdoen van hun heteroseksuele identiteit, en een relatie met elkaar aangaan, betekent dit dat mannen minder grip op hen hebben door middel van seks, het huwelijk en andere heteroseksuele codes.
Ook de ideologie van het nationalisme vereist heteroseksualiteit. De natie moet zich immers wel voortplanten. En tenslotte vormde het traditionele heteroseksuele gezin van oudsher een ideologische hoeksteen van het kapitalisme, omdat het zorg droeg voor de reproductie van de arbeidskracht, het verzorgen en opladen van een arbeider voor een nieuwe dag van loonslavernij.
Westerse homoseksuele identiteit
Tegen al deze belangen in ontstond er in het westen een homoseksuele identiteit. Maar terwijl de homobeweging eerst nog een vruchtbaar veranderingsproces in gang zette, is die nu ingekapseld in de eendimensionale heteroseksuele samenleving. De nieuwe identiteit is inmiddels grotendeels onschadelijk geworden voor de maatschappij door de vercommercialisering ervan, en de overname van traditionele rolpatronen.
In "Different rainbows" worden 2 manieren beschreven waarop homoseksualiteit gedoogd wordt door de gevestigde maatschappij. Dat kan via homoseksualiteit zonder aparte identiteit, bijvoorbeeld in combinatie met een heteroseksueel huwelijk. Zelfs de meest patriarchale samenlevingen lijken deze vorm van homoseksualiteit te gedogen, uiteraard wel alleen bij mannen. Een reden voor deze 'tolerantie' is dat de voortplanting op deze wijze niet in gevaar dreigt te komen.
Homoseksualiteit kan ook gedoogd worden wanneer het gepaard gaat met sterk rolbevestigend gedrag, zoals het veelvuldig terugkomt in onze eigen maatschappij in de gedaante van de mannelijke "super macho-man" of "verwijfde niet-man", en bij vrouwen als de "lipstick lesbo". Deze rolpatronen passen immers keurig binnen het patriarchaat en het kapitalisme.
In het zuiden wordt homofobie door mannen vaak vermeden via transgender-identiteiten, waarbij men zich niet meer tot de mannen rekent, maar tot een "derde sekse". Zo vormen deze homoseksuelen geen bedreiging meer voor de gevestigde mannelijkheidscultus. Overigens is dit maar een van de vele vormen die transgender-identiteiten aan kunnen nemen. Zulke identiteiten ontstaan allereerst vanuit de behoefte om een gevoel te uiten en te leven zoals men dat zelf wil, in plaats van in het keurslijf van de gevestigde sekserollen.
Toekomst
Hoewel de westerse homoseksuele identiteiten met hun vergaande mensenrechten voor de homoseksuelen in het zuiden verleidelijk kunnen zijn, zijn ze vanzelfsprekend niet ideaal. Ze hebben immers weinig meer te maken met totale seksuele bevrijding. Toch houden de westerse voorbeelden de homobeweging in het zuiden erg bezig. Het boek sluit dan ook af met een inventarisatie van de mogelijke strategieën en doelen van de opkomende homobeweging in het zuiden. Die zal in ieder geval veel minder snel ingekapseld worden door de gevestigde maatschappij, omdat de economische voorwaarden daarvoor niet aanwezig zijn. Het ontbreekt er de mensen, en dan vooral de vrouwen, aan economische onafhankelijkheid. Zo heeft men voor de oudedagsvoorziening kinderen nodig, omdat er geen uitkeringen zijn. Men kan zich daarom niet makkelijk onttrekken aan het traditionele gezin.
Omdat de beweging in het zuiden niet ingekapseld kan worden, lijkt het boek de hoop te vestigen op de niet-westerse landen om de seksuele revolutie te voltooien die in het westen is gestopt: het daadwerkelijk veranderen en op den duur afschaffen van de bestaande seksuele verhoudingen en rolpatronen. Of dit een terechte verwachting is, moet nog blijken. Maar het doet wel denken aan een homoseksuele anti-imperialisme theorie, waarbij men zich voornamelijk richt op het zuiden als revolutionair subject. Nadeel daarvan kan zijn dat het belang van de homobeweging in het noorden onderschat wordt.
Different rainbows, same-sex sexualities and social movements in the Third World, Peter Drucker (red.).
Noot