De Fabel van de illegaal 50/51, voorjaar 2002
Auteur: Ellen de Waard en Eric Krebbers
De "witte" illegale arbeidsmigranten hebben de afgelopen jaren zowat 100 acties gevoerd, waaronder 3 hongerstakingen en 2 langdurige kerkonderdak-acties. En met resultaat: ruim 2.200 verblijfsvergunningen werden binnengehaald. Maar duizenden van hen staan nog met lege handen, en de ooit zo brede maatschappelijke steun lijkt sterk afgekalfd. Het landelijk comité Geen mens is illegaal, waarin de zelforganisaties van de illegalen samenwerken met steungroepen, wil de campagne voor een generaal pardon voor alle "witte" illegale arbeidsmigranten vanzelfsprekend voortzetten. De vraag is alleen hoe.
In de ruimte van de Turkse vereniging TIÖD in Den Haag komen iedere avond de kernleden van het "witte" illegalen-comité +6/-6 bijeen. Ze hebben het dan over acties, maar ook over hun dossiers, en over hoe het nu verder moet. Wanneer ze weer eens besluiten tot een actie hebben ze een lijst met zo'n 290 leden om af te bellen. De vereniging OIB in Amsterdam heeft zelfs een ledenbestand van ongeveer 550 illegale arbeidsmigranten. Een aantal daarvan komt 2 keer per week bijeen in het nieuwe gebouw van de Turkse vereniging HTIB. Een veertigtal "witte" illegale arbeidsmigranten uit Marokko onderhoudt contact met elkaar via het Amsterdamse Comité Witte Illegalen (ACWI). Het comité heeft een gezellig kantoortje in de Chassé-kerk. Ook in Utrecht en Rotterdam houden kleine groepjes "witte" illegalen onderling contact.
Wanhoop
De afgelopen tijd hebben de comités een ware leegloop meegemaakt. Want wie na al die jaren van onzekerheid eindelijk een verblijfsvergunning op zak heeft, probeert meestal eerst zijn leven weer op orde te krijgen. En dat betekent keihard werken, veel geld verdienen om schulden terug te betalen, en de familie na al die jaren weer eens bezoeken. Met een enkeling van de gelegaliseerden onderhouden de "witte" illegalen nog wel contact, maar in het algemeen hebben de comités een schat aan actie- en organisatie-ervaring verloren.
De meeste achterblijvers zijn inmiddels afgewezen door de rechter en de IND. Een klein aantal heeft nog een bezwaarprocedure lopen. Maar in de meeste gevallen loopt die uiteindelijk op niets uit. Veel "witte" illegalen zijn al die procedures en het wachten zat. De meeste zijn erg gefrustreerd en een klein aantal heeft de hoop volledig opgegeven. In hun wanhoop pleiten sommigen voor keiharde en soms zelfs levensgevaarlijke acties. Ze hebben het gevoel jarenlang voor niets gestreden te hebben. Af en toe laten ze zich leiden door de wildste geruchten over hoe men toch nog aan een verblijfsvergunning zou kunnen komen. Gelukkig zijn de acties inmiddels weer op gang gekomen. Dat is goed voor de onderlinge banden en solidariteit.
Generaal pardon
De "witte" illegalen hebben het politieke tij niet mee. De gevestigde politiek verrechtst nog steeds in hoog tempo. Dat laat ook de snelle opkomst van Fortuyn zien. In zo'n rechts klimaat wordt er over migranten uitsluitend nog in negatieve termen gepraat. Daarbij is ook nog eens de steun van de vakbonden en de kerken verdwenen. De FNV heeft zich inmiddels voorgenomen nooit meer groepen als de "witte" illegalen te zullen steunen. Politieke partijen, kerken en bonden hebben er geen zin meer in en dus wil men maar al te graag geloven dat de "witte" illegalen-kwestie is opgelost door de burgemeesterscommissie die werd ingesteld na de hongerstakingen. Om die stemming te doorbreken moeten de "witte" illegalen zich via demonstraties en lobby blijven opdringen aan de politiek en de samenleving. "We zijn er nog steeds", dat moet de boodschap zijn. Het moet bekend worden dat de dossiers van de afgewezen "witte" illegalen niet wezenlijk verschillen van die van de gelegaliseerde, en dat de legaliseringsregeling dus niet goed toegepast werd. De mythe dat de zaak netjes afgehandeld is, moet van tafel.
