Gebladerte-reeks 4
Auteur: ELF Utrecht
Persverklaring Earth Liberation Front
In de nacht van 2 op 3 maart 1997 heeft het Earth Liberation Front (ELF) afdeling Utrecht een brandaanslag gepleegd op een kantoor van Rijkswaterstaat aan de Griffioenlaan 2, Utrecht, in de buurt van het beruchte verkeersknooppunt Oudenrijn. Hiermee verzetten wij ons tegen de voortdurende asfaltering van Nederland. Rijkswaterstaat speelt als een staat binnen de staat een eigenmachtige en doorslaggevende rol in de aanbouw van steeds meer snelwegen, en dus ook in de komst van steeds meer auto's.
De verkeersgekte neemt in Utrecht groteske vormen aan. Was het vroeger Amelisweerd, vandaag gaat de natuur van heel Midden-Nederland tegen de vlakte. Met de brandaanslag hebben we hopelijk de uitvoering van de milieuvernietigende plannen van Rijkswaterstaat voor enige tijd gehinderd. Vorig jaar heeft Rijkswaterstaat Oudenrijn uitgebreid, omdat luchthaven Schiphol en de Europoort enorme last hebben van files. Die uitbreiding past in het lobby-verhaal van het project Nederland Distributieland, dat ons wil wijsmaken dat Nederland in de eerste plaats een land van transport is. Het razendsnel vervoeren van producten van Nederland naar andere landen en weer terug gaat echter ten koste van het milieu.
Geen woorden meer?
Geen woorden meer, maar daden. Bij veel sabotage-acties in het kader van het ELF wordt dit de laatste tijd wel erg letterlijk genomen. De sabotageacties worden weliswaar vaak opgeëist, maar van een persverklaring is meestal geen sprake. Veiligheidsoverwegingen spelen daarbij terecht een grote rol. Persverklaringen zijn meestal een van de weinige aanknopingspunten voor de smeris. Ook wordt wel gezegd dat sabotage-acties voor zichzelf moeten spreken. Helaas is dat vaak niet het geval. De 'betrokkenheid bij het milieu' en 'de verontwaardiging van de actievoerders' worden vaak wel herkend, maar de politieke richting waar ELF-activisten heen willen gaan, blijft voor velen helaas onduidelijk.
Vandaar dat wij als nieuwe ELF-groep wel kiezen voor een uitgebreide persverklaring, waarin we aangeven hoe wij vinden dat de ELF-beweging zich zou kunnen manifesteren en ontwikkelen. De bedrijven, de staat, de milieu-organisaties en de burger, allemaal zijn ze 'voor het milieu'. Toch gaat het met dat milieu snel bergafwaarts. Wij hebben we een idee hoe dat komt.
Bedrijfsleven: motor achter de milieuvernietiging
Het bedrijfsleven is van oudsher de grote motor achter de milieuvernietiging. Het gaat een bedrijf binnen de kapitalistische wereldorde om een zo hoog mogelijke winst, onder meer door het omzetten van het leven en de arbeid (van mensen dieren, planten en bacteriën) in verkoopbare, meestal dode, waar. De winsten worden deels opnieuw geïnvesteerd om op hun beurt ook weer winst op te gaan brengen. De natuur, de mens en de dieren doen zich aan het kapitaal slechts voor als getallen en te manipuleren factoren.
Het is zinloos om te proberen een bedrijf over te halen om het milieu op de eerste plaats te zetten. Bedrijven zijn zonder moraal, zonder ideaal. Ze moeten produceren en winst maken en gaan daarbij, als het moet, van tijd tot tijd over lijken. Denk maar aan de medeverantwoordelijkheid van Shell voor de executies van activisten van het Ogoni-volk in Nigeria.
Goedbedoelende mensen binnen bedrijven staan machteloos tegenover dit principe, zolang het systeem als geheel niet fundamenteel gewijzigd wordt. Van het bedrijfsleven hoef je dus niets te verwachten.
