De Fabel van de illegaal 93/94, zomer 2008

Auteur: Gerrit de Wit


Geen twijfel aan racistisch karakter van moord op Kerwin

Op 20 augustus 2008 is het precies 25 jaar geleden dat de toen 16-jarige nazi-skinhead Nico Bodemeijer de 15-jarige Antilliaan Kerwin Duinmeijer doodstak. Die racistische moord wordt nog steeds elk jaar herdacht. Maar onlangs plaatste een documentairemaker vraagtekens bij het racistische karakter ervan. Daarmee wordt de feiten geen recht gedaan.

Nico Bodemeijer in tv-programma Profiel
Nico Bodemeijer wordt geboren in 1967. Hij heeft een problematische jeugd. Vanaf zijn veertiende kleedt hij zich als skinhead en gedraagt hij zich agressief. Hij bezigt al snel racistische taal en gaat om met aanhangers van de extreem-rechtse Nederlandse Volks Unie en de Centrumpartij. Van die laatste partij neemt hij ook propagandamateriaal en stickers mee naar huis. Bodemeijer laat op zijn kale kop het woord “Skinhead” tatoeëren en op zijn arm de tekst “100% white”. Vrienden vertellen hem dat hij “met dat racistische gedoe moet kappen”. Maar dat doet hij niet.

Op 20 augustus 1983 loopt Kerwin samen met wat vrienden in de binnenstad van Amsterdam. Het is al laat en ze gaan nog shoarma eten in een snackbar aan de Damstraat. Daar zitten ook wat vervelende skinheads, waaronder Bodemeijer. Een van hen roept “vuile Turk” naar de eigenaar van de tent en brengt provocerend de Hitler-groet. Buiten de snackbar maken de skinheads ruzie met Kerwin. Volgens zijn aanwezige pleegbroer roepen ze dat “Kerwin niet moet lopen in die straat en dat hij terug moet naar zijn eigen land”. Uiteindelijk steekt Bodemeijer een mes in het lichaam van Kerwin. Zwaar gewond, zet die het meteen op een lopen. Kerwins vrienden hollen achter hem aan, met in hun kielzog twee skinheads. Die schreeuwen “vuile jood” naar Kerwin, en “jij bruine, jij ook” naar een van de vrienden. Aangekomen bij de Dam weigert een taxichauffeur de hevig bloedende Kerwin naar het ziekenhuis te brengen. Later pikt een ambulance hem wel op. Maar dan is het al te laat, want Kerwin overlijdt in de vroege ochtend van 21 augustus. De moord op Kerwin wordt gezien als de eerste racistische moord na de Tweede Wereldoorlog en groeit uit tot een nationale rel. Scholierencomités tegen racisme schieten als paddenstoelen uit de grond, een standbeeld ter nagedachtenis van Kerwin verrijst in het Vondelpark en elk jaar wordt Kerwin op 20 augustus herdacht.

Vieze nikker

Na enkele dagen wordt Bodemeijer aangehouden. Kort daarop meldt een agent aan een krant dat de arrestant bij de verhoren vrij duidelijk is over de achtergrond van de ruzie en de steekpartij. “Het is een vieze nikker en die moeten niet vies naar mij kijken”, had Bodemeijer gezegd. Voor de rechter ontkent hij echter dat er racisme in het spel is. Die acht racisme uiteindelijk niet bewezen, maar veroordeelt Bodemeijer wel tot opsluiting in een gesloten inrichting. Jaren later geeft de rechter overigens toe dat zij zichzelf “onsterfelijk belachelijk” gemaakt heeft ”door vol te houden dat het geen racistische moord was”.

