De Fabel van de illegaal 76, mei/juni 2006
Auteur: Eric Krebbers
Kinderdieven en edele wilden
Er wonen in Europa evenveel Sinti en Roma als Nederlanders. Die "zigeuners" worden al eeuwenlang uitgesloten, onderdrukt en bij tijd en wijle massaal uitgemoord. De daders worden gemotiveerd door antiziganisme, een vorm van racisme waar tot voor kort niet eens een apart woord voor was.
Volgens antiziganisten leverden "zigeuners" de spijkers voor de kruisiging |
Overal in Europa hebben Sinti en Roma het moeilijk. Ze worden uitgebuit, uitgesloten, en opgesloten in getto's en gevangenissen. Ze zijn het doelwit van pogroms en aanslagen,(1) en Roma en Sinti-vrouwen zijn soms slachtoffer van gedwongen sterilisaties.(2) Geweld tegen "zigeuners" komt van hoog tot laag, van burgers en van staatswege.(3) Ze worden vaak keihard gedisciplineerd, collectief gestraft, en toch zelden erkend als vluchteling. Hoewel velen zich krachtig verzetten, blijft dat moeilijk als minderheid in een totaal vijandig werelddeel. En wanneer overheden dan eindelijk een positief project op lijken te zetten voor Sinti en Roma, dan blijkt dat een ontzettend paternalistisch karakter te hebben.(4)
Herkennen
Zigeunerhaat is eeuwenlang de normaalste zaak van de wereld geweest. Zo volkomen normaal en mainstream dat vrijwel niemand in Europa er vraagtekens bij zette. Vooroordelen over Sinti en Roma werden simpelweg alom geloofd, en zeker niet herkend als racisme. Het begrip antiziganisme is dan ook pas zo'n 20 jaar geleden bedacht. Tot dan toe viel het kennelijk niet eens op dat er geen apart woord voor bestond. Het woord antiziganisme zelf lijkt overigens niet zo gelukkig gekozen, want er bestaat niet zoiets als ziganisme of een Roma- en Sinti-nationalisme waar het zich tegen keert. Het begrip is in die zin vergelijkbaar met het woord antisemitisme. Semitisme bestaat ook niet en er zijn geen semieten, alleen een semitische taalgroep, maar die is niet specifiek voor het Hebreeuws.
Er bestaan heel uiteenlopende vormen van racisme. Het is belangrijk om de inhoud daarvan concreet te maken om het racisme te kunnen herkennen en bestrijden. Antiziganisme is behoorlijk anders dan racisme tegen zwarten en joden. Maar er zijn toch ook overeenkomsten, met name met het antisemitisme. Daarnaast werken racistische ideeën vaak ook verschillend uit ten opzichte van mannen en vrouwen. Een kenmerk van alle vormen van racisme is verder dat de vooroordelen ons niets wijzer maken over de gehate groep, maar des te meer over de racisten zelf. Racisme zit zeer diep ingebakken in de westerse geschiedenis. Het kan generaties sluimeren om dan plotseling weer op te laaien.
Grotten
Sinti en Roma kwamen vanaf de dertiende eeuw via Turkije en Griekenland Europa binnen. Hoewel de meesten christen waren, begon men in Europa al snel te roepen dat "de zigeuners" spionnen waren voor de Turken, collaborateurs dus en verraders van het christendom. Er werd beweerd dat hun voorouders Jozef, Maria en de tweejarige Jezus tijdens hun vlucht naar Egypte onderdak zouden hebben geweigerd. Of dat een van hun voorvaderen de spijkers voor het kruis van Christus zou hebben gesmeed. Hoe dan ook, de "zigeuners" zouden enige tijd van hun geloof zijn gevallen en daarom van huis en haard zijn verdreven. Bij wijze van boetedoening zouden ze daarom eeuwig moeten rondzwerven. Anderen kwamen met een heel ander verhaal: "zigeuners" zouden in werkelijkheid voor pogroms gevluchte joden zijn. Ze zouden zich in grotten hebben schuil gehouden en zich pas na 50 jaar boven de grond hebben durven vertonen. Daarom zouden ze ook een donkerder huidskleur hebben. Anderen beweerden dat "zigeuners" hun vaak donkere ogen en zwart haar van de duivel zouden hebben gekregen. Die zou hen ook hebben leren toveren en waarzeggen. Velen werden daarom verbrand als heks. Anders dan andere "heksen" kregen ze vooraf geen individueel proces omdat het "zigeuner"-zijn al voldoende bewijs was.
In de ogen van de antiziganistische meerderheid waren "zigeuners" rondtrekkende luilakken, bedriegers en leugenaars. Ze zouden ook stropen en zo de jachtvoorrechten van de adel schenden. Ook zouden "zigeuners" vee en kinderen stelen. Die kinderen zouden ze insmeren met aarde, in de zon leggen om zwart te worden, om ze vervolgens op te voeden als hun eigen kinderen. Volgens anderen aten ze die kinderen echter op. "Zigeunervrouwen" zouden drankzuchtig en tabaksverslaafd zijn, en hoereren. Overal in Europa werden "zigeuners" gebrandmerkt en verdreven. Terwijl jagen op dieren voor de gewone bevolking verboden was, mocht men wel "zigeunerjachten" of klopjachten organiseren die meestal eindigden met het ophangen van de plaatselijke Sinti en Roma. Voor iedere dode "zigeuner" kreeg men kopgeld. De kinderen werden verkocht. Tot diep in de achttiende eeuw kon men her en der in Europa voor een schijntje "zigeunerkinderen" kopen.
