Inspiratie voor meer strijd tegen dwangarbeid
De laatste jaren is er steeds meer verzet tegen dwangarbeid voor werklozen op gang gekomen. Doorbraak doet daar enthousiast aan mee. Onze strijd begon met de acties van het Steuncomité Sociale Strijd in Amsterdam en later een actie tegen de opening van het dwangarbeidcentrum in Leiden. Ook Doorbrakers in andere steden zijn er daarop mee aan de slag gegaan. Daarnaast hebben we steeds meer contacten opgebouwd met mensen en groepen door het hele land, en zijn we verhalen van dwangarbeiders gaan publiceren. Ondertussen hebben we aardig wat strijdervaringen opgedaan. Een overzicht.
Bijstandsgerechtigden beseffen maar al te goed dat ze voor hun minimale inkomen afhankelijk zijn van de gemeente. Het is dan ook best even slikken voordat je opstaat tegen dwangarbeid en tegen zinloze reïntegratietrajecten. Je loopt immers het risico op fikse kortingen op je uitkering. Toch zijn er flink wat werklozen die het niet meer pikken en op allerlei manieren in actie komen, met meer of minder succes. Door voorbeelden daarvan op een rij te zetten, hopen we dat nog meer werklozen geïnspireerd raken om ook de strijd aan te gaan.
Strijdbaar in je eentje
Waar begin je als je in je eigen gemeente alleen staat? Bijvoorbeeld met onderzoek. Als werkloze of dwangarbeider heb je rechten. Het is goed om te weten wat die inhouden, zodat je ervoor kunt zorgen dat de gemeente op z’n minst haar eigen regels en beloften nakomt. In Leiden wisten bijvoorbeeld veel werklozen niet dat de maximale termijn voor dwangarbeid in het dwangarbeidcentrum DZB zes weken is. Wij hebben hen daarover geïnformeerd en het centrum onder druk gezet, waardoor men de maximumtermijn inmiddels wat meer in acht neemt.
Stel je strijdbaar op. Laat je niet zomaar vernederen en in de dwangarbeid of een ander zinloos traject stoppen. Er kleeft natuurlijk altijd een risico aan, maar de ervaring leert dat het uiteindelijk vaak loont om niet over je heen te laten lopen. Wie weet zit je er anders over twee jaar nog schroefjes in te pakken. Lees bijvoorbeeld de verhalen van Deva Daniël, Vivian, en Geer en Greetje. Als werklozen duidelijk aangeven dat ze niet alles pikken of met voorstellen komen hoe het anders kan (bijvoorbeeld hun sportclub helpen in plaats van geestdodend productiewerk te verrichten), dan blijken ze zich vaak deels of geheel aan dwangarbeid te kunnen ontworstelen. Vaak kunnen reïntegratie-ambtenaren en “werkmeesters” kritische en rebelse werklozen in dwangarbeidcentra missen als kiespijn, omdat ze bang zijn dat die anderen gaan opstoken. Zo schoot Vivian een mededwangarbeider te hulp die op dat moment bedreigd werd door een jobhunter. De jobhunter droop af en Vivian werd een gerespecteerd figuur op de werkvloer. Later spraken ook mededwangarbeiders zich uit voor hun collega. Het contract van Vivian werd niet verlengd; ze kon stoppen met de dwangarbeid.
Vaak ben je natuurlijk niet in een positie dat je veel kunt eisen. Maar ook dan is verzet mogelijk. Zo vertelt een dwangarbeider ons: “Een jongen werkte tweeëndertig uur zonder loon en werd gekort omdat hij weigerde het ene participatiecontract in te ruilen tegen het andere. Het was ongeveer hetzelfde werk, maar hij wilde gewoon niet als een pion heen en weer geschoven worden. Uiteindelijk hebben ze hem weer iets anders voorgelegd (hij werd een beetje als onruststoker in de groep gezien) en nu met grote kans op een halfjaarcontract. Dit voorbeeld is min of meer symbolisch, maar laat zien dat iedere vorm van verzet zijn weerslag heeft, ook op de anderen die hier werken. Ze zien nu dat verzetten iets in beweging zet.”