In zijn detentieperiode stuurt Bodemeijer brieven naar een bevriende racistische skinhead. Die brieven lekken uit naar het tijdschrift Nieuwe Revu dat er een artikel aan wijdt. In een van de brieven schrijft Bodemeijer: “Bij de rechtbank heb ik dus alles op een vechtpartij geschoven en ik heb gezegd dat het niets met racisme te maken had, en dat geloofden ze dus (haha). Ze moesten eens weten. Ik heb nog steeds een hekel aan twee dingen: discriminatie en niet-Nederlanders dus zwarten, bruinen, joden, gelen, enzovoort (haha)”. Onderaan de brief schrijft Bodemeijer “White Power”, “100% white” en plaatst hij een SS-teken. Tijdens een detentieverlof, eind 1984, laat Bodemeijer zich interviewen door Nieuwe Revu. Hij meldt de verslaggever dat hij tijdens de verhoren “nogal tekeer” ging. “Ik heb verschrikkelijk geschreeuwd en gezegd: Die kankernikker dit en dat.” Over het standbeeld voor Kerwin heeft Bodemeijer ook geen goed woord over: “Ik heb het gezien. Onzin. Dat ding kostte 150 duizend gulden. Belachelijk man.” En op de vraag hoe hij denkt over de politieke ideeën van extreem-rechtse partijen over buitenlanders, antwoordt Bodemeijer: “Ik vind ook dat ze er gewoon uitmoeten. Ze hoeven niet vergast te worden of zo. Dat vind ik onzin. Maar er wel uit. Nou ja, ik moet ze gewoon niet zo, buitenlanders.”

Kerwin-herdenking in 2007
In het najaar van 1987 wordt Bodemeijer vrijgelaten. Hij lijkt even op het rechte pad te komen. Hij werkt voor zijn vader op de markt, laat zelfs wat haar op zijn hoofd groeien en koopt met zijn verloofde een huisje in Purmerend. Maar na een paar weken samenwonen verlaat zijn verloofde hem alweer, omdat hij tijdens zijn driftbuien het meubilair door de ramen naar buiten gooit. Hij scheert zijn hoofd meteen weer kaal en nodigt zijn oude skinheadvrienden regelmatig uit voor feesten. Hij krijgt een nieuwe vriendin. Met haar foldert hij regelmatig voor de extreem-rechtse CentrumDemocraten (CD) waar hij lid van is. Ook gaat hij in die tijd een hechte vriendschap aan met Richard van der Plas, een prominente CD-er uit Purmerend. Daarnaast onderhoudt hij ook nog banden met de fascistische Vikingjeugd.

Steekpartijen

In juni 1989 doet zijn vriendin racistische uitlatingen in een café in Purmerend. Daarop wordt zij geslagen door een Surinaamse man. Bodemeijer slaat hem terug. Onderweg naar huis worden Bodemeijer en zijn vriendin opgewacht en gestoken met een mes. Hij moet opgenomen worden in het ziekenhuis. Na een aantal dagen wordt hij ontslagen en dat viert hij thuis met zijn skinheadvrienden. Ze maken daarbij racistische opmerkingen. Na klachten van buurtbewoners worden de feestgangers door de politie gearresteerd, waarbij ze driftig zwaaien met bijlen en messen. In september 1989 is het weer raak. Bodemeijer ergert zich aan een jongen die “raar” danst in een alternatief café in Purmerend. Er ontstaat een woordenwisseling, waarbij een man het opneemt voor de dansende jongen. Nadat de ruzie door de bareigenaar gesust lijkt, steekt Bodemeijer de man ineens met een mes. Het slachtoffer verkeert na een spoedoperatie buiten levensgevaar. Bodemeijer wordt gearresteerd en veroordeeld tot 16 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Volgens de bareigenaar en anderen ging het eigenlijk om een ruzie over discriminatie. Bodemeijer zou in het café de Hitlergroet hebben gebracht, zijn voldoening hebben uitgesproken over de zetelwinst van de CD en een shirt gedragen hebben met daarop “Het is fijn om blank te zijn”.