Ook in Nederland geldt Shell als voorbeeld van de niets en niemand ontziende macht van het bedrijfsleven. In april 1996 kwam er bij Shell Pernis een stofwolk van 30 tot 60 ton vanadium en nikkel vrij, stoffen die kanker kunnen veroorzaken bij inhalering. Veel mensen in de woonwijken in de omgeving kregen direct irritaties aan de luchtwegen. In eerste instantie loog Shell over de gifwolk, om later de vervolging af te kopen met een 'schikking' van 30.000 gulden. 'Omkoping', werd er gefluisterd. Een jaar eerder had Shell-directeur J. Slechte in een persoonlijke brief aan minister Jorritsma geschreven dat Shell uit Pernis zou vertrekken als het een lozingsheffing zou moeten gaan betalen voor de troep die het bedrijf dumpt.
Met dit soort praktijken kwam Shell in 1995 tot een winst van bijna 2 miljard gulden, mede door de winst op het zo spotgoedkoop uit onze bodem gehaalde aardgas. In een 'gentlemens agreement' sprak het bedrijf met de staat af om deze winst te investeren in nieuwe natuurvernietigende installaties in Nederland.
Onze actie, hoe klein dan ook, plaatsen wij tegen de achtergrond van de kapitalistische verhoudingen op wereldschaal. Het rijk geworden Noorden van de wereld is al eeuwenlang bezig met de plundering van het arm gemaakte Zuiden. Noord-Amerikaanse, Europese en Japanse multinationals zijn al jarenlang bezig met een gigantische overproductie. Over de hele wereld worden goederen (van grondstoffen tot eindfabrikaten) van hot naar her gesleept. Het lobbyproject Nederland Distributieland is een voorbeeld van de enorme behoefte van bedrijven aan transportmogelijkheden. Het milieu komt daarbij op de laatste plaats. Op de eerste plaats staat de snelheid waarmee producten vervoerd kunnen en moeten worden. Tijd is geld!
Arbeidsintensieve producten worden veelal in die gebieden vervaardigd waar de loonkosten en de arbeidsconflicten het laagst zijn. Vaak gaat het dan om landen in de continenten Latijns-Amerika, Afrika en Azië. Maar de laatste jaren kunnen dergelijke lage lonen-gebieden, waar milieumaatregelen zeldzaam zijn, weer meer in het Noorden worden aangetroffen. Want de lonen en arbeidsomstandigheden van veel arbeiders in het Noorden zijn zodanig verslechterd dat met arbeidsintensieve onderdelen in het productieproces ook in het Noorden flinke winsten geboekt kunnen worden.
Overheid: natuurvernietiging reguleren
Als het om het milieu gaat, dan hoeven we het van de overheid in elk geval ook niet te hebben. De staat is een speelbal in handen van het kapitaal, zoals hierboven in het geval van Shell Pernis al bleek. Zeker zolang linkse tegenkrachten zo zwak zijn en nauwelijks in staat zijn om de staat te beïnvloeden. De voornemens van het beleidsplan NMP-plus stelden al nauwelijks wat voor. En zelfs die worden niet gehaald. Dat de overheden, inclusief de Nederlandse, niet van plan zijn om ook maar iets te ondernemen in het belang van het milieu, wordt duidelijk als we kijken naar de BSE-affaire in Europa.
Met de komst van het Thatcher-regime heeft het neo-liberalisme in Engeland veel eerder dan in Nederland de overhand gekregen. Sociaal-democratische wetten die de bevolking enigszins moesten beschermen tegen de grillen van het marktmechanisme werden afgeschaft. De staatscontrole op het doen en laten van de bedrijven nam af. Dat maakte de productiekosten van vlees goedkoper en de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland sterker. In de bio-industrie leidde dit ertoe dat planteneters zoals koeien en schapen delen van lijken van soortgenoten te eten kregen en zo tot kannibalen gemaakt werden. De ziekte BSE was het gevolg.
Pas in 1988, drie jaar na het bekend worden van de schadelijke gevolgen van de ziekte voor de dieren, nam de Britse staat maatregelen, die echter volstrekt onvoldoende waren. Om het publiek te sussen werd er beweerd dat er geen reden tot bezorgdheid was. Alle Europese staten, ook Nederland, speelden het spelletje mee. In 1990 vroeg de Permanente Veterinaire Commissie van de EU de Britse overheid de resultaten van een BSE-onderzoek niet te publiceren 'uit angst voor ongerustheid en discussie'. Dat hield men jarenlang vol, totdat bekend werd dat er een verband tussen BSE en de dodelijke hersenziekte Creutzfeldt-Jakob, die ook bij de mens is opgetreden.
