De olifant in de kamer en de ineenstorting van het kapitalisme
Het afgelopen weekend ben ik naar het 2.Dh5-festival geweest en daar heb ik een lezing bijgewoond van Howard Nicholas, die werkt aan het International Institute of Social Studies van de Erasmus universiteit in Rotterdam. Zijn lezing had als titel “The global economy at a tipping point”. Eerst een waarschuwing vooraf, die Nicholas in zijn lezing steeds herhaalde. Het is geen prettig verhaal, want je zult gaan lezen dat alles in de samenleving bijna op instorten staat. En dat gaat binnenkort gebeuren. Als je dus een prettige dag wilt hebben, dan kun je dit artikel beter niet tot je nemen.
Nicholas had zijn lezing in drieën gedeeld. Als eerste behandelde hij de “shift in economic power”, de verschuiving van het zwaartepunt van de economische productie van welvaart van de Verenigde Staten en Europa naar wat vroeger “ontwikkelingslanden” werden genoemd in Oost-Azië en in mindere mate Latijns-Amerika. Met grafieken liet hij zien dat deze verschuiving zich vooral de laatste tien tot vijftien jaar heeft voltrokken.
Dat gold vooral voor de productie van industriële goederen (“manufacturing”), maar nu zijn de Aziatische landen aan het vooroplopen in de robotisering, in de technologische revolutie die gaande is. Azië bouwt wat dat betreft een grote voorsprong op ten opzichte van Europa en de Verenigde Staten. Wat betreft de verschuivingen: die nuanceerde Nicholas later in zijn lezing. Ook Europa (Duitsland) doet mee. Je ziet dat er wat dat betreft ook steeds meer een economische verstrengeling is tussen Europa en Azië. Vanuit Duitsland gaat men steeds meer links leggen tussen bedrijven in Azië en in Duitsland. Europa ontwikkelt zich als tweede economische wereldmacht, wat zal worden versneld door de Brexit van dwarsligger Engeland. Het kan zijn dat zich nu meerdere belangrijke en minder belangrijke economische machtscentra aan het vormen zijn. Overigens zie je dat de productie van goederen zich alweer aan het verplaatsen is van Oost-China, waar de lonen steeds hoger worden, naar andere Aziatische landen zoals Vietnam, waar de lonen nog laag zijn. China kan zijn positie van motor op de wereldmarkt niet volhouden. Ik kom daar nog op terug.
Cyclus
Nicholas relateerde dat aan het tweede onderwerp van zijn lezing, namelijk dat er zich in de economie twee golven voordoen: de langlopende K-wave ofwel de Kondratieff-cyclus van veertig tot vijftig jaar, en de kortlopende Juglar-cyclus van tien tot vijftien jaar. We bevinden ons nu op de bodem van de lange cyclus die omstreeks 1990 is begonnen. Het golfdal was omstreeks 2009 (zie hieronder). Altijd vinden er, zo wijst de geschiedenis uit, op de bodem van de lange golf technologische innovaties plaats en is er een verschuiving van de economische macht naar andere regio’s. Van Groot-Brittannië naar de Verenigde Staten, en vandaar naar Oost-Azië.
Verder verklaarde Nicholas de business cycles, de op- en neergaande golfbewegingen, nader. Het punt daarbij is dat er een gestaag neergaande golf is op de lange termijn, maar dat de kortlopende golven deze tendens kunnen versterken. Dat is nu het geval.
Hierboven zien we de kortlopende Jular-golf en de jaren waarin volgens deze golfbeweging een dal was. Hieronder zien we hoe de kort- en langlopende golven in de negentiende eeuw aan elkaar zijn gerelateerd.
Nicholas hield een slag om de arm wat betreft de vraag of we nu de absolute bodem van de lange golf, die jaren kan aanhouden, hebben bereikt. Het zou nog wat verder omlaag kunnen gaan en versterkt kunnen worden door opkomend protectionisme en handelsoorlogen in de wereld. Maar Nicholas is ook tegen vrijhandelsverdragen als TTIP, door hem “de verkeerde vrijhandel” genoemd. Hierbij krijgen de internationale grote corporaties die wereldwijd opereren veel macht, en je moet maar afwachten of ze hun belofte nakomen dat ze de infrastructuur in landen op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, sociale zekerheid, enzovoorts, niet willen aantasten. Tot nu toe in de geschiedenis zijn we uit de lange neergaande golf gekomen door oorlogen en door opkomend nationalisme en fascisme. In de VS is 37 procent van de productie gelieerd aan de oorlogsindustrie. Door technologische revoluties kunnen steeds grotere hoeveelheden goederen worden geproduceerd, maar op de bodem van de neergaande lange golf is er geen vraag naar. Oorlogen kunnen dit ‘probleem’ oplossen.
