Leidse dwangarbeiders voortdurend bedreigd met strafkortingen
Bijstand is ooit ingesteld om ervoor te zorgen dat de allerarmsten in de samenleving niet onder bruggen hoeven te slapen en te sterven van de honger. Maar ook om de armen die geen baas (meer) hebben, te kunnen disciplineren en onder controle te kunnen houden, onder het motto “geen gehoorzaamheid, geen uitkering”. De strafkorting staat daarom centraal bij elk bijstandsbeleid en zeker als het gaat om dwangarbeid. Net als andere gemeenten houdt ook Leiden er een enorme waslijst op na van gedragingen van bijstandsgerechtigden die allemaal hard en nog harder bestraft dienen te worden.
Lange tijd vormde ook het belonen van braafheid met kleine voordeeltjes nog een onderdeel van die disciplinering van bijstandsgerechtigden. In Leiden zijn ze daar eind 2014 echter van afgestapt. “Het is niet langer opportuun om iemand te belonen voor het aanvaarden van betaald werk of het voltooien van een trajectplan. De persoon die aan het werk gaat of een traject doorloopt, doet niet meer dan wat van hem verwacht wordt”, schreef de gemeente streng in het beleidsplan van 2014. Vanaf zomer 2015 is het vrijwel uitsluitend nog straf, straf en straf wat de klok slaat voor bijstandsgerechtigden en de dwangarbeiders onder hen die niet altijd braaf gehoorzamen.
Rapportage Leidse dwangarbeid 2016
1. Veel Leidse bijstandsgerechtigden toch weer langer dan zes weken aan de dwangarbeid gezet Ook in mei 2012 rapporteerden we uitgebreid over dwangarbeid in Leiden. Een volledig overzicht vind je in ons dossier 1. |
Meevallen
We zijn bijna vijf jaar geleden met ons Leidse strijdexperiment tegen dwangarbeid begonnen. De eerste maanden konden we nog gewoon het dwangarbeidcentrum DZB binnenlopen en in de kantine met dwangarbeiders praten. Die vertelden ons onder meer over hun angst voor strafkortingen. Eind april 2012 kwam DZB-directeur Bas van Drooge aan ons tafeltje staan. Hij ontkende dat er veel strafkortingen werden uitgedeeld en toonde ons een staatje op zijn mobiele telefoon. In de eerste tweeënhalve maand van 2012 zouden er negen kortingen van 10 procent zijn uitgedeeld, vijf van 20 procent, twee van 50 procent, een van 100 procent en een van 300 procent (dat wil zeggen: drie maanden geen uitkering). Hij vond die aantallen wel “meevallen”. Tsja… “meevallen”. Het is natuurlijk makkelijk praten als directeur, zonder enige dreiging van korting op je riante salaris.
De meeste dwangarbeiders en andere bijstandsgerechtigden kunnen nauwelijks rondkomen of zitten al in de schulden. Een korting is in die uitzichtloze situatie een verschrikkelijk vooruitzicht. Vrijwel elke dwangarbeider – en we spraken er in de loop der jaren honderden – probeert er alles aan te doen om een strafkorting te voorkomen. Er heerst een bijna tastbare angst om nog verder in de financiële problemen te komen, met alle gevolgen van dien. Het is een bewuste keuze van beleidsmakers om het bestaan van bijstandsgerechtigden permanent onzeker te houden, omdat ze alleen via zo’n wurggreep kunnen worden gedwongen tot gratis arbeid. Braaf overkomen is voor dwangarbeiders dan ook essentieel om te kunnen overleven, en deelname aan collectief verzet is bijna ondenkbaar.
Frustraties
Maar onder de oppervlakte is de woede om de vernederingen onverminderd groot. We hebben heel wat dwangarbeiders horen vertellen hoe graag ze die zelfingenomen, hen vernederende medewerkers eens flink de waarheid zouden willen zeggen. Meer dan eens fantaseerden dwangarbeiders in onze aanwezigheid hardop over hoe ze die hele teringzooi van de DZB in de fik zouden zetten. Dat er niet veel meer strafkortingen worden uitgedeeld, is feitelijk een teken van de enorme zelfbeheersing die veel uitkeringsgerechtigden zichzelf noodgedwongen opgelegd en aangeleerd hebben. De mens kent nu eenmaal een allesoverheersende overlevingsdrang. Het is volkomen begrijpelijk (en een teken van een kwaad geweten) dat het dwangarbeidcentrum een soort van eigen knokploeg schijnt te hebben, onder leiding van hoofdbewaker op de werkvloer Emiel Gommans, die via een knop onder bureaus in diverse ruimten kan worden opgeroepen om “cliënten” die het niet meer uithouden, snel het pand uit te werken.