Met allerlei boycots en rituele slachtingen trachtte men vervolgens het kwaad te bezweren. Miljoenen runderen en wie weet hoeveel schapen worden nu over de kling gejaagd. Aan de oorzaken van de problemen, de visie van deze mensen op dieren en de opkomst van het neo-liberalisme, wordt niet getornd. Sterker nog, vanuit de VS dreigt een nieuwe golf van liberalisering die in het kader van de vrijhandel elke milieuwet onderuit zal schoppen die enige beperking oplegt aan de winstmogelijkheden van de bedrijven.
Zal in de toekomst de wal het schip keren en milieu beschermende maatregelen alsnog weer ingevoerd worden? Of zal deze ontwikkeling zich doorzetten totdat het menselijk leven op aarde zo goed als onmogelijk is geworden? Als de productie- en afzetmogelijkheden van het bedrijfsleven in gevaar komen door de enorme vervuiling, dan zullen wellicht bepaalde kapitaalsgroepen ertoe overgaan om de overheid gezamenlijk onder druk te zetten. Ze zullen dan van de overheid eisen om alsnog met strenge milieuwetgeving te komen, maar dan aangepast aan de belangen van het bedrijfsleven. De 'milieuverbruiksruimte' van de zwaksten en armsten zal dan het eerst beperkt worden en het gevolg zal een vorm van eco-dictatuur zijn. Dat komt nu al voor: onder het mom van milieuwetgeving worden burgers zware lasten opgelegd. Grote bedrijven daarentegen wordt maar al te vaak geen strobreed in de weg gelegd. Zij kunnen voordelige 'herenakkoorden' sluiten met de overheid. Het is van groot belang dat linkse mensen de strijd om het milieu hoog op de politieke agenda houden en steeds verbinden met strijd tegen het kapitalisme. Een beter milieu begint bij een andere economie!
Milieubeweging: bewust naïef actievoeren
Van kleine actiegroepen tot de multinationale non-gouvernementele organisaties, de milieubeweging heeft miljoenen mensen bijeengebracht. Via stug organisatiewerk van onschatbare waarde. De organisaties zijn helaas steeds meer gaan meedenken over de manier waarop de huidige samenleving en economische orde hervormd kunnen worden tot een duurzame orde met behoud van economische groei. Men weegt ijverig mee, een beetje meer van dit, een beetje minder van dat. De koele cijfers staan voorop.
Sociale bewegingen worden tegenwoordig steeds meer van bovenaf gestuurd op een Forza Italia-achtige wijze. Plotseling weigeren automobilisten massaal Shell te tanken als Greenpeace daartoe oproept. Even zo snel is 'de wave' weer voorbij. Voorbeelden te over. Steeds meer mensen in de restanten van de sociale bewegingen staat het Greenpeace-model als lichtend voorbeeld voor ogen. Snel mobiliseren, de massamedia bespelen, lobbyen, ze vinden het allemaal even prachtig.
Onze maag draait ervan om. Het biedt de politiek geëngageerde burgers enkel een rol als speelbal van wedijverende elites, in plaats van de mogelijkheid om zich te ontwikkelen tot zelfstandig handelende politiek gemotiveerde mensen of zelfs revolutionairen. De Greenpeace-methode zou ons zo wel eens steeds verder weg van werkelijke veranderingen kunnen voeren.
In de jaren zeventig was de milieubeweging radicaler. Men zette een kleinschalig alternatief socialisme tegenover de grootschalige politiestaat die bijzonder vervuilende industrieën als de kernenergie met zich meebrachten. Men zag verbanden tussen de natuurvernietiging en de onrechtvaardige ordening van de maatschappij. Het huidige gebrek aan lef, aan visie, zorgt ervoor dat men allerlei zogenaamde milieumaatregelen omarmt zonder te toetsen of ze werkelijk leiden in de richting van een fundamenteel gezondere en rechtvaardigere samenleving.
