De Fabel van de illegaal 50/51, voorjaar 2002

Auteur: Harry Westerink


Taliban op klompen

Religieus fundamentalisme wordt in Nederland al snel gekoppeld aan de islam. Maar ook onder christenen zijn er fundamentalisten, zoals die van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Met de bijbel in de hand predikt de SGP onderdrukking van vrouwen, homo's en moslims.

De SGP heeft momenteel ongeveer 26.000 leden en 3 zetels in de Tweede Kamer. Nederland telt zo'n 600.000 orthodoxe christenen die zich "gereformeerd" noemen. Dat woord verwijst naar de kerkhervorming - de Reformatie - die in 1517 in Duitsland begon en in Nederland vooral werd bepaald door het calvinisme, de geloofsleer van Calvijn. De SGP streeft in navolging van Calvijn naar een theocratie, "een regering van God". "Niet de mening van het volk - lees: kiezer - is bepalend voor onze stellingname, maar datgene wat de bijbel van ons vraagt." 1 Democratie in de vorm van "volkssoevereiniteit" - "de bevolking regeert" - wijst de SGP af, omdat dit in strijd zou zijn met de visie dat het de christelijke God is die het land bestuurt. "Het Woord van God" zou op alle terreinen van het leven moeten gelden. Als "Gods dienares" zou ook de overheid de bijbel "onvoorwaardelijk" moeten gehoorzamen. Die zou "ongeloofspropaganda, valse religies en anti-christelijke ideologieën" uit het openbare leven moeten weren.2

Door de toegenomen aandacht voor het moslimfundamentalisme van het Al Qaeda-netwerk en van het voormalige Taliban-regime in Afghanistan is ook het orthodoxe protestantisme van de SGP meer onder vuur komen te liggen. Mocht de SGP aan de macht komen, dan zou "een dictatuur met hoog-Taliban-gehalte" ontstaan, "die geen plaats biedt aan andersdenkenden", zo werd gesteld.3 Dergelijke kritiek op christenfundamentalisten uit eigen land kwam na de aanslagen van 11 september 2001 weliswaar af en toe naar voren, maar werd toch overstemd door verhalen over "achterlijke moslims" die nog in de Middeleeuwen zouden leven.

Het zwaard oppakken

Voorzitter van de SGP-Tweede Kamerfractie B.J. van der Vlies en SGP-voorzitter W. Kolijn vonden het "een belachelijk verwijt" om de SGP "de Taliban van het westen" te noemen. Ze ergerden zich wild aan de weinig vleiende uitlatingen over de SGP in sommige dagbladen.4 R. Bogerd, SGP-fractievoorzitter in de Provinciale Staten van Flevoland en gemeentesecretaris van Urk, maakte eind 2001 daarentegen onbedoeld duidelijk dat het christenfundamentalisme wel degelijk gevaarlijk is. "Mocht de SGP ooit regeren, dan schaffen we de democratie af", stelde hij botweg. "Er is maar één God. Op een andere wijze kun je niet zalig worden. De Here Jezus zegt: "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven". Er is dus geen ruimte voor andere godsdiensten." Bogerd probeerde "de angst" weg te nemen dat de SGP net als de Taliban zou regeren. "Noch Gods Woord in het Nieuwe Testament, noch de reformatoren, noch de geschiedenis leert mij dat een SGP'er het zwaard moet oppakken." Een Nederland waar de SGP het voor het zeggen heeft, "zal een bloeitijd zijn, net zoals ook de zeventiende eeuw een gouden eeuw was voor ons land. Een tijd van vrede, liefde en verdraagzaamheid, rust en genot, maar ook gerechtigheid. Een voorafschaduwing van het Hemels Koninkrijk." 5

Dat werd een briefschrijver in dagblad Trouw te gortig. De religieuze veranderingen van de Reformatie in het zestiende-eeuwse Europa gingen volgens hem juist gepaard met enorm veel geweld en vervolging. "Het was Martin Luther die in 1524 Duitse overheden aanspoorde om met het zwaard een bloedig einde te maken aan protesten van verpauperde boeren. En Calvijn liet tijdens zijn theocratische dictatuur in Genève andersdenkenden executeren. Dergelijke uitingen van verdraagzaamheid met bedenkelijk Taliban-gehalte kan men beter niet als voorbeeld stellen." Luther is ook bekend geworden als een van de ergste antisemieten die het christendom ooit heeft voortgebracht.