Dwangarbeid weigeren
Een aantal tactieken in het contact met consulenten en de gemeente worden beschreven door de Amsterdamse Bijstandsbond. Zo is het bijvoorbeeld altijd verstandig om iemand mee te nemen naar gesprekken (zoals bijvoorbeeld Achmed deed). Er bestaan tips over het indienen van klachten (zoals Deva Daniël deed) en het valt aan te raden om altijd bewijsmateriaal te verzamelen van bijvoorbeeld dreigementen of chantage. Dat kan ook door (telefoon)gesprekken met consulenten op te nemen. Dat is wettelijk toegestaan als je zelf een van de deelnemers aan het gesprek bent. In sommige gevallen kunnen dergelijke opnamen zelfs dienen als bewijsmateriaal in een rechtszaak. Wel is het raadzaam om je af te vragen wat het doel is van zulke middelen en of het de relatie met je consulent niet te erg op z’n kop zet. En ook bij de sollicitaties kun je dwars liggen. Als al het werk passend is, dan kun je ook solliciteren op directeurs- en ministersfuncties. Vivian doet het op een andere manier. Ze begint haar sollicitatiebrieven met de gebruikelijke bla bla, maar meldt daarna de ware reden van haar sollicitatie, namelijk dat ze het moet doen voor haar uitkering.
Geer en Greetje laten zich niet gebruiken door hun consulent en door reïntegratiebedrijf Pastiel. Ze hadden zelf een mogelijke werkgever gevonden. Vervolgens “neemt de persoon van Pastiel contact op met het bedrijf en wellicht kunnen we dan na een paar weken uit dit traject van Pastiel. ‘Dat zou mooi zijn’, zei de consulent, ‘want dan is er weer een via Pastiel aan werk gekomen. Daarop zei Geer: ‘Ik twitter dan wel even dat dit niet door Pastiel komt’.” Ook weten ze het voor elkaar te krijgen dat ze minder dwangarbeid hoeven te doen: “We hadden een goed gesprek, ook over de medische situatie en ons werd voorgesteld om in plaats van samen 64 uur per week vanaf morgen dan maar samen 32 uur te gaan werken in de loods.”
Een van hun collega’s probeert een iets comforabelere werkplek te regelen: “De man zei op rustige en duidelijke toon dat de stoel en de tafel niet goed waren wat betreft de hoogte en afstand, enzovoorts. Wij vonden het prima, eindelijk ook iemand die gewoon zei dat hij recht heeft op een goede werkplek! De leiding kwam erbij en vervolgens ontstond er een scène waar zelfs de grootste chagrijn nog vrolijk van zal worden. Duimstokken werden erbij gehaald, nog niet goed, pallet onder de stoel, nog niet goed, verschillende stoelen werden geprobeerd, nog niet goed. Pallet weg en hout eronder, vervolgens het hout weer weg… Uiteindelijk besloot die man het toch te accepteren, maar verzocht hij de bewaker vriendelijk of hij even weg kon gaan en niet zo wilde snuiven tegen zijn jas, hahahaha.”
Beter is het uiteraard als je kunt voorkomen dat je dwangarbeid moet doen. Meld je ziek als je geen zin meer hebt in dwangarbeid, zoals Mustafa. Of probeer je te laten vrijstellen van dwangarbeid door ziekte of een WSW-indicatie, zoals Deva Daniël. Hij nam een aantal vreemde attributen mee naar de keuring, zoals een knuffelbeer en een pornoblaadje. Het is goed mogelijk dat je echt overspannen raakt van alle reïntegratietrajecten en stress die daarbij komt kijken. Met een medische verklaring van de dokter kun je ook een eind komen. Als het er op aan komt, dan kun je ook ronduit weigeren om dwangarbeid te doen. Als vervolgens je uitkering wordt afgepakt, dan kun je daartegen een rechtszaak starten.
Ervaringen delen
Als je ervaringen hebt met dwangarbeid en vooral met de strijd daartegen, dan is het belangrijk om die ervaringen te delen met anderen. Vivian verwoordde het als volgt: “Ze kunnen me wel het leven moeilijk maken, maar zolang ik die vijf sollicitaties maar doe, kunnen ze me niet verbieden om mijn stem te laten horen, en dat is precies wat ik ga doen.” Het is van groot belang om verhalen naar buiten te brengen over de behandeling van werklozen en over de omstandigheden op de dwangarbeidvloer. Dat biedt tegenwicht aan de overheersende retoriek tegen werklozen, die “luie bankzitters” zouden zijn. Maar het mooiste is als je ook uiteenzet hoe mensen zich verzetten tegen hun situatie. Want we moeten elkaar natuurlijk niet de put in praten. Het is voor jezelf en anderen van wezenlijk belang om duidelijk te maken dat dwangarbeid niet normaal is en dat verzet ertegen, openlijk of stilletjes, een logische en noodzakelijke reactie is.