Wij denken dat de milieubeweging zich bewust te naïef opstelt om zo 'een breed maatschappelijk draagvlak' te kunnen bewerkstelligen. Op Prinsjesdag 1996 schreven een aantal milieu-organisaties een open brief aan de Tweede Kamer met de volstrekt lege oproep om economische groei en de zorg voor het milieu met elkaar te verbinden via 'inventiviteit en creativiteit'. De milieugroepen spiegelen op deze manier goedbedoelende en bezorgde mensen nog steeds een samenleving voor waarin overleg zinvol zou zijn en waarin het brengen van voldoende argumenten volstaat om veranderingen te bewerkstelligen. Brave demonstraties, girootjes uitschrijven en met vlaggetjes op manifestaties zwaaien. Het is allemaal erg nodig, maar zeker niet voldoende, aangezien de milieubeweging met deze strategie vaak achter de ontwikkelingen aanholt. Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat de overheid de HSL en de Betuweroute toch aanlegt hoewel het protest daartegen vanuit de bevolking groot is. In zo'n maatschappelijk klimaat, met een gevestigde milieubeweging die zichzelf machteloos heeft gemaakt en niet veel verder komt dan geritualiseerde acties met een bijzonder voorspelbare afloop, kunnen staat en kapitaal hun plannen relatief gemakkelijk doordrukken.
Mede doordat de milieubeweging nauwelijks zinnig in staat is om zelf actief doelen te stellen, raken veel rondrennende actievoerders na een aantal 'vergeefse' acties teleurgesteld en hangen ze hun spandoeken, toeters en ballonnen aan de wilgen. Zolang er na mislukte acties geen scherpe zelfkritiek wordt geleverd en men de achterliggende problemen niet begint te analyseren, wordt de milieubeweging steeds zwakker en de tegenstander steeds sterker en arroganter.
Een voorbeeld daarvan is de directie van Schiphol die hardop zegt zich gewoon niets aan te trekken van de 'democratisch vastgestelde limiet' van 40.000.000 passagiers op de luchthaven. Terwijl de milieubeweging nog volop bezig is met de protesten tegen de eerste Schiphol-luchthaven, wordt de tweede Schiphol-luchthaven al door politieke 'opinion-leaders' voorgekookt en door de strot van de burger geduwd. Imagobeschadiging, zoals dat destijds bij Shell voorop stond, doet Schiphol niets. Dat heeft vast en zeker ook te maken met de monopoliepositie van Schiphol. Kon je automobilisten nog overhalen elders te tanken, bij Schiphol ligt dat moeilijker. Daarbij komt dat ook milieuactivisten nauwelijks het absurde 'recht op mobiliteit' ter discussie stellen. 'Je kunt mensen niet vragen niet te vliegen of auto te rijden.' Veel milieuactivisten nemen zelf jaarlijks het vliegtuig met bestemming het 'ongerepte' Zuiden en spenderen duizenden guldens aan het behalen van een rijbewijs.
De consument: gevangen in rekenmodellen?
Dat brengt ons bij de consument. Met onze kritiek op vliegende anti-Schipholactivisten willen we niet toe naar een eenzijdig verantwoordelijk stellen van de consument voor de milieuvernietiging. Onze ELF-groep ziet bewust consumeren als één van de manieren om in het dagelijks leven tegen de stroom in toch een soort 'milieubewustzijn' vast te houden. Maar de miljoenen meer of minder bewust consumerende burgers zouden hun steentje beter kunnen bijdragen door hem door de ruit van een multinational te gooien. Verder lijkt de individuele keuze van de consument er nauwelijks meer toe te doen. Met gedetailleerde economische modellen en statistieken plant Schiphol het gewenste aantal reizigers 10 tot 20 jaar vooruit Het komt erop neer dat die reizigersaantallen zich niet zomaar aandienen, maar gecreëerd worden met marketingtrucs en media-aandacht voor de verre vliegreis. Het is godgeklaagd dat zelfs ziekenfondsen therapieën tegen vliegangst in hun pakket opnemen, alsof vliegangst een eerste levensbehoefte van de mens blokkeert. De milieubewuste consument wordt ondertussen gepaaid met verhalen over ecotoerisme, en kan aan de andere kant van de wereld in het oerwoud een bedreigde diersoort gaan redden. Maar die staat juist op uitsterven, omdat deze ecotoerist door zijn reis- en verblijfgedrag massaal bijdraagt aan verwoesting van de natuur. Het lijkt wel een samenzwering. Maar daar hoeven de economische elites hun toevlucht niet toe te nemen, want de economische groeilogica doet haar werk vanzelf. Vanzelfsprekend is hier geen sprake van wetmatigheden en kunnen sommige bedrijfstakken door onvoorspelbare gebeurtenissen en trends plotseling uitraken.