Het is echter de vraag of de "witte" illegalen wel moeten blijven wijzen op de tekortkomingen van de regeling. Misschien zou men beter nadrukkelijk kunnen blijven pleiten voor een generaal pardon voor alle "witte" illegale arbeidsmigranten. Want zelfs een gestroomlijnde regeling zou nog steeds ontzettend veel mensen buitensluiten. Maar is een andere, betere regeling wel politiek haalbaar in deze rechtse tijden? Veel leden van het comité Geen mens is illegaal vrezen van niet. Maar toch, haalbaarheid is geen vast gegeven. Het is veeleer een kwestie van afdwingen. En wie niet waagt, zal zeker niet winnen. In de jaren voor de hongerstakingen gaf ook niemand een stuiver voor de kansen van de "witte" illegalen. Wie weet, misschien kunnen enkele grote acties de publieke opinie wel weer veranderen, zo denken veel "witte" illegalen. En stel dat GroenLinks dan in het kabinet zou zitten, die hebben immers in hun verkiezingsprogramma staan dat er nog steeds een oplossing moet komen voor de "witte" illegalen. Maar daar staat dan weer tegenover dat legaliseringsregelingen vaak goedmakertjes zijn voor de critici, in het kielzog van nieuwe repressieve wetgeving als de Koppelingswet. Die ontnam de "witte" illegalen destijds hun semi-legale status. Verzekeren, inschrijven bij de gemeente en belasting betalen kon toen alleen nog maar met een verblijfsvergunning. De "witte" illegalen presenteerden zich daarom als "slachtoffers van de Koppelingswet". Maar het protest tegen de Koppelingswet is inmiddels ook verstomd, dus daar kan men vrijwel geen kracht meer aan ontlenen.
Nieuwkomers
In breder historisch perspectief gezien zijn de "witte" illegalen maar een van de vele generaties arbeidsmigranten die naar Nederland zijn gekomen. Arbeidsmigratie is al minstens zo oud als het kapitalisme zelf, en waarschijnlijk al veel ouder. Steeds weer gaan groepen mensen uit arm gemaakte landen op zoek naar werk in rijk geworden landen. Voor de "witte" illegalen zijn al vele generatie arbeidsmigranten naar Nederland gekomen en inmiddels hebben zich na hun aankomst al weer heel wat nieuwe groepen gemeld. Zouden de "witte" illegalen niet beter aansluiting kunnen zoeken met andere groepen illegale arbeidsmigranten, zo vragen sommigen in Geen mens is illegaal zich af. Samen staat men immers sterker.
De groep arbeidsmigranten die zich destijds georganiseerd heeft onder de noemer "witte" illegalen, heeft dat begrip zelf ingevuld en zo de groep afgebakend. Nu zou men de definitie van "witte" illegaal breder kunnen maken, zodat die meer mensen kan omvatten. Sommige "witte" illegalen vinden bijvoorbeeld dat iedereen "witte" illegaal is die werk heeft en in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. Aan de andere kant zou men er ook voor kunnen kiezen het begrip "witte" illegaal helemaal overboord te zetten. Als de legaliseringsregeling straks afgerond is, dan erkent de overheid toch geen "witte" illegalen meer en dan zijn alle illegale arbeidsmigranten voortaan voor de wet gelijk. Intussen heeft een aantal van de nieuwkomers zich aangesloten bij +6/-6 en de OIB. Bij de Hagenaars is 1 op de 10 geen "witte" illegaal meer, en bij de OIB inmiddels al bijna de helft niet meer.
De overheid ziet de illegale arbeidsmigranten het liefst opgesplitst in diverse groepen met elk hun eigen status, nationaliteit en verblijfsduur. Groepen die ieder voor zich strijden voor verblijfsrecht. Verdeel en heers. Illegale arbeidsmigranten zouden daarom juist moeten gaan formuleren wat ze gezamenlijk hebben en zich daarop organiseren. Sommige ondersteuners denken aan uitbuiting en slechte leefomstandigheden als gezamenlijke noemer. De meeste illegale arbeidsmigranten benadrukken liever het feit dat ze een grote bijdrage leveren aan de Nederlandse samenleving en economie. Illegale arbeidsmigranten hebben verder ook allemaal last van de groeiende sociale uitsluiting en repressie door de politie. Onder zo'n bredere gezamenlijke noemer zouden vrouwen ook beter een plek kunnen vinden in de beweging. Veel vrouwen van "witte" illegalen hadden geen sofi-nummer of inschrijving bij de gemeente. Maar werken deden ze wel, meestal zwart of in het gezin. Ook de groeiende groep illegale huishoudelijk werkers, op dit moment veelal Filippijnse vrouwen, zouden bij zo'n bredere beweging aansluiting kunnen vinden.
Uitbreiding van de EU
In 2004 zal de Europese Unie naar verwachting uitbreiden met een aantal Oost-Europese landen. Er wordt dan een aanwas verwacht van "goedkope" legale arbeiders uit bijvoorbeeld Polen, Hongarije en Tsjechië. De nu aanwezige illegale arbeidsmigranten zullen dan in de ogen van overheid en bedrijven overbodig worden. Het aantal razzia's en deportaties van illegale arbeidsmigranten zal dan waarschijnlijk nog verder toenemen. De uitbreiding van de EU zou net als destijds de invoering van Koppelingswet een goede aanleiding kunnen vormen voor een nieuwe legaliseringscampagne. Aansluitend bij de redeneertrant van de illegale arbeidsmigranten zelf, zou het hoofdargument daarbij kunnen zijn dat iedereen die tot dan toe een bijdrage leverde aan de economie, niet als oud vuil weggegooid mag worden, maar recht heeft op een verblijfsvergunning.