We hebben honderden verhalen gehoord over hoe DZB-medewerkers ‘hun’ dwangarbeiders het bloed onder de nagels vandaan halen en dreigen met strafkortingen. Kort een paar voorbeelden. Een man moest zijn vrouw met spoed naar het ziekenhuis brengen en kon daarom niet gratis komen werken. Vervolgens werd hij bedreigd met een strafkorting. Een andere man moest na een ongeluk buiten werktijd zelf naar het ziekenhuis, en moest, ook al had hij nog veel pijn, op straffe van een fikse strafkorting meteen weer komen dwangarbeiden. Dat deed hij, maar toch kreeg hij nog een strafkorting van 10 procent omdat hij zich niet op tijd ziek had gemeld. Een andere man vertelde gefrustreerd dat hij thuis zijn vrouw wilde verzorgen die sinds enige tijd een ernstige ziekte had, maar hij moest en zou komen dwangarbeiden, anders…. Weer een andere man kreeg veertien dagen de tijd “om na te denken” over een vacature aan de andere kant van het land. Bij een verkeerde keuze wachtte hem een strafkorting, zo werd hem te verstaan gegeven. Een vrouw die een uitkering ontving van slechts tweehonderd euro moest zes maanden fulltime gaan dwangarbeiden (“stage lopen”). Toen ze weigerde, kreeg ze 300 procent strafkorting.
Presentatie en brieven
Meteen bij binnenkomst in de bijstand krijgen baanlozen een intimiderende presentatie. Die gaat voor een flink deel over de strafkortingen die hen te wachten staan. Bijvoorbeeld als ze niet op tijd veranderingen doorgeven rond hun gezin en woonsituatie en eventueel werk of vrijwilligerswerk. “Niet melden kan leiden tot een boete van 100 procent: 500 euro onterecht aan uitkering leidt tot 1.000 euro terugbetalen”, staat op een van de powerpointdia’s die bij de presentatie worden vertoond. Waarbij dat “terugbetalen”, voor wat betreft die tweede 500 euro, natuurlijk een eufemisme is voor het feitelijk bestolen worden door de gemeente. Er wordt nog fijntjes bij vermeld dat wanneer dat “terugbetalen” leidt tot een schuld, de bijstandsgerechtigde dan kan fluiten naar schuldhulpverlening.
En zo gaat de presentatie door: wie niet bereid is om te verhuizen of om drie uur te reizen voor een nieuwe baan, wie naar de zin van de gemeente onvoldoende aandacht besteedt aan “persoonlijke verzorging” of weigert een “correcte houding en gedrag” te vertonen, wie geen “tegenprestatie” wil leveren, die kan een “maatregel” krijgen, dat wil zeggen: een strafkorting of een “afwijzing individuele inkomenstoeslag”. Die toeslag is trouwens in de plaats gekomen van de vroegere langdurigheidstoeslag. Die kon toen in tegenstelling tot de huidige inkomenstoeslag niet bij wijze van straf ingehouden worden. De toeslag krijgen dwangarbeiders en andere uitkeringsgerechtigden nu sowieso al niet meer wanneer ze een keer 20 procent of meer gekort zijn, of ooit niet voldaan hebben aan eerder genoemde eisen. Kortom: straffen en nogmaals straffen omdat je eerder al eens gestraft bent, de gemeente Leiden draait er de hand niet voor om.
De eerste brieven die bijstandsgerechtigden van de gemeente ontvangen, hebben dezelfde dreigende toon, met voortdurende verwijzingen naar straf. Als baanlozen niet deelnemen aan de presentatiebijeenkomst, als ze te laat komen, als straks “uit uw Plan van Aanpak onvoldoende inzet en motivatie blijkt om snel aan het werk te gaan” dan…. Een “Plan van Aanpak” is overigens een tekst waarin bijstandsgerechtigden moeten beschrijven hoe ze snel betaald werk zullen gaan vinden. Ze moeten daarin enthousiasme uitstralen, ook al is dat gezien de crisis volkomen ongeloofwaardig. Waar het om gaat, is dat de bijstandsgerechtigden zeggen wat de medewerkers van de gemeente willen dat ze zeggen. Zoals Big Brother in Orwells “1984” de mensen dwingt om twee plus twee is vijf te zeggen, alsof ze het echt geloven. Het “Plan van Aanpak” vormt een kernonderdeel van de disciplinering, en wie zich daaraan onvoldoende onderwerpt, wordt vanzelfsprekend gekort op de uitkering.
Lijsten
Onthullend is de lijst die de gemeente erop na houdt met de precieze percentages van strafkortingen die dwangarbeiders en andere uitkeringsgerechtigden opgelegd krijgen bij allerlei “gedrag”. Zo staat er bijvoorbeeld straf op “niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te behouden”, “niet (tijdige) inschrijving of verlenging UWV Werkbedrijf”, “gedrag belemmert inschakeling arbeid”, “niet tijdig ondertekenen/verstrekken trajectplan of overeenkomst”, “niet (tijdig) voldoen aan oproep in verband met arbeidsinschakeling”, “niet (voldoende) meewerken aan onderzoek/opleiding”, “weigert aangeboden voorzieningen in verband met arbeid/sociale activering” en “niet voldoen aan andere verplichtingen in verband met arbeidsinschakeling”. De eerste keer kan het bij een waarschuwing blijven, maar daarna staan kortingen van 10, 20, 50, 100 en maar liefst 300 procent (dus drie maanden geen uitkering) op het programma. Bij “recidive” (een begrip dat kennelijk niet meer alleen in verband met criminaliteit gehanteerd wordt) binnen een jaar knalt de gemeente er direct bovenop met 20, 50, 100 en 300 procent.
