Leidse burgemeester heeft nu echt “het voornemen” om bij een volgend dwangarbeidprotest “te overwegen” om flyeren toe te staan
In november vorig jaar kwam Lenferink voor het eerst op de proppen met zijn flyerverbod. Dat gold toen bij een manifestatie tegen een prijsuitreiking aan een bedrijf dat mogelijk dwangarbeiders ter beschikking zou krijgen. Doorbraak ging vanzelfsprekend tegen het verbod in bezwaar en spande daarnaast een kort geding aan. De rechter stelde de burgemeester echter in het gelijk. De hoorzitting over ons bezwaar was in januari en in april kwam de commissie met een advies aan de burgemeester dat ons in het gelijk stelde. Maar Lenferink oordeelde dat hij toch gelijk had en legde het advies simpelweg naast zich neer.
Vooraf aan ons daaropvolgende protest bij het centrum, op 1 mei, liet hij weer weten dat er niet geflyerd mocht worden, en zelfs dat die beperking voor alle “toekomstige betogingen” zou gelden. Hij liet daarnaast ook een geel minivakje op straat schilderen waar actievoerders niet buiten mochten komen. Opnieuw diende Doorbraak een bezwaarschrift in. Dat werd op 18 juli tijdens een hoorzitting behandeld.
Niet ontvankelijk
Doorbraak begon daar met een pleidooi dat grotendeels, maar niet helemaal, gelijk was aan dat van de voorgaande hoorzitting. Daarna was het woord aan de gemeente-advocaat, die zoals inmiddels gebruikelijk meteen vol inzette op het niet ontvankelijk verklaren van ons bezwaar. Net als vorige keren wilde hij ons de mond snoeren via allerlei lage juridische trucjes, onder meer rond wie nu precies de demonstratie heeft aangemeld. Het gemeentelijke formulier vereist het invullen van een individuele naam, maar die persoon zou vervolgens geen bezwaar kunnen indienen, want dat zou alleen de betrokken organisatie kunnen doen. Maar die heeft dus dat aanmeldformulier officieel niet ingeleverd en zou daarom geen belanghebbende zijn. Franz Kafka had er een puntje aan kunnen zuigen. De advocaat beweerde op een gegeven moment zelfs dat iedereen die met ons mee wilde demonstreren, maar die geen lid was van Doorbraak, daarvan een aparte aanmelding zou moeten doen bij de gemeente. Een volstrekt absurde gedachtegang, waarin hij zichzelf dan ook volkomen vastliep. Hij maakte er een gênante vertoning van.
Maar zijn belangrijkste argument was dat de burgemeester deels al had ingebonden. In een poging om de zitting te voorkomen, had de advocaat kort van tevoren namelijk per brief al aangegeven dat de burgemeester bij nader inzien zijn beperkingen toch niet alvast zou opleggen aan al onze toekomstige demonstraties. Hij bracht dat als een gunst, maar wettelijk gezien was die bepaling helemaal niet mogelijk. Hij had nu “het voornemen”, zo zei de advocaat tijdens de zitting, om bij een volgende demonstratie “te overwegen” om flyeren wel toe te staan. Een vrij loze belofte, want die had hij tijdens de vorige hoorzitting ook al gedaan. Toch bleek het in de uitspraak een week later voor de commissie allemaal voldoende om ons bezwaar inderdaad niet ontvankelijk te verklaren.
Het was overigens wel bijzonder opvallend dat men pas na tweeënhalve maand besloot om de passage over de toekomstige acties te schrappen. Het lijkt er sterk op dat de burgemeester en zijn ambtenaren zich door emoties hebben laten leiden toen ze die bepaling verzonnen en opschreven. Waarschijnlijk heeft de advocaat, toen hij er vlak voor de bezwaarprocedure werd bijgehaald, meteen gezegd dat ze over de schreef waren gegaan en dat dit echt niet kon. Dat laat zien dat we de bestuurders pijn doen. Dat die soms ook niet meer weten hoe ze onze protesten moeten verstoren en in hun boosheid hun toevlucht nemen tot intimidatie en onwettig ingrijpen.