Mede gezien de gedachten en het gedrag van veel milieuactivisten zelf geven wij niet al te hoog op van boycots en bewustwordingscampagnes voor de consument. Bovendien hebben consumenten ook weer niet zoveel invloed om de eigen dynamiek van de kapitalistische markteconomie uit balans te krijgen. Vrijwel geen enkele consument zit te wachten op biotechnologisch gemanipuleerd voedsel, toch is er nu genetisch gemanipuleerde soja op de markt. En als de kritiek ietsje te hard klinkt, dan brengen de bedrijfsdirecties met behulp van leugenachtige reclamecampagnes net zo makkelijk een ander, maar even milieuvernietigend product met een groen tintje op de markt. Overigens wordt er veel buiten de consument om geproduceerd, bijvoorbeeld door het militair-industrieel complex. Daarop heeft de consument geen vat; een eventuele boycotoproep is daar dus zinloos.
In plaats van als consument ziet onze ELF-groep zichzelf en anderen liever als politiek denkende en handelende mensen. Als mensen die inderdaad een mentaliteitsverandering moeten doormaken. Wij willen bijdragen aan het bewustzijn dat mensen met hart voor het milieu in eerste instantie politiek actieve mensen zijn (en geen consumenten) die kunnen en willen ingrijpen in het belang van de huidige en toekomstige samenleving.
Onze beweging: de huidige orde omverwerpen
Wat ons betreft is het ELF dan ook een revolutionaire beweging. Dat wil zeggen: wij streven naar een omverwerping van de huidige orde en willen fundamentele veranderingen in de samenleving en de economie. Terwijl de tegenstellingen op wereldschaal scherper worden, roepen reactionaire krachten, en niet voor het eerst in de geschiedenis, om het hardst dat het einde van de geschiedenis is aangebroken. Gelul! Links mag dan in het defensief zitten, maar we komen terug.
Verzet is van alle tijden. Onderdrukking roept verzet op. Maar dat komt niet vanzelf, daar moet je wel wat voor doen. Onze groep streeft naar een socialistische en ecologisch verantwoorde samenleving. Dat wil niet zeggen dat we geloven dat de revolutie, als die komt, bij het ELF zal beginnen of eindigen. Wil het geen simpele coup zijn, dan zal een zinvolle revolutie pas plaatsvinden na een langdurige strijd, als de progressieve krachten in de samenleving op de ontelbare tegenstellingen sterk in het offensief zijn. We vinden dat elke ELF-groep principieel solidair moet zijn met elke beweging die voor meer democratie strijdt. Het ELF is één van die basisdemocratische krachten. Het ELF is een kind van deze tijd. Wij zijn slechts het voor velen ongewenste, maar niet te ontkomen product van een historische tegenstelling in deze tijd van ecologische ineenstorting. Wij zijn ontsproten in het gat tussen de kretologie van 'iedereen draagt zijn steentje bij aan het milieu' en de praktijk van 'na ons de zondvloed'.
Onze ELF-groep bestaat uit revolutionairen. Revoluties worden gemaakt door mensen samen. Wij willen strijden vanuit kleine volledig zelfstandige collectieven, waarbij iedereen gelijke zeggenschap heeft. Wij geloven dat de mogelijkheden van de mens meer tot hun recht komen in kleinschalige democratische structuren dan in de anonieme en van boven gestuurde massa.
