Joke Kaviaar over haar gijzeling door Justitie

Drie dagen monddood gemaakt.
De dichteres en activiste Joke Kaviaar is twee weken geleden voor drie dagen verdwenen. Justitie had haar op 13 september thuis op laten halen, en liet ook haar huis doorzoeken. Doorbraak heeft zich solidair verklaard en roept anderen op dat eveneens te doen. Justitie wil dat Kaviaar een viertal teksten van haar site verwijderd, waaronder een over RARA. Die heeft Doorbraak inmiddels ook op deze site geplaatst. Nu laten we Kaviaar zelf aan het woord over haar belevenissen. Dit schreef ze afgelopen vrijdag:

Nadat vorige week de Nationale Recherche mij drie dagen heeft gegijzeld met de politieke aanklacht van opruiing, dreigt nu nieuwe arrestatie. Volgens de Officier van Justitie van het landelijk parket zou ik mij opnieuw schuldig maken aan diezelfde opruiing. Dit vanwege het feit dat de teksten in kwestie nog op de website staan. De OvJ spreekt van “een nieuwe pleegperiode”.

Dinsdag 13 september 2011

De bel ging. Ik zat boven in mijn kamer aan mijn computer te werken, zag achter het matglas van de voordeur iemand met papieren in zijn hand staan, en dacht: “Dat is de postbode zeker, met de zoveelste dagvaarding.” Ik liep naar beneden, deed de deur open, en zag een aantal mannen staan. Voet tussen de deur, pasje onder mijn neus: “Nationale recherche. Bent u mevr. K.?” Verbaasd bevestigde ik dit. “U bent aangehouden wegens opruiing.” klonk het.

“Wát!?”

Na afloop van het eerste verhoor later die dag in het politiebureau van Zwolle trachtte een vrouwelijke rechercheur een zogenaamd onschuldig praatje met mij aan te knopen voor de ingang van het cellenblok. “Ben je nu echt zo verbaasd over die opruiing?”, vroeg ze poeslief, ongeveer net zo poeslief als bij de aanvang van het verhoor, met “En, hoe voel je je nu?” (gruwel, had ik gedacht, en had gezegd: “Dat bespreek ik niet met jullie!”).

Ze konden natuurlijk wel weten dat geen enkele verhoortruc zou werken en zou stuiten op een herhaald: “Ik beroep me op mijn zwijgrecht”, en ook hier, op een moment dat de hele gebeurtenis nog op een kwade droom leek, zou ik niet reageren. “Ik ben alleen maar geïnteresseerd hoor”, probeerde ze nog.

Yeah, right. Oldest trick in the book.

In een artikel van december 2009 heb ik het al eens gezegd: “Activisten zouden zich meer bewust moeten zijn van wat het te wachten kan staan.”. Naar aanleiding van dit artikel: “Nederland en België bestrijden anarchisten“.

Viel dit nu te verwachten? In oktober van dat jaar bracht de AIVD al het rapport “Het vuur van verzet” uit. Daarin stond een citaat uit mijn tekst “Bevrijdingsvuur“. Was dat opruiing of een vooruitziende blik, vroeg de AIVD zich af.

eh.. ik beroep me op mijn zwijgrecht!

Afgelopen zomer kwam de brochure “Asielgerelateerd extremisme” van Nuansa uit. Die is gemaakt voor bedrijven die te maken krijgen met ‘asielactivisme’. Eerder dit jaar werd er ook al aandacht besteed aan al die vreselijk gevaarlijke activisten, die zulke dingen doen als lawaai maken bij bouwbedrijf BAM.

Oef! Het scheelde maar een haar of dat spandoek was ontploft!

We hoeven niet verwonderd te zijn over wat hier nu is gebeurd. Uit de Nuanse-brochure, en uitspraken van Teeven eerder dit jaar, konden we afleiden dat er sprake was van een speciaal aangestelde Officier van Justitie bij het landelijk parket en één of meerdere lopende onderzoeken van de Nationale Recherche.