De briefschrijver stelde verder dat de zeventiende eeuw een tijd was "waarin een elite van Hollandse regenten zich verrijkte en het overgrote deel van de bevolking verpauperde. Deze verrijking vond mede plaats dankzij de lucratieve slavenhandel, een gruwelijke gesel die door calvinistische kooplieden werd bedreven. Het is ronduit stuitend om deze duistere bladzijde uit de geschiedenis een bloeitijd te noemen." 3 Als een imam zich op soortgelijke wijze als Bogerd zou uitlaten, dan zou "een nationale rel" het gevolg zijn.5 Nu bleef de woede beperkt tot een enkele ingezonden reactie in de krant.

Maatschappelijke aftakeling

Van oudsher hebben SGP-ers altijd verlangd naar Nederland als de protestantse natie die in de zestiende en zeventiende eeuw zou zijn ontstaan. Nederland zou toen met behulp van een orthodox-protestantse God groot zijn geworden in de strijd tegen de heerschappij van de rooms-katholieke Spanjaarden. De geschiedenis van Nederland zou ook zeer nauw verbonden zijn met "de historie van het Huis van Oranje". Nederland, God en Oranje: voor de SGP een welhaast heilige drie-eenheid.

Dat de SGP teruggrijpt naar de tijd van voor de Franse revolutie, is geen toeval. De partij is namelijk vierkant tegen de idealen van "vrijheid, gelijkheid en broederschap" en tegen de Verlichting met zijn nadruk op rationeel denken. De Franse revolutie zou zijn bedoeld om "God en het gezag te onttronen en de mens zelf koning te maken". De maatschappelijke verhoudingen zouden niet tot stand mogen komen "door met elkaar afspraken te maken", want ze zouden "van God gegeven" zijn.6 "Elk emancipatiestreven is revolutionair", tast "de van God gewilde gezagsverhoudingen" aan en moet dus "krachtig worden bestreden". Zo wil de SGP een verbod op stakingen. "De verhouding van werkgever en werknemer behoort overeenkomstig de regelen van Gods Woord te zijn." 2

De SGP probeert een graantje mee te pikken van de opleving van het conservatisme. Men is erg te spreken over de Edmund Burke-stichting, een denktank van conservatieve opiniemakers, waaronder A. Kinneging, R. van Wissen en J. Livestro.7 De SGP is enthousiast over de toenemende aandacht voor conservatieve standpunten. "Het begrip conservatisme draagt in Nederland de negatieve associatie "behoudzucht" met zich. De SGP staat niet voor zulke behoudzucht. De partij is niet reactionair; zij wil niet terug naar een geïdealiseerd verleden. In wezen is de partij als geheel voortdurend op zoek naar mogelijkheden om de samenleving te veranderen, alleen niet langs een weg van revolutie." 6

Ook partijleider Van der Vlies wil graag in gesprek met de conservatieven. "Een gezamenlijk aangespannen strijd tegen de moderne tijdgeest is meer dan geboden." 4 Beiden proberen namelijk "te strijden tegen de aftakeling van de maatschappij. In die strijd zullen ze zoveel mogelijk samen moeten optrekken, zonder dat de SGP haar christelijke principes geweld aandoet." De SGP zegt een conservatieve beginselpartij "in christelijk-historische zin" te zijn. "Dit sluit nadrukkelijk uit dat de partij geïdentificeerd zou kunnen worden met niet-christelijk conservatisme." 6 De conservatieven van de Burke-stichting stellen zich wat pragmatischer op en streven naar een gezamenlijk platform van alle conservatieven, christelijke en niet-christelijke.

