De Fabel van de illegaal 82/83, voorjaar 2007
Auteur: Jan Tas
Pardonvoorstel hulporganisaties liet veel vluchtelingen buiten de boot vallen
Het nieuwe kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie is een feit, evenals het langverwachte en veelbesproken generaal pardon voor afgewezen vluchtelingen. VluchtelingenWerk, INLIA(1) en het Landelijk Overleg Gemeentebesturen Opvang en terugkeerbeleid (LOGO) kwamen tijdens de kabinetsformatie al met een voorstel voor een regeling.(2)
In 2006 overlegden de drie organisaties met diverse politieke partijen over een pardonregeling. Daarop stuurde men begin januari 2007 een brief aan formateur Wijffels en de onderhandelaars Balkenende, Bos en Rouvoet. Men drong erop aan om tegemoet te komen aan de wens van de Kamermeerderheid om "schoon schip te maken" via een pardonregeling voor vluchtelingen die voor 1 april 2001 asiel hebben aangevraagd. Het initiatief werd gesteund door de Raad van Kerken, Vluchtelingen Organisaties Nederland (VON), stichting 26.000 gezichten, stichting Vluchteling, Defence for Children International, Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt (LOS), de Amsterdamse steungroep ASKV, en stichting Een Royaal Gebaar.
Criteria
Er werd al lange tijd gepleit voor een generaal pardon, maar dat was tijdens het vorige kabinet kansloos vanwege de keiharde opstelling van de VVD en met name minister Verdonk. Zonder de VVD, en met de PvdA en de ChristenUnie heeft de nieuwe regering nu wel een principe-afspraak over een pardonregeling gemaakt. Hoe die regeling en de voorwaarden daarvan er in de praktijk uit zullen gaan zien, moet nog blijken. Daarom is het belangrijk dat er van onderop - door vluchtelingen, steungroepen en anderen - zoveel mogelijk druk blijft bestaan op de regeringspartijen. De overheid heeft er immers belang bij om de pardonregeling zo beperkt mogelijk te houden door middel van allerlei strenge criteria. Door druk van onderop kan de regeling zo ver mogelijk opgerekt worden, zonder mee te gaan denken in het selectieproces van de overheid.
Maar daar wringt de schoen, want de drie organisaties strijden helemaal niet van onderop. Zowel VluchtelingenWerk als INLIA spelen al jaren trouw een rol in het deportatiebeleid. Af en toe hebben ze kritiek, maar die richt zich nooit tegen de fundamenten van "het vreemdelingenbeleid". Nog opmerkelijker is dat ook LOGO meedoet aan het initiatief. Dat maakt namelijk zelf deel uit van die overheid waaraan de drie organisaties hebben gevraagd om "schoon schip te maken". Die overheid die al jarenlang "schoon schip" heeft gemaakt door illegalen uit te sluiten, op te sluiten en uit te zetten.
Kansloos
Het voorstel van de drie organisaties ging vooral over wie er niet voor het pardon in aanmerking zouden mogen komen. Ten eerste alle afgewezen vluchtelingen die na 1 april 2001 - de datum waarop de nieuwe Vreemdelingenwet inging - asiel hebben aangevraagd, met als enige uitzondering eventueel nagereisde familieleden die voor 1 december 2006 zijn aangekomen. Over de grote groep migranten zonder asielachtergrond heeft men het niet eens, die vallen kennelijk als vanzelfsprekend buiten de boot. Ten tweede de vluchtelingen die eerder zijn geweigerd wegens oorlogsmisdaden,(3) of die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf hebben gekregen. Daarbij zou gekeken moeten worden naar de hoogte van de straf en de verblijfsduur in Nederland. Ten derde de vluchtelingen die ongewenst zijn verklaard wegens "een risico voor de nationale veiligheid". Sinds 11 september 2001 zijn er wereldwijd nogal wat mensen willekeurig vastgezet of gedeporteerd om allerlei twijfelachtige redenen. Vooral Arabieren en Afghanen worden de dupe van dit anti-terrorismebeleid. Ten vierde, en als klap op de vuurpijl, wilden de drie organisaties ook de vluchtelingen af laten vallen die eerder uit Nederland zijn "vertrokken". Dat zou vooral gaan om vluchtelingen die uitgezet zijn naar hun land van herkomst of een ander Europees land, en die daarna zijn teruggekeerd naar Nederland.
Maar wie zouden er na zo'n strenge selectie eigenlijk nog wel onder de voorstelregeling vallen? Ten eerste alle vluchtelingen die nog asiel aangevraagd hebben onder de oude Vreemdelingenwet en die tot nu toe ook onder een rijksregeling voor onderdak en levensonderhoud vallen. Die staan in principe geregistreerd bij de IND, de COA, NIDOS of gemeenten. Ten tweede de vluchtelingen die niet meer onder zo'n rijksregeling vallen, maar nog wel in afwachting zijn van een definitief besluit van de rechter, of die contact hebben met een terugkeerorganisatie. Ook zij zijn bekend bij de IND.
En tot slot de vluchtelingen die zijn afgewezen en onder geen enkele regeling meer vallen. Die zouden echter wel aan de hand van gemeentepapieren moeten kunnen aantonen dat ze Nederland in 2006 niet hebben verlaten. Maar het is erg lastig voor vluchtelingen om te bewijzen dat men al die tijd in een bepaalde gemeente heeft geleefd. Juist omdat de overheid steeds probeert om uitgeprocedeerde en illegaal gemaakte vluchtelingen zoveel mogelijk van alles uit te sluiten en hun contacten met de rest van de samenleving te verbreken. En op hun beurt proberen veel afgewezen vluchtelingen ook om zichzelf zoveel mogelijk onzichtbaar te maken, uit angst voor arrestatie en deportatie. Het voorstel van de drie organisaties gaf niet aan hoe de overheid daarmee om moest gaan. Wel stelde men braaf dat met het voorstel "een aanzuigende werking wordt voorkomen".
Polderoverleg
Het is nu nog onduidelijk of het initiatief van de drie invloed heeft gehad op de uiteindelijke pardonregeling van de nieuwe regering. Duidelijk is wel dat dit soort voorstellen alle toekomstige pogingen om een ruimer pardon af te dwingen bijzonder moeilijk zullen maken. Steungroepen zouden niet de illusie moeten hebben dat ze als gelijkwaardige partners kunnen meedenken met de overheid over een oplossing voor de vele uitgesloten vluchtelingen. De uitkomst van zulk polderoverleg staat namelijk al van tevoren vast: strenge selectie en de meeste vluchtelingen verliezen. Het is schandalig dat zowat het hele veld van vluchtelingensteunorganisaties zich achter dit zeer beperkte voorstel heeft geschaard.
Noten
Terug