De "witte" illegalen krijgen tegenwoordig voornamelijk nog steun van een aantal mensen met persoonlijke sympathieën, en van een aantal gespecialiseerde organisaties, zoals Nederland Bekent Kleur, PRIME en De Fabel van de illegaal. Volgens enkele migrantenorganisaties en steungroepen zou de bredere steun wellicht teruggewonnen kunnen worden wanneer de "witte" illegalen hun strijd zouden verbinden met die van andere illegale arbeidsmigranten, en helemaal wanneer ze zouden aansluiten bij bredere sociale bewegingen, zoals bijvoorbeeld de migrantenbeweging, de anti-racismebeweging, de beweging voor een sociaal Europa, of bij de vakbeweging. Dat biedt direct ook meer mogelijkheden voor gelegaliseerde arbeidsmigranten om betrokken te blijven.
Veel "witte" illegalen, echter, zien begrijpelijkerwijs grote risico's wanneer zij hun lot zouden verbinden aan dat van andere illegale arbeidsmigranten. Als "witte" illegalen zijn ze bekender, hebben ze meer goodwill, en niet onbelangrijk: zij hebben ooit belasting betaald en ingeschreven gestaan bij de gemeente. Ze hebben de betere argumenten voor een verblijfsvergunning, vinden ze. Vrijwel alle "witte" illegalen verklaren zich solidair met de nieuwe generaties illegale arbeidsmigranten en willen hen graag steunen. Maar hun lot aan hen verbinden, nee. Dat zou hun eigen positie maar verslechteren, zeggen ze. En verder zou in deze rechtse tijden gelden: hoe groter de groep die om een verblijfsvergunning vraagt, hoe minder kans. Toch krijgen de "witte" illegalen op hun beurt wel steun van die andere illegale arbeidsmigranten. Die zien de "witte" illegalen namelijk als een soort voorhoede die de zaak openbreekt, waardoor zijzelf op termijn misschien ook nog kansje maken. Het debat over de toekomst zal binnen het landelijke comité Geen mens is illegaal nog wel een tijdje voortduren. Maar een ding is zeker: de strijd van de "witte" illegalen zal voor de komende generaties illegale arbeidsmigranten steeds een grote inspiratiebron blijven.
De "witte" illegalen zijn terug op straat!
Ruim een half jaar hielden de "witte" illegale arbeidsmigranten zich betrekkelijk stil. Demonstreren had weinig zin zolang er voor velen via juridische weg nog kans was op legalisering. Maar de juridische wegen raakten voor de een na de ander afgesloten en daarom ging men vanaf begin 2002 weer de straat op.
Op 23 januari trokken ruim 200 illegale arbeidsmigranten in de stromende regen naar de Tweede Kamer en boden enkele Kamerleden een petitie aan. "Ondanks jarenlang gewerkt te hebben in Nederland en vele tonnen premies en belasting te hebben betaald is een groot deel van de groep witte illegalen door rigide toepassing van onredelijke regels niet in aanmerking gekomen voor legalisatie door de toenmalige burgemeesterscommissie." Aldus de petitie, waarin ook gevraagd werd om een "eenmalig generaal pardon".1
Ook bij de anti-monarchistische protesten tegen het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima op 2 februari in Amsterdam waren bijna 100 "witte" illegale arbeidsmigranten aanwezig. In een verklaring schreven ze: "Met verbazing kijken de "witte" illegalen naar de intrede van (prinses) Maxima. Nog niet getrouwd kreeg zij al een verblijfsvergunning en een Nederlands paspoort. Een mooie toelage van de Nederlandse staat volgde als vanzelfsprekend. Voor Maxima geen strenge IND! Zij komt op kosten van de gemeenschap hier wonen en krijgt haar papieren zonder problemen. "Witte" illegalen zijn hier al meer dan 10 jaar en leverden ruimschoots hun bijdrage aan de Nederlandse samenleving. Voor hen moet een verblijfsvergunning ook vanzelfsprekend zijn." 2
Op 12 februari liepen zo'n 250 "witte" illegalen van Den Haag naar Rijswijk om daar een petitie aan te bieden aan de IND, waarin onder meer stond: "Bij vele bezoeken aan de IND en de gesprekken die wij met u hadden werd ons een zeer positief beeld geschapen aangaande de mogelijke verblijfsvergunningen. Deze gesprekken zijn gevoerd met de heer Ton de Gier in november 1999, 2 februari 2000, 29 maart 2000 en 18 mei 2000. Wij vragen ons af wat de beweegredenen van de IND zijn geweest om niets waar te maken van dit positieve beeld." In de demonstratie-oproep hadden de arbeidsmigranten al aangekondigd dat de overheid nog lang niet van hen af is. "Wij zullen onze strijd voortzetten totdat wij onze democratische rechten hebben verkregen!!"
Noten