Open brief aan de goedbedoelende anti-racist
Beste mede-anti-racist,
Een ogenschijnlijke meerderheid van Turkse staatsburgers heeft bij het recent gehouden referendum ingestemd met de ombouw van Turkije tot een autoritaire staat, waarin vrijwel alle macht geconcentreerd wordt in de handen van het staatshoofd. Deze meerderheid is verkregen door intimidatie, repressie en grootschalige fraude door het AKP-regime. En mede dankzij de 70,94 procent van de Turkse Nederlanders die de gang naar een van de drie stemlocaties hebben gemaakt en “ja” hebben gestemd. Turkije, dat mooie land waar mijn roots liggen en waar mensen wonen die ik liefheb. Om wie ik me zorgen maak.
Veel Turkse Nederlanders met een progressieve en seculiere levensovertuiging lagen nog gewond tussen de scherven van ongeloof, verdriet, teleurstelling, angst, onzekerheid en boosheid toen jij her en der op sociale media opdook met je goedbedoelde, relativerende opmerkingen over hoe we de Nederlandse uitslagen rondom de Turkse volksraadpleging cijfermatig zouden moeten interpreteren. Het was niet wat het leek. Die 70,94 procent moesten we anders zien.
Wiskundig precies waren jouw opmerkingen. Nederland telt 252.680 Turkse kiesgerechtigden. 46,8 procent heeft gebruik gemaakt van zijn stemrecht. Dat zijn 118.321 mensen. 70,94 procent daarvan heeft “ja” gestemd: 82.672 personen. Afgezet tegen de totale stemgerechtigde populatie heeft dus maar 32,7 procent van de Turkse Nederlanders zich uitgesproken vóór de grondwetswijziging. Ook andere rekenvarianten waren in omloop. De feitelijke “ja”-stemmers werden daarin afgezet tegen de gehele groep mensen met een Turkse komaf, dus inclusief de niet-kiesgerechtigden. Uitkomst: een nog lager percentage. Gaaf…
Irritatie
Ik weet dat je het niet verkeerd bedoelt. Je wilt ‘ons’ Nederturken beschermen tegen het anti-Turks racisme en de xenofobie van de zijde van wit Nederland. Maar ik heb, behalve puur statistisch inzicht, eigenlijk niet zo veel aan je nuanceringen. Sterker nog, ze irriteren me. Ze voelen als een verstikkende mantel der liefde die over me heen wordt gelegd. En ik wil niet met Erdoğanisten onder dezelfde mantel schuilen. Zeker niet met hen.
Bovendien stel je de situatie te rooskleurig voor. Je gaat er impliciet van uit dat de 53,2 procent kiesgerechtigden die niet op is komen dagen voorbeeldig geïntegreerde burgers zijn die zich verre houden van de Turkse politiek of “nee” zouden hebben gestemd als ze wel op waren komen dagen. Maar dat weet je helemaal niet. Sommige conservatief-islamitische sekten wijzen stemmen bijvoorbeeld principieel af. Onder niet-stemmers zouden best leden van die sekten kunnen zitten. Anderen zouden verlopen identiteitspapieren kunnen hebben. Of gewoon onverschillig kunnen zijn, ondanks dat in veel Nederlandse steden ook een “nee”-campagne is gevoerd. Het gedrag van de sekteleden en de onverschilligen is in mijn ogen in ieder geval geen reden tot een feestje. Put geen kracht en hoop uit de groep niet-stemmers. Je weet simpelweg niet met wie je te maken hebt.
Mantel der liefde
Wat me ook steekt, is dat deze mantel der liefde zelden tevoorschijn wordt getoverd bij overwinningen van Europees extreem-rechts. Dan zie ik je ook vrijwel nooit mathematisch nuanceren of bagatelliseren door de nadruk te leggen op het lage opkomstcijfer. Dan sta je gelukkig wel in de alarmerende stand.
Ik doe een klemmend beroep op je: vlucht niet in een louter rekenkundige ‘analyse’. Je vertroebelt het zicht en veegt de urgentie van een voor veel mensen levensbelangrijke strijd onder het tapijt. Dat is de strijd tegen het Turkse conservatisme, islamisme en chauvinisme. Deze stromingen zijn zeer goed georganiseerd binnen de gemeenschap uit Turkije in Nederland en deze infrastructuur wordt actief gevoed door de lange arm van Ankara. Deze arm komt het sterkst tot uiting in de moskeeënkoepel Diyanet en de volgzame Turkse media die via de satelliet uitzenden. De kracht van deze stromingen zie je terug in het hoge “ja”-percentage. Ook minderheden uit Turkije – zoals Koerden, alevieten, Armeniërs en feministen – kennen de tentakels van deze lange arm maar al te goed. En niet op een plezierige wijze.
Overheid
Uiteraard is het niet alleen Ankara. Ook Nederland heeft deze rechtse en autoritaire structuren decennialang voorzien van middelen en legitimatie. Volop profiteren zij van subsidies en de status van gesprekspartner van de rijksoverheid en gemeenten. Nederlandse politieke partijen gingen en gaan nog verder. Exponenten van deze reactionaire kringen belanden relatief eenvoudig als stemmenkanonnen op de kandidatenlijsten van – helaas vaak progressieve – partijen. Linksen uit Turkije waarschuwen al sinds de jaren tachtig voor de lange arm en de lokale bondgenootschappen tussen politieke partijen en conservatieve en reactionaire Turken. Pas de afgelopen jaren wordt hun kritiek enigszins serieus genomen.