Schuldenberg
Het derde onderwerp van zijn lezing was wat hij noemde “de olifant in de kamer”, de vertaling van de Engelse uitdrukking “the elephant in the room”. Ofwel: een probleem dat overduidelijk aanwezig is, maar waar niemand het echt over wil hebben. We hebben een crisis gehad in 2008. Wat in voorgaande crises niet gebeurde, en nu wel, was dat de staten ingrepen in de economie. Banken werden gered van het bankroet door grote hoeveelheden geld te gaan scheppen en in de economie te pompen. We denken hierbij aan de astronomische bedragen die de nationale banken van de westerse landen, zoals de ECB en de FED, in de economie pompen, maar deze bedragen vallen in het niet bij wat China heeft gedaan. De hoeveelheid geld die China in de economieën van de wereld heeft gepompt, overtreffen die bedragen in grote mate. Het resultaat ervan was dat de Chinese economie weer opkrabbelde, en in zijn eentje de wereldeconomie heeft gered ten koste van de opbouw van een gigantische schuldenberg. Maar – en nu komen we op sombere voorspellingen die Nicholas deed – dit bood slechts tijdelijk soelaas. We zien na 2015 de Chinese economie weer stagneren naar minder grote groeicijfers. En ditmaal zal het medicijn van onvoorstelbaar gigantische bedragen in de economie pompen niet meer kunnen.
De gigantische schuldenberg is “de olifant in de kamer”. Dat deze schuldenberg met astronomische bedragen nog niet ineen is geklapt, komt omdat de rente bijna nul is en in sommige landen en bij sommige leningen zelfs negatief. Dat laatste betekent dat de nationale banken als het ware geld geven aan de rijken en grote bedrijven om hen ertoe te brengen om geld te lenen. Maar de rente gaat stijgen, verwacht Nicholas. Dat is in het verleden altijd zo geweest. In dat geval wordt het onmogelijk om de astronomische schuldenberg nog af te lossen, moeten gigantische bedragen aan rente worden betaald en klapt de zaak in elkaar. De rente op tienjarige leningen is al aan het stijgen.
Hierboven zien we een grafiek van de ontwikkeling van de rente van het Nederlandse handelskapitalisme vanaf 1517, waaruit blijkt dat de rente altijd meer dan een paar procent is geweest en dat we op dit moment wat de zeer lage rente betreft in een uitzonderlijke situatie verkeren.
Plezierjachten
De oorzaak van de huidige neergang op de beurzen is de angst voor een stijgende rente. Maar de mainstream economen, zoals de neo-klassieken aan de universiteit en de politici, willen het er niet over hebben, over die olifant. Dat pompen van geld in de economie (lees: gigantische hoeveelheden geld scheppen zonder dat er iets tegenover staat) betekent dat de elite (niet de middenklasse en lager) steeds rijker wordt. De gigantische fortuinen die individuen verzamelen, zijn daar een uiting van. Maar wat doen die mensen? Zij investeren het niet in de reële economie, in de productie, maar beleggen het geld in vastgoed en zij streven naar speculatiewinsten. Met beleggingen in de productie valt veel minder of niets te verdienen, omdat de vraag zich maar weinig uitbreidt. In alle grote steden in de wereld, van Sydney tot Amsterdam, zien we de huizenprijzen sterk stijgen. Daarnaast stijgen de prijzen van bijvoorbeeld gerenommeerde kunst en luxe goederen enorm, bijvoorbeeld plezierjachten van 1 tot 10 miljoen dollar. Die prijzen zijn de laatste tijd 10 procent gestegen, en de prijzen van jachten van 10 miljoen dollar of meer zijn wel met 20 procent gestegen.
