Klijnsma-voorstel: werklozen die geen Nederlands spreken, moeten maar verrekken
Aan de ene kant nieuwe symboolwetgeving, aan de andere kant desastreuze gevolgen. Wie een jaar na het aanvragen van bijstand verwijtbaar nog geen Nederlands spreekt, kan zijn uitkering kwijtraken. Dat is de kern van een wetsvoorstel dat PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma voor advies naar de Raad van State heeft gestuurd. De zoveelste aanval op werklozen.
Met dit voorstel dreigt er voor het verkrijgen van bijstand in de praktijk een beoordelingsmoment bij te komen. Extra ambtenaren moeten gaan beoordelen of iemand Nederlands spreekt, hoewel klantmanagers er niet voor hebben doorgeleerd om dat te beoordelen. Wat staat ons naar alle waarschijnlijkheid te wachten, als het voorstel wordt ingevoerd? Er zullen uitzonderingsgevallen worden bedacht. Er zullen criteria moeten komen om na te gaan wanneer sprake is van verwijtbaar gedrag. Er zullen door bijstandsgerechtigden bezwaarschriften worden ingediend bij de gemeente, waarna zaken bij de rechter zullen komen. Er zal op basis van beslissingen van rechters nieuwe jurisprudentie worden ontwikkeld. Er zal nieuwe bureaucratie ontstaan, met examens en examinatoren, en er zullen nog ingewikkeldere regels en voorschriften komen, waar de VVD zogenaamd op tegen zegt te zijn. De liberalen pleiten wel voor minder overheidsingrijpen en deregulering als het om de rijken gaat, maar breiden de controle- en strafstaat uit om de armen in de gaten te houden en klein te krijgen. Twee jaar geleden diende VVD-Kamerlid Cora van Nieuwenhuizen een wetsvoorstel in dat sterk leek op dat van Klijnsma nu. En drie jaar geleden maakte de “spreek Nederlands”-eis deel uit van een pakket maatregelen van minister Henk Kamp, onder het motto “eerst modelburger worden, dan pas bijstand”.
Het Klijnsma-voorstel vormt aan de ene kant symboolwetgeving, omdat te verwachten valt dat voor veel bijstandsgerechtigden toch wel een uitzondering zal moeten worden gemaakt. Maar het is aan de andere kant ook waarschijnlijk dat een grotere of kleinere groep werklozen getroffen gaat worden door het voorstel. De disciplineringsmaatregel moet beschouwd worden als een nieuw wapen waarmee een heel leger ambtenaren hun dagelijkse bezigheid “werklozen pesten en opjagen” nog verder kunnen intensiveren. In de toekomst kunnen werklozen met die maatregel nog eerder en gemakkelijker worden uitgesloten van bijstand. Maar de protesten tegen de voortdurende aanvallen op onze bestaanszekerheid zouden ook wel eens kunnen gaan toenemen. Want de overheid kan werklozen wel hun inkomen ontnemen, maar niet de wil om te leven en te strijden tegen onrecht.
Een stukje geschiedenis
Toen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de eerste generatie migranten, in die tijd “gastarbeiders” genoemd, door de bazen en de staat werden geworven in onder meer Marokko en Turkije, vormde het geen probleem dat velen van hen analfabeet waren en geen Nederlands spraken. De werkgevers en de overheid maakten zich er niet druk om. Er was een tekort aan arbeidskrachten, en die analfabeten konden mooi eentonig lopende band-werk doen in fabrieken, zo dacht men in die kringen. En die migranten verbleven hier toch maar tijdelijk, meende men, dus waarom zouden er investeringen moeten worden gedaan voor mensen die op termijn toch weer zouden vertrekken. Ze zoeken het zelf maar uit, als ze niet kunnen lezen en schrijven, aldus de houding van de overheid en de werkgevers, die dan ook niet investeerden in taalonderwijs en andere voorzieningen. Lekker goedkope arbeidskrachten, daar draaide het allemaal om. En als we die “gastarbeiders” niet meer nodig hebben, dan dumpen we hen toch gewoon. Zo stelde men zich toen op.
Maar de migranten probeerden te ontsnappen aan de bittere armoede in hun landen van herkomst en bleven daarom in Nederland. Zeer velen van hen wilden maar al te graag Nederlands leren en leren lezen en schrijven, met behoud en verdere ontwikkeling van een eigen identiteit. Het krijgen van onderwijs om te leren lezen en schrijven is een fundamenteel mensenrecht, waarvoor de overheid voorzieningen beschikbaar moet stellen. Maar dat deed de Nederlandse overheid in de loop der tijd maar mondjesmaat. Er ontstonden toen lange wachtlijsten bij alfabetiserings- en taalcursussen.
