Hoe seksueel geweld tegen mannen soms als bliksemafleider wordt ingezet

Vrouwenstrijd.
Vrouwenstrijd.

“Het is niet zo dat feministen zoals Mariët en ik het niet zouden willen hebben over seksueel geweld tegen mannen of door vrouwelijke daders – integendeel! Feministen strijden niet voor vrouwen, feministen strijden voor radicale gelijkwaardigheid van alle genders. Het probleem zit ‘m in het feit dat mannen doorgaans *alleen maar* beginnen over seksueel geweld tegen mannen wanneer vrouwen een gesprek willen voeren over structureel seksueel geweld tegen vrouwen.” Dat schrijft Petra de Jong in haar bijdrage aan de discussie die op deze site is ontstaan naar aanleiding van het stuk “Ik ben seksistische opmerkingen echt spuugzat (en ander seksistisch gedrag ook)!” van Mariët van Bommel. De Jong reageert op de laatste bijdrage van Erik. We vinden haar reactie zo goed dat we hem maar tot artikel ‘gepromoveerd’ hebben.

@Erik – Als je het goed vindt, neem ik het ff over van mijn ‘collega’ Mariët. Je tegenwerpingen hebben we allemaal al vele malen braaf aangehoord en netjes beantwoord en soms wordt het een tikje vermoeiend om steeds maar weer opnieuw dezelfde dingen toe te lichten. Trek het je niet al te persoonlijk aan, maar je perspectief is niet heel erg uniek of vernieuwend.

Seksueel geweld is een van de meest ondergerapporteerde misdrijven die er zijn. Voor alle slachtoffers (man/vrouw/anders) geldt dat voor het in de openbaarheid treden vaak een hoge prijs wordt betaald. In het geval van vrouwen hebben we het dan onder andere over zaken als niet geloofd worden, verwijten krijgen over wat je wel of niet had moeten doen (je had niet moeten drinken, je had niet met hem mee moeten gaan, je had je moeten verzetten, de bekende riedeltjes). In het geval van mannen zijn dat onder andere zaken als uitgelachen worden, te horen krijgen dat “mannen helemaal niet verkracht kunnen worden door vrouwen”, aangezien worden voor zwakkeling. Mensen die niet binnen de categorie man/vrouw vallen of door buitenstaanders gezien worden als ‘geen echte man’ of ‘geen echte vrouw’ (denk bijvoorbeeld aan transpersonen) worden nóg minder serieus genomen als zij slachtoffer zijn van seksueel geweld (en hun kans is ook nog eens vele malen groter om slachtoffer te worden van seksueel geweld).

#metoo bestaat al meer dan tien jaar (google Tarana Burke). Het ging viraal in reactie op het Weinstein-schandaal. De actuele discussie rondom #metoo gaat met name over seksuele intimidatie door mannen met macht. De Weinsteins, de Trumps, de managers die hun poten niet thuis kunnen houden. Dit soort seksuele intimidatie is verschrikkelijk algemeen en er zijn maar weinig vrouwen die hier niet direct of indirect mee te maken hebben gehad. In mijn eigen geval was het de gymleraar die erom bekend stond dat hij bij het bokspringen de meisjes altijd ‘per ongeluk’ op bepaalde plekken beetpakte.

Niemand zegt dat mannen nooit slachtoffer zijn van seksueel geweld. Maar dat er een enorme statistische discrepantie is, lijdt geen enkele twijfel.

[NB: Meer dan negentig procent van ALLE geweldsmisdrijven worden door mannen gepleegd. Kennelijk mag je criminaliteit echter wel linken aan dingen als etniciteit of sociaal-economische positie, maar liever niet aan geslacht. Het lijkt mij persoonlijk vrij belangrijk om te onderzoeken hoe het komt dat de ene helft van de mensheid veel meer geneigd is tot geweld dan de andere helft en vooral om ons af te vragen hoe we dit zouden kunnen veranderen, in het belang van alle mensen, niet in de laatste plaats de mannen zelf.]