Er staan verhalen op onze website van bijvoorbeeld Condor en Lili Irani. En Jolanda publiceerde een aanklacht tegen dwangarbeidbedrijf Caparis en het bijstandsregime in de gemeente Smallingerland, waar enorm veel reacties op kwamen. Ze moest zelf helaas wel doorgaan met de dwangarbeid, maar haar brief veroorzaakte een hoop opschudding en solidariteit op de werkvloer. Anderen maken een eigen website (zoals Jacqueline Grosman bijvoorbeeld al in 2006 deed). Ook kun je bijvoorbeeld een open brief schrijven aan de wethouder in jouw gemeente, zoals een vrouw uit Ede deed. Zij werd daarna een tijdje vrijgesteld van dwangarbeid. Als je je liever anoniem verzet, dan kun je een voorbeeld nemen aan Arvy. Hij heeft een website met cartoons en maakte een satirische brochure over dwangarbeid in Helmond. Ook Doorbraak kan altijd mooi beeldmateriaal gebruiken!
Samen bouwen aan verzet en macht van onderop
Individueel verzet tegen dwangarbeid is belangrijk om problemen aan de kaak te stellen en wat meer ruimte voor jezelf te bevechten. Maar uiteindelijk willen we dat dwangarbeid verdwijnt. Om dingen structureel te veranderen, zullen we verder moeten gaan en macht van onderop moeten opbouwen, op de dwangarbeidvloer en daarbuiten. Dan kunnen onze ervaringen niet meer worden afgedaan als indianenverhalen en kunnen we niet meer worden genegeerd. We zullen elkaar nodig hebben om er zeker van te zijn dat we nooit meer dwangarbeid hoeven te doen.
Maar hoe vind je lokale medestanders? Het ligt het meest voor de hand om te proberen om mensen te ontmoeten op de dwangarbeidvloer. Als je er werkt, dan is dat het gemakkelijkst, maar anders kun je af en toe langs gaan bij lokale dwangarbeidcentra, zoals Doorbraak-activisten in Leiden en Amsterdam doen. Daarnaast zijn er ook andere organisaties waar je misschien boze dwangarbeiders en sympathisanten kunt vinden. Bijvoorbeeld de cliëntenraad, de lokale SP of FNV of een provinciaal samenwerkingsverband van uitkeringsgerechtigden (zoals het FSU in Friesland). Deze organisaties kunnen politiek soms een beetje ingekapseld zijn, maar wie weet vind je er toch medestanders en bondgenoten. Vanzelfsprekend kun je altijd contact opnemen met Doorbraak. Wij kennen ook veel mensen door het hele land (bijvoorbeeld in Vlagtwedde, Ede, Oosterhout, Groningen, Vlissingen, Haarlemmermeer, Nijmegen, Utrecht, Amersfoort en Sittard) en we hebben daarnaast lokale afdelingen. Ook een goede plaats om mensen te leren kennen, is het Meldpunt Misstanden Uitkeringen op Facebook.
En wat kun je dan samen doen?
Op de dwangarbeidvloer zijn er allerlei mogelijkheden voor verzet, bijvoorbeeld door het dragen van een t-shirt tegen dwangarbeid (gratis te bestellen voor dwangarbeiders) of de confrontatie met een bewaker aan te gaan, zoals Mustafa. Maar het kan ook subtieler, zoals Vivian vertelde: “Als we achter de computer zaten in ons lokaal, dan loerden de consulenten naar binnen vanuit het andere lokaal. We deden dan gewoon de deur dicht, en als ze dan toch onze gesprekken wilden horen, dan moesten ze de deur openmaken, die wij daarna gewoon weer dicht deden.” Als je verder wilt gaan, dan kun je proberen om een soort vakbondsstrijd te gaan voeren. Probeer goede werkschoenen en andere beschermende kleding te eisen. En als uiterste middel kun je een staking organiseren, zoals onlangs bij Realwork in Arnhem.
Geer en Greetje probeerden op de dwangarbeidvloer contacten te leggen en solidariteit te kweken. “In de korte pauzes die we krijgen, hebben we veel gepraat met andere zogenaamd supergemotiveerde bijstandsgerechtigden. Er zijn veel mensen bereid om mee te doen en stappen te ondernemen tegen deze dwangarbeid.” En met een paar mensen kun je al veel doen. In Eindhoven maakten Condor en Gandalf het blog Dwangarbeidersverzet. Ze legden contact met andere dwangarbeiders en hielden een toespraak tijdens een gemeenteraadsvergadering. In Vlissingen bezocht een aantal dwangarbeiders een discussie-avond van de SP over de bijstand, en uitten heftige kritiek op het dwangarbeidbedrijf Orionis en de klantmanagers en leidinggevenden daar. In beide steden zorgden de acties voor veel reuring in de lokale politiek en media.
