De Fabel van de illegaal 74, januari/februari 2006

Auteur: Yves Coleman (Ni patrie ni frontičres)


Dansen met de wolven

In de straattaal van de buitenwijken van de Franse grote steden betekent "dansen met de wolven" het provoceren van politieagenten, ze laten rennen en dan ontsnappen zonder opgepakt te worden. Voor de jongeren die begin november 2005 met de politie vochten, waren de rellen waarschijnlijk erg opwindend. Maar de gevolgen zijn helaas bijzonder hard. Niet alleen voor de gearresteerde jongeren die veroordeeld zijn tot gevangenisstraffen. Maar ook voor alle andere bewoners van de armere wijken waar de rellen zich afspeelden.


In totaal zijn er 4.770 personen gearresteerd. In het begin probeerde de regering de media nog wijs te maken dat "de relschoppers" vooral buitenlanders waren, maar dat bleek een leugen. Negentig procent van de gearresteerden had namelijk een Frans paspoort. Maar 60 procent had wel geďmmigreerde ouders, die waarschijnlijk zelf inmiddels ook de Franse nationaliteit hebben. De helft van de gearresteerden was onder de 18. De rechtbanken veroordeelden in totaal 577 minderjarigen en 562 volwassen tot gevangenisstraffen variërend van 2 maanden tot 4 jaar.

De grote stok…

Om de situatie beter te kunnen controleren, haalde de overheid een wet uit 1955 uit de mottenballen. Die werd ingevoerd tijdens de koloniale oorlog in Algerije om een avondklok in te kunnen stellen in de steden. Met deze wet geeft de overheid zichzelf tevens de bevoegdheid om de pers te censureren en publieke bijeenkomsten te verbieden. De noodtoestand zou eigenlijk slechts voor 12 dagen ingevoerd worden, maar hij werd door het parlement met 3 maanden verlengd. Nu mag hij op elk gewenst moment weer ingesteld worden.

Toen de rellen voorbij waren, kondigde de Franse regering direct een serie repressieve maatregelen aan. Onder meer tegen "schijnhuwelijken", waardoor het moeilijker wordt voor buitenlanders om te trouwen met Fransen. De overheid wil ook strikter gaan optreden tegen polygamie, omdat in rechtse hoek geroepen werd dat Afrikaanse jongeren uit polygame gezinnen het voortouw zouden hebben genomen bij de rellen. Er zijn naar schatting 10 tot 30 duizend polygame Afrikaanse gezinnen in Frankrijk. Daarnaast gaat de overheid in 2006 meer illegale arbeiders uitzetten dan in 2005. Verder gaat men strengere criteria instellen voor buitenlandse studenten die een visum aanvragen. Die moeten voortaan tevens aantonen dat ze "een persoonlijk project" hebben. Tot slot wil men de gearresteerde "relschoppers" hard aanpakken. De minister van Binnenlandse Zaken riep al dat hij ze terug zou gaan sturen naar hun "landen van herkomst". Maar dat zal hopelijk zo'n vaart niet lopen. Uitzetten is gelukkig juridisch helemaal niet zo eenvoudig, zo ontdekte ook de minister.

… en de wortel

Na de grote stok gebruikt te hebben, deed de overheid ook diverse beloften. Alle werklozen zullen de komende 3 maanden een gesprek krijgen bij het arbeidsbureau. Er zullen ook 20 duizend gesubsidieerde banen gereserveerd worden voor de armere wijken, speciaal voor jongeren onder de 25. Soortgelijke banen waren vroeger al ingevoerd door de linkse regering om gemeenten en ngo's te voorzien van goedkope arbeidskrachten. Maar die werden in 2002 weer afgeschaft toen rechts aan de macht kwam. Ook zullen er 5 duizend pedagogische assistenten worden ingezet in de meest "gevoelige" wijken. Die banen werden eveneens in 2002 geschrapt. Verder zal het aantal studiebeurzen voor leerlingen verdrievoudigd worden, en zal er meer geld gaan naar de plaatselijke verenigingen die jongeren gratis bijles geven, of bijvoorbeeld sportwedstrijden, dans- of muziekcursussen organiseren. Ook die subsidies waren drastisch verminderd.