In feite geeft men door de negatieve of lage rente gewoon geld aan de zeer rijken. Donald Trump is daarvan een voorbeeld. De huidige Amerikaanse president kreeg in 2011 het aanbod om een grote som geld van een bank te lenen tegen 0,7 procent rente. Trump zei: “Daar ging ik op in en met een druk op de knop van de computer kocht ik daarvoor US Bonds met 3,7 procent rente”. Nicholas legde uit waarom men bewust veel geld geeft aan de superrijken en niet aan de arbeiders en de middenklasse. De vrije markt-econoom Milton Friedman heeft bij de bestudering van de lange golf vastgesteld dat als de rijken rijker worden en hun bezittingen hun waarde behouden, bijvoorbeeld aandelen en obligaties, dat dan de bodem van de lange golf korter zou zijn. Men probeert een grote waardevermindering van aandelen en dergelijke te vermijden. Wanneer het voor de rijken mogelijk wordt gemaakt om weer te investeren in de economie bij een licht toenemende vraag, dan ben je sneller uit het dal. Als de zeer rijken met een gigantische waardevermindering van hun bezittingen te maken hebben, dan kunnen ze niet meer investeren. En geld geven aan de arbeiders zou de inflatie enorm aanwakkeren. En de economie zou weer stagneren.
Nicholas legde uit dat deze krankzinnige theorie nu heeft geleid tot een tijdbom die men ontkent, ofwel: “de olifant in de kamer”. Hij voorspelt zelfs dat de komende weken cruciaal zijn. We zien nu al de eerste signalen dat het misgaat. En hij is nog somberder. Hij vertelde hoe Trump aan de macht was gekomen. Volgens Nicholas hebben met name witte, arme en deels werkloze Amerikanen op Trump gestemd. Onder Barack Obama was de werkloosheid onder de zwarte bevolking en onder migranten weliswaar hoger dan onder de witten, maar die is gestabiliseerd of zelfs teruggelopen, terwijl de werkloosheid onder de witte Amerikanen enorm is toegenomen. Veel van die witten hebben daarom op Trump gestemd. Zo zie je dat economische problemen met als gevolg uitzichtloosheid voor velen leiden tot racisme, rechts-radicalisme en zelfs fascisme. Obama heeft als het ware bij gelijkblijvende of zelfs nog toenemende werkloosheid alleen maar een kleine verschuiving bewerkstelligd. Nicholas zegt er wel bij dat in de VS de werkloosheidscijfers voortdurend veranderen, omdat het begrip werkloosheid voortdurend anders wordt gedefinieerd, waardoor vergelijkingen in de tijd moeilijk zijn. Zo worden sinds enige tijd werklozen die langer dan 9 maanden werkloos zijn niet meer als werklozen beschouwd, omdat men ervan uitgaat dat de werkloosheid van die mensen hun eigen keuze is. Ook de inflatiecijfers worden gemanipuleerd. Zo wordt een nieuwe computer, die 10 procent meer rekenkracht heeft dan een oudere en die ook duurder is, niet als een duurdere computer beschouwd, omdat hij meer kan. Deze fraude met economische data zie je overigens overal, ook in Nederland. Nicholas is somber over de oorlogen en het opkomende nationalisme en fascisme in deze tijd. Maar hij legt wel een erg directe relatie tussen economische neergang en de opvattingen die mensen hebben. Over de verkiezing van Trump zijn er ook andere analyses, waarbij blijkt dat ook grote delen van de rijkere Amerikaanse middenklasse op hem hebben gestemd.
Sub-Sahara Afrika
Wat kunnen we ertegen doen? Er zouden volgens Nicholas grassroots-bewegingen moeten komen die centraal stellen dat deze krankzinnige ontwikkeling moet stoppen en dat er geld genoeg is voor werkgelegenheid, gezondheidszorg en onderwijs. De gigantische hoeveelheden geld die in omloop zijn en gebruikt worden voor speculatieve waardestijgingen van onroerend goed en andere objecten bewijzen het. Er moet meer geld ten goede komen aan de mensen die weinig tot niets hebben, om op een andere manier de crisis op te lossen.