Enfin, ja, het is voor slachtoffers ontzettend moeilijk om naar buiten te treden met verhalen, maar ik zou niet weten waarom we ons zouden laten verleiden tot een wedstrijdje voor wie het ’t moeilijkst is. Dat verschilt per individueel geval en is afhankelijk van vele verschillende factoren (land waar je woont, milieu waarin je zit, hoe je bent opgevoed, of de dader nog macht over je heeft…).

Het is niet zo dat feministen zoals Mariët en ik het niet zouden willen hebben over seksueel geweld tegen mannen of door vrouwelijke daders – integendeel! Feministen strijden niet voor vrouwen, feministen strijden voor radicale gelijkwaardigheid van alle genders.

Het probleem zit ‘m in het feit dat mannen doorgaans *alleen maar* beginnen over seksueel geweld tegen mannen wanneer vrouwen een gesprek willen voeren over structureel seksueel geweld tegen vrouwen. Als seksueel geweld tegen mannen jou zo aan het hart gaat, dan zou je bijvoorbeeld actief kunnen worden als vrijwilliger bij organisaties die zich daarmee bezig houden. Als seksueel geweld tegen mannen jou alleen maar aan het hart gaat op het moment dat vrouwen een gesprek willen voeren over het seksuele geweld dat zij structureel ervaren, als jij *alleen maar* over dat onderwerp begint wanneer vrouwen het willen hebben over wat zij meemaken, dan gaat het je helemaal niet zo aan het hart. Dan gebruik je het als bliksemafleider, als manier om het gesprek te doen ontsporen. Tot op zekere hoogte snap ik dat prima, want het alternatief is dat je je moet gaan afvragen of jij misschien ook een rol hebt in het oplossen van het probleem en dat is nog niet zo eenvoudig.

Je zegt dat er “voornamelijk fysieke handelingen worden beschreven”. Ik weet niet waar je dan precies op doelt, maar een aanzienlijk deel van seksuele intimidatie is psychisch. De meeste vrouwen krijgen vrijwel dagelijks allerlei opmerkingen over hun lichaam, variërend van relatief onschuldig tot ronduit walgelijk (ik kreeg eens bij het verlaten van de supermarkt uit het niets toegeroepen: “Jezus, wat een dikke tieten!”).

Nee, je hoort niet veel over psychische mishandeling. Daar rust een taboe op. Je hoort feitelijk ook niet veel over seksuele intimidatie. Meer dan de helft van de vrouwen die ik ken (en van wie ik het weet) heeft er op enig moment in haar leven direct mee te maken gehad, maar ook dat wordt niet besproken bij de koffie-automaat op kantoor. Zo’n hashtag als #metoo brengt een stortvloed aan traumatische ervaringen naar buiten en dat kan een begin van het einde van een taboe zijn. En al dat soort taboes moeten geslecht worden; liever gisteren nog dan morgen.

Ik zou je willen vragen om wat minder binair/zwart-wit te denken. Het feit dat er een gesprek plaatsvindt over seksuele intimidatie van vrouwen, betekent niet dat degenen die dat gesprek voeren, niks geven om seksuele intimidatie van mannen. Het feit dat een gesprek gaat over fysiek seksueel geweld, betekent niet dat de deelnemers aan dat gesprek psychisch geweld niet van belang vinden. Een mens kan zich druk maken over meerdere issues tegelijk, maar soms gebeurt er iets (Weinstein) waardoor het belangrijk is om een specifiek issue te bespreken.

Stel dat ik het met jou wil hebben over het schrikbarende aantal inbraken in mijn wijk en jouw reactie daarop is: “Ja, maar in mijn wijk worden er heel veel overvallen gepleegd!”, dan is dat toch een volstrekt onlogische reactie? Het feit dat ik het wil hebben over de inbraken in mijn wijk, betekent niet dat ik overvallen in jouw wijk onbelangrijk vind. Maar als jij steeds maar weer over overvallen in jouw wijk begint op het moment dat ik het wil hebben over inbraken in mijn wijk (en als dat ook de enige momenten zijn dat jij daarover begint), weet ik dat jij het liever niet wilt hebben over de inbraken in mijn wijk. Als je dat dan maar lang genoeg volhoudt, zou ik bijna gaan denken dat een van de inbrekers je beste vriend is. Dit is het effect wat optreedt bij mannen die zeggen: “Ja, maar mannen zijn óók slachtoffer van seksueel geweld”. Dit gebeurt namelijk in ELK gesprek dat vrouwen voeren over hun ervaringen met seksueel geweld. Je kunt er bijna je klok op gelijk zetten.