De man als hoofd van de vrouw

Ondanks de verschillen in religieus opzicht komen de standpunten van de Burke-conservatieven en de SGP sterk overeen. Beiden beroepen zich op "de traditie", "de bronnen van de beschaving", "morele wetten die voor ieder mens gelden en een tijdloos karakter hebben" en de cultuurpessimistische visie "dat de mens van nature geneigd is tot het kwade".6 Men klaagt voortdurend over de "verloedering" van normen en waarden, over een gebrek aan "fatsoen", over de teloorgang van traditionele instituties als gezin en kerk, over de vrije seksuele moraal, en over het feminisme dat heeft geleid tot vrouwenkiesrecht, recht op abortus, kinderopvang, en betaald werkende vrouwen.

"Gods Woord leert dat man en vrouw krachtens de scheppingsorde een eigen specifieke, van elkaar onderscheiden roeping en plaats hebben ontvangen. In deze orde is de man het hoofd van de vrouw", stelt het SGP-Beginselprogramma. Het vrouwenkiesrecht zou voortkomen "uit een revolutionair emancipatiestreven" en zou in strijd zijn met "de roeping van de vrouw".2 Vrouwen mogen dan ook geen zitting nemen in "politieke organen". Door een statutenwijziging in 1996 kunnen vrouwen alleen nog maar "buitengewoon partijlid" worden. Ze hebben geen stemrecht op partijvergaderingen, mogen geen bestuursfunctie vervullen en kunnen zich namens de SGP niet verkiesbaar stellen voor de Eerste en Tweede Kamer. Volgens de bijbel zou "het regeerambt" namelijk niet aan vrouwen toekomen. Een SGP-regering zal volgens SGP-er Bogerd vrouwen terugsturen naar "waar ze thuishoren": hun gezin.5 Voor christenfundamentalisten is het enige recht van de vrouw nog steeds het aanrecht.

Tot 1984 werden vrouwen nog als gewoon partijlid toegelaten. Later werden ze geweigerd op de jaarlijkse ledenvergadering. H. Grabijn-Van Putten kwam daartegen in actie. Daarop sloten de SGP-mannenbroeders de vrouwen statutair uit van het politieke leven. Grabijn-Van Putten deed tevergeefs een beroep op de bestaande anti-discriminatiewetgeving. Eind 2001 beweerde de Commissie Gelijke Behandeling dat de SGP via de Algemene Wet Gelijke Behandeling niet zou kunnen worden gedwongen om vrouwen dezelfde politieke rechten te geven als mannen. Die wet zou zich namelijk beperken tot arbeid en onderwijs.

Hoewel het volgens het VN-Vrouwenverdrag wel zou moeten, wil de regering de SGP niet verplichten om vrouwen als partijlid toe te laten "omdat dit praktisch tot een partijverbod zou leiden". Het VN-verdrag wil vrouwendiscriminatie afschaffen in het maatschappelijk leven en de privé-sfeer. Religie, tradities en gewoonten mogen daarbij nooit een rechtvaardiging opleveren voor discriminatie. "Dit argument wordt door Nederland in de strijd geworpen wanneer het eerwraak, genitale verminking van vrouwen en meisjes en andere schadelijke traditionele praktijken veroordeelt. Dit beleid is alleen geloofwaardig als dergelijke argumenten ook ten aanzien van in Nederland levende tradities niet getolereerd worden", aldus Ineke Boerefijn, lid van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten, en Margreet de Boer, beleidsmedewerkster Vrouwenverdrag van het Clara Wichmann Instituut.8 Door de discriminatie van vrouwen binnen de SGP toe te staan schendt de Nederlandse overheid stelselmatig de mensenrechten.

Maar ook al zou men vrouwen toelaten tot "het regeerambt", dan nog zou de SGP een door en door seksistische partij blijven. Het christendom is nu eenmaal een patriarchale godsdienst, zeker als aan de bijbel een fundamentalistische uitleg wordt gegeven. Zo verzet de SGP zich als "pro life"-partij tegen abortus en euthanasie, omdat God het leven zou hebben geschapen en de mens daarom geen zelfbeschikkingsrecht over zijn eigen bestaan zou mogen krijgen. Ook keert de SGP zich tegen het homohuwelijk en tegen samenwonen zonder huwelijk. "Het homohuwelijk is een uiterst zorgelijke en afkeurenswaardige inbreuk op onze rechtsorde." 9 Ook is de partij tegen adoptie van kinderen door homoparen en tegen echtscheiding. Het kerngezin van vader, moeder en kinderen zou als "hoeksteen van de samenleving" moeten bijdragen aan "gewetensvorming" en het aanleren van "deugden". Andere samenlevingsvormen zijn daarvoor volgens de SGP ongeschikt.