Maar toch, ik heb een fractie van een seconde volkomen overvallen in de deuropening gestaan, net één dag terug van vakantie. Niet veel later zat ik in een zwarte wagen met verduisterde ramen met twee van die zwaargewicht smerissen waar je echt niet tussenuit komt. Met 130 over de linkerrijstrook van de A1 en de A28 naar Zwolle in 1 uur en 15 minuten.

De rest van de hele bende nam bezit van onze woning. Urenlang werd huiszoeking gedaan, minutieus en systematisch. Twee computerexperts hebben zich al die tijd met twee computers bezig gehouden, waaronder degene die nog aanstond toen ik, de postbode verwachtend, had opengedaan.. Mijn agenda van vorig jaar is in beslag genomen. Er zijn foto’s gemaakt van in elk geval het telefoon- en adressenboek dat beneden bij de telefoon ligt, en wie weet wat nog meer. Verder: computers en oude harde schijven, USB-sticks, mobiele telefoons, zelfs cd’s met live registraties van optredens zijn meegenomen. Wat zullen ze daar een plezier aan beleven! Ik herinner mij nog wel eens te hebben zitten grappen met iemand toen het me was opgevallen dat de politie zoveel op mijn site zat te lezen: “Misschien willen ze een optreden boeken?”.

Ik heb het me al die drie dagen dat ik in volledige beperkingen zat afgevraagd: wat is hier aan de hand? Gaat het ze werkelijk alleen maar over teksten die ik geschreven en gepubliceerd heb? Het had er alle schijn van.

Tijdens het tweede verhoor werd pas echt op de aanklacht ingegaan. Dit was woensdag, de tweede dag. De dag ervoor hadden ze het heel kort gehouden. Een aantal citaten uit teksten werden mij nu voorgelezen. Dit gebeurde met een ernstige stem (paste er wel bij, vond ik), waarna ik zowel verwijtend als verwachtingsvol werd aangekeken. Het koste me op één moment moeite om niet in de lach te schieten, en uiteindelijk heb ik het maar gezegd: “Wat leest u dat mooi voor”, gevolgd door: “Ik beroep me op mijn zwijgrecht”. Ze schreven het nog op ook.

De aanklacht.

Tijdens dat tweede verhoor lag een uitprint klaar van de wetsartikelen 131 en 132. Dat mocht ik wel even lezen, ik wilde namelijk vast wel weten wat nu de beschuldiging was. Van 131 was lid 2 vet gedrukt. Van 132 waren lid 2 en 3 vet gedrukt. Of daar een reden voor was, vroeg ik. “Nee hoor. Dat staat zo in het bestand.”

Ik vergeleek de artikelen later met die op de inverzekeringstelling. De vetgedrukte delen uit het verhoor stonden daar als ten laste gelegd in. “Met terroristisch oogmerk”. Hoeveel zotter gaat dit nog worden?

Ik herinner me René Roemersma in dat interview waar het stuk “RARA, wiens rechtsorde is het?” ook aan refereert. Zijn verbazing over de kwalificatie “Terrorisme” waar het om RARA ging, vond ik al volkomen terecht. Het was die typering die deed mij schrijven: “Noem mij dan maar terrorist”… Zouden ze bij het Openbaar Ministerie nog nooit gehoord hebben van sarcasme, ironie, spot, overdrijving? En al net zo min van dichterlijke vrijheid en exceptio artis?

In 2005 overwoog toenmalig minister Verdonk aangifte tegen me, wegens bedreiging. Dit had ik te danken aan de journalist Hoedeman van de Volkskrant die zo vriendelijk was geweest haar te attenderen op “Diss op het nietszeggend Ik”. Uiteindelijk moet er iemand tegen de tiran Rita hebben gezegd dat het allemaal wel mee zou vallen, dat het maar een dichteres was met een rapnummertje. Er gebeurde helemaal niets.

