Hirsch Ballin moet worden aangepakt wegens het dakloos maken en uithongeren van vluchtelingen
Onlangs heeft de bestuursrechter de gemeente Utrecht verplicht om noodopvang te regelen voor een afgewezen vluchtelinge en haar driejarige dochter. Ze werden bijgestaan door advocaat Pim Fischer, die al vaker succes heeft gehad met rechtszaken tegen sociale uitsluiting. Het was de eerste keer dat een rechter besliste over een individueel geval sinds de recente uitspraak van het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) dat de Nederlandse overheid gezinnen zonder verblijfsrecht niet op straat mag zetten. Terwijl gemeenten en rijksoverheid ruziën over de noodopvang, komen elke dag vluchtelingen op straat te staan.
Tot grote ergernis van steungroepen voor illegalen had minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin eerder besloten om voorlopig niets te doen met de ECSR-uitspraak. “Hij deed alsof het slechts een adviesje was”, aldus Carla van Os, medewerkster van de kinderrechtenorganisatie Defence for Children. Volgens de rechter moet met dat “adviesje” nu dus wel degelijk rekening worden gehouden. Gemeenten zitten daarmee in een spagaat: de rechter verplicht hen om gezinnen zonder verblijfsrecht onderdak te geven, maar Hirsch Ballin verbiedt hen dat vooralsnog. Op grond van een bestuursakkoord tussen de rijksoverheid en de gemeenten moest de gemeentelijke noodopvang voor afgewezen vluchtelingen begin dit jaar zijn opgeheven. Flink wat gemeenten negeren die afspraak en zijn doorgegaan met het verlenen van noodopvang. Voor hen betekent de beslissing van de bestuursrechter een steun in de rug.
De Utrechtse wethouder Piet van der Sluijs wil met de rechterlijke uitspraak in de hand Hirsch Ballin ervan gaan overtuigen dat er een landelijke oplossing moet komen. Het probleem moet niet over onze schutting worden gegooid, vinden de gemeenten. De rijksoverheid moet volgens hen met “sluitend beleid” komen. Met dat kille begrip pleiten ze er bij de rijksoverheid voor om alle afgewezen vluchtelingen ook daadwerkelijk uit te zetten. Het gaat hen niet om een rechtvaardiger asielbeleid. Jaar in jaar uit blijkt het gepraat over zo'n “sluitende aanpak” een vuil politiek spelletje om de eigen verantwoordelijkheid zoveel mogelijk te ontlopen. Steeds weer worden afgewezen vluchtelingen daarvan het slachtoffer en blijken ze tussen wal en schip te vallen. Ze worden op straat gedumpt en als afval heen en weer geschoven tussen gemeenten en rijksoverheid.
Inmiddels hebben asieladvocaten tientallen procedures aangespannen tegen diverse gemeenten, uit naam van vluchtelingen met kinderen. De gemeenten moeten zich in de rechtszaal verweren tegen het verwijt van mensenrechtenschending. Maar Hirsch Ballin is de verantwoordelijke bewindsman. Hij zou dus op het matje moeten worden geroepen voor het dakloos maken en uithongeren van vluchtelingen. Dat is hard nodig, want de CDA-minister houdt stug vast aan sluiting van de noodopvang. Het uitzetbeleid is volgens hem “zo sluitend als mogelijk” gemaakt. Als vluchtelingen dakloos worden, dan is dat in zijn visie hun eigen schuld en verantwoordelijkheid. “De medewerking van een vreemdeling aan zijn terugkeer blijft cruciaal.” Nieuwe noodopvang vindt hij “niet wenselijk”, want dat zou vluchtelingen de valse hoop bieden dat ze toch nog een kans hebben om in Nederland te mogen blijven. “Aanbod van opvang creëert vraag naar opvang. Die situatie is nu doorbroken en daar moeten we niet naar terug”, stelt hij ijskoud.
“Hirsch Ballin vindt dus dat we de mensen die we op de stoep krijgen, moeten laten barsten. Lekker makkelijk, hij hoeft zich niet over de humaniteit en de veiligheid in de stad te bekommeren”, aldus wethouder Roel Sluiter van de gemeente Leeuwarden. Volgens John van Tilborg, betrokken bij het Landelijk Overleg van Gemeentebesturen inzake Opvang- en terugkeerbeleid (LOGO), komt de rijksoverheid de belofte van “de sluitende aanpak” niet na. In 2009 werden alleen al tweeduizend Somalische vluchtelingen op straat gezet, zo weet hij. “Alle particuliere initiatieven staan enorm onder druk. Sloop- en kraakpanden en kerken puilen uit. De minister kan quasi trots aankondigen dat zijn beleid succesvol is en dat de noodopvang langzaam verdwijnt, maar dan heeft hij zijn oogkleppen op en negeert hij de nieuwe crisissituatie.” De gemeenten willen dat de landelijke overheid stopt met het steeds “over hun hek kieperen” van afgewezen vluchtelingen. Ze willen het keiharde vluchtelingenbeleid zeker niet “frustreren”, maar eisen dat het beter wordt uitgevoerd, dus: dat er efficiënter en massaler wordt gedeporteerd.
Harry Westerink