Moeten we de Turkse “ja”-stemmers dan afschrijven, of zoals rechts doet, oproepen op te pleuren naar Turkije? Nee, natuurlijk niet. Dat is het laatste waarvoor ik zou willen pleiten. Hun electorale voorkeur en hang naar nationalisme komt ergens vandaan. Zij zijn slachtoffers van racisme en uitsluiting en zijn zich daar zeer bewust van. Vooral de jongeren onder hen. Sinds het einde van de jaren negentig, dus al twintig jaar lang, wordt er ook nog ingebeukt op hun geloof en religieuze identiteit. Een hele generatie is inmiddels groot geworden in dit verwerpelijke klimaat van islamhaat. Het is naïef om te denken dat dit niets doet met mensen. “Wie in de zee valt, klampt zich zelfs vast aan een slang”, luidt een Turks spreekwoord. Die slang is de AKP. Zij belooft een nieuw, sterk en trots Turkije. Dat perspectief is een zalf voor de wonden van gelovige Turken in Nederland en de rest van Europa. Wonden die overigens vlak voor het referendum met zout werden bestrooid door een uitgekiende politieke strategie van Mark Rutte en die onder meer eindigde in hondenbeten. Erdoğan is Rutte diep in zijn hart erkentelijk. Geloof me. En ja, de “ja”-campagne in Nederland was beter en strakker georganiseerd dan die van het “nee”-kamp. Dat kan uiteraard geen verrassing zijn.
Moeilijk
Wat nu, goedbedoelende anti-racist? Stoppen met louter cijfermatig relativeren wat mij betreft, en in het offensief gaan langs drie lijnen. 1) Erkennen dat we het moeras dat de voedingsbodem van het erdoğanisme vormt moeten droogleggen. Dat wil zeggen, samen strijden tegen het witte racisme en tegen de islamhaat die Turken massaal in de armen van Ankara duwen. 2) Tegelijkertijd moeten we het gevaar dat schuilt in Turks chauvinisme en islamisme en de organisaties die deze ismes vertegenwoordigen inzien, onomwonden verwoorden en dit bestrijden. 3) De Nederlandse overheid en politieke partijen dienen we te bewegen om hun steun aan deze clubs – in welke vorm dan ook en of deze bewust of onbewust wordt verleend – te staken.
Moeilijk? Ja. Het leven en de samenleving zijn nu eenmaal complex. Een strijd op meerdere fronten – tegen het witte racisme én tegen Turkse reactionairen – zal de meeste vruchten afwerpen. Daar ben ik van overtuigd. Het ene sluit het andere niet uit; het maakt ons ook geloofwaardiger. Bovendien is dit ook de boodschap die de minderheden binnen de minderheid uit Turkije willen horen. Denk aan die scherven.
Hartelijke groet,
Mahmut Erciyas
Een anti racist die het (alleen) heeft over ‘witte racisme’… Als blanke uit een achterstand wijk ben ik al tig keer voor racist uitgemaakt door mensen die niet snappen dat het niet altijd om ras draait maar om gedrag dat iemand vertoont.
Door alleen te kijken naar ‘witte racisme’ ben je eigenlijk een…. racist
Martijn, als ik jouw reactie lees komen er twee gedachten bij me op:
– Ik denk dat je misschien onderschat hoe vaak niet-witte mensen op racistische wijze benaderd worden, op subtiele en minder subtiele manier. Dat is veelal een dagelijkse ervaring. Ik kan me voorstellen dat die ervaring ervoor kan zorgen dat je in een reflex racistische motieven bij de ander vermoedt, zelfs als dat in sommige gevallen niet zo is. Je zou ervoor kunnen kiezen om zoiets niet persoonlijk op te vatten maar je bewust te zijn van de ervaringen die de ander misschien heeft waardoor diegene zo reageert. Zoals je waarschijnlijk ook begrip zou kunnen opbrengen wanneer iemand die al drie keer is gebeten door een Duitse Herder, wat angstig reageert op de meeste Duitse Herders, ook als het baasje zegt dat de hond écht niks doet.
– Racisme heeft impact door scheve machtsverhoudingen en geschiedenis. Als een kleine man van 60kg tegen een enorme bodybuilder van 150kg roept “Ik sla je in elkaar!”, dan is de impact compleet anders dan wanneer het andersom is. Niet-witte mensen hebben minder macht in onze samenleving. Kijk alleen al naar de samenstelling van groepen die zich ‘de baas’ kunnen noemen – politici, top van het bedrijfsleven, bestuurders van onderwijsinstellingen, politiemacht etc. Al onze instituties zijn behoorlijk wit (en behoorlijk mannelijk, ook). Niet-witte mensen komen moeilijker aan een baan, krijgen structureel lagere schooladviezen etc. Dat blijkt uit onderzoek na onderzoek na onderzoek.
Dat laatste zegt natuurlijk helemaal niet dat witte mensen het niet moeilijk kunnen hebben – integendeel. Mensen met een laag inkomen hebben het juist steeds moeilijker in Nederland. Maar dat is niet het gevolg van hun huidskleur. Witte mensen worden niet achtergesteld vanwege hun kleur. Wel vanwege sociaal-economische positie, vanwege opleidingsniveau, vanwege gender en seksualiteit etc. etc. maar nooit vanwege hun kleur.