De hele reden van deze inval en arrestatie, zo zwaar aangezet met volledige beperkingen en het gebruik van terrorisme wetgeving, moet naar mijn idee gezocht worden in de toename van radicale acties tegen ‘het asielbeleid’. Mensen die brand stichten op bouwplaatsen, ’s nachts op bezoek gaan bij verantwoordelijken; politie, justitie en inlichtingendienst krijgen er geen vat op. Publicaties van lijsten met bedrijven die meewerken aan de deportatiemachine, de campagne tegen de bouw van de nieuwe uitzetbajes op Schiphol en tegen bouwbedrijf BAM, ze lijken het zat en er worden onzinnige dingen beweerd als zouden met de regelmaat van de klok door activisten IND-medewerkers worden bedreigd. Het was dit verzinsel dat Leers deed uitroepen: “Dan komen ze maar bij mij!”. Het gevolg van mijn reactie hierop, welke retorisch vragend eindigde met: “Wie gaat er mee op visite bij Leers?”, is intussen genoegzaam bekend.

Vergeleken met de Diss voor Verdonk destijds (“Ik doe ‘pang’ en zie je rillen/ Ik doe ‘pang’ en hoor je gillen”) zijn de nu aangeklaagde teksten in feite vriendelijk. De Diss is nu niet eens ter sprake gebracht, al werd mij wel medegedeeld: “We lezen een aantal citaten voor. Maar we hebben meer. Het zijn er veel”. Hoe dan ook, waar het om gaat bij deze stunt van het OM is vooral het politieke klimaat van extremistische verrechtsing en moorddadig migratiebeleid. Het gaat hen erom een stem te smoren die hard klinkt, als in ‘luid’ en als in ‘fel’. Vrijheid van meningsuiting is een hol begrip. Wie politiek de overhand heeft, heeft het. Wie in de minderheid is, niet.

Barbertje moet hangen.

En dat ben ik dus vandaag, Barbertje. Morgen kan het iemand anders ook zijn, of een hele groep mensen. Dit Barbertje heeft iets gezegd over vuur en over visite en heeft in niet mis te verstane bewoordingen jarenlang aanklachten geschreven, gedeclameerd, gepubliceerd, ten gehore gebracht tot in het aangezicht van vele rechters die zaken rond blokkades en bezettingen van detentiecentra, van het IND opleidingscentrum, van gemeenteraadszalen, behandelden aan toe, en zei telkens dat zij niet van plan was, en is, om te stoppen.

Het is de staat die de terrorist is. Want wat is dat, terrorisme? Terreur is het om hele bevolkingsgroepen aan te wijzen en stelselmatig te belasteren. Door hen er van te beschuldigen bijvoorbeeld overlast te veroorzaken, crimineel te zijn, illegaal te zijn, ongewenst te zijn. Terreur is het om vervolgens de jacht op hen te openen met alle mogelijke middelen. Terreur is het ook om de schijn van legaliteit van al die middelen te wekken door er wetten naar in te richten, door de media van de noodzaak van hard ingrijpen te overtuigen middels het herhalen van de leugen, de law & order-mantra die mensen doof maakt voor een tegengeluid.

Is de zaak tegen mij zonneklaar een geval van politieke vervolging, duidelijk is het in feite al jaren dat politieke vervolging reeds lang praktijk is. Tegen mensen zonder papieren, tegen daklozen, verslaafden, mensen met psychische problemen…

Zo kan het dat een man die schreeuwt op de Dam tijdens de 4 mei-herdenking maandenlang in voorarrest wordt gehouden en vervolgens een eis van één jaar te horen krijgt (al was hij wijselijk weggebleven van die schertsvertoning die ze rechtszaak noemen). Zo kan het dat een man die niets meer deed dan een waxinelichthouder gooien naar het kolonialistisch voertuig van het koninklijk boeventuig een jaar in voorarrest zit en voor gek wordt verklaard. Zo kan het dat mensen langdurig in vreemdelingenbewaring worden gehouden. Zo kan het dat daklozen door de stad worden gejaagd, beboet en in politiecellen gegooid zodat ze het straatbeeld niet bevuilen, en zo kan ik nog wel even doorgaan.