Bodemeijer bezoekt ook bijeenkomsten van de CD. In november 1992 is hij met ongeveer 35 anderen aanwezig bij een vergadering van de kring Amsterdam. De bijeenkomst wordt echter verstoord door anti-fascisten. Daarop bekogelt een aantal CD-ers, waaronder Bodemeijer, de anti-fascisten met asbakken en meubilair, en enkele extreem-rechtsen brengen ook de Hitler-groet. In september 1993 komt Bodemeijer weer in opspraak wanneer hij tijdens een gevecht een Spaanse jongen met een mes steekt. De Spanjaard raakt lichtgewond, maar doet geen aangifte. Bodemeijer wordt daarom niet vervolgd. In januari 1994 is hij ook aanwezig bij een door CD-ers gedomineerde schietclub in Amsterdam.

Vraagtekens

Begin mei 2008 krijgt Bodemeijer in de documentairereeks Profiel van de Humanistische Omroep alle ruimte om zonder noemenswaardige tegenspraak zijn naam te zuiveren.(1) Hij stelt dat er geen racistisch motief was voor de moord, en dat hij de “de boel alleen wilde sussen”. Op de vraag of hij “vieze nikker” had geroepen, antwoordt Bodemeijer dat hij dat niet meer weet. Maar hij sluit het ook niet uit. Het is hem niet echt kwalijk te nemen dat hij zich de hele kwestie slechts selectief wil herinneren. Hij moet immers met zichzelf kunnen leven, met zijn persoonlijke geschiedenis. Maar het is wel laakbaar dat programmamaker Kees Vlaanderen in een interview met De Volkskrant Bodemeijers eenzijdige verhaal als de waarheid op laat tekenen. Vlaanderen zegt ervan overtuigd te zijn dat Bodemeijer geen racistisch motief had. Ook heeft Bodemeijer volgens hem nooit de woorden “vieze nikker” gebruikt, hoewel Bodemeijer zelf juist zegt het niet meer te weten. Vlaanderen laat verder buiten beschouwing dat het toch echt Bodemeijer zelf is die steevast problemen opzocht, rondhing in extreem-rechtse kringen, meerdere keren een mes in zijn handen nam, rondliep in een nazistisch shirt en bovenal in een brief verklaarde dat er bij de moord wel degelijk racistische motieven een rol speelden.

Antilliaanse drumband bij de Kerwin-herdenking in 2007
Vlaanderens uitlatingen zijn koren op de molen van de extreem-rechtse beweging. Die beweert altijd al dat er geen racisme in het spel zou zijn geweest en dat het slechts zou gaan om een uit de hand gelopen ruzie. De racistische component zou door linkse organisaties misbruikt worden om hen zwart af te schilderen. Die opportunistische houding van extreem-rechts zal niemand verbazen. Wel verbazingwekkend is dat ook de activistische website Ravage de woorden van Bodemeijer kritiekloos herkauwt en kopt: “Gerede twijfel bij racistisch karakter moord Kerwin”. Het zou Ravage toch wel bekend moeten zijn dat Bodemeijer zowel voor als na de moord extreem-rechts was en een hekel had aan “nikkers”. Bodemeijers woorden moeten dan ook met een flinke korrel zout genomen worden.

Het is ondertussen 25 jaar geleden dat de moord plaatsvond. Bodemeijer heeft al lang gebroken met de extreem-rechtse wereld en komt over als een door het leven getekende man. Eigenlijk zouden er dan ook niet teveel woorden meer aan hem besteed moeten worden, ware het niet dat Bodemeijer zelf in Profiel de boel weer oprakelt. De stichting Vrienden van Kerwin,(2) die de jaarlijkse herdenking organiseert, vindt dat Bodemeijer zijn straf al lang heeft uitgezeten. Tijdens herdenkingen noemt men daarom zijn naam ook niet. Maar men ziet in de moord op Kerwin nog steeds een aanleiding om een signaal tegen racisme af te geven. Zeker nu dat weer sterk groeiende is.

Noten

Terug