Maar het kan nog strenger. Bij ander “gedrag” wordt niet eens gewaarschuwd, maar wordt meteen een strafkorting van 100 procent opgelegd. Bijvoorbeeld bij “niet aanvaarden arbeid/niet meewerken aan bemiddeling concrete dienstbetrekking”, “door eigen toedoen niet of onvoldoende behouden van arbeid”, “weigering deelname aan een specifiek op arbeidstoegeleiding gericht project”. En zo gaat de lijst nog even door. Een strafkorting van 300 procent wordt opgelegd bij bijvoorbeeld “volgen opleiding zonder toestemming”. En geen waarschuwing, maar meteen een strafkorting van 50 procent wordt opgelegd wanneer “wanneer medewerkers zich geschaad of bedreigd voelen”.
Subjectief
“Zich geschaad of bedreigd voelen”? Maar dat is toch volkomen subjectief? Dat kan iedere medewerker op elk gewenst moment inzetten zonder dat het objectief vast te stellen is, zonder dat het door de uitkeringsgerechtigde te weerleggen valt. IJverige medewerkers kunnen ook alle kanten op met veel van de andere omschrijvingen als “niet naar vermogen”, “gedrag belemmert”, “correcte houding en gedrag”, enzovoorts. Als ze iemand willen pakken, dan is er dus altijd wel een stok om de hond mee te slaan.
Dat overkwam bijvoorbeeld drie jaar geleden dwangarbeider Achmed, die volgens de beruchte DZB-medewerkster Angelique van Delft “belemmerend gedrag” zou hebben vertoond. Ze probeerde hem voortdurend te vernederen omdat hij het na zes (!) maanden zat was om nog langer te dwangarbeiden. En ze legde hem daarom ook een strafkorting van 100 procent op. Volgens de regels van de gemeente was en is zes weken dwangarbeid het maximum. Doorbraak steunde Achmed en hij maakte bezwaar. Uiteindelijk werd hij in het gelijk gesteld door de bezwaarcommissie: zijn gedrag was niet “belemmerend” geweest. Maar hoeveel dwangarbeiders en andere bijstandsgerechtigden hebben de kennis, de kracht en de steun om tegen de medewerkers en het dwangarbeidcentrum in te gaan? De DZB bleef Van Delft vanzelfsprekend door dik en dun steunen, want disciplineren staat immers centraal in het takenpakket van alle medewerkers. Tot op de dag van vandaag loopt ze daar nog steeds dwangarbeiders te pushen.
Streefcijfers
Bij de meeste uitkeringsgerechtigden en dwangarbeiders zit de angst er dus goed in. Daarom worden er wellicht minder strafkortingen uitgedeeld dan men zou verwachten. En dan de gemeente misschien wel zou willen. Want iedere strafkorting is natuurlijk tegelijk ook een bezuiniging op de uitgaven voor sociale zekerheid. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat er een paar jaar terug een plan onder ambtenaren circuleerde om het aantal strafkortingen voor bijstandsgerechtigden flink op te schroeven via streefcijfers. De gemeente zou een half miljoen euro per jaar kunnen bezuinigen door de toen verwachte vijfhonderd dwangarbeiders gemiddeld allemaal een maand per jaar met 100 procent te korten, of bijvoorbeeld twee keer een maand met 50 procent. Er ontstond een heftige discussie tussen ambtenaren die voor en tegen het boetequotum waren. “Het zou zijn alsof de Leidse politie van tevoren opdracht krijgt om iedereen in een bepaalde buurt op de een of andere manier een bekeuring te geven”, aldus een van de critici. “Maar toen kwam Doorbraak met het protest tegen dwangarbeid en werd het plan maar opgeborgen”, zo vertelde een van onze bronnen destijds. Ambtenaren waren bang dat een en ander naar de pers zou lekken, en met Doorbraak-activisten die overal bovenop zitten, werd zo’n plan toen simpelweg te riskant gevonden. Overigens geldt dat, als de gemeente wil bezuinigen via zoveel mogelijk kortingen, de uitkeringsgerechtigden dan terug kunnen vechten en de gemeenten juist op kosten kunnen jagen door er zoveel mogelijk tegen in bezwaar te gaan. Een afschrikeffect en disciplinering van onderaf.
Het voortdurend zeer nadrukkelijk dreigen met straffen en daadwerkelijk financieel kapotmaken van ontvangers van geld van de overheid blijft overigens gereserveerd voor de mensen aan de onderkant van de samenleving. Er is geen vergelijkbare praktijk voor ontvangers van bijvoorbeeld de villasubsidie, waaraan meer dan twee keer zoveel wordt uitgegeven als aan de bijstand. Terwijl juist die villasubsidietrekkers eventuele kortingen makkelijk zouden kunnen dragen, zeker aangezien de helft van het totaalbedrag wordt uitgekeerd aan de twintig procent rijkste huizenbezitters.
Eric Krebbers