De terrorist, dat is de staat, en iedere ambtenaar en elke politicus die deze staat vertegenwoordigt. Is het opruien met een terroristisch oogmerk als ik zou zeggen dat het niets meer en niets minder dan zelfverdediging zou zijn wanneer deze staat zou worden aangevallen? Het zijn maar woorden, en ze zetten nog niets eens het papier waarop ze staan in brand. Of uw beeldscherm.

Vrijdag 16 september 2011

Ik werd vrijgelaten. Nu was ik pas echt verbaasd. Daags ervoor had het er nog naar uit gezien dat er een voorgeleiding bij de rechter-commissaris zou komen. Ik bereidde me voor op langdurig voorarrest. En dan ineens..

Ik vertrouwde het al niet. Er moest een adder onder het gras schuilen. Ofwel men liet mij gaan om mij te volgen, af te luisteren, af te tappen, in de gaten te houden, in één of andere val te lopen, ofwel.. ja, wat eigenlijk?

De adder is tevoorschijn gekomen. De adder heeft het gezicht van de Officier van Justitie, die bedacht heeft dat de zaak tegen mij nog sterker zou worden indien zou kunnen worden aangetoond dat ik (andermaal volgens hen allicht) in herhaling zou vallen. Als dát geen reden is om haar maandenlang op te laten bergen, dan eet ik mijn toga op, zal hij gedacht hebben! Zou ik eigenhandig de wapens hen daarvoor in handen geven? Zo niet, dan was daarvoor hier de oplossing, gelegen in het nog altijd aanwezig zijn van de gewraakte teksten op mijn website. De “nieuwe pleegperiode” werd in stelling gebracht. Ik hoefde er niets voor te doen om opnieuw te worden beschuldigd. Hoe Kafkaesk kan het nog meer worden dan het al was?

Ja, het kan nóg Kafkaesker. Want de OvJ besloot om mij niet plompverloren simpelweg opnieuw op te laten pakken, hetgeen eenvoudig had gekund door een nieuw arrestatiebevel uit te vaardigen, nee, de advocaat werd gebeld. Het werd aangekondigd. Dit was afgelopen woensdag, 21 september 2011: “We gaan haar opnieuw aanhouden”. Doel: druk uitoefenen op mij om mezelf te censureren.

Natuurlijk censureer ik mezelf niet, zelfs niet in het licht van dit dreigement. Alle teksten op mijn website zijn vrijheid van meningsuiting, scherp, waarachtig, aanvallend, confronterend, en vooral: noodzakelijk in het licht van de repressie die zoveel mensen het leven kost om vooral maar de kapitalistische economie in stand te houden.

Juridisch: Ik ben voor die teksten nog niet eens veroordeeld, dus geldt zowel voor mij als voor die teksten: “Onschuldig tot schuld is bewezen”. Dit zijn maar juridische argumenten natuurlijk, net als het argument dat je niet twee keer voor hetzelfde feit kan worden aangehouden, en het is voer voor de advocaten die zich met deze zaak bezighouden. Maar wat mij bezighoudt is de politiek die hier wordt bedreven. Een politiek zoals we die mogen verwachten in Nederland anno 2011. Een politiek die een politiek tegenstandster de mond wil snoeren, tot terrorist bombarderen, en dat allemaal om de aandacht af te leiden van de slopende regimes in de detentiecentra en gevangenissen, van de klopjacht op een ieder die zich niet ten dienste stelt van kapitaal en bedrijfsleven.