Wij staan voor hechte groepen activisten, die elkaar tijdens de langdurige strijd leren kennen en samen via illegale acties hun gevoel van machteloosheid doorbreken. Op deze manier kunnen we onderling ook een sterk vertrouwen opbouwen en een grote continuïteit garanderen. In de ELF-groepen zouden we moeten leren als revolutionairen te leven en zijn we een experiment voor de samenleving waarnaar we streven. We leven in het dialectische spanningsveld tussen individualisme in positieve zin en collectiviteit. Zeker in de gevaarlijke illegaliteit moeten we collectief leren denken zonder daarbij echter het individu weg te cijferen. We moeten individuele verantwoordelijkheid nemen voor het grotere geheel. In en tussen de ELF-groepen zouden ook de ideologische uitgangspunten, perspectieven en strategieën voortdurend moeten worden bediscussieerd. Alle ELF-groepen zouden steeds samen voor bepaalde speerpunten moeten kiezen, waarbij iedere groep onafhankelijk blijft. Er mag geen centraal comité komen: in tegenstelling tot Greenpeace willen wij niet top-down gestuurd worden.
Sabotage als actievorm
Waarom sabotage? Wij vinden dat sabotage veel mogelijkheden heeft die andere actievormen niet hebben. Door middel van sabotage kun je in één klap natuurvernietigende machines, van bijvoorbeeld particuliere auto's tot liefst hele fabrieken, onklaar maken. Zo kunnen ze tijdelijk of voorgoed niet meer ingezet worden en niet langer een gevaar vormen voor het ecosysteem waarvan we deel uitmaken.
Sabotage kun je ook inzetten om de natuurvernietigers zodanig op kosten te jagen dat hun activiteiten onrendabel worden. Nadeel van deze economische visie op sabotage is dat je meedenkt in een formele kapitalistische logica die niet altijd opgaat. Imagokwesties en pure machtsbelangen kunnen een grote rol spelen bij natuurvernietigers om gewoon door te gaan, ongeacht de geleden verliezen. Het kan zelfs zo uitwerken dat sabotage-acties de productie stimuleren, zoals die van autobanden na 'prikacties'. Maar als voldoende activisten banden prikken, wordt autorijden op termijn met al dat verwisselen van banden wel steeds duurder. Waarbij aangetekend moet worden dat de rijken bij deze strategie, net als bij de ecotax, helaas het langst door zullen kunnen gaan met de natuurvernietiging.
Verzet door middel van sabotage is een beproefd links concept. Kijk maar naar de roemrijke sabotage-geschiedenis. Lang geleden bijvoorbeeld vernielden de Luddieten de machines op de werkvloer, en in de jaren tachtig van deze eeuw verjaagde de RARA door middel van brandstichting de Makro uit Zuid-Afrika. Momenteel maken honderden kleine sabotage-acties steeds opnieuw de Duitse Castor-kernafvaltransporten zo goed als onmogelijk. Dat ook wij voor sabotage kiezen, betekent niet dat we tegen meer openlijke, symbolische acties zijn, bedoeld om 'het publiek' ervan te doordringen dat 'het slecht gaat met het milieu' en 'dat er iets moet gebeuren'.
Bewustmaking is zeker bij het begin van de milieubeweging van groot belang geweest. Maar inmiddels zijn de feiten al bij een heel groot deel van 'het publiek' bekend en toch maken burgers, milieubeweging, bedrijfsleven en staat bijzonder weinig aanstalten om de problemen werkelijk serieus aan te pakken, zoals hierboven al meermalen bleek.
Door middel van onze actie proberen wij, hoe kleinschalig ook, heel concreet in te grijpen. En wellicht kunnen we een kleine cultuurshock veroorzaken door te laten zien dat steeds meer mensen bereid zijn om de wet te overtreden voor een leefbaar milieu. Illegale acties om te overleven, oog in oog met de complete vernietiging van de levende natuur. Dit verzet moet worden uitgebreid en zich ontwikkelen in de richting van onze bovengenoemde illustere voorgangers. Onze groep ziet op dit moment helaas geen andere manier meer om de milieuvernietiging een halt toe te roepen.
