Koloniale Gouden Koets moest ook Nederlandse eenheid symboliseren en zo klassenstrijd tegengaan
De Gouden Koets is vanaf het begin mikpunt geweest van kritiek. De monarchie was eind negentiende eeuw bij grote delen van de bevolking niet bijzonder populair en het plan om Wilhelmina met z’n allen zo’n duur geschenk te geven, viel niet bij iedereen in goede aarde, zeker niet bij links. Op de koloniale afbeeldingen op het rijtuig was helaas nauwelijks nog kritiek.
In 1896 bedacht een aantal Amsterdamse Oranjevrienden het plan om Wilhelmina bij haar inhuldiging tot koningin, twee jaar later, te gaan vereren met een galakoets. De Amsterdamse bevolking zou het geld voor die koets moeten ophoesten. Als gemiddeld richtbedrag werd 0,25 cent per persoon genoemd. Uit linkse hoek kwamen flinke bezwaren tegen het voorstel. Bekende socialisten protesteerden ertegen dat de inzamelingsactie ook in arme Amsterdamse arbeidersbuurten werd gehouden. Daar werd bittere armoede geleden, maar toch probeerden Oranjevrienden ook in die buurten zoveel mogelijk geld op te halen ter financiering van het uiterst dure rijtuig. De socialistische activist Louis Maximiliaan Hermans sprak daar schande van en publiceerde er een brochure over, met de spottende titel “De Gouden Kwartjeswagen”.
Geen restauratie van koloniale propaganda! Gisteren werd bekend dat de Gouden Koets na de komende Prinsjesdag drie tot vier jaar zal worden gerestaureerd en gedurende die tijd niet zal worden gebruikt. Daarna zou de opzichtige kar weer in roulatie moeten worden genomen, zo is de bedoeling van de Oranjeklanten. Actiegroep De Grauwe Koets wijst die opknapbeurt voor hergebruik uiteraard af, zeker ook omdat de koloniale propaganda op het rijtuig zal blijven staan, zoals het er nu naar uitziet. De Gouden Koets moet niet opnieuw in gebruik worden genomen, maar in een museum worden gezet als een symbool voor al het leed en de ellende die de roofstaat aan de Noordzee, inclusief het koningshuis, in de koloniën overzee eeuwenlang heeft aangericht. Als de koets zo nodig moet worden opgeknapt, dan kan hij daarna meteen “goed geconserveerd” in een museum met een anti-koloniale insteek worden ondergebracht. Hij kan dan naast de Zwarte Piet-figuur worden geplaatst, als twee verwerpelijke koloniale relikwieën waarmee we inmiddels hebben afgerekend. |
De Maagd
De Gouden Koets is een wanstaltig rijtuig dat is bedoeld om het Nederlandse nationalisme te bevorderen via het verheerlijken van het koningshuis en de koloniale tijd. Het opzichtige pronkstuk bevat allerlei tierelantijnen en schilderingen. Op de linker zijkant van het rijtuig staat het paneel “Hulde der koloniën” afgebeeld. In het midden daarvan troont “de Nederlandse Maagd”, die de monarchie representeert, met boven zich het koninklijke embleem uit 1815. Dat is een verwerpelijk staaltje seksistische symboliek om het koningshuis een rein en zuiver imago te geven. In haar handen houdt “de Maagd” de wapens van West-Indië (links) en Oost-Indië (rechts). Links bevindt zich een tot slaaf gemaakte persoon of een nazaat daarvan uit de West, die voor haar knielt. Rechts hurkt een persoon uit de Oost. Voor haar uitgespreid ligt de huid van een karbouw, een teken van grote verering, met daarop allerlei voortbrengselen uit West- en Oost-Indië, zoals de kop van een karbouw, ivoren slagtanden van een olifant, schelpen, diverse soorten fruit, en aardewerk. Ook ligt er een palmtak die de vrede moet voorstellen. Rechts daarvan brengen een Indische vorst en andere Indische hoogwaardigheidsbekleders eerbiedig en onderdanig hulde aan “de Maagd”. Een pajongdrager zorgt voor verkoelende schaduw. Rechts daarnaast bieden jonge Indiërs geschenken aan. Rechts daarvan weer, op het rechterpaneel, staat een witte vrouw die enkele Indiërs die lasten dragen, lijkt te willen beschermen tegen een boze man met een dreigende vuist. Links naast “de Maagd” staat een groep van vier figuren die het brengen van “beschaving” en “ontwikkeling” lijkt te moeten voorstellen. Een witte man overhangt een zwarte jongen een boek, misschien een bijbel. Links daarvan, op het linkerpaneel, draagt een zwarte vrouw suikerriet. Andere zwarte personen dragen ook producten uit West-Indië.