Nicholas legde ook nog uit dat hij het bovenstaande verhaal, met name de analyse van business cycles, ook in Azië vertelde aan beursspecialisten en beleggers. Er zaten daarbij soms meer dan 1000 mensen in de zaal. Het bleek dat zij intern deze analyse deelden en ook uitgingen van die op- en neergaande golven en dat zij in hun onderzoeksinstituten de data in dat opzicht analyseerden. Maar zij doen het om er geld aan te verdienen. Niet om er een democratische discussie over te beginnen. Hun analyses worden niet gedeeld met universiteiten en dergelijke, waar mainstream economen vertellen over het evenwicht van vraag en aanbod van dat zogenaamd prachtige kapitalisme. Je mag daar ook niet zeggen dat de golfbewegingen tevens de functie hebben om de arbeidersklasse te disciplineren. In tijden van grote werkloosheid zijn de arbeiders gedwongen om lagere lonen te accepteren, in principe, waarna een opgaande golf kan volgen. De uitgebreide data die beursanalisten verzamelen zijn geheim. Nicholas vertelde de anekdote dat hij de data waar hij inzage in had gehad tijdens zijn optredens voor beleggers, ook gebruikte bij zijn colleges aan de universiteit. Daarop stuurde een van zijn studenten een mail aan gerenommeerde onderzoeksinstituten van beleggers in Azië met de vraag of hij een update van die data kon krijgen. Vervolgens kreeg Nicholas brieven van advocatenkantoren dat hij de data niet mocht gebruiken.
Nicholas ging ook nog in op de positie van sub-Sahara Afrika. Daar liggen de goedkope grondstoffen voor de wereldproductie van eerst Europa, toen Amerika en nu China. Die grondstoffen worden in die landen in de industriële productie gebruikt. Maar toch leveren de landen van sub-Sahara Afrika maar 1,5 procent van de waarde van de wereldproductie. De grondstoffen zijn namelijk spotgoedkoop. Eerst Europa, toen de VS en nu China proberen die productie van zeer goedkope grondstoffen veilig te stellen. Daarom bemoeien ze zich met de politiek in Afrika, waar voortdurend coups plaatsvinden waarbij dictators aan de macht komen die op de rijke landen steunen en de leverantie van grondstoffen verzekeren. Nicholas verwerpt wat dat betreft het verwijt van een samenzweringstheorie. Hij gaf cijfers over het aantal coups dat in sub-Sahara Afrika plaatsvindt. China maakt het voor die landen niet beter, aldus Nicholas. Want China heeft dezelfde uitgangspunten als het westen. Men legt wegen en infrastructuur aan om de afvoer van grondstoffen te bevorderen. Door deze politiek leven 500 miljoen Afrikanen beneden de armoedegrens en is het de enige regio waar deze armoede nog toeneemt.
Ontmythologisering
De analyses van Nicholas over de verschuiving van de economische (en politieke?) machten naar andere regio’s en de voorspelling van een ineenstorting kunnen we ook vinden bij andere hedendaagse onderzoekers. Zo kan het boek “Tijd van woede” van Pankaj Mishra worden beschouwd als een aanvulling op de relatie tussen de economische ontwikkelingen en de opvattingen die mensen hebben. Overal komt de zogenaamde morele superioriteit van de westerse cultuur onder vuur te liggen. De ontmythologisering voltrekt zich onder andere via de opnieuw opkomende anti-racisme beweging en in de kritiek op de verheerlijking van het koloniale verleden. De (burger)oorlogen in de wereld, de genocide die hier en daar wordt gepleegd, zoals in Myamar, IS, de oorlog in Irak, de terroristische aanslagen, het islamitisch fundamentalisme, de mentaliteit van een zich steeds verrijkende elite, corruptieschandalen en omkoperij, directe en indirecte lobbynetwerken van machtige kapitaalbezitters, het zijn geen achterlijke, archaïsche verschijnselen die voortkomen uit “andere culturen” of uit de algemene slechtheid van de mensen die moreel bestreden zouden moet worden met westerse waarden, waarmee de mythe van het moreel superieure westen met haar vooruitgang en haar hoogstaande waarden en normen zou worden bevestigd. Nee, het zijn juist verschijnselen die uit de tegenstrijdigheden en het failliet van de westerse moderniteit zelf voortkomen. De westerse moderniteit schept radeloze op zichzelf teruggeworpen individuen, losgeslagen uit sociale verbanden, die in concurrentie met anderen moeten zien te overleven. Dat leidt tot de excessen die hierboven werden genoemd. En tot het opnieuw opleven van nationalisme, rechts-radicalisme en nog erger. Die ontmythologisering van de westerse ideologieën, waaronder ook traditioneel linkse standpunten die als alternatief voor het neo-liberalisme worden gepresenteerd, zoals het concept van de socialistische planeconomie met haar verheerlijking van het aloude taylorisme, leidt tot het inzicht dat het failliet van de westerse moderniteit onvermijdelijk is. Nieuwe oorlogen liggen daarbij op de loer. Zoals het in het dal van de Kondratieff-cyclus altijd is geweest, zou ik willen zeggen. Wat komt ervoor in de plaats? Mishra weet het eigenlijk ook niet.
