Ook gemeente Leiden laat vluchtelingen in de kou staan
De uitgeprocedeerde vluchteling Ahmed Mahdi Ahmed (24) uit Soedan slaapt in Leiden op straat. Al bijna twee weken, sinds hij uit het Detentiecentrum Rotterdam is ontslagen. Hij is ten einde raad, want behalve “bed” en “bad” ontbreekt het hem ook aan geld voor “brood”. Hij staat met lege handen. Onbegrijpelijk, zegt Harry Westerink van De Fabel van de Illegaal, waar de Soedanees aanklopte. “Ahmed werd bij de Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen weggestuurd. Geen plek, zeiden ze. Dit is de stad van de burgemeester die deze week in de Tweede Kamer heel stoer zei dat Leiden – tegen het regeringsbeleid in – uitgeprocedeerde asielzoekers bed, bad en brood blijft bieden.” Ahmed Mahdi Ahmed is niet de enige, weten ze bij De Fabel van de Illegaal “Maar het gaat nou ook niet weer om heel veel mensen die in Leiden in vergelijkbare omstandigheden verkeren. Ik ken er een stuk of vier, vijf”, aldus Westerink. “Het gaat ook niet om de aantallen, het gaat om het mechanisme: dat ook in Leiden mensen als Ahmed gewoon worden weggestuurd. Als je geen plek hebt dan moet je aan de bel trekken bij de gemeente. Heel snel. En als er geen plek is, kunnen mensen dan niet op zijn minst een klein geldbedrag meekrijgen? Dat ze in elk geval geen honger hoeven te hebben?” Ahmed kijkt intussen met tranen in zijn ogen voor zich uit. Hij ziet er moedeloos uit, weet het allemaal niet meer. Hij zegt dat STUV vindt dat hij geen banden met Leiden heeft. Maar voordat hij bijna een jaar werd opgesloten in het Rotterdamse uitzetcentrum, zat hij vier, vijf jaar in Leiden. Hij noemt straatnamen – zoals de Obrechtstraat – die veel Leidenaars waarschijnlijk niet eens kennen. In het detentiecentrum in Rotterdam werd geprobeerd om de Soedanees het land uit te krijgen. Maar de Soedanese ambassade geeft daar de papieren niet voor. Dus is Ahmed twee weken geleden op last van de Immigratie en Naturalisatie Dienst weer vrijgelaten. Onuitzetbaar, is de conclusie. “Natuurlijk ging ik naar Leiden. Daar ken ik mensen, daar ben ik jaren geweest.” Maar hij vindt het moeilijk om een voortdurend beroep te doen op bekenden. Een goede vriend, bijvoorbeeld, heeft zelf slechts een kamertje waar hij met zijn vrouw woont. “Dat kan ik toch niet vragen”, zegt Ahmed. Eerder schreef het Leidse college dat er in Leiden zestien bed-, bad- en brood-plekken zijn, waarvan er dertien bezet zouden zijn. Saskia Craenen van Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen Leiden komt echter maar tot vijf. “Vijf opvangplekken boven ons kantoor”, zegt ze. “De kerken zijn net gestopt met hun opvangplekken omdat het geld op is. Er is een wachtlijst van zeventien mensen. Ahmed Mahdi Ahmed staat op deze lijst. Zodra er plek is, bel ik hem.” STUV ziet er geen heil in om mensen zoals Ahmed dan maar wat geld mee te geven, zodat ze eten kunnen kopen. “Het is of alle drie de b’s of geen een. Anders schiet het zijn doel voorbij en komen mensen alleen maar geld halen. Het gaat om de combinatie met sobere opvang en goede begeleiding. Die opvatting delen wij ook met andere steden. Ik zie er meer in als Ahmed naar een gemeente gaat waar wel plekken vrij zijn. Daarom heb ik hem ook gevraagd contact op te nemen met Utrecht.” De organisatie is intussen hard op zoek naar extra opvangplekken, zegt Craenen. “Want zoals het nu gaat, gaat het niet, dus we hopen op een snelle oplossing. Afgelopen november hadden we de eerste bedden, de regeling is nogal ad hoc opgezet. Het moet nu goed geregeld worden. We mogen uitbreiden naar twintig plekken maar eigenlijk kun je je afvragen of dat voldoet. Maak de rekensom maar: vijf mensen in de opvang plus zeventien op de wachtlijst.” Burgemeester Henri Lenferink zegt dat de gemeente een oplossing zoekt. “Ik vind dit heel vervelend. We zijn hard bezig voor meneer een noodopvang te regelen.”
Annet van Aarsen in “Ook in Leiden staan uitgeprocedeerde vluchtelingen op straat” (Leidsch Dagblad)