Pietendorp van Zuiderzeemuseum lijkt Zwarte Piet te hebben afgeschaft
In 2015 protesteerden activisten digitaal en op straat tegen de massale aanwezigheid van de Zwarte Piet-figuur in het Pietendorp, een onderdeel van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Daarop liet de organisatie van het Pietendorp weten geen gehoor te gaan geven aan hun eis om het Zwarte Piet-racisme af te schaffen. Maar nog geen twee jaar later gaat het Pietendorp volgens een eigen “statement” alsnog overstappen op “honderd procent Schoorsteenpieten”. Een overwinning voor de beweging tegen Zwarte Piet, zo lijkt het, al moet de komende tijd eerst nog maar eens blijken of de negatieve stereotypering van mensen van Afrikaanse herkomst werkelijk is verdwenen in het Pietendorp.
Bijna twee jaar geleden riepen Doorbraak en anderen op om via klachtmails en op andere manieren het Zuiderzeemuseum onder druk te zetten. Dat museum zou de racistische Zwarte Piet-figuur immers niet langer meer moeten normaliseren en stimuleren. Het Pietendorp vormt, zo schreven we, “een wanstaltige leerschool waar kinderen het Zwarte Piet-racisme spelenderwijs krijgen opgedrongen door volwassenen”. Dat racisme “is zo schaamteloos en er zo duimdik bovenop gelegd dat het er sterk op lijkt dat we hier te maken hebben met hardcore-pietofielen. Men doet werkelijk geen enkele moeite om enigszins gas terug te nemen en tegenstanders van de Zwarte Piet-figuur tegemoet te komen. Nee, men zet juist vol in op het massaal promoten van de blackface-traditie waar in de rest van de wereld en steeds meer ook in Nederland zelf met afschuw en woede op wordt gereageerd. In de propaganda van het museum over de activiteiten voor kinderen in het Pietendorp vallen de racistische stereotyperingen op die door witten van oudsher worden gekoppeld aan zwarte mensen. De Pieten van het dorp worden neergezet als vrolijk, ondeugend, stout en lui. Ze houden van dansen en zijn ‘gek op bewegen. Maar ze zijn minstens zo gek op alles wat beweegt.’ En ze moeten allemaal dringend naar de kapper. Kinderen krijgen zelfs aangeleerd hoe ze ‘een echte Piet’ kunnen worden. De blackface-traditie wordt dus met de paplepel ingegoten.”
De digitale oproep om het Zwarte Piet-racisme in het Pietendorp af te schaffen leverde boze reacties en bedreigingen op van de kant van pietofielen. Ook een protestactie van activisten tegen Zwarte Piet, die eind november 2015 bij het Pietendorp plaatsvond, leidde tot flink wat agressie, met name van ouders die hun kinderen naar het Pietendorp kwamen brengen. Maar er werden ook hoopvolle discussies gevoerd.
Eerst zien, dan geloven
Het lijkt erop dat de protesten tegen Zwarte Piet in het Pietendorp succes hebben gehad. Want het Zuiderzeemuseum is inmiddels een toontje lager gaan zingen, nadat men twee jaar geleden nog helemaal niet van plan was om de Zwarte Piet-figuur in de ban te doen. “Alleen tradities die in staat zijn zich aan te passen blijven bestaan”, laat men nu weten. “Dit geldt ook voor het Sinterklaasfeest en daarmee het Pietendorp. Vorig jaar is de introductie van de Schoorsteenpiet goed verlopen. Tijdens Pietendorp 2016 bleek de Schoorsteenpiet bij de kinderen, waar dit feest tenslotte om draait, geen enkel probleem. Hierdoor gesterkt hebben we gekozen helemaal over te gaan op Schoorsteenpieten. Wij denken daarmee enerzijds trouw te blijven aan de traditie en anderzijds niemand buiten te sluiten.” Blijkbaar is men er nu toch ook van overtuigd geraakt dat de Zwarte Piet-figuur mensen “buitensluit”. Hoewel rijkelijk laat, valt het niettemin te waarderen dat men tot die overtuiging is gekomen en dat ook nog publiekelijk heeft verwoord.
Minder prettig is het dat het museum in zijn berichtgeving onbenoemd laat dat de eigen inzichten zijn veranderd door toedoen van de beweging tegen Zwarte Piet. Impliciet wordt nu gesuggereerd dat het museum zelf op het idee is gekomen, vanuit de grote betrokkenheid en de moreel hoogstaande ideeën van de managers van het museum. Zo wordt het eigen racisme onder de tafel geveegd, en wordt de strijd van activisten van onderop weggeschreven uit de geschiedenis.
In het geval van de nieuwe beleidslijn van het Pietendorp geldt zeker: eerst zien en dan pas geloven. Want het Zuiderzeemuseum heeft weliswaar aangekondigd dat men overgaat op honderd procent Schoorsteenpieten, maar dat moeten we eerst maar eens met eigen ogen waarnemen. Gaat het bij de Schoorsteenpieten werkelijk om het aanbrengen van een paar roetvlekken op de gezichten? Of worden ze toch stiekem weer zo zwart geschminkt dat het onderscheid met Zwarte Pieten nauwelijks valt te zien? En ook al is er sprake van alleen maar een paar roetvlekken, dan zegt dat op zich nog niets over de rest van het uiterlijk van de Schoorsteenpieten. Hoe zit het bijvoorbeeld met het haar van de Pieten? Wordt er nog steeds gebruik gemaakt van de afropruik? Hebben de Pieten nog steeds oorbellen en dikke roodgeverfde lippen? Hoe ziet de kleding van de Pieten eruit? En wat valt er te zeggen over hun gedrag? Het gaat bij Zwarte Piet immers om veel meer dan alleen maar de zwarte schmink. Ook de rest van zijn uiterlijk en gedrag draagt bij aan de karikaturale beeldvorming over mensen van Afrikaanse herkomst.
De introductie van “honderd procent Schoorsteenpieten” roept ook nog de vraag op of het niet beter zou zijn om de Piet-figuur meteen maar helemaal af te schaffen en over te stappen op een heel andere fantasiefiguur, met een andere naam. Daarmee zou kunnen worden voorkomen dat een eventuele nieuwe Piet toch te veel blijft lijken op de oude Piet.
Inspectietochten
Dit jaar gaat het Pietendorp op zaterdag 25 november, zondag 26 november en zondag 3 december weer open, zo valt op de website van het Zuiderzeemuseum te lezen. Op het plaatje bij de aankondiging valt in elk geval geen Zwarte Piet meer te zien. Dat is hoopgevend. Maar het zou vanzelfsprekend het beste zijn als activisten tegen Zwarte Piet tijdens de openingstijden van het Pietendorp zelf inspectietochten houden. Alleen op die manier kunnen we er voldoende zeker van zijn dat het Zwarte Piet-racisme in het Pietendorp is afgeschaft. Daarmee zou dan meteen ook een einde zijn gekomen aan de Enkhuizer leerschool voor de racistische blackface-traditie.
Harry Westerink