In plaats van Doorbraak hadden ze natuurlijk liever te doen gehad met een brave organisatie die dwangarbeiders zegt te vertegenwoordigen, waarmee ze officieel in gesprek hadden kunnen gaan, en die ze hadden kunnen inkapselen en laten ‘meedenken’, zoals PvdA-ers dat decennialang gewend waren. Maar wij vertegenwoordigen alleen onszelf en zeggen doodleuk dat het centrum onbeheersbaar moet worden omdat baanlozen daar onderdrukt en zwaar uitgebuit worden. Maar als de bestuurders ons dan vervolgens willen intimideren en wegzetten als een stelletje onverantwoordelijke actievoerders, dan blijken we op hoorzittingen welbespraakt te zijn en goed onze weg te weten in de juridische wereld. Dat heeft er inmiddels toe geleid dat de burgemeester zelf ietwat geïsoleerd is komen te staan. Want de politie handhaaft zijn strenge regels tijdens onze acties simpelweg niet en laat ons toch gewoon overal flyeren. En de vorige en de huidige commissie gaven ons inhoudelijk gelijk. Zelfs zijn eigen advocaat vindt nu kennelijk dat Lenferink te ver gaat.
Bedreigingen
Na enkele verdere verduidelijkingen van onze kant, was het de beurt aan de gemeente-advocaat voor zijn tweede ronde. Zijn betoog verschafte veel duidelijkheid over de redenen waarom de burgemeester het flyeren tijdens acties bij het dwangarbeidcentrum steeds weer verbiedt. Wij zouden daar namelijk, volgens hem, met meerdere mensen op één persoon af gaan stormen en dat zou bedreigend zijn, ook al omdat er “incidenten” zouden zijn geweest “met bedreigingen”. Iedereen die wel eens flyers heeft geprobeerd uit te delen, weet echter dat je dan juist heel vriendelijk moet zijn, omdat men het foldertje anders niet eens aanneemt. En dat is precies wat wij altijd doen. Goed, er zijn inderdaad “incidenten met bedreigingen” geweest. Maar dat ging om DZB-ambtenaren die ons bedreigden tijdens onze doordeweekse bezoeken aan het centrum om dwangarbeiders te spreken, en het zijn dus vooral de flyeraars zelf die risico lopen, bijvoorbeeld om geconfronteerd te worden met heethoofdige DZB-ambtenaren.
Maar daar doelde de advocaat natuurlijk niet op. Er zou volgens hem zowaar een “angstcultuur” hangen rond het centrum door “bepaalde uitlatingen” van Doorbraak op internet. “Medewerkers” zouden “zwart gemaakt” zijn en met name genoemd worden. Volgens hem zou Doorbraak niet “op de man” moeten spelen, maar zich moeten beperken tot kritiek op het beleid. Nog ervan afgezien dat de burgemeester helemaal niets te maken heeft met de verdere actievormen die wij kiezen, is het op zich niet perse slecht dat ambtenaren een beetje bang van ons zijn. Als angst voor “naming and shaming” hen er immers van kan weerhouden om zich voortdurend keihard en onbeschoft op te stellen richting dwangarbeiders, dan is dat natuurlijk niet verkeerd. Maar daar gaat het hier niet om. De flyers worden door de activisten namelijk helemaal niet uitgedeeld aan de ambtenaren van het centrum, maar aan hun slachtoffers: de dwangarbeiders. En die leven daadwerkelijk in een “angstcultuur”. De meesten zijn ontzettend bang om op hun bijstandsuitkering gekort te worden, om hun inkomen te verliezen en daarmee bijvoorbeeld ook het dak boven hun hoofd.
Kwetsbaar
En toen kwam de aap eindelijk uit de mouw: het probleem was dat wij op 1 mei demonstreerden in de pauze van “de medewerkers”, als ze vrij zijn. Maar dát was volgens de advocaat van de burgemeester niet de bedoeling. Wij moesten ons richten op de beleidsmakers, en die zitten niet in het centrum, maar elders, bij de gemeente. We hebben op die plek op dat tijdstip niets te zoeken, vond hij. De mensen in het centrum zouden immers “kwetsbaar” zijn. Schaamteloos gebruikte de advocaat steeds die begrippen “medewerkers” en “kwetsbare mensen” door elkaar, zowel voor de ambtenaren als voor de wsw-ers en de dwangarbeiders die daar eveneens aan het werk gezet zijn. Maar die ambtenaren zijn helemaal niet “kwetsbaar”. Het zijn de dwangarbeiders die “kwetsbaar” zijn, en dat worden ze gemaakt door het beleid dat die ambtenaren uitvoeren. Ze worden psychisch “kwetsbaar” gemaakt, niet alleen door de financiële druk, maar ook door het voortdurende op hen inpraten dat hun werkloosheid zou liggen aan henzelf in plaats van aan de economie. Het is daarbij goed om te beseffen dat een flink aantal van de actievoerders zelf ook baanloos is en dus eveneens behoort tot die zogenaamde “kwetsbare” groep mensen. En als de burgemeester echt zo betrokken zou zijn bij die “kwetsbare mensen”, dan zou hij met zijn wethouders de dwangarbeid afschaffen en ons ook niet langer proberen te intimideren.
