Uit de oude doos: Zwarte en gekleurde adel weggemoffeld
Het klinkt wellicht wat onwennig: een deels zwarte en gekleurde adel in de Nederlandse geschiedenis. Maar wie de feiten in ogenschouw neemt, zal moeten erkennen dat Codfried toch wel iets opzienbarends op het spoor lijkt. Hij heeft systematisch honderden schilderijen bestudeerd, van bekende en minder bekende adel. Regelmatig trof hij personen aan die zwart of gekleurd leken, of die weliswaar wit waren maar overduidelijk Afrikaanse gezichtstrekken hadden. Wie de tientallen in zijn boek opgenomen afbeeldingen met een open blik bekijkt, zal zich eerder gaan afvragen hoe het toch mogelijk is dat dit niemand eerder opgevallen is. Codfried wijt dat aan de eurocentrische blik van kunstcritici. Voor wie zelf zwart is, zo schrijft hij, is het bij veel portretten in een oogopslag aannemelijk: hier hebben we mogelijk te maken met een zwarte Nederlander of Europeaan. Neem bijvoorbeeld de Staalmeesters van Rembrandt of de Regentessen van Frans Hals. Of de Cluveniersschutterij van Hendrik Gerritz Pot waarop zelfs een kerel centraal staat met een enorm afrokapsel. De kunstwetenschap doet alsof deze zwarte en gekleurde mensen eigenlijk witten waren die toevallig “vreemd” of “niet-geflatteerd” werden afgebeeld. Bij anderen doet men hun kleur af met een verwijzing naar lopen in de zon. Bij afbeeldingen van witte figuren met Afrikaanse trekken heeft de schilder wellicht opdracht gekregen om hun kleur te verbergen, vermoedt Codfried. In enkele gevallen zou die witte kleur er zelfs jaren later overheen geschilderd zijn. Het komt ook voor dat nakomelingen de gekleurde afbeeldingen van hun voorouders krampachtig uit de openbaarheid houden. Het heersende racisme maakt dat veel mensen niet geassocieerd willen worden met zwarten. Overigens voelen ook bijvoorbeeld sommige zwarte artiesten in de VS zich gedwongen om er zo wit mogelijk uit te zien. Ze gebruiken witte make-up en laten hun kroeshaar plat maken.
Eric Krebbers in Zwarte en gekleurde adel weggemoffeld (Gebladerte)