Directe aanleiding …

De rellen begonnen op 27 oktober 2005 in Clichy-sous-Bois, een arme wijk in noord-oost Parijs. Twee tieners, de Frans-Mauretaanse Bouna en de Frans-Tunesische Zyed, waren op de vlucht voor de politie. Ze renden een elektriciteitscentrale in, werden geëlektrokuteerd en stierven. De plaatselijk jeugd protesteerde heftig en dat breidde zich snel uit. In totaal deden naar schatting 15 duizend mensen (op een bevolking van 62 miljoen) mee aan de rellen, meestal in groepen van zo'n 10 tot 50. Om hen te stoppen zette de Franse overheid 12 duizend agenten en gendarmes in, waarvan er 126 gewond raakten, 12 ernstig.

De media hebben de situatie iets te veel gedramatiseerd, want uiteindelijk zijn er slechts rellen geweest in 25 van de 96 departementen, en in 300 van de 36 duizend steden en dorpen. Maar de "relschoppers" hebben wel meer dan 9.500 auto's in brand gestoken, en verder 50 postkantoren, 250 van de 58 duizend scholen, 10 bussen, en enkele theaters, sporthallen, jongerencentra en crčches.

… en diepere oorzaken

Vanzelfsprekend begon in politieke kringen direct een groot debat over de oorzaken van de revolte. Rechts gaf eerst "de moslimfundamentalisten" of zelfs "de moslims" in het algemeen de schuld. Maar men kwam al snel terug van deze belachelijke aantijging toen de belangrijkste moslimorganisaties de rellen veroordeelden en hun leden in de wijken opriepen om de gemoederen te bekoelen. De moslimorganisaties waren overigens niet erg effectief, en dat liet direct ook zien dat de rellen niet religieus gemotiveerd waren. Daarop begon rechts in te hakken op pas aangekomen Afrikaanse jongeren, en op hun ouders die hen zouden verwaarlozen.

Links wees vanzelfsprekend naar heel andere oorzaken. Zoals de arrogante en racistische houding van de politie. Agenten vragen op straat systematisch elke zwarte en Noord-Afrikaanse jongere die ze tegenkomen om identiteitspapieren, zowel overdag als 's nachts, waarbij ze hen voortdurend beledigen. Daarnaast verslechteren de leefomstandigheden in de armere wijken al jaren. Frankrijk kent inmiddels 760 arme arbeiderswijken met in totaal 4,2 miljoen inwoners. Die wijken worden Zones Urbaines Sensitives genoemd, Stedelijke Gevoelige Zones. Daar kan de werkloosheid oplopen tot 40 of zelfs 50 procent. De mensen wonen in afbraakflats, gebouwd in de jaren 60 en 70. Op de scholen werken onervaren onderwijzers, die het vak moeten leren met de moeilijkste leerlingen. Velen kunnen dat niet aan en melden zich ziek. Er zijn verder ongeveer half zoveel ziekenhuizen als in de rest van Frankrijk. En dat geldt ook voor het aantal dokters en apotheken. De afgelopen 30 jaar zijn ook de banen, de woningbouwhuizen, de overheidsvoorzieningen, de culturele centra, de winkels en de bioscopen langzaam afgebroken, en daarmee verdween feitelijk de hele economie en het sociale leven uit die wijken. Daar is een groeiend, maar diffuus protest tegen ontstaan, dat gepaard gaat met gewelddadige acties. Vooraf aan de rellen, gedurende de eerste 10 maanden van 2005, werden er ook al 28.041 auto's en 17.489 vuilnisbakken in brand gestoken, en er waren 6.004 incidenten waarbij onder meer stenen en molotov cocktails gegooid werden.