Voor het Wilhelmus

Het nationalisme van de SGP is sterk gekleurd door de orthodox-protestantse uitgangspunten. "God Zelf heeft Nederland doen ontstaan en daarom mag de zelfstandigheid van het land niet worden opgegeven." 6 "Het streven naar Europese eenwording onder een bovennationale regering" moet dan ook worden afgewezen, "temeer omdat daardoor de invloed van het rooms-katholicisme en het humanisme sterk wordt bevorderd, het werk van de Reformatie al meer wordt afgebroken en het koningschap dreigt te worden gedegradeerd".2 De SGP adviseerde haar leden dan ook om de Europese vlaggetjes af te plakken die tegenwoordig op de nummerborden van auto's staan. Men beschouwt die blauwe vlag met de 15 sterren in een cirkel namelijk als een "rooms" symbool.10

Voor vluchtelingen die wegens hun christelijk geloof worden vervolgd, wil de SGP "een ruimhartig beleid" voeren. In alle andere gevallen zou "een terughoudend beleid" moeten gelden. Illegalen zouden "onmiddellijk" uitgezet moeten worden. "De SGP vindt het te optimistisch van de Nederlandse regering om van afgewezen asielzoekers te verwachten dat ze zelfstandig en vrijwillig terugkeren naar hun vaderland. In de praktijk komt hier weinig van terecht. Het is wenselijk dat de asielzoekers onder toezicht terugkeren naar hun vaderland, zodat zeker is dat ze niet per kerende trein of vlucht onder een andere naam opnieuw asiel aanvragen in een Europees land. Verder blijft het voor de SGP onacceptabel dat de meeste afgewezen asielzoekers niet naar hun land terugkeren, maar - op allerlei manieren - gedoogd worden in onze samenleving. De regering dient zich maximaal in te spannen zoveel mogelijk uitgeprocedeerde asielzoekers terug te laten keren." 11

Inburgeringscursussen zouden er niet op neer mogen komen "dat elke nieuwaangekomene een flauw soort tolerantie ingepeperd krijgt en daarom in ieder geval moet leren dat de multiculturele, verdraagzame samenleving boven alles gaat." Migranten en vluchtelingen zouden vooral ingehamerd moeten krijgen dat het protestantisme zo'n belangrijke rol heeft gespeeld in de ontstaansgeschiedenis van Nederland. Verder is de SGP tegen het aantrekken van nieuwe "gastarbeiders". Eerst zouden de hier al aanwezige arbeidsmigranten aan het werk geholpen moeten worden.11

Als fundamentalistische partij zet de SGP zich schrap tegen "de toenemende multireligiositeit". "Wie er een andere religie op na wil houden, moet dat maar in het verborgene doen", aldus partijbons Bogerd. "Een moskee zal een SGP-overheid dus zeker niet toestaan." 5 En ook openbare scholen zouden moeten sluiten, volgens het verkiezingsprogramma. "De opkomst van niet-christelijke godsdiensten gaat hand in hand met de secularisatie onder de autochtone bevolking. Grondwettelijk gezien is het niet mogelijk deze ontwikkeling tegen te gaan. We hebben niet alleen met doorgeslagen liberalisme en autonomiedenken te maken, maar ook met andere godsdiensten. De SGP zet zich ook de komende 4 jaar in voor behoud van overblijfselen van onze christelijke cultuur in een multicultureel en multireligieus wordende samenleving en tegen introductie van elementen die strijdig zijn met die christelijke cultuur. We strijden voor de exclusieve positie van de zondag, voor de christelijke feestdagen, voor het Wilhelmus, voor de christelijke ambtseed, en tegen polygamie, vrouwenbesnijdenis en eerwraak. Juist de aanwas van andere godsdiensten en culturen doet ons te meer teruggrijpen op onze geschiedenis." 11 Dat is dan wel een geschiedenis vol haat en geweld tegen vrouwen, homo's, zwarten, andersdenkenden en ongelovigen.

Noten

Terug