Het gesprek over mannelijke slachtoffers van seksueel geweld is een belangrijk gesprek en een gesprek dat gevoerd moet worden. Maar dat gesprek moet niet beginnen met een “Ja, maar…” op het moment dat een vrouw haar eigen ervaringen met seksueel geweld aan de kaak wil stellen.

Je verhaal over “de andere kant van de medaille” slaat de spijker op zijn kop. Alle dingen die jij noemt zijn zaken waar feministen keihard tegen vechten! In het Engels noemen ze dit “toxic masculinity”: ‘giftige mannelijkheid” – de dwingende eisen aan mannen voordat ze geaccepteerd worden als ‘Echte Man’. Je mag niet teder zijn, je mag niets doen wat op welke manier dan ook als ‘vrouwelijk’ gezien wordt, je mag niet “onder de plak zitten” en ga zo maar door. De énige emotie die je als man met goed fatsoen mag tonen, is woede. En zo is het cirkeltje rond en hebben we meteen een potentieel antwoord op de vraag waarom mannen zoveel makkelijker tot geweld overgaan…

Alle voorbeelden die je noemt, zijn walgelijke en schadelijke genderstereotypen die feministen liever gisteren dan vandaag zouden zien verdwijnen. Ik lees ontzettend veel feministische opiniestukken en de voorbeelden die jij noemt zijn daarin zeer prominent! Ik ben bang dat jij misschien een beetje een door buitenstaanders ingegeven karikatuur in je hoofd hebt van waar feministen zich in het algemeen mee bezig houden. Het doel is radicale gelijkwaardigheid voor alle genders en een eind aan álle dwingende rolpatronen.

Over je laatste stukje tekst ga ik alleen het volgende zeggen.

In een voornamelijk op vrouwen gerichte Facebook-groep waar ik in zit, werd een paar weken terug gevraagd wat vrouwen qua kleding en make-up anders zouden doen als alle heteroseksuele mannen morgen ineens blind waren. Vrijwel zonder uitzondering gaven vrouwen aan dat zij zich nog veel meer zouden uitleven met make-up en mooie (ja, ook ‘sexy’) kleding, onder andere omdat ze er dan geen ongevraagde opmerkingen van mannen meer over zouden krijgen. Geloof me, vrouwen zitten doorgaans helemaal niet te wachten op welk ongevraagd commentaar dan ook op hun uiterlijk (anders dan “Wat een toffe jurk heb je aan!” of “Wat een gave kleur lippenstift!”), zéker niet als dat commentaar een seksuele lading heeft. Als alle mannen blind waren, zou ik me vele malen vrijer voelen in wat ik zou dragen. Ik zou me nooit meer opgelaten voelen als ik bukte en mijn décolleté zou zichtbaar zijn. Ik zou me nooit meer opgejaagd wild voelen als ik naar huis liep van een feestje in een mooi zomerjurkje. Ik zou zonder enige gêne die pijnlijke, dwingende klote-BH uit doen en gewoon zonder rondlopen. Opmerkingen van mannen zijn voor mij altijd reden geweest om er hevig aan te twijfelen of ik dat prachtige jurkje wel aan zou doen. De prachtigste jurkjes hingen meestal ongebruikt in mijn kast. Ongevraagde aandacht van mannen is reden om bepaalde kledingstukken juist niet aan te trekken. Ik kan je in alle eerlijkheid zeggen dat ik nog nooit iets heb aangetrokken of make-up heb opgedaan met het idee dat ik daarmee aandacht van mannen zou genereren (en nee, ik ben niet lesbisch). Het tegendeel is eerder waar – ik heb bepaalde kleding en make-up juist vermeden om bepaalde vormen van aandacht te voorkomen.

Petra de Jong
(Reactie 19 in de discussie)