We mogen ons niet in de verdediging laten drukken. We moeten ervoor zorgen dat de staat telkens opnieuw met onze aanklachten te maken krijgt, dat de staat zich moet verklaren en verdedigen. Leg maar eens uit, Leers, waarom je je niet verantwoordelijk voelt als iemand zich in brand steekt. Het is dit jaar al zeker twee keer gebeurd, niet alleen die ene keer op de Dam. Hoe kun je slapen ’s nachts, Gerd?

Intussen zie ik oproep na oproep verschijnen op internet om mijn teksten te verspreiden. Daarvoor hoefde ik niets te doen. Al hadden ze me vastgehouden en doen ze dat waarschijnlijk straks weer, het OM heeft met de aanklacht tegen mij zelf zorg gedragen voor de verdere verspreiding van die volgens hen opruiende teksten. De grootste opruier, dat zijn zij zelf! Ik zou hen dankbaar moeten zijn voor het citeren uit mijn teksten in hun persbericht. Een ieder hoefde de citaten maar te googelen om op de hele teksten uit te komen, op mijn hele website, nog altijd online, en de volledige aanklachten te lezen. Door de politieke vervolging van mijn persoon zijn die teksten niet meer weg te slaan van het internet, en wie weet waar nog meer. Dat had ik in mijn eentje nooit kunnen bereiken.

Dank, ieder die solidair is, die steunverklaringen uitbrengt, en die het OM helpt bekendheid te geven aan al die aanklachten tegen de Neederlandse staat!

Wat gaat er nu gebeuren?

Het is vrijdagavond 23 september 2011. De OvJ heeft tegen de advocaat gezegd dat tot en met dit weekend “nog niets wordt gedaan”. Waarom is dit? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat de OvJ dit uit de goedheid van zijn hart heeft gedaan.

Is dit intimidatie om mij tot zelfcensuur te bewegen, omdat het juridisch niet haalbaar is de host te dwingen de website te verwijderen? Is dit doelbewust zo gedaan om mij de gelegenheid te geven de teksten te verwijderen, waarna tot arrestatie en voorgeleiding kan worden overgegaan, en kan worden geroepen: “Zie je wel! Gevaar voor herhaling!”?

En wat gebeurt er met alle informatie die men bij de huiszoeking heeft verkregen? Hoeveel onderzoeken lopen er nog, tegen wie en waarom? Is mijn vervolging het resultaat van onmacht om andere mensen voor andere zaken te pakken, of is het de opmaat voor de zo gewenste harde aanpak van anarchisten in Neederland en België?

Als de staat censuur wenst, zal de staat zelf de handen vuil moeten maken, zoals ze ook de handen vuil maakt aan alle andere repressie, welke juist die is, die we aanklagen en aanvallen. Het is zaak om te laten zien, dat wanneer men iemand eruit pikt om een voorbeeld te stellen, dat dit niet afschrikt maar juist meer mensen in verzet doet komen.

Laat de staat het repressieve gezicht zien, dan weet men het tenminste te herkennen en aan te wijzen. Dit is nog maar het begin.

Een dag later vulde Kaviaar haar verhaal nog wat aan:

Er wordt nog steeds door Jebbink, mijn advocaat, gewerkt aan het van tafel krijgen van de veelplegersregistratie. Hij heeft hiertoe een uitvoerig beargumenteerd verzoek tot wijziging van politiegegevens ingediend. Dit is een bestuursrechterlijke procedure. Wordt dit afgewezen dan bezwaarschrift. Wordt dat afgewezen, dan naar de rechtbank. Wordt dat afgewezen dan in beroep. Wordt dat afgewezen, dan komen we uit bij het Europees Hof. Gaat waarschijnlijk jaren duren. Intussen is de kans aanwezig dat met deze aanklacht de ISD-vordering om de hoek komt kijken, mede reden voor verbazing over mijn vrijlating. ISD is maatregel plaatsing in inrichting (lees: gevangenis) voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar.. Van de ISD-maatregel gaat voorarrest niet af. Tot zover. De strijd gaat door, ook als die ‘binnen’ moet worden voortgezet!

Joke Kaviaar