Politieke inhoud

De rellen hadden geen linkse en ook geen moslimfundamentalistische inhoud. Het was een wanhopige revolte tegen racisme en repressief politie-optreden, en vooral tegen het gebrek aan perspectief voor honderdduizenden jongeren, wat hun nationaliteiten of die van hun ouders ook mogen zijn. In Frankrijk is in radicaal-linkse kringen enige discussie gevoerd over de houding die revolutionairen zouden moeten aannemen tegenover het geweld. De belangrijkste trotskistische en anarchistische groepen veroordeelden "de gewelddaden" op een wat abstracte manier, terwijl een kleine minderheid van autonome en anarcho-syndicalistische groepen de rellende jongeren juist weer kritiekloos steunden. Maar men zou onderscheid moeten maken tussen enerzijds het geweld tegen objecten, goederen en gebouwen, en anderzijds het geweld tegen personen. De "relschoppers" hebben namelijk ook diverse bussen in brand gestoken terwijl de passagiers er nog in zaten, caissičres van een supermarkt fysiek aangevallen, een pension voor arbeidsmigranten in de hens gezet, en een oude man die hen trachtte te kalmeren, geslagen tot hij dood was. Dat soort acties zouden stellig moeten worden afgewezen, omdat ze een symptoom zijn van een oorlog van de armen tegen de armen, een symptoom van de kapitalistische barbarij.

Ook al zagen de inwoners van de arme wijken het aansteken van auto's of zelfs publieke gebouwen als postkantoren en scholen niet zitten, toch konden de meesten de boosheid erachter best begrijpen. Revolutionairen zouden echter niet bang moeten zijn om ook zulke militante acties te bekritiseren. Niet omdat geweld altijd veroordeeld zou moeten worden, maar omdat het romantiseren van vechten met de politie tot niets leidt.

De toekomst

Het grootste probleem is dat geen enkele radicaal-linkse of anarchistische groep enige basis heeft in de belangrijkste arbeiderswijken. De meeste flats en woonprojecten, waar in de jaren 60 en 70 Franse en geďmmigreerde arbeiders introkken, zijn inmiddels alweer verlaten door de bewoners die genoeg geld hadden om een hypotheek te betalen voor een eigen huisje in een andere wijk, of om elders te gaan wonen in kleinere en betere gebouwen. Daarom worden de armste wijken en projecten nu vooral bewoond door de armste en meest recente immigranten, en door de armste Fransen die geen geld hebben om te verhuizen. Ook immigranten trekken weg zodra ze genoeg verdienen. Wanneer Noord-Afrikaanse of Afrikaanse jongeren op school slagen en naar de universiteit gaan, verhuizen ze naar "betere" buurten. De 18- tot 25-jarigen die achterblijven, volgen vaak al sinds hun dertiende of veertiende jaar geen lessen meer, zijn op hun zestiende van school gegaan, en hebben alleen nog maar rottige tijdelijke baantjes of een uitkering gehad.

De toekomst ziet er dus behoorlijk slecht uit. Noord-Afrikaanse en Afrikaanse Fransen die sympathiseren met reformistisch of radicaal-links, wonen in veilige buitenwijken en hebben meestal een opleiding en regulier werk, vaak in de publieke sector. Er bestaat een grote kloof tussen hen en de chronisch werklozen. De "relschoppende" jongeren hebben nooit enige solidariteit ervaren in hun buurten, tijdens acties op hun middelbare school, of op hun tijdelijke werkplekken. Of ze hebben er even kort aan geroken, maar dat heeft hen niet weten te overtuigen van de linkse strijdmethoden. Het valt te bezien of radicaal-links dat probleem zal weten aan te pakken. Ondertussen heeft de Franse regering deze slag gewonnen, en veel repressieve maatregelen genomen die de strijden van de toekomst waarschijnlijk negatief zullen beďnvloeden.

Dit is een door de auteur zelf ingekorte versie van "French riots: when the youth dances with the wolves", Yves Coleman. Op: Ni patrie ni frontičres-website.

Terug