Doe militant onderzoek van onderop. Praat met bijstandsgerechtigden en kijk wat er nu écht aan de hand is, in tegenstelling tot de mooie praatjes van de gemeente. Wat voor repressie is er op de dwangarbeidvloer, hoe snel worden mensen gekort op hun uitkering en waarvoor, welke bedrijven profiteren er van dwangarbeid, hoeveel mensen worden de uitkering uitgepest, welke wethouders hebben banden met een bedrijf waar dwangarbeid plaatsvindt? Ook kun je informatie boven tafel halen via de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). Daar kun je artikelen of een zwartboek over schrijven (zoals het actiecomité Dwangarbeid Nee en de FNV deden). Of je kunt de klachten bundelen, zoals de FNV in Emmen deed. Dat kun je doorspelen naar lokale politieke partijen. Dikke kans dat er dan een reactie van de gemeente komt, die als de dood is voor zulke negatieve publiciteit.
Je kunt een stap verder gaan door bijvoorbeeld te protesteren bij dwangarbeidcentra. Op 1 mei, dag van de arbeid, of als solidariteitsactie tegen een korting op een uitkering. En dan zijn er nog talloze andere acties te bedenken. Reik een trofee uit aan een leugenachtige wethouder, loop in een chaingang door het centrum van de stad, zing het papierprikkerslied in de gemeenteraad of protesteer bij een bobo-congres. Ook kun je een naming and shaming-campagne opzetten tegen een bedrijf of een vervelende consulent. Dwangarbeider Jonathan probeerde via een briefcampagne een toeleveringsbedrijf over te halen om het samenwerkingsverband met het dwangarbeidbedrijf stop te zetten. Er zijn her en der in het land nog meer initiatieven om dwangarbeid te stoppen.
Uit meerdere verhalen blijkt dat je sterker staat als je met een groep bent. Een tijd geleden schreven we over zulke succesjes in Leiden. Bijvoorbeeld: je moet minder snel dwangarbeid doen als je samen actie voert. In Amsterdam leverde een solidariteitsactie op dat een korting op een uitkering werd teruggedraaid. Het is wel belangrijk om te beseffen dat verzet een kwestie van lange adem is. In Leiden en Amsterdam lopen al langere tijd campagnes tegen dwangarbeid. Er wordt continu onderzoek gedaan en regelmatig worden er artikelen geschreven en acties gevoerd. Zo wordt er druk opgebouwd en steeds opgevoerd. En er worden kleine resultaten behaald.
Landelijk verzet
Er begint ook landelijk meer verzet op gang te komen. Wil je ook landelijk iets doen tegen dwangarbeid, dan kun je contact opnemen met Doorbraak, of bijvoorbeeld eens kijken op het Meldpunt Misstanden Uitkeringen. Daar zijn veel mensen actief zijn. Ze vertellen hun verhalen en proberen zich verder te organiseren. Op het Internetwerkt-forum zijn ook dwangarbeiders actief en worden mensen met advies bijgestaan.
Het landelijk verzet is nog niet groot, maar het actiecomité Dwangarbeid Nee heeft al wel twee demonstraties georganiseerd bij de Tweede Kamer in Den Haag. Ook is er steeds meer discussie in landelijke media, mede door acties door het hele land. Maar een echte landelijke campagne moet nog van de grond komen. Voor inspiratie kunnen we kijken naar de anti-dwangarbeid-campagne Boycott Workfare in Groot-Britannië. Die beweging is landelijk actief en weet de gemoederen aardig bezig te houden, met onder meer boycotacties en een zwarte lijst van instellingen en bedrijven die dwangarbeiders in dienst hebben. In mei komt Boycott Workfare naar Nederland (Amsterdam en Leiden) voor door Doorbraak georganiseerde bijeenkomsten.
Er is nog een hoop te doen tegen dwangarbeid. Er zijn al successen geboekt, maar als we verder willen, zullen meer mensen, lokaal en landelijk, de strijd aan moeten gaan.
Heb je meer voorbeelden van strijd tegen dwangarbeid? Of wil je de strijd aanknopen, maar weet je niet hoe? Heb je een verhaal? Zoek je medestrijders? Neem contact met ons op. Mail naar dwangarbeid@doorbraak.eu
Frodo Tromp
“Probeer goede werkschoenen en andere beschermende kleding te eisen.”
Hoef je niet te proberen, werkgever is verplicht deze te verstrekken. Doet tie het niet dan onmiddelijk SZW (de vroegere arbeids inspectie) bellen.
Ik weet niet of het nu nog zo is, maar vroeger mocht je dan het werk neerleggen tot er iemand van de inspectie was.
http://www.inspectieszw.nl/