Wij richten ons inderdaad op die dwangarbeiders, maar dan wel om met hen samen bijvoorbeeld een strijdbare dag van de arbeid te vieren. Wij zoeken met hen contact om informatie te verkrijgen over de misstanden en, belangrijker nog, om ons samen met hen te organiseren in een beweging tegen dwangarbeid, tegen het “kwetsbaar” maken van uitkeringsgerechtigden. En dat is het wat de burgemeester dus wil voorkomen. Hij misbruikt daartoe argumenten rond de openbare orde en de “kwetsbaarheid” van mensen, want feitelijk heeft hij politieke motieven: de groei van onze beweging tegengaan. Overigens verbood hij dat flyeren net zo makkelijk ook tijdens ons Eureka-protest in november dat ’s avonds plaatsvond, toen juist de beleidsmakers aanwezig waren en niet de dwangarbeiders.
De gemeente-advocaat doet zich graag voor als een net en beleefd heertje dat ‘ons’ gemeente-apparaat vertegenwoordigt, maar hij verlaagt zich voortdurend tot achterbakse spelletjes. Zo heeft hij nu al drie keer – bij een kort geding en twee hoorzittingen – tijdens zijn tweede ronde, wanneer wij niets meer terug kunnen zeggen, zijn toevlucht genomen tot vage verdachtmakingen, ja, tot laster. De eerste keer fantaseerde hij het noemen van namen van ambtenaren om tot “bedreigingen”, en toen dat niet meer werkte deed hij alsof onze demonstraties steeds gemakkelijk uit de hand konden lopen, maar nu dat keer op keer niet het geval blijkt, komt hij op de proppen met “kwetsbare mensen” die bang van ons zouden zijn. Hij probeert zo steeds via vage verdachtmakingen een negatief beeld van ons te laten achterblijven op de netvliezen van de rechter en de commissieleden. Zelfs al hadden wij keer op keer op die laster mogen reageren, dan nog hadden wij meegepraat in zijn frame, weliswaar ontkennend, maar toch. Dat willen we niet. We willen niet dat de discussie gaat over door hem verzonnen bedreigingen, maar over de concrete bedreigingen van de bestaanszekerheid van uitkeringsgerechtigden en speciaal dwangarbeiders, over het ontduiken door de gemeente van het minimumloon, over het werken zonder arbeidsrechten en verzekering, en over verdringing van regulier betaalde banen door dwangarbeid. We willen ons niet laten afleiden van waar het echt om moet gaan, en dat gevaar lopen we eerlijk gezegd wel een beetje met al die rechtszaken en hoorzittingen.
Uitspraak
Anders dan de vorige keer, kwam de commissie meteen binnen een week al met een advies. Ons bezwaar werd, zoals gezegd, niet ontvankelijk verklaard. Maar opmerkelijk was dat de commissie toch expliciet verwees naar de overwegingen in het advies van de vorige commissie, waarmee men bevestigde dat we wat hen betreft toch hadden moeten mogen flyeren. Nog opmerkelijker en zeer ongebruikelijk was dat de commissie in haar advies toch nog eens zelf inhoudelijk op de kwestie inging. Men bevestigde, los van het vorige advies, dat flyeren een zelfstandig actiemiddel is, dat de burgemeester het in hoge mate onmogelijk gemaakt heeft om flyers uit te delen en onder de aandacht te brengen van de doelgroep, dat het niet aannemelijk was dat er op voorhand van uitgegaan mocht worden dat het uit de hand zou lopen, dat de burgemeester de vorige keer ook al had aangegeven rekening te houden met het feit dat eerdere protesten zonder incidenten verliepen en dat dus het voorschrift ten onrechte was opgelegd.
En zo gaan we weer door voor de volgende ronde, waarbij de Leidse PvdA-burgemeester, de nieuwe PvdA-wethouder en de PvdA-directeur van het dwangarbeidcentrum zich zullen vastbijten in het onbetaald laten werken van uitkeringsgerechtigden en het proberen te onderdrukken van elk protest daartegen. Maar Amsterdam heeft laten zien dat veranderingen mogelijk zijn. Dus we gaan strijdbaar door.
Eric Krebbers
“De gemeente-advocaat doet zich graag voor als een net en beleefd heertje dat ‘ons’ gemeente-apparaat vertegenwoordigt, maar hij verlaagt zich voortdurend tot achterbakse spelletjes.”
Jullie zouden nog een klacht bij de Deken van de Orde der Advocaten kunnen overwegen, want een advocaat moet naas het cliëntbelang ook het maatschappelijk belang in de gaten houden. Hij had de burgemeester moeten vertellen: “Wat u wil, kan echt niet, en ik ga u dus ook niet bij helpen.”