Geld vinden
Toen de inburgeringscursussen ingevoerd moesten worden, moest daar geld voor worden gevonden. De schandelijke situatie doet zich nu voor dat in Nederland anno 2014 meer dan een miljoen in Nederland geboren en getogen burgers niet kunnen lezen en schrijven. Oorspronkelijk had de overheid wat geld uitgetrokken om via het volwassenenonderwijs mensen te leren lezen en schrijven. Dat onderwijs moest wel worden gegeven door vrijwilligers. Want de overheid financierde geen betaalde leerkrachten, hoewel duidelijk is dat anderen een taal leren en leren lezen en schrijven een vak is dat lang niet iedereen in de vingers heeft. Het gevolg was dat de overheid nog meer ging bezuinigen op het volwassenenonderwijs en dat geld ging gebruiken om inburgeringscursussen mee te financieren. Daar waren veel mensen boos over. Sommigen gaven migranten die moesten inburgeren, er de schuld van dat het volwassenenonderwijs om zeep was geholpen. Echter, niet de migranten, maar de staat heeft het probleem veroorzaakt. De staat weigert immers om voldoende voorzieningen beschikbaar te stellen voor mensen die niet kunnen lezen en schrijven en geen of onvoldoende Nederlands spreken. De staat kwam ook met de leugen dat er nu eenmaal moet worden bezuinigd en dat dit soort voorzieningen daarom moet verdwijnen. Maar er is geld genoeg in Nederland. Het is alleen enorm onrechtvaardig verdeeld. De rijken worden rijker en de armen worden armer.
Nu heeft de staat een nieuwe stok gevonden om de hond te slaan. Men stelt de eis dat mensen die een beroep doen op de bijstand, Nederlands moeten spreken. Principieel gezien moet daar krachtig stelling tegen worden genomen. Want ook wie geen Nederlands spreekt, behoort in dit land een inkomen te hebben om van te kunnen leven. Het wetsvoorstel geeft Klijnsma een extra smoes om nog meer mensen uit de bijstand te kunnen jagen en daarmee over de ruggen van armen nog meer te kunnen bezuinigen. Het voorstel is vanuit het perspectief van de betrokken bijstandsgerechtigden niet alleen onrechtvaardig, maar ook overbodig. Want de overgrote meerderheid van de mensen die geen of onvoldoende Nederlands spreken of niet kunnen lezen en schrijven, wil dolgraag ondersteuning hebben om dat te kunnen leren. Waarom moet er in de bijstandsregels, die toch al zoveel controle en intimidatie bevatten, de zoveelste extra verplichting worden opgenomen? En gaat de staat nu wel voldoende faciliteiten ontwikkelen om de schande van het alfabetisme in Nederland structureel aan te pakken? Dat denk ik niet. De staat gaat vooral door met aantasten van de bestaanszekerheid en met bezuinigen aan de onderkant van de samenleving. Ook praat de staat de armen aan dat armoede en werkloosheid hun eigen schuld is. En onder het mom van de eigen verantwoordelijkheid dwingt de staat inburgeringsplichtige migranten sinds 2013 om zelf de kosten van hun integratie op te hoesten. Wie dat niet kan betalen, moet geld lenen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
Piet van der Lende
Máxima sprak ook geen Nederlands toen ze hier in Nederland binnen kwam. Conclusie: Bij het kapitaal is blijkbaar niets een probleem. Bij de armen is alles een probleem.
Ik zie de gemiddelde ambtenaar niet aantekenen in het dossier: “Hanteert de zwakke verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord, waar het de sterke moet zijn.”
Gaan we nu weer nieuwe regeltjes bedenken om mensen hun uitkering af te pakken en nieuwe regeltjes bedenken om mensen te korten. Nu is het weer de taal, dan weer de kleding
nog even en we hebben er de taal en kleding politie bij. Of moeten we allemaal als Bea praten
Ik heb inmiddels de gekste dingen gehoord van kamer leden ,wat dan wel ABN is.
Ik weet inmiddels wel hoe het werkt in de praktijk als je afhankelijk bent van een uitkering.
In den Haag willen ze dat je ze iedere dag op je blote knieen dankt dat ze überhaupt nog een uitkering verstrekken. Kan deze regering niet wat geld halen bij de 1% rijkste Nederlanders die bijna 25 % van al het vermogen heeft.
Twee dingen.