De schildering laat een bedrieglijk lieflijk, vredig en zelfs romantisch tafereeltje zien, waarmee de werkelijkheid van de koloniale onderdrukking vanzelfsprekend enorm geweld wordt aangedaan. De afbeelding geeft de zelfingenomen fantasieën weer van witte koloniale machthebbers. Het misdadige koloniale systeem wordt daarmee omgetoverd tot een sprookje waar iedereen tevreden zou zijn met de plaats in de samenleving die hem of haar wordt toebedeeld, waar rust en orde zou heersen, waar bescherming zou zijn tegen willekeur en onrecht, en waar geen verzet en opstandigheid zou bestaan tegen overheersing, slavernij en dwangarbeid. De schildering moet dan ook worden opgevat als een schoolvoorbeeld van kolossale geschiedvervalsing.
Geen kritiek
Voor zover bekend, kwam er indertijd uit linkse kringen echter geen protest tegen de koloniale propaganda op de koets. Toch lag dat wel voor de hand. Want de koets en meer in het algemeen de rijkdom van het koningshuis kwam niet alleen tot stand over de rug van arme witte arbeiders in Nederland zelf, maar vooral ook door het bloed, het zweet en de tranen van tot slaaf gemaakten en andere dwangarbeiders in de koloniën. Zo is het teakhout waarvan het rijtuig is gemaakt, afkomstig uit Java. En het ivoor dat is gebruikt, komt uit Sumatra. Het koningshuis heeft enorm profijt getrokken van de roof, de plundering en de uitbuiting in de koloniën. De monarchie speelde zelfs een leidende rol in de uitbouw van het koloniale rijk. Zo werd in 1824 de Nederlandse Handelmaatschappij, een soort voortzetting van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC), opgericht op initiatief van koning Willem I. Deze koning-ondernemer begon vanaf 1827 flink winst te maken, toen hij zijn bedrijf het monopolie gaf op de invoer van opium. Het koningshuis had er dus alle belang bij om de eigen smerige rol bij uitbuiting en onderdrukking wit te wassen door op de koets valse koloniale en nationalistische romantiek te laten aanbrengen.
Wit eenheidsfront
In eerste instantie weigerde koningin Wilhelmina de Gouden Koets als geschenk van de Amsterdamse burgerij aan te nemen. Volgens Thijs van Leeuwen en Alberto Stofberg, auteurs van het beslist niet anti-monarchistische boek “De Gouden Koets”, deed ze dat wegens “protesten in ons land tegen de overdreven pracht en praal” bij de kroning van de Russische tsaar Nicolaas II in 1896. Die kroning werd in Nederland met veel belangstelling gevolgd wegens de nauwe familiebanden tussen de beide vorstenhuizen. Een verslag ervan in het socialistische weekblad “De Kroniek” had tot een felle polemiek geleid. Ook de linkse protesten tegen het geld ophalen voor de koets in arme buurten kunnen invloed hebben gehad op de weigering van de koningin. Dat wil overigens niet zeggen dat Wilhelmina zo begaan was met arme mensen. Het was ook in die tijd voor de machthebbers van groot belang dat de monarchie werd voorgesteld als een instituut dat zogenaamd boven de partijen stond en zo een samenbindend element kon zijn voor alle Nederlanders. Liberale politici hoopten aan het einde van de negentiende eeuw dat het Oranje-nationalisme een einde zou kunnen maken aan de klassenstrijd, en het socialisme zou kunnen aftroeven en onschadelijk zou kunnen maken.
Actiegroep De Grauwe Koets, waaraan ook Doorbraak deelneemt, pleit ervoor om de koets in een anti-koloniaal museum te zetten. De groep heeft inmiddels stickers gemaakt en een opinie-artikel en een open brief geschreven. En op 5 september is er een demonstratie in Amsterdam. Kritiek op de koets is er al vanaf het begin. In 2011 was er al een pleidooi voor het verplaatsen van de koninklijke kar naar een museum. |
Na de inhuldiging van Wilhelmina stond de koets eerst nog drie jaar in de toonzaal van autofabrikant Spyker. Pas in 1901 werd het rijtuig voor het eerst gebruikt, nadat de koningin het geschenk inmiddels alsnog had aanvaard. Sindsdien wordt de Gouden Koets door de machthebbers gebruikt als een symbool van nationale eenheid en democratie. Dat is een lachertje en een schande, niet alleen omdat leden van het koningshuis juist nooit en te nimmer democratisch aan de macht zijn gekomen. Maar ook omdat de afbeelding “Hulde der koloniën” nadrukkelijk het perspectief kiest van de koloniale onderdrukker, en dus niet van de gekoloniseerde onderdrukte. Het perspectief van de huidige nazaten van tot slaaf gemaakten wordt daarmee volkomen onder tafel geveegd. De veronderstelde nationale eenheid die het rijtuig zou moeten uitstralen, is dan ook vooral een wit en rijk eenheidsfront. Dat front moet broodnodig worden doorbroken. De nog steeds heersende dominantie van koloniaal denken die de Gouden Koets uitdraagt, dient daarom aan diggelen te worden geslagen. Actiegroep De Grauwe Koets wil daar graag een bijdrage aan leveren.
Harry Westerink