Ontvlambaar
Tijdens de Verlichting werd her en der beweerd dat "zigeuners" via scholing "ingeburgerd" zouden kunnen worden. Maar al snel ging men over tot de gewelddadige orde van de dag. Bij de opkomst van het biologische racisme werden de oude vooroordelen in een "wetenschappelijk" jasje gegoten. "Zigeuners" zouden volgens de "deskundigen" een "volk" zijn met een oosterse, kinderlijke denkwijze die in duizenden jaren niet veranderd was. Ze zouden teveel temperament hebben en licht ontvlambaar zijn, doorzettingsvermogen ontberen, en hun leven zou slechts bestaan uit allerlei episoden die ze zelf niet zouden kunnen overzien omdat ze nauwelijks in staat zouden zijn tot rationeel denken. Sinti en Roma zouden namelijk een onvolwassen mensensoort zijn, half mens, half dier. Oermensen, wilden, en net als bijvoorbeeld de Amerikaanse Indianen tot uitsterven gedoemd. Ze zouden ook besmettelijke ziekten overdragen, en meestal lelijk en obsceen zijn. De "zigeunervrouwen" stonden in de ogen van antiziganisten voor alles dat de gehoorzame burgervrouw niet mocht zijn. Ze zouden losbandig zijn, seksueel te vrij en vaak zelfs mannenbroeken dragen. Vanwege hun ongeremde driftleven zouden ze allemaal al op hun dertiende trouwen.
Tijdens de romantiek werden dezelfde vooroordelen ineens positief gewaardeerd. "Zigeuners" zouden edele wilden zijn, onaangetast door de kwaden van de moderne maatschappij. Ze zouden niet moeilijk doen en recht voor z'n raap zijn. "Zigeuners" werden het projectievlak voor alles dat de brave burgerij niet mocht, maar wel graag wilde. Lekker lui leven, roken, drinken, muziek maken en ongeremde seks hebben. Men had het over een interessante, wonderlijke en geheimzinnige "zigeunercultuur". Mannen droomden van jonge, wilde en ongeremde "zigeunerinnen", terwijl oudere "zigeunerinnen" werden afgeschilderd als mysterieus, als een soort heksen die nog contact hebben met de natuur en vanzelfsprekend ook met de duivel. Bekend is vooral nog het romantische schilderij van een kind met een traantje, het archetype van de emotionele "zigeuner". Kortom, "zigeuners" zijn steeds gemaakt tot het volkomen omgekeerde van wat de antiziganisten zelf beweerden te zijn: beschaafde, hard werkende, en rationele burgers. De keiharde wijze waarop men "zigeuners" aanpakte, was daarom altijd indirect ook een waarschuwing aan alle andere mensen om zich niet als "zigeuners" te gedragen.
Bezems
Sinti en Roma zijn eeuwenlang zonder pardon vervolgd, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog deden de nazi's er nog een schepje bovenop. De haat tegen "zigeuners" was bij de SS en de Duitse soldaten zo mogelijk nog groter dan die tegen de joden. Het vermoorden van "zigeuners" was voor hen zo vanzelfsprekend dat het niet eens apart verordend of vermeld hoefde te worden. Uit officiële militaire berichten blijkt dat soldaten en SS-ers met het doden van "zigeuners" nog minder moeite hadden dan met het vermoorden van joden. In tegenstelling tot racisme tegen joden en zwarten is de haat tegen "zigeuners" na de Tweede Wereldoorlog nooit systematisch ter discussie gesteld en afgewezen. Integendeel, antiziganisme bleef in de mainstream geaccepteerd en dezelfde politiemensen en wetenschappers die zich hadden ingezet om "het zigeunervraagstuk" voorgoed op te lossen, mochten na de oorlog hun werk overal in Europa gewoon voortzetten. De massamoord op de "zigeuners" werd niet erkend, hoewel er toch minimaal een half miljoen Sinti en Roma vermoord zijn. Velen daarvan omdat ze "zigeuner" zouden zijn, anderen vanwege hun vermeende "zwakzinnigheid" omdat ze bijvoorbeeld niet hadden leren lezen en schrijven.
Eeuwenoude antiziganistische vooroordelen en tradities lijken soms vergeten, maar kunnen generaties later plotseling hun lelijke kop weer opsteken. Zo begonnen sommige Duitse winkeliers in 1991 ineens bezems voor de deur van hun zaak te zetten om aan te geven dat "zigeuner"-vluchtelingen uit Joegoslavië bij hen niet welkom waren. Dat archaïsche gebruik stond alleen beschreven in zestiende-eeuwse teksten waartoe slechts gespecialiseerde historici toegang hebben. Zelfs de Sinti begrepen niet wat ermee bedoeld werd, en vroegen de winkeliers vriendelijk of die bezems soms te koop waren.
Noten
Terug