1 Behoort een inkomen te hebben om van te kunnen leven.
2 Werkloos zijn is eigen schuld.
1 Vanaf ongeveer 1980 wordt het minimum loon niet meer verhoogd met de inflatie. En daarmee ook alle uitkeringen die aan het minimum loon zijn gekoppeld. Dus is het minimum loon vanaf 1980 gedaald met 32 %. En dat wordt elk jaar meer. Binnen 10 jaar kun je daar niet meer van leven.
2 Vóór de crisis hadden zogezegd 350.000 permanente werklozen. Waren dat altijd de zelfde mensen? Nee. De stad Almere hield een test en maakte een lijst met namen van alle bijstandsgerechtigden. 3 Jaar later vergeleek men die lijst met de nieuwe lijst met namen, en wat bleek? Meer dan 80 procent van de namen op de eerste lijst stonden er niet meer op. En toch bleef het AANTAL werklozen gelijk. Hoe kan dat? Heel simpel. Piet Jansen had een flexcontract en moest verplicht de laan uit. Jan Verkerk was werkloos en solliciteerde op die vacature. NU is Piet werkloos in plaats van Jan. Conclusie? Er is niet voldoende werk om Piet EN Jan tegelijk te laten werken. Ik ben er dus voor om het werk te verdelen. Laat Piet en Jan beide voor halve dagen werken, eerst Piet ’s morgens, en Jan ’s middags en de volgende week andersom. Als beide een gezin hebben maakt het toch geen flikker uit, of je nou werkt of wwb hebt.
Aan 1 kant kun je Kleinsma wel gelijk geven dat als je geen Nederlands spreekt of schrijft, je hier op de arbeidsmarkt een achterstand.
Maar veel van die mensen willen wel Nederlands leren, maar lopen tegen de muur op die overheid heet omdat deze de faciliteiten steeds meer weg bezuinigt waardoor goed onderwijs al niet eens meer mogelijk is. ik heb zelf eens mee gedaan aan de inburgerings lessen en het niveau was diep bedroevend en het was aan de leraar, die op eigen kosten, voor het les materiaal zorgde want anders was er helemaal geen les.
Het groepje mensen dat echt geen Nederlands wil leren zal zeker niet groot zijn, maar eerder erg klein.
Daarnaast, de overheid is verplicht volgens onze grondwet, maar ook door de WWB wet om burgers in broodnood te helpen. Dit is trouwens ook op Europees niveau geregeld. Het intrekken van een bijstands uitkering is dus in strijd met die rechten. Naast dat het in strijd is met de grondweten en de WWB wet, is het ook nog eens discriminatie want je sluit iemand uit op basis van zijn of haar taal.
Ik denk dat deze wetwijziging geen stand houd op het moment dat dit voor de rechter gebracht word. Zeker omdat deze wet gebruikt word om te bezuiniging.
In Amerika huldigde men in de zuidelijke staten eens de opvatting dat de achterstand op de informatiemarkt die het gevolg is van gebrekkig taalbeheersing een houtsnijdend argument was om bepaalde burgers van het kiesrecht te beroven.
Klijnsma’s taaltoets bouwt voort op een fraaie traditie.
https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/1/1b/The_color_line_still_exists%E2%80%94in_this_case_cph.3b29638.jpg
ok, dan ben je allochtoon, en spreek je eindelijk redelijk Nederlands.
Is er dan ineens wel werk voor je?
Nope. En de rij werkzoekenden word steeds langer, of je allochtone bent of niet.
Maar het feit is dat je een bijstandsuitkering word geweigerd dat je geen Nederlands spreekt, ook als je in Nederland geboren bent en daarmee een Nederlander bent.
Dat je aan een buitenlander die in Nederland een uitkering gaat aanvragen, eisen stelt kan ik wel begrijpen. Als ik in het buitenland ga wonen word er ook van mij verwacht dat ik mee doe aan de maatschappij en dat ik naast hun cultuur en gebruiken, ook de taal leer. Maar een Nederlander, een uitkering weigeren omdat deze de taal niet machtig is, gaat toch iets te ver.
Dat is gewoon uitsluiting op grond van ras of achtergrond en dat is discriminatie en bij wet verboden. Zodoende denk ik niet dat deze wet gaat stand houden voor een rechter.
Het niet machtig zijn van de Nederlandse taal is schijnbaar geen belemmering voor oostblokkers of zuid Europeanen om hier werk te vinden, dus waarom zou het niet beheersen van de Nederlandse taal, dan voor een geboren Nederlander opeens een probleem moeten zijn?