Een andere aanvulling op de analyse van Nicholas is te vinden in het boek “De onzichtbare hand” van Bas van Bavel. Nicholas gaat terug naar het begin van de industriële revolutie, maar Van Bavel analyseert ook andere kapitalistische marktsamenlevingen in de geschiedenis, van Irak tot de Italiaanse Renaissance en van het Hollandse handelskapitalisme tot de tijd na de industriële revolutie. Van Bavel zegt dat de geldeconomie (ruilen van goederen als resultante van de productie op de markt) van alle tijden is en in de meeste samenlevingen historisch gezien voorkomt. Maar dat is geen kapitalistische markteconomie. Daarvoor moet niet alleen de resultante van de productie, de output, aan marktwerking onderhevig zijn, maar ook de input, dus de grond, arbeid, kapitaal en hulpstoffenproductie. Dat is in de geschiedenis maar in beperkte mate het geval geweest. In de samenleving in Irak, 500 na Chr., in het Italië van de Renaissance en in het handelskapitalisme in Nederland in de zogenaamde Gouden Eeuw, of eigenlijk daaraan voorafgaand. En daarna dus de industriële revolutie in het Westen. Van Bavel doorbreekt met zijn analyse de rigide stufen-theorieën van het marxisme, als zou er alleen na de industriële revolutie sprake zijn geweest van kapitalisme. Zijn analyse is dat bij het proces waarbij ook de input onderhevig wordt aan de markteconomie aanvankelijk een combinatie bestaat met oudere productievormen en principes, maar ook met nieuwe gemeenschapsvormen, die de grond, arbeid en kapitaal gedeeltelijk in handen hebben. Gilden, beheer van gemeenschappelijke gronden, coöperaties, dorpssamenlevingen met gemeenschappelijk bezit, kortom, wat tegenwoordig de “commons” worden genoemd. In deze fase van de ontwikkeling van het kapitalisme is er groei van welvaart. De markteconomie is als het ware een aanvulling op die andere manieren van productie en invloed. Want in die samenlevingen bestaat een betrekkelijk grote gelijkheid en toegang tot de welvaart voor de meesten en ook politieke invloed voor de meesten. Niet het kapitalisme als zodanig heeft welvaart gebracht, maar de verworven rechten van de arbeidersklasse, die sociale zekerheid en democratie (algemeen kiesrecht) hebben afgedwongen. Dat is volgens Van Bavel de eerste fase in de ontwikkeling van markteconomieën. Maar in de tweede fase, waarin de markteconomie dominant wordt, worden al die alternatieve productiemethoden vernietigd en ontstaat er steeds grotere (sociale en materiële) ongelijkheid en trekken de steeds rijker wordende rijken de politieke macht naar zich toe. Zij beleggen niet meer in productie, maar in speculatie en financiële vermeerdering van hun kapitaal. Dat is in alle bovengenoemde kapitalistische markteconomiën gebeurt. Op onze zogenaamde Gouden Eeuw, waarin overigens de meerderheid van de bevolking in grote armoede leefde, volgde de stagnerende regentenmaatschappij van de achttiende eeuw. Hetzelfde gebeurt nu. Van Bavel noemt daarbij het Amerika van Trump. Voor Nederland verwacht hij deze ontwikkeling de komende tien tot twintig jaar.
Dat was het. Prettige dag verder.
Piet van der Lende
(Dit is een geredigeerde versie van een artikel dat gisteren op de weblog van de Bijstandsbond verscheen.)