Kritiek op het ELF
Er is veel kritiek op het ELF. Behalve uit de te verwachten rechtse hoek komt er ook kritiek uit linkse kringen. Voor een deel komt die kritiek voort uit de onmacht om met het thema milieu om te gaan. Die is vergelijkbaar met de ontvangst van het feminisme in de jaren zestig en zeventig door de traditioneel-linkse gestaalde kaders. Maar daarmee kunnen we niet alle kritiek aan de stoeprand zetten. De kritiek dat het ELF ideologisch vaag is en zich niet genoeg uitspreekt over haar uitgangspunten, vinden wij terecht. Het kan bij mogelijke bondgenoten overkomen als zou het ELF bestaan uit naïeve, zeer emotionele activisten, die nu en dan boos worden en dan op pad gaan om te slopen. En dat is jammer; wat ons betreft streeft het ELF wel degelijk naar een samenhangend revolutionair-linkse ideologie met als uitgangspunt dat het kapitalisme, imperialisme en patriarchaat nauw verweven zijn met de vernietiging van de natuur en de uitbuiting van dieren. Niet dat wij denken de waarheid in pacht te hebben. Zeker in dit stadium kan niemand zeggen dat de ontwikkeling van het denken over de relatie tussen mens en natuur volwassen is. Daarvoor is de geschiedenis van de milieubeweging nog veel te kort.
Wij delen de kritiek dat sommige milieuactivisten ideologisch nogal zweverig zijn. Het gelul over het luisteren naar je gevoelens, het een worden met de natuur en het zich afzetten tegen rationele analyses, maakt de milieubeweging kapot en komt ons de strot uit. Wat ons betreft moet het ELF daar radicaal afstand van nemen. Wij zijn niet tegen rationaliteit. Juist de scheiding tussen emoties en rationaliteit, die historisch nauw samenhangt met de ontwikkeling van het kapitalisme, maakt dat de huidige grootscheepse natuurvernietiging zo gemakkelijk doorgang kan vinden. Een maatschappij waarin emoties buitengesloten worden en een elite ijskoude rationele besluiten neemt en afdwingt, kan afglijden naar fascisme. Zeker als tegelijkertijd, los van de keiharde rationele politieke besluitvorming, de onderdrukte emoties van de zich machteloos voelende burgers gekanaliseerd worden in regressieve en romantische 'terug naar de natuur en het gevoel' ideologieën.
Meer dan ooit is het in deze tijd van het ecologisch armageddon nodig om vanuit een sterke emotionele betrokkenheid rationele oplossingen en vormen van strijd te zoeken voor ons overleven. Als ELF moeten we ons hart én verstand laten spreken. We zijn dan ook niet tegen techniek an sich, maar wel tegen huidige technieken die als middel ingezet worden om de vernietiging van de natuur en de uitbuiting van mensen te perfectioneren. 'Vooruitstrevende' multinationals zijn nu zelfs bezig om te schakelen naar 'milieuvriendelijke' productiemethoden, waarmee de lijdensweg van het kapitalisme nog wat opgerekt kan worden. Het ELF moet, zo vinden wij, staan voor kleinschalige ecologisch verantwoorde en vrijheid bevorderende technologieën.
Kritiek is er ook op onze uit Engeland afkomstige naam. Van wie wil het Earth Liberation Front 'de aarde' nu eigenlijk bevrijden? Van 'de mens'? Natuurlijk niet. Theorieën over 'de mens' als bedreiging voor de aarde leiden regelrecht naar het fascisme, naar de zienswijze dat er 'teveel' mensen op aarde zijn, te veel 'onproductieven' die zich te snel zouden voortplanten. En de geschiedenis leert dat een volgende stap kan zijn dat machthebbers zich van dergelijke 'overtolligen' gaan ontdoen. Onze ELF-groep plaatst 'de aarde' of 'de natuur' niet boven 'de mens'. Het voortbestaan van de aarde en al het leven daarop wordt niet in gevaar gebracht door 'de mens' of zelfs maar 'bepaalde mensen', maar door het politieke en economische systeem.
Natuurlijk profiteren bepaalde mensen veel en veel meer van de huidige ordening dan anderen, en gaan grote groepen armen er als eerste kapot aan. Maar onze strijd is in eerste instantie gericht op het bevrijden van 'de aarde', inclusief onszelf, van een politiek en economisch systeem dat ons naar de ondergang leidt. Strijden voor een leefbare aarde is strijden voor onszelf.
Navolgbare kleinschalige acties
Maar waar te beginnen met die strijd? De vernietiging van de aarde vindt op zo'n massale schaal plaats en er zijn, voor zover wij weten, nog maar relatief weinig ELF-groepen en andere radicale milieu-groeperingen. Als we de Nederlandse ELF-acties eens op een rijtje zetten, dan kunnen we zeggen dat het ELF uit te weinig groepen bestaat om wie dan ook op de knieën te dwingen. Onze actie is daarom helaas voorlopig noodgedwongen symbolisch, een soort propaganda van de (sabotage-)daad. In die zin hebben groepen als het ELF, het Milieu Bevrijdings Team, het Animal Justice Front en anderen in die enkele jaren van hun Nederlandse bestaan een aardige basis gelegd, voor zover we dat kunnen beoordelen. De media hebben ruim aandacht besteed aan de radicale milieustrijd en de actiemiddelen. Volgens ons zouden ELF-groepen waanzinnige schade kunnen aanrichten door met explosieven te gaan werken. Echter, nadat onze ELF-groep de radicale milieustrijd in Nederland goed had doorgesproken, kwamen we tot de conclusie dat wij bewust willen kiezen voor de voor meer activisten navolgbare kleinschalige acties.
We willen een handelingsperspectief bieden en zo een aanzuigende werking hebben in de hoop dat meer en meer activisten de drempel tussen legale en illegale acties zullen slechten. We hopen dat milieuactivisten die gefrustreerd de strijd dreigen op te geven, tot de conclusie komen dat juist radicalere acties nodig zijn. Ze hoeven dan alleen maar zelf aan de slag te gaan. De keuze van sommige van onze kameraden om de extreem vervuilende multinational BASF aan te pakken komt op ons nogal willekeurig over. Wij pleiten ervoor zoveel mogelijk aan te sluiten bij al levende thema's, want wij zijn vooralsnog niet zo invloedrijk dat we zelf de actie-agenda kunnen bepalen. We hopen daarmee andere milieuactivisten bij het ELF te kunnen betrekken.
Groot probleem daarbij is wel dat, zoals al eerder geconstateerd, de actie-thema's van de milieubeweging sneller veranderen dan de seizoenen. Voor wat betreft de anti-auto-acties ligt dat wat anders. Net als BASF is ook de auto momenteel geen thema van de gevestigde milieubeweging, en dat terwijl steeds neer mensen de auto als symbool nummer 1 van de vervuiling beleven. De media schrijven over stinkende files en heel Nederland wordt geasfalteerd. Misschien ligt daar juist voor het ELF een kans om zich te profileren. Er zijn miljoenen actie-objecten: iedereen heeft garagebedrijven, benzinepompen, auto's en wegen in de buurt.
Risico daarbij is dat het ELF daarmee bijna iedereen tegen zich in het harnas zal jagen. Het lijkt er namelijk op dat de meeste consumenten, deels gedwongen door de maatschappelijke realiteit van het slechte openbaar vervoer, deels uit puur egosme, niet van zins zijn om hun vervuilende speeltje, hun 'recht' op volledige automobiliteit, op te geven. Argumenten zijn daar niet tegen opgewassen. Wat als de automobilisten er uiteindelijk massaal voor kiezen ons dan maar met z'n allen naar de klote te helpen, niet-automobilisten inclusief? Een kleine beweging als het ELF kan toch niet succesvol ingaan tegen de wens van zo'n meerderheid van de bevolking?
Toch hebben wij geen zin om ons langzaam te laten vergassen. Blijft het ELF dan door zijn radicale visie een minieme beweging, die alleen opkomt voor zichzelf, het andere leven op aarde en de toekomstige generaties? Wij denken dat een oplossing voor het ELF kan zijn om zich te concentreren op de productiekant van het probleem, zoals fabrieken, winkels en wegenaanleg. En dan maar hopen dat onze legale collega milieuactivisten, en vaak tevens autobezitters, zich door onze acties niet al te zeer persoonlijk aangevallen voelen, waardoor voor hen een betrokken rationele analyse onmogelijk wordt. Wellicht dat de scherpte van radicale milieu-acties hen voor onze zaak zal winnen. En als er één schaap over de dam is... Hoe dan ook, onze ELF-groep is het zat om mee te doen met de verziekte kuddegeest van alledaagse milieuvernietiging. Tegen de apathie en